Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Beleidsregels afval verbanden gemeente Kampen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels afval verbanden gemeente Kampen
CiteertitelBeleidsregels afval verbranden gemeente Kampen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Beleidsnota afval verbranden Kampen, vastgesteld 31 mei 2005, wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10.63 van de Wet milieubeheer

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-12-2020nieuwe regeling

01-12-2020

gmb-2020-319586

87311-2020

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels afval verbanden gemeente Kampen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel 17 november 2020, kenmerk 87311-2020,

gelet op artikel 10.63 van de Wet milieubeheer,

overwegende dat het wenselijk is om ter uitvoering van voornoemd artikel beleidsregels vast te stellen,

besluit vast de stellen de

Beleidsregels afval verbranden gemeente Kampen

 

Artikel 1 Beperking ontheffingen

Het college verleent geen ontheffing van artikel 10.63 van de Wet milieubeheer behoudens de uitzonderingen genoemd in artikel 2 en 3.

 

Artikel 2 Paasvuren

  • 1.

    Er kan ontheffing worden verleend voor maximaal één paasvuur per jaar binnen de gemeente.

  • 2.

    Het volume van het paasvuur mag maximaal 500 m3 bedragen.

  • 3.

    Als brandstof mag alleen onbehandeld hout of snoeiafval worden gebruikt.

  • 4.

    Een ontheffing is uitsluitend éénmalig geldig.

  • 5.

    Afhankelijk van de locatie kunnen ter bescherming van het milieu nadere voorschriften aan de ontheffing verbonden worden.

 

Artikel 3 Verbranden door ziekte aangetast hout

  • 1.

    Er kan ontheffing worden voor het verbranden van niet van derden afkomstig ziek takken- en/of snoeihout en overig door ziekte aangetast, onbehandeld, plantaardig afval en alleen indien verbranden op of nabij de locatie waar de kap of snoei heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden het enige verantwoorde alternatief is.

  • 2.

    Bij de aanvraag dient een verklaring van die strekking door de Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit (NVWA) zijn gevoegd of worden verwezen naar de van toepassing zijnde documenten van de NVWA waaruit de noodzaak tot verbranding blijkt.

  • 3.

    Vooruitlopen op de ontheffing is vanwege de noodzaak de ziekte te bestrijden bespreekbaar, mits de aanvraag is ingediend en de milieuvoorschriften voor het verbranden van afval worden nageleefd.

  • 4.

    De ontheffing geldt uitsluitend voor door ziekte aangetast hout, niet voor preventief te snoeien of te kappen hout.

  • 5.

    Afhankelijk van de locatie en de aard van het te verbranden afval kunnen ter bescherming van het milieu nadere voorschriften aan de ontheffing verbonden worden.

 

Artikel 4 Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsnota afval verbranden Kampen, vastgesteld 31 mei 2005, wordt ingetrokken.

 

Artikel 5 Overgangsbepalingen

De reeds verleende ontheffingen blijven ongewijzigd van kracht.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels afval verbranden gemeente Kampen.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 1 december 2020.

Het college van burgemeester en wethouders van Kampen,

drs. N. Middelbos,

wnd. secretaris

drs. mr. B. Koelewijn,

burgemeester

Algemene toelichting bij de Beleidsregels afval verbranden gemeente Kampen

Deze beleidsregels beschrijven hoe het college omgaat met zijn bevoegdheid om ontheffingen te verlenen op grond van de Wet milieubeheer.

De beleidsregels stellen dat het college geen ontheffingen verleend, behoudens de in de beleidsregels beschreven uitzonderingen en daarbij aangegeven nadere voorwaarden, namelijk:

  • -

    ontheffing ten behoeve van maximaal één paasvuur per jaar;

  • -

    ontheffing ten behoeve van calamiteiten, te weten plantenziekten waarbij verbranden op locatie de enige optie is.

 

Tuinfakkels, terrashaarden, vuurkorven (metalen korf max. inhoud 60 L) en dergelijke of vuur voor het bereiden van voedsel (barbecues) vallen buiten de reikwijdte van de beleidsregel. Er is daar namelijk geen sprake van het zich ontdoen van afvalstoffen, maar het aanwenden van brandstoffen.

 

Vreugdevuren worden incidenteel met Oud en Nieuw in de gemeente Kampen nog gedoogd. Gelet op de openbare orde en veiligheidsaspecten is hierop primair de APV van toepassing.

 

Relaties met andere regelgeving (niet uitputtend)

 

  • 1.

    Algemene Plaatselijke Verordening

Omdat in het kader van de ontheffing in het kader van de Wet milieubeheer nadere regels kunnen worden gesteld ter bescherming van het milieu en een (openbaar toegankelijk) (paas)vuur ook openbare orde en veiligheidsaspecten kent is tevens een ontheffing van de verbodsregels in de APV noodzakelijk (artikel 5.5.1).

In artikel 2.2.1 van de APV staat omschreven wat onder de definitie van een evenement wordt verstaan. Het gaat om een voor elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak al dan niet op de weg. Voor een paasvuur zal daarom waarschijnlijk ook een evenementenvergunning nodig kunnen zijn.

  • 2.

    Wet natuurbescherming

Indien niet uitgesloten kan worden dat door de Wet natuurbescherming te beschermen waarden worden beïnvloed door het verbranden van hout en snoei-afval (bijvoorbeeld door de depositie van stikstof) dient de aanvrager daarover zelf tijdig contact over op te nemen met het bevoegd gezag (de provincie) en zo nodig zorg te dragen voor de in dat kader vereiste onderzoek en / of benodigde ontheffing en/of vergunning.

  • 3.

    Wet beheer rijkswaterstaatwerken (voorheen Rivierenwet)

Voor het mogen verbranden van afvalstoffen binnen de uiterwaarden dient ook vergunning/toestemming te worden verleend door RWS.

 

Procedurele en inhoudelijke aspecten

 

Procedure ontheffingverlening

In artikel 10.64, lid 1, Wet milieubeheer wordt de procedure voor het verlenen van een ontheffing geregeld:

De artikelen 8.5 tot en met 8.25 zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van een ontheffing als bedoeld in artikel 10.63, tweede lid, Wm.

De ontheffing is een beschikking als bedoeld in titel 4.1 van de Awb.

De beslistermijn is acht weken. De gemeente wint advies in bij de provincie, de veiligheidsregio en zonodig RWS of andere instanties indien dat wenselijk wordt geacht. In geval van strijdigheid met hogere regelgeving kan worden uitgesloten kan ontheffing worden verleend.

 

Wijze van aanvragen

Ontheffing voor het stoken van een vuur kan (schriftelijk) worden aangevraagd bij de afdeling Fysieke leefomgeving. Behalve naam, adres en telefoonnummer van de aanvrager dient een situatieschets op schaal van de stooklocatie te worden overgelegd. Ook de samenstelling van de brandstoffen en het volume dient te worden vermeld. Indien de aanvrager een ander persoon is dan de eigenaar van de grond waarop gestookt zal worden dient ook een verklaring van geen bezwaar van de grondeigenaar te worden overlegd.

De aanvrager dient aan te geven voor welke datum de aanvraag wordt ingediend.

 

Voorschriften die aan de ontheffing kunnen worden verbonden

Afhankelijk van de samenstelling van het te verbranden afval (er mag alleen schoon hout en snoeiafval worden verbrand), de hoeveelheid en de locatie kunnen nadere voorschriften aan de ontheffing worden verbonden. Ook het advies van de door de gemeente te raadplegen betrokken instanties kan aanleiding geven tot nadere voorschriften. In de voorschriften worden ook bepaalde weercondities genoemd waarbij niet gestookt mag worden. Ook kunnen weerscondities zoals in een nader te benoemen app of andere (media)bron als beperkende voorwaarde aan een ontheffing worden verbonden. Dit blijft maatwerk per locatie en per keer, ook afhankelijk van voortschrijdend inzicht.