Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Twenterand houdende regels omtrent de sociaal medische indicatie (Verordening Sociaal Medische Indicatie (SMI) Twenterand 2020) |
Citeertitel | Verordening Sociaal Medische Indicatie (SMI) Twenterand 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening 'Wet kinderopvang gemeente Twenterand 2012'.
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 02-09-2020 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Kinderopvang: het bedrijfsmatig en niet kosteloos verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. De kinderopvangorganisatie (kinderopvanglocatie/gastouder) dient ingeschreven te staan in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).
De doelgroep voor de SMI-regeling is:
Ouders of alleenstaande ouders, woonachtig in de gemeente Twenterand, die geen of beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst en op basis van sociaal-medische gronden niet in staat zijn om voor de kinderen tot en met groep 8 van de basisschool te zorgen. Kinderopvang via de SMI-regeling is altijd een tijdelijke oplossing en is bedoeld om gezinnen gedurende een bepaalde periode te ontlasten (zodat er gezocht kan worden naar een structurele oplossing) en de ontwikkeling van het kind niet te schaden.
Uitgangspunten van de SMI-regeling:
De kinderopvang op basis van de SMI-regeling is een tijdelijk middel en geen structurele oplossing. Een SMI-indicatie wordt verleend voor ten hoogste zes maanden, waarbij de periode wordt afgestemd op de acties die worden ondernomen om de opvoed- en opgroeisituatie van het kind structureel te verbeteren. Na vijf maanden vindt een evaluatie plaats. De termijn kan éénmalig worden verlengd met ten hoogste drie maanden als de structurele oplossing nog niet behaald is en kinderopvang nog noodzakelijk is.
Hoofdstuk 2 Aanvraag en beslissing
De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op basis van de SMI-regeling wordt gedaan bij het college en bevat tenminste:
Op 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang (Wko) in werking getreden. Doel van de wet is de combinatie van werk en zorg te vergemakkelijken en de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen. Ouders kunnen voor de kosten van kinderopvang kinderopvangtoeslag aanvragen bij de Belastingdienst. De kinderopvangtoeslag wordt gebaseerd op het (gezamenlijk) toetsingsinkomen van de ouder(s). Voorwaarden voor de toeslag is dat (beide) ouders werken dan wel een opleiding of een traject (re-integratie, inburgering) volgen.
De doelgroep van de SMI-regeling wordt gevormd door ouders die wegens sociaal medische redenen kinderopvang nodig hebben maar geen beroep kunnen doen op kinderopvangtoeslag. Bij de behandeling van de Wko in de Eerste Kamer is destijds besloten om de doelgroep voor sociaal medische indicatie in eerste instantie buiten de wet om te financieren en die op een later moment in de wet onder te brengen. Uiteindelijk is dit nooit gebeurd.
De gemeente ontvangt via het gemeentefonds geld voor de SMI-regeling, maar ze is volledig vrij om de doelgroep en de voorwaarden van de regeling te bepalen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is van mening dat hierdoor de gemeente optimaal in de gelegenheid wordt gesteld om maatwerk te verrichten.
De gemeente Twenterand ziet de SMI-regeling als een tijdelijke vangnetregeling. Er kan een beroep op worden gedaan als er geen recht is op aan andere regeling. De sociaal medische redenen kunnen gelegen zijn bij zowel de ouders als bij het kind, maar altijd staat het verbeteren van de opvoedsituatie van het kind centraal. Mogelijk wordt met kinderopvang op basis van SMI intensievere vormen van ondersteuning zoals uithuisplaatsing voorkomen (preventieve werking).
Door de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang wordt het gezin tijdelijk ontlast en ontstaat rust en regelmaat. Het gezin en hulpverlening krijgen de tijd om te werken aan structurele oplossingen voor de problematiek.
Om de kosten voor kinderopvang op basis van SMI beheersbaar te houden wordt de duur van de SMI-indicatie beperkt tot in totaal maximaal negen maanden. Hierdoor bestaat de noodzaak om te zoeken naar een andere, meer duurzame oplossing. Daarnaast kent de verordening een jaarlijks budgetplafond van € 25.000.
Dit artikel spreekt voor zich.
In dit artikel staat beschreven welke kinderen voor kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie in aanmerking komen. Het zal in de praktijk veelal gaan om situaties waarbij een ouder psychische, psychiatrische of lichamelijke problematiek heeft, waardoor hij of zij niet in staat is volledig voor het kind te zorgen en de ontwikkeling van het kind in gevaar komt.
Doelstelling van de SMI-regeling is om gezinnen die kinderopvang op grond van sociaal-medische redenen nodig hebben tijdelijk te ontlasten en de tijd te geven om een structurele oplossing te vinden. Met de tijdelijke oplossing van de SMI-regeling wordt rust, structuur en ruimte in het gezin gecreëerd en wordt voorkomen dat de opvoedsituatie rond het kind verslechtert.
