Organisatie | Bergeijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2021 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe verordening | 17-12-2020 |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
De rioolheffing bedraagt per belastingtijdvak bij een geloosd aantal kubieke meters zoals bedoeld in artikel 5:
a. van 0 m3 tot en met 100 m3: € 56,68 (3 x p.j. = € 170,04)
b. van 101 m3 tot en met 350 m3: € 85,00 (3 x p.j. = € 255,00)
c. voor elke volgende volle 350 m3 afvalwater, boven de hoeveelheid van 350 m3, wordt het tarief genoemd in onderdeel b verhoogd met € 85,00. Hierbij wordt een gedeelte van een eenheid van 350 m3 afvalwater als een volle eenheid gerekend.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van de voor dat tijdvak verschuldigde heffing als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,50. Voor deze berekening geldt dat het totaal van de op één aanslagbiljet verzamelde aanslagen geldt als één belastingbedrag.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening rioolheffing 2020" vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Bergeijk van 19 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft, op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bergeijk van 17 december 2020.