Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Brabantse Delta

Beleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Brabantse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020
CiteertitelBeleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-06-2022wijziging par. 4.3 en taalkundig

22-06-2022

wsb-2022-7709

13-11-202027-06-2022nieuwe regeling

28-10-2020

wsb-2020-12652

355870

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020

Inhoud

 

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Afbakening

  • 3.

    Algemene toetsingsvoorwaarden en richtlijnen

    • 3.1.

      Algemene toetsingsvoorwaarden

    • 3.2.

      Richtlijnen: initiatieven van derden (waterschapsparticipatie)

    • 3.3.

      Richtlijnen: initiatieven van het waterschap (inwonerparticipatie)

  • 4.

    Vormen van recreatief medegebruik

    • 4.1.

      Wandelen, fietsen en mountainbiken

    • 4.2.

      Zwemmen

    • 4.3.

      Recreatievaart

    • 4.4.

      Paardrijden

    • 4.5.

      Schaatsen

    • 4.6.

      Hengelsport

    • 4.7.

      Evenementen

    • 4.8.

      Overige vormen van recreatief medegebruik

1. Inleiding

 

Water verbindt mensen en bedrijven, doordat iedereen er op de een of andere manier gebruik van maakt”, stelt het waterbeheerplan 2016 - 2021 van waterschap Brabantse Delta. Een stelling die iedere Brabander zal beamen. Voornamelijk wanneer deze een recreatieve activiteit in, op of aan het water beoefent in ons beheergebied.

 

Er wordt gevaren op en gezwommen in onze wateren, er liggen wandel- en fietsroutes over onze waterkeringen en lokale verenigingen dienen aanvragen in om een ommetje te realiseren op onderhoudspaden.

 

Waterschap Brabantse Delta krijgt steeds vaker te maken met recreatie op waterstaatswerken. De maatschappelijke en economische belangen van recreatie in de regio West-Brabant blijven groeien, mensen hebben steeds meer behoefte aan recreatie buitenshuis en waterrecreatie is met het oog op de huidige klimaatverandering steeds populairder aan het worden.

Recreatie is een onderwerp waar waterschap Brabantse Delta steeds meer rekening mee moet houden bij beheer en inrichting van deze waterstaatswerken.

 

Ook met het oog op de Omgevingswet en de veranderende rol van de overheid wordt er op een andere manier naar recreatief medegebruik gekeken. Een actualisatie van de beleidsnota recreatief medegebruik 2011 is dan ook gewenst. In de actualisatie worden de wensen van de omgeving meegenomen, zodat er een meer eenduidige visie ontstaat over het onderwerp recreatie, alvast rekening houdend met de Omgevingswet. Tevens wordt er ook ingespeeld op de steeds groter wordende vraag van de omgeving om te kunnen recreëren op waterstaatswerken.

 

Het uitgangspunt van dit beleid is om mee te werken aan recreatief medegebruik voor zover dit past binnen de bestuurlijke ambities en de beleidsdoelstellingen en het de kerntaken niet hindert.

2. Afbakening

 

Met deze beleidsnota komt de beleidsnota recreatief medegebruik 2011 te vervallen.

 

Deze beleidsnota gaat niet over zaken waar al een vastgesteld beleid of regelgeving voor is. Dit betreft het nautisch- en vaarwegbeheer 1 , waar al specifieke regelgeving voor is. Ook de maatregelen voor zwemwateren zijn al vastgesteld in de Europese Zwemwaterrichtlijn. Tevens is er de Visserijwet en Brabant Breed Visserijbeleid, waarin onder andere wordt beschreven hoe er om wordt gegaan met de jacht- en sportvisserij. In dit beleid zijn enkel de voorzieningen voor de hengelsport, zoals visstoepen en steigers, opgenomen.

De stukken zijn te raadplegen via https://overheid.nl of op te vragen bij waterschap Brabantse Delta.

 

Deze beleidsnota gaat wel over het nemen van besluiten en maatregelen m.b.t. recreatief medegebruik en m.b.t. het samenwerken bij initiatieven op het gebied van recreatie. Het beleid betreft het beheergebied van waterschap Brabantse Delta. Het gaat zowel over eigendommen, als over de waterstaatswerken en zones waar waterschap Brabantse Delta beheerder van is vanuit de wettelijke taak2 .

3. Algemene toetsingsvoorwaarden en richtlijnen

3.1 Algemene toetsingsvoorwaarden

Waterschap Brabantse Delta staat positief tegenover recreatief medegebruik. Het waterschap zal dan ook een ‘ja, mits houding’ aannemen voor het behandelen van verzoeken voor recreatief medegebruik. Recreatief medegebruik is toegestaan, mits:

  • Geen onveilige situaties op en om het water ontstaan.

  • Het recreatief medegebruik niet in strijd is met onze waterschapstaken. De zorg voor voldoende oppervlaktewater van goede kwaliteit en veiligheid tegen overstroming gaat altijd voor het recreatieve belang. Ook waterschapbelangen zoals landschap en ecologie prevaleren boven recreatief medegebruik.

