Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2011 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2010
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 06-12-2010 Woudklank, 16-12-2010 | Onbekend. |
Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2011
De Raad van de gemeente Opsterland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2010;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer,
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2011
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Het heffingstijdvak van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 en 1.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien het perceel na het begin van het heffingstijdvak niet langer door meer dan één persoon wordt gebruikt, wordt ambtshalve vermindering verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de wijziging van het aantal personen nog volle kalendermaanden overblijven. De vermindering wordt niet verleend indien het perceel na 1 juli van het kalenderjaar niet langer door meer dan één persoon wordt gebruikt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel worden betaald in één of meerdere termijnen, met een maximum van drie termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de reinigingsrechten, die op grond van hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden opgelegd, worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
Artikel 18 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2011'.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 december 2010.
Ieke Zwart Francisca Ravestein
Tarieventabel 2011 behorende bij de 'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2011'.
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze is verschuldigd.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijks tarieven afvalstoffenheffing (vast gedeelte)
Indien het aanbod van huishoudelijk afval niet overeenkomstig hoofdstuk 1.2 op basis van het volume-frequentiesysteem individueel wordt geregistreerd en geheven, dan wel indien op andere wijze dan door middel van minicontainers restafval en/of GFT-afval ter inzameling aan de inzameldienst wordt aangeboden, wordt de belasting als bedoeld in het eerste lid verhoogd met de hierna genoemde bedragen, ongeacht het werkelijk vuilaanbod en ongeacht het aantal aanbiedingen, per perceel per heffingstijdvak indien het perceel op 1 januari van het heffingstijdvak of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door:
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per lediging van:
een minicontainer van 240 liter, bestemd voor de inzameling van restafval: € 5,95;
een minicontainer van 140 liter, bestemd voor de inzameling van restafval: € 4,30;
een minicontainer van 240 liter, bestemd voor de inzameling van GFT-afval: € 1,00.
een minicontainer van 140 liter, bestemd voor de inzameling van GFT-afval: € 1,00.
Hoofdstuk 1.3 Tarieven Milieustraat
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de tarieventabel gelden voor het achterlaten van de in de onderstaande tabel genoemde categorieën van afval op een daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen plaats, bestemd en ingericht voor de inzameling van herbruikbaar en niet-herbruikbaar (huishoudelijk) afval (brengdepot), de daarachter vermelde tarieven (brengtarieven of slagboomtarieven).
Voor gemengde vrachten geldt het tarief voor grof huishoudelijk afval.
Huishoudelijk restafval en groente- en fruitafval worden niet geaccepteerd (deze horen in de grijze resp. de groene container).
Deze tarieven gelden voor afval dat te groot is om in een afvalcontainer af te voeren.
Hoofdstuk 1.4 Overige tarieven
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 is voor een extra container éénmalig een bedrag verschuldigd van € 50,-.
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
Voor het achterlaten van de in de onderstaande tabel genoemde categorieën van afval op een daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen plaats, gelden de daarachter vermelde tarieven:
Aldus samen met de 'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2011' vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 december 2010.