Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlieland

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING VLIELAND 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlieland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING VLIELAND 2021
Citeertitelverordening afvalstoffenheffing Vlieland 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

14-12-2020

gmb-2020-345381

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING VLIELAND 2021

 

De raad van de gemeente Vlieland

 

gezien: het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2020

 

gelet op: artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

 

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

 

 

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

 

gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer

recreatiewoning : een perceel dat dient als recreatiewoonverblijf, waarvan de gebruikers hun

hoofdverblijf elders hebben

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

€ 243,40 voor een éénpersoonshuishouden

€ 324,20 voor een meerpersoonshuishouden

€ 324,20 voor een recreatiewoning

 

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Voor de toepassing van artikel 4 is beslissend de gebruikssituatie op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht.

Voor de vaststelling van de gebruikssituatie is beslissend hetgeen terzake in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is geregistreerd, tenzij blijkt dat de gebruikssituatie anders is.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend. Binnen de kaders van de wet wordt de meest ruimhartige vorm voor de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek gehanteerd.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding en Citeertitel

De "Verordening Afvalstoffenheffing 2020" van 16 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, derde lid genoemde genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing Vlieland 2021".

 

 

Aldus vastgesteld door de raad van

de gemeente Vlieland in zijn openbare

vergadering van 14 december 2020

 

de griffier, de voorzitter,

 

 

 

 

 

M. Brinksma-Brandenburg C. Schokker-Strampel