Mandaatbesluit vertegenwoordiging randgemeenten Luchthaven Eindhoven

Burgemeester en wethouders van Son en Breugel

Gelet op

• •

  Afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht;

• •

  Het feit dat aanwezigheid van afzonderlijke bestuurders van alle betrokken randgemeenten inefficiënt is qua tijdsinzet en qua vergaderstructuur;

• •

  De intensieve betrokkenheid van de wethouders Van Schuppen (Best) en Beex (Eersel) tijdens de proefcasus ‘Eindhoven Airport na 2019’ en in het voortraject om te komen tot een nieuwe overlegstructuur.

Overwegende:

Dat het wenselijk is om ten behoeve van het vertegenwoordigen van de randgemeenten Best, Bergeijk, Bladel, Boxtel, Eersel, Heeze-Leende, Laarbeek, Meierijstad, Oirschot, Reusel-de Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre in het Luchthaven Eindhoven Overleg en andere bestuurlijke overleggen betreffende de luchthaven Eindhoven mandaat te verlenen aan wethouders Van Schuppen (Best) en Beex (Eersel).

BESLUITEN:

• 1.

  De volgende bevoegdheden te mandateren aan de wethouders van Schuppen en Beex:

• •

  Overleg te voeren namens de gemeente Son en Breugel als één van de randgemeenten in de Overlegtafel Eindhoven Airport (OEA), in het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) en bij bestuurlijke overleggen met het bevoegd gezag over de Luchthaven Eindhoven.

• •

  Bestuurlijk aanspreekpunt te zijn voor omwonenden van de randgemeenten;

• 2.

  Aan dit besluit de volgende voorwaarden te verbinden:

• •

  De wethouders ‘luchthaven’ van de randgemeenten regelmatig, maar minimaal twee keer per jaar, te informeren over de stand van zaken en hen te consulteren over standpunten en koersbepaling indien deze af dreigen te wijken van de eerder door colleges vastgelegde koers.

• •

  Besluiten die afwijken van de door de Son en Breugel vastgestelde besluiten over de luchthaven Eindhoven worden voorafgaand ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel;

• •

  Bij aftreden van (één van) de vertegenwoordigende wethouders besluiten de wethouders ‘luchthaven’ van de randgemeenten gezamenlijk bij meerderheid aan welke wethouder(s) van de randgemeenten het mandaat wordt overgedragen. In de tussenliggende periode kan de vertegenwoordigende taak worden waargenomen door een andere wethouder van een randgemeente.