Indien de kinderopvang noodzakelijk is wegens sociaal-medische redenen en er bestaat geen recht op een voorziening op grond van een andere regeling als bijvoorbeeld Wet kinderopvang (Wko), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Wet langdurige zorg (Wlz), aanvullende zorgverzekeringen of de gemeentelijke regeling voor gesubsidieerde reguliere peuterplaatsen en plaatsten in het kader van VE, dan wordt de SMI-indicatie afgegeven voor maximaal zes maanden. De noodzaak van de opvang wordt bepaald door het college. Het college maakt een integraal plan waarin staat hoe de opvoedsituatie rondom het kind structureel kan worden verbeterd zodat kinderopvang op basis van SMI niet meer nodig is. Het gezin heeft samen met de hulpverlening zes maanden de tijd om de doelen uit het plan te bereiken. Na vijf maanden volgt er een evaluatie. Mochten de doelen nog niet volledig bereikt zijn dan is een eenmalige verlenging van maximaal drie maanden mogelijk. De totale maximale duur van kinderopvang op basis van SMI is dus negen maanden.
De hoogte van het inkomen wordt vastgesteld aan de hand van het reeds vastgestelde toetsingsinkomen (dan wel verzamelinkomen) van het jaar ervoor. Indien het inkomen na vaststelling van het toetsingsinkomen is gewijzigd wordt het toetsingsinkomen van het lopende jaar geschat aan de hand van het huidige actuele maandinkomen. Het gemiddelde brutomaandinkomen van de laatste drie maanden wordt vermenigvuldigd met 13 (12 maanden inclusief vakantiegeld) dan wel 14 (indien er sprake is van vakantiegeld en een 13de maand). Voor de berekening van het geschatte toetsingsinkomen kan ook gebruik worden gemaakt van de rekentool op de website van de Belastingdienst.
Vervolgens wordt overeenkomstig de methodiek van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst berekend wat de eigen bijdrage en dus ook de hoogte van de tegemoetkoming is.
Artikel 6 Vaststelling tegemoetkoming kinderopvang
Door de eigen bijdrage te baseren op de methodiek van de Belastingdienst wordt bereikt dat ouders dezelfde eigen bijdrage betalen voor zowel kinderopvang waarvoor kinderopvangtoeslag wordt verstrekt als kinderopvang op basis van SMI. Het niet verschuldigd zijn van een eigen bijdrage bij een inkomen onder de 110% van de bijstandsnorm en in geval van een minnelijke (MSNP) dan wel wettelijke schuldenregeling (WSNP), voorkomt dat ouders om financiële redenen afzien van het gebruik van de SMI regeling. Het voorkomt ook de extra administratieve lasten van een aanvraag bijzondere bijstand voor deze kosten.
De tegemoetkoming wordt bij de verlening meteen definitief vastgesteld.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 8 Betaling tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt rechtstreeks overgemaakt naar de kinderopvang. Hiervoor is een machtiging van de ouder nodig. De kinderopvang is zelf verantwoordelijk voor het in rekening brengen en incasseren van de eigen bijdrage van de ouder.
Artikel 9 Weigeringsgronden tegemoetkoming
Voorwaarde voor de kinderopvanglocatie (zowel kinderdagverblijven als gastouders) is dat ze is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang. Deze opvanglocaties voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen die aan kinderopvang worden gesteld.
Artikel 10 Inlichtingen- en/of medewerkingsplicht
Een ouder is onder meer verplicht om zich in te zetten om samen met de consulent Wmo/jeugd te werken aan een structurele oplossing voor de opvoedproblematiek rondom het kind. Daarnaast is de ouder verplicht om uit eigen beweging informatie te verstrekken die redelijkerwijs van invloed kan zijn op het recht op een tegemoetkoming op grond van deze verordening.
Als een ouder de inlichtingen- en/of medewerkingsplicht schendt en als gevolg hiervan ten onrechte een tegemoetkoming of een te hoog bedrag heeft ontvangen, dan zal het college het besluit tot het verstrekken van de tegemoetkoming intrekken of wijzigen en het teveel betaalde bedrag terugvorderen.
Het college kan in zeer uitzonderlijke gevallen ten gunste van de ouder afwijken van de bepalingen van deze verordening. Dit afwijken kan alleen ten gunste en nooit ten nadele van de ouder zijn. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet nadrukkelijk worden beschouwd als een uitzondering. Bij de beoordeling van de aanvraag kan het college zelf aanleiding zien om de hardheidsclausule toe te passen. In het algemeen geldt echter dat de ouder gemotiveerd en onderbouwd moet aangeven dat de situatie bijzonder is.
Om de kosten beheersbaar te houden geldt een jaarlijks budgetplafond van € 25.000. Bij overschrijding van het budget is een SMI indicatie voor dat jaar niet meer mogelijk. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Indien het budgetplafond wordt bereikt op de dag dat er meerdere aanvragen zijn gedaan, vindt loting plaats.