Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld houdende nadere regels omtrent Wmo opvang en beschermd wonen (Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Simpelveld 2020) |
Citeertitel | Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Simpelveld 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Simpelveld 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-12-2020 | 01-10-2020 | nieuwe regeling | 24-11-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld,
het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
de artikelen 2, 14, 15, 17 en 18 van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerlen 2020”
dat het op grond van de “Wet maatschappelijke ondersteuning 2015” zorg dient te dragen voor opvang en beschermd wonen;
dat het op grond van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerlen 2020” nadere regels dient vast te stellen;
dat de colleges van de gemeenten Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal een gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan, waarmee het college van Heerlen het mandaat gekregen heeft deze taak namens de colleges van deze zeven gemeenten uit te voeren;
vast te stellen de “Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Simpelveld 2020”
Hoofdstuk 2: Procedureregels, melding en onderzoek
Artikel 4 Regionaal Team Opvang en Beschermd Wonen (TOBW)
Het Regionaal Team Opvang en Beschermd Wonen geldt exclusief, naast het regulier gemeentelijk loket, als voorziening voor het bieden van toegang in het kader van een melding van behoefte aan maatschappelijke ondersteuning in de vorm van beschermd wonen, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet. Het TOBW is in de bedoelde gevallen namens het college belast met het onderzoek en de overige werkzaamheden zoals beschreven in de artikelen 5 tot en met 9.
Het college onderzoekt, onder andere in een gesprek tussen deskundigen en cliënt dan wel diens vertegenwoordiger, en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie alsmede cliëntondersteuner, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden van de cliënt om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp, algemeen gebruikelijke voorzieningen, mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk, met algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen in het kader van ondersteuning bij zelfredzaamheid, gericht op participatie, maatwerkvoorzieningen, gericht op vervoer en maatwerk-voorzieningen gericht op wonen in zijn behoefte aan beschermd wonen te voorzien;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan beschermd wonen;
Hoofdstuk 3: Algemene voorziening en maatwerkvoorzieningen
Artikel 11 Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget
Verstrekking van de maatwerkvoorziening beschermd wonen als een persoonsgebonden budget (pgb) vindt plaats op basis van een gemotiveerd verzoek van de belanghebbende of diens vertegenwoordiger, door middel van indiening van een persoonlijk plan. In het persoonlijk plan dient opgenomen te zijn:
Een pgb voor beschermd wonen wordt alleen verstrekt, indien:
de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Bij ondersteuning geleverd door anderen dan personen uit het sociaal netwerk dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
de (door de aanbieder in het kader van de te bieden ondersteuning aangewezen) beroepskracht is vakbekwaam en heeft de diploma’s die noodzakelijk zijn voor een doeltreffende en efficiënte ondersteuning van specifieke cliënt waarbij het opleidingsniveau afhankelijk van de benodigde in te zetten ondersteuning MBO 4 of hoger dient te zijn;
Artikel 14 Uitbetaling persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget wordt na toekenning, op basis van declaratie, op grond van artikel 2.6.2 van de wet, uitgekeerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Hoofdstuk 4: Bijdragen voor opvang en beschermd wonen
Artikel 16 Bijdrage voor opvang
Voor de algemene voorziening opvang, waarbij alle kosten voor bed, bad, brood en begeleiding voor rekening zijn van de organisatie die de opvang biedt, geldt per maand een door de cliënt te betalen bijdrage, die gelijk is aan het verschil tussen de uitkering op grond van de Participatiewet, die voor cliënt geldt of zou gelden en de in die wet benoemde “normen in inrichting”.
Voor de algemene voorziening opvang, waarbij de kosten voor bad en brood voor rekening van de cliënt komen, geldt per maand een door de cliënt te betalen bijdrage, die gelijk is aan het verschil tussen het inkomen van de cliënt en de in de Participatiewet benoemde “normen in inrichting”, verminderd met een bedrag van € 300,00.