Organisatie | Beemster |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Beemster 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten Beemster 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-07-2021 | artikelen 3, 6 en 9 | 22-06-2021 | 1549306 | ||
03-06-2021 | 22-07-2021 | Wijziging bestaand besluit | 04-05-2021 | 1545956 | |
02-04-2021 | 01-01-2021 | 03-06-2021 | Nieuwe regeling | 16-03-2021 | 1543653 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
in aanmerking te nemen inkomen: het volledige inkomen waarover een inwoner (en partner) redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet. Het inkomen uit bedrijf of zelfstandig beroep wordt in aanmerking genomen conform artikel 6 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;
Artikel 2 Voorwaarden tegemoetkoming TONK
Een inwoner, die kan aantonen dat hij de woonkosten niet kan dragen als gevolg van een terugval in inkomsten wegens de coronacrisis, heeft recht op een tegemoetkoming TONK.
Het inkomen is niet toereikend om deze kosten te dragen als:
Artikel 4 Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK
De tegemoetkoming TONK is een tegemoetkoming in de kosten van:
Artikel 8 Afzien opleggen verhuisverplichting
Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.
Beemster, 16 maart 2021
Burgemeester en wethouders van Beemster,
De secretaris,
H.J.C. Welage
de burgemeester,
H.C. Heerschop
De TONK is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021.
In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Participatiewet). Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. Het is aan gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.
Aangezien de TONK is gegoten in de vorm van bijzondere bijstand, blijft de systematiek van de bijstand gelden. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de algemene regels voor bijzondere bijstandsverlening. En dat alleen sprake is van een verruiming ten opzichte van de Participatiewet en de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand daar waar dit expliciet volgt uit deze beleidsregels. Dat de systematiek van de Participatiewet geldt, impliceert ook dat gehuwden slechts een gezamenlijk recht op een tegemoetkoming TONK hebben.
De inlichtingenplicht geldt voor de TONK onverkort (artikel 17 Participatiewet). Dit betekent dat de aanvrager elke wijziging die van invloed is of kan zijn op het recht op of de hoogte van de tegemoetkoming moet doorgeven. Het is belangrijk om hier helder over te communiceren bij de aanvraag, omdat het vaak zal gaan om mensen die geen bijstand ontvangen en dus niet bekend zijn met de voorwaarden.
Als achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of een te hoog bedrag aan bijstand is verstrekt, dan gaat het college over tot terugvordering.
Het college is gehouden van eigen beleidsregels af te wijken als toepassing ervan in een individueel geval wegens bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit is geregeld in artikel 4:84 Awb. Omdat dit al volgt uit de Awb is het niet nodig om in de beleidsregels zelf een hardheidsclausule op te nemen.
Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze beleidsregels. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze beleidsregels.
Het huidig inkomen en het huidige vermogen
Bij het bepalen of een inwoner in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK is het huidige inkomen van belang. Het college definieert het huidige inkomen als het in aanmerking te nemen inkomen in de maand januari 2021 of in de maand dat er recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.
Voor het huidige vermogen wordt rekening gehouden met de beschikbare geldmiddelen. Op 1 januari 2021 of de eerste dag van de maand dat er recht bestaat op een tegemoetkoming TONK. Hierbij kan gedacht worden aan:
Voor het huidige vermogen wordt geen rekening gehouden met overwaarde in de eigen woning of vermogen in bedrijf. Ook de waarde van een auto / motor blijft buiten beschouwing.
130% van de bijstandsnorm is het uitgangspunt. Dat geldt ook voor het maximum vrij te laten vermogen.
Heeft de aanvrager een hoger inkomen en/of meer vermogen dan men volgens de wet mag hebben, dan dient het meerdere volledig te worden verrekend met de berekende tegemoetkoming. Resteert er nog een bedrag aan tegemoetkoming, dan wordt deze uitgekeerd. Is de draagkracht te hoog, zal de aanvraag worden afgewezen.