  • Het recreatief medegebruik op initiatief van derden niet leidt tot (bovenmatige) extra kosten voor het waterschap. Het uitgangspunt is: de initiatiefnemer betaalt. Er worden bij aanleg afspraken gemaakt over eventuele onderhouds- en renovatiekosten in de toekomst. Wanneer waterschap Brabantse Delta (mede)initiatiefnemer is, kunnen beperkte financiële middelen beschikbaar gesteld worden.

  • Er geen grootschalige technische aanpassingen nodig zijn aan kunstwerken of waterstaatswerken. Mochten er technische aanpassingen aan een kunstwerk en/of waterstaatswerk nodig zijn ter bevordering van recreatie, zal het waterschap eerst kijken of dit constructief te honoreren is. Derden zijn niet bevoegd om zonder toestemming van het waterschap aanpassingen aan kunstwerken en/of waterstaatswerken te doen, waar waterschap Brabantse Delta vanuit de wettelijke taak een beheerfunctie uitoefenen. Daarnaast mogen derden niet zonder toestemming aanpassingen aan de eigendommen van het waterschap aanbrengen.

3.2 Richtlijnen: initiatieven van derden (waterschapsparticipatie)

Waterschapsparticipatie houdt in dat het waterschap initiatieven van derden vanuit de samenleving faciliteert en versterkt. De beslissingsbevoegdheid ligt in eerste instantie bij de initiatiefnemer. Wel wordt er een aantal voorwaarden gesteld vanuit het waterschap:

  • Voor de aanleg van voorzieningen op eigendommen van het waterschap is naast een vergunning vaak ook een privaatrechtelijke gebruiksregeling nodig. Deze moet worden overeengekomen voor de aanleg van onder meer ligplaatsen, visstoepen, steigers, wandel- en fietsroutes, kanoroutes en andere voorzieningen ten dienste van recreatie.

  • Het waterschap neemt geen extra taken op zich voor het beheer en onderhoud voor objecten met een recreatief doel. Wel kan het waterschap desgewenst het reguliere beheer en onderhoud aanpassen op het recreatieve medegebruik.

  • Het waterschap heeft het gebruiksrecht op een groot aantal eigendommen middels een gebruiksovereenkomst (huur, pacht, bruikleen, visrecht, jachtrecht) of zakelijk recht aan derden gegeven. In deze gevallen is toestemming van de rechthebbende partij nodig.

3.3 Richtlijnen: initiatieven van het waterschap (inwonerparticipatie)

Bij inwonerparticipatie kijkt het waterschap zelf in hoeverre inwoners, ondernemers en (maatschappelijke)organisaties betrokken kunnen worden bij gebiedsontwikkelingsprocessen. Dit betekent dat bij de planfase het waterschap zelf actief op zoek gaat naar het inpassen van inwonerparticipatie. Deze kansen en wensen vanuit de samenleving kunnen tegelijkertijd uitgevoerd worden met bijvoorbeeld een (her)inrichtingsproject. Dit zorgt ervoor dat er een win-win situatie ontstaat, ook wel een ‘meekoppelkans’ genoemd voor het waterschap. Hierdoor kan waterschap Brabantse Delta tegen geringe kosten recreatief medegebruik ondersteunen

Bij projecten waar het waterschap veel aandacht van het publiek verwacht, bijvoorbeeld rondom stedelijk gebied, kan het waterschap kosten voor de inrichting van recreatie maken. Het besluit hierover is een onderdeel van het besluit over het project. Door de integrale uitvoering en actieve samenwerking met meerdere partijen is het vaak ook mogelijk om externe financiering te werven.

 

Voor de kosten die gemaakt worden ten behoeve van recreatie heeft het waterschap een apart subsidiebudget. Het budget heeft per kalenderjaar een plafond van €15.000. Per project wordt maximaal 30% van de werkelijk gemaakte kosten gesubsidieerd, met een maximum van €3000 per project, aangezien het waterschap ervan uitgaat dat goed voorbeeld doet volgen. Omdat er een integrale samenwerking is met meerdere partijen, neemt het waterschap niet alle kosten voor recreatief medegebruik op zich.

 

Bij kleinschalige projecten die voornamelijk gericht zijn op het behalen van eigen communicatieve of educatieve doelen kan het waterschap een initiërende rol spelen. Hiervoor stelt het waterschap beperkte financiële middelen beschikbaar. Het zal dan gaan om kleinschalige projecten of voorzieningen, zoals informatieborden. Bij deze vorm van recreatief medegebruik is het waterschap zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van deze voorzieningen. Het beheer en onderhoud wordt voor de aanvang van het project geborgd.

4. Vormen van recreatief medegebruik

4.1 Wandelen, fietsen en mountainbiken

In de basis zijn alle onderhoudspaden in eigendom van het waterschap vrij toegankelijk voor individuele wandelaars en fietsers, tenzij er een gebruiksovereenkomst aanwezig is. Mochten er zwaarwegende redenen zijn om een onderhoudspad ontoegankelijk te maken, wordt dit door middel van een hek of bord kenbaar gemaakt