Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent bijtincidenten met honden |
Citeertitel | Werkafspraken bijtincidenten honden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2020 | nieuwe regeling | 07-12-2017 | 2017-09896 |
Gemeente Opsterland – Politie basisteam Oost Fryslân
Overige relevante regelgeving m.b.t. deze werkafspraken
Korte samenvatting van de werkafspraken
Bijtincidenten door honden worden geregistreerd bij de politie.
De politie reikt na een eerste bijtincident een waarschuwing uit aan de eigenaar/houder van de hond of beslist dat dit bijtincident dermate ernstig is, dat meteen tot strafrechtelijke inbeslagname van de hond moet worden overgegaan.
Na een tweede bijtincident veroorzaakt door dezelfde hond, dient de politie een bestuurlijke rapportage en verzoek tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod aan de hond in bij de gemeente (na afstemming met de gemeente). Dit verzoek is gemotiveerd op basis van de bestuurlijke rapportage en geregistreerde gegevens en verloopt via de vaste contactpersoon van het team Oost Fryslân.
Gemeente toetst het verzoek en de bestuurlijke rapportage en legt het voornemen tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod van de hond voor aan de eigenaar/houder. De eigenaar/houder krijgt gelegenheid om een zienswijze kenbaar te maken.
De zienswijze van de eigenaar/houder kan leiden tot een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond of tot een brief om voor rekening van de eigenaar/houder maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen.
Als de eigenaar/houder afziet van het nemen van eigen maatregelen of deze als onvoldoende worden beschouwd, wordt alsnog een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod genomen. Een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat. Als het besluit door de eigenaar/houder wordt genegeerd, kan daartegen bestuursrechtelijk worden opgetreden met bestuursdwang of dwangsom. De hier bedoelde bestuursrechtelijke handhaving is ook een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
De burgemeester besluit op grond van artikel 172 onder lid 2 van de Gemeentewet een hond in beslag te nemen als een eigenaar of houder van een hond, die door het college als gevaarlijke hond is aangewezen, in strijd met artikel 2:56 APV houdt en vervolgens een nieuw bijtincident met ernstig letsel veroorzaakt.
Naast bovengenoemd bestuurlijk traject is ook het civielrechtelijke traject beschreven.
Bij overtreding van het korte aanlijn- en/of muilkorfgebod in combinatie met een nieuw bijtincident kan de officier van justitie onttrekking van de hond aan het verkeer vorderen. In het uitzonderlijke geval dat tot inbeslagname is overgegaan, gaat het OM over tot vervreemden van de hond en zal in het uiterste geval overgaan tot het laten inslapen van de gevaarlijke hond
Het is mogelijk dat slechts sprake is van een civielrechtelijk schade-incident. De politie wijst dader en slachtoffer van het bijtincident op rechten en plichten en adviseert partijen om het schade-incident onderling te regelen.
Stap 1 Bijtincidenten worden geregistreerd bij Politie
De politie schakelt, zoveel mogelijk, bij elk bijtincident de vaste contactpersoon in. Elk bijtincident moet worden geregistreerd. In de registratie moet minimaal worden vastgelegd:
Ook andere instanties (toezicht, burgers) doen soms meldingen van bijtincidenten bij de gemeente. De gemeente zorgt dat meldingen van bijtincidenten zo volledig mogelijk worden doorgestuurd naar de vaste contactpersoon bij de politie.
Indien de gemeente een verzoek om een muilkorfgebod krijgt van een burger voor de hond van een andere burger, dan neemt ze altijd eerst contact op met de politie.
Stap 2 Politie reikt na eerste bijtincident een waarschuwing uit
De politie reikt (of stuurt) na een eerste bijtincident een waarschuwing uit aan de eigenaar/houder van de hond of beslist in overleg met de vaste contactpersoon dat het eerste bijtincident dermate ernstig is, dat direct tot strafrechtelijke inbeslagname van de hond moet worden overgegaan. De vaste contactpersoon neemt hiertoe contact op met de contactpersoon van het OM. In voorkomende gevallen vraagt de politie of de eigenaar/houder vrijwillig afstand wil doen van de hond.
Stap 3 Na tweede bijtincident dient Politie een verzoek in bij gemeente
Na een tweede bijtincident door dezelfde hond dient de politie in overleg met de vaste contactpersoon een verzoek tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod in bij de gemeente. Dit verzoek is gemotiveerd op basis van een bestuurlijke rapportage van de geregistreerde gegevens. Voorafgaand aan het opstellen van een bestuurlijke rapportage vindt altijd contact plaats met de gemeente.
Stap 4 Gemeente legt voornemen tot aanlijn- en/of muilkorfgebod voor
Gemeente legt voornemen tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor aan de eigenaar/houder van de hond . Eigenaar/houder krijgt maximaal tien dagen de gelegenheid om een zienswijze kenbaar te maken.
Stap 6 Besluit tot kort aanlijn- en/of muilkorfgebod
Als eigenaar/houder afziet van het nemen van maatregelen of deze als onvoldoende worden beschouwd, dan wordt alsnog een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond genomen. Een besluit tot oplegging van een kort aanlijn- en/of muilko00r0fgebod voor een hond is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
De eigenaar kan binnen zes weken bezwaar maken tegen het besluit. Dit bezwaar wordt via de afdeling in behandeling genomen en afgehandeld,
Afhankelijk van de vorm en inhoud etc. van het ingediende bezwaar kunnen de volgende besluiten worden genomen:
Stap 8 Bestuursrechtelijk optreden na overtreding van een besluit
Als het besluit door de eigenaar/houder wordt genegeerd of overtreden, kan daartegen door de gemeente bestuursrechtelijk worden opgetreden met een dwangsom. De hier bedoelde bestuursrechtelijke handhaving is ook een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
Als het besluit door de eigenaar/houder wordt genegeerd of overtreden, kan daartegen door de gemeente bestuursrechtelijk worden opgetreden met bestuursdwang. Onder bestuursdwang wordt verstaan het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan gehouden of nagelaten. Bij bijtincidenten met honden is de situatie veelal dermate spoedeisend dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen en dit dus achteraf plaatsvindt. Spoedeisende bestuursdwang kan bijvoorbeeld worden toegepast indien inbeslagname van de hond noodzakelijk is, maar er op het moment van de overtreding niet direct sprake is van verstoring is van de openbare orde.
Afhankelijk van de situatie zal een keuze worden gemaakt tussen last onder dwangsom en bestuursdwang.
Stap 9 Inbeslagname door burgemeester
De burgemeester is op grond van artikel 172 lid 2 Gemeentewet bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. De burgemeester besluit tot inbeslagname van de hond indien:
De politie neemt contact op met de burgemeester over bevel tot inbeslagname, nadat is gecontroleerd dat alle beschikbare middelen van de APV reeds zijn toegepast. De burgemeester geeft bevel tot inbeslagname.
Het is mogelijk dat slechts sprake is van een civielrechtelijk schade-incident. Politie of vaste contactpersoon van team 3 Oost Fryslân wijst dader en slachtoffer van het bijtincident op rechten en plichten en adviseert partijen om het schade-incident onderling te regelen.