In de Participatiewet wordt er rekening gehouden met de kostendelersregeling. Bij één kostendeler halveert de bijstandsnorm en bij twee kostendelers bestaat er recht op 43,3% van de bijstandsnorm.
In deze beleidsregels wordt voor het bepalen van de bijstandsnorm geen rekening gehouden met de kostendelersnorm.
Wel is de kostendelersnorm van invloed op de hoogte voor de tegemoetkoming Tonk van de woonlasten.
Een belanghebbende heeft recht jegens het college van de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft (artikel 40, eerste lid, van de wet). Hiermee is rekening gehouden met de definitie van het begrip inwoner.
In aanmerking te nemen inkomen
Het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet wordt in aanmerking genomen.
Bij het in aanmerking te nemen inkomen kan in ieder geval worden gedacht aan:
Het inkomen moet worden berekend per maand. Dit geldt ook voor zelfstandigen. Voor zelfstandigen kan dit inkomen worden berekend conform de regels van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. (Tozo) Het inkomen uit het bedrijf of zelfstandig beroep dat in aanmerking wordt genomen voor de Tozo betreft de netto beloning van de zelfstandige. Hierbij gaat het om het bedrag van de omzet (factuurbedrag) minus omzetbelasting, minus zakelijke kosten en minus het forfaitair percentage als bedoeld in artikel 6 lid 2 Tozo.
Artikel 2. Voorwaarden tegemoetkoming TONK
Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:
Het college heeft - hiermee rekening houdend – in artikel 2 voorwaarden opgesteld waaronder recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.
Voorwaarden uit de Participatiewet
De tegemoetkoming TONK is gebaseerd op artikel 35 Participatiewet. Dit betekent dat een belanghebbende moet behoren tot de kring van rechthebbenden. Zo moeten de kosten zijn verbonden aan Nederland en de belanghebbende moet een Nederlander zijn of een daaraan gelijkgestelde vreemdeling (artikel 11 Participatiewet). Ook mag een belanghebbende niet zijn uitgesloten van het recht op bijstand (artikel 13 Participatiewet).
Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 Participatiewet).
Het college kan geen tegemoetkoming TONK verstrekken als een inwoner een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel geacht wordt passend en toereikend te zijn. Er kan samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de Tozo. Een inwoner die Tozo-uitkering ontvangt, is niet bij voorbaat uitgesloten voor de tegemoetkoming TONK.
Let op! Een vergoeding op basis van de TVL of NOW wordt niet beschouwd als een voorliggende voorziening voor de kosten waarin de tegemoetkoming TONK voorziet.
Wanneer is vastgesteld dat de aanvrager tot de kring van rechthebbenden behoort, dan moet worden getoetst aan de voorwaarden van artikel 35 Participatiewet. Het college moet bij een aanvraag om een tegemoetkoming TONK, net als bij een aanvraag om bijzondere bijstand, altijd de volgende 4 vragen in een dwingende volgorde beantwoorden om vast te stellen of recht bestaat op bijzondere bijstand:
Een inwoner heeft recht op een tegemoetkoming TONK als hij de woonkosten niet kan dragen als gevolg van een terugval in inkomsten wegens de coronacrisis. Daarbij is vereist dat betaling van die kosten niet mogelijk is uit:
In dit artikel is neergelegd op welke wijze de aanvraag moet worden ingediend (eerste lid). Ook is bepaald welke stukken de aanvrager moet verstrekken bij de aanvraag (tweede lid).
Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend uiterlijk op 30 september 2021 (derde lid). Dat is immers de laatste dag van de periode waarop de TONK geldt. Met ingang van 1 oktober 2021 worden deze (tijdelijke) beleidsregels in principe ingetrokken.
Lid 4 en lid 5 komen te vervallen
Artikel 4. Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK
Het kabinet heeft bij de invoering van de TONK gedacht aan huishoudens die in problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonkosten. De tegemoetkoming TONK kan daarom voorzien in de kosten van:
De tegemoetkoming TONK voorziet alleen in deze kosten voor zover het gaat om een door de aanvrager bewoonde woning. Het gaat dan om de woning waar belanghebbende hoofdverblijf heeft. De tegemoetkoming TONK voorziet niet in de kosten van een tweede woning of een zakelijk pand.
Met betrekking tot de kosten van huur van de woning gaat het niet om de kale huur maar om de all-in prijs. Dit betekent dat eventuele algemene servicekosten in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming. Hiervoor kiest het college in verband met een eenvoudige uitvoering van de TONK.
Naast de rente wordt ook een forfaitair bedrag van € 50,- opgenomen voor de kosten van riool, waterschapslasten eigenaar, opstalverzekering brand en OZB-eigenaar.
Het kabinet heeft aangegeven dat onder woonkosten ook de kosten van elektriciteit, gas en water kunnen vallen.
Het college kiest ervoor om een forfaitair bedrag van € 150,- toe te passen voor gas en elektra, gebaseerd op Nibud normen. Voor water wordt geen tegemoetkoming verstrekt omdat geacht wordt dat deze kosten uit de voor de leefvorm toepasselijke bijstandsnorm betaald kunnen worden.
Het kan ook nodig zijn om andere kosten te vergoeden. Daarin voorziet de TONK niet. Een aanvraag zal op basis van de reguliere bijzondere bijstand moeten worden gedaan.
Artikel 5 Hoogte tegemoetkoming TONK
Het inkomen boven € 1.328,17 voor een alleenstaande en alleenstaande ouder en € 1.897,38 voor gehuwden / samenwonenden (inkomen exclusief vakantietoeslag) wordt volledig in mindering gebracht op de berekende tegemoetkoming TONK.
Hetzelfde geldt voor het aanwezige vermogen boven € 6.295,- voor een alleenstaande en € 12.590,- voor een alleenstaande ouder en gehuwden/samenwonenden.
De TONK geldt van 1 januari tot 1 juli 2021. Met de verstrekking van de tegemoetkoming wordt hierbij aangesloten. Het artikel spreekt over ten hoogste omdat vanwege een latere aanvraag of het niet (over de gehele periode) voldoen aan de voorwaarden, ervoor kan zorgen dat er voor een kortere duur recht op een tegemoetkoming TONK kan bestaan.
Het uitgangspunt is dat de tegemoetkoming TONK om niet verstrekt wordt. Dit betekent dat belanghebbende de tegemoetkoming niet hoeft terug te betalen. De tegemoetkoming TONK kan ook in de vorm van een lening worden vertrekt als belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om de kosten zelf te dragen of de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.
Artikel 7. Betaling tegemoetkoming TONK
In dit artikel is de betaling van de tegemoetkoming TONK geregeld.
De betaling vindt in één keer plaats, binnen 14 dagen nadat het besluit is genomen
Het college legt geen verhuisverplichting op bij de verstrekking van een tegemoetkoming TONK. Dit past immers niet bij het doel van deze tijdelijke tegemoetkoming in verband met de coronacrisis.
Artikel 9. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels
De TONK geldt voorlopig van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021. Hiermee is rekening gehouden bij de inwerk- intreding met terugwerkende kracht van deze beleidsregels en de intrekking ervan per 1 oktober 2021. Mocht het kabinet besluiten dat de TONK langer van kracht moet zijn, dan zal het college overgaan tot verlenging van de beleidsregels en dit tijdig kenbaar maken.
Toepassingsbereik reguliere beleidsregels bijzondere bijstand
In verband met de tegemoetkoming TONK is het nodig om af te wijken van de huidige Beleidsregels bijzondere bijstand. Daarom is in het derde lid bepaald dat de de “Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Beemster 2019” niet van toepassing zijn bij een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK.