Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Staphorst

Marktverordening gemeente Staphorst 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStaphorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening gemeente Staphorst 2021
CiteertitelMarktverordening gemeente Staphorst 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-2020nieuwe regeling

01-12-2020

gmb-2020-328956

20-14921

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening gemeente Staphorst 2021

De raad van de gemeente Staphorst;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2020;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gehoord het advies van de marktcommissie;

besluit:

de volgende verordening vast te stellen:

 

Marktverordeninggemeente Staphorst 2021

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door het college ingestelde warenmarkt.

Artikel 2. Dag, tijd en plaats

  • 1.

    De markt vindt plaats op woensdag van 7.30 tot 12.30 uur aan de markt.

  • 2.

    Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag en/of op een andere tijd en/of op een andere plaats. Dringende redenen zijn onder andere: erkende christelijke feestdagen, nieuwjaarsdagen, bid- en dankdagen en op door het college op grond van bijzondere gelegenheden daartoe aangewezen dagen.

  • 3.

    Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 3. Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1.

    Het college kan, na raadpleging van de marktcommissie, voor de markt vaststellen:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en de indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats;

    • e.

      een lijst met artikelengroepen of branches; en

    • f.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

  • 2.

    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning, niet uiterlijk om 8.00 uur door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven. Bij meerdere gegadigden wordt er geloot door de marktmeester.

Artikel 4. Marktcommissie

  • 1.

    Het college is bevoegd een marktcommissie samen te stellen die tot taak heeft het college te adviseren in zaken die directe betrekking hebben op de markt.

  • 2.

    Het college kan nadere regels opstellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 5. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van het college een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor vijftien jaar, tenzij de vergunning anders bepaalt. Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van het college als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerken wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6.

    Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste-standplaatsvergunning heeft voor de markt.

Artikel 6. Inhoud vergunning

Een vaste-standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, geboortedatum en – plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    de afmetingen van de standplaats;

  • c.

    de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • d.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

  • f.

    dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • g.

    de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • h.

    welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • i.

    welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 7. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 8. Selectiestelsel

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van de houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop aan de betrokkene een vaste standplaatsvergunning is verleend, de duur van de vergunning en met vermelding van de branche waartoe de vergunninghouder behoort of de artikelen die worden verhandeld.

  • 2.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    De bekendmaking geschiedt via de website van de gemeente Staphorst en in het plaatselijke huis-aan-huis blad.

  • 4.

    De marktcommissie beoordeelt de aanvragen en kennen punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (max. 20 punten);

    • b.

      de uitstraling van de stalling(max. 20 punten);

    • c.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (max. 20 punten);

    • d.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (max. 20 punten).

    Gegadigden komen in aanmerking in volgorde van het aantal toegekende punten.

  • 5.

    Indien een lid van de marktcommissie actief is in hetzelfde markt assortiment als de aanvrager, zal dit lid uitgesloten zijn van advisering.

  • 6.

    De marktcommissie adviseert het college over de binnengekomen aanvragen.

  • 7.

    Het college besluit over de vaste standplaatsvergunning.

Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator devergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Indien een vergunning niet wordt overgeschreven op grond van het eerst lid, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 12 maanden in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar. In dat geval kan het college de overschrijving weigeren als voor de markt een selectiestelsel geldt en de gegadigde naar hun oordeel niet voor een vaste-standplaatsvergunning in aanmerking komt gelet op de in artikel 8, vierde lid, genoemde factoren.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Het college kan van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 10. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 9.

  • 2.

    Het college kan een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste drie maanden geen gebruik is gemaakt, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn waarvan de vergunninghouder de marktmeester schriftelijk van op de hoogte heeft gesteld; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk om 8.00 uur heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    De houder van een vaste-standplaatsvergunning kan de hem toegewezen standplaats laten innemen door een vervanger voor in totaal ten hoogste vijfenzeventig procent van het aantal marktdagen per jaar. Daarvan doet hij zo mogelijk tevoren mededeling aan de marktmeester.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Artikel 12. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of ziekte verhinderd is de vaste standplaats in te nemen, dient dit telefonisch mee aan de marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De telefonische mededeling wordt voor 7.30 uur de desbetreffende marktdag gedaan.

  • 3.

    Ingeval van bijzondere omstandigheden of langdurige ziekte kan het college ontheffing verlenen aan de vergunninghouder dat de standplaats maximaal een jaar wordt ingenomen door een vervanger. Een schriftelijke aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 13. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning, omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 11.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan de van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste en aan wie gedurende de voorafgaande vier weken niet vaker dan twee keren een dagplaatsvergunning is verleend.

  • 3.

    Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden. Bij meerdere gegadigden wordt geloot door de marktmeester.

  • 5.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 14. Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 13, tweede tot en met vijfde lid.

  • 2.

    Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 15. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 16. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 17. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan twee en half uur voor de aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door het college verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 18. Markt schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 19. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering

Het collega kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 21. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De verordening op de warenmarkt voor de gemeente Staphorst 2006 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Een krachtens de verordening op de warenmarkt voor de gemeente Staphorst 2006 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleendkrachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3.

    Een krachtens een voorgaande marktverordening verleende vergunning voor onbepaalde tijd blijft na inwerkingtreding van deze verordening gelden, tot het moment dat er geen gebruik meer wordt gemaakt van de vergunning.

  • 4.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de verordening op de warenmarkt voor de gemeente Staphorst 2006 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Staphorst 2021.

 

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 december 2020.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

Artikel 1. Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet (hierna: Gemw) kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.

Artikel 3. Inrichting van de markt; branche-indeling

Dit artikel schrijft voor dat het college na raadpleging van de marktcommissie voor de markt vast dienen te stellen welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten.

Artikel 5. Vergunningen

Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor vijftien jaar, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.

Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.

Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 7) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 7) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 7) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikelen 8. Selectiestelsel

In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste-standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld.

Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen.

Artikel 13. Dagplaatsvergunning

Lid 1. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 10, vierde lid.

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 12, derde lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.

Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 geeft het college de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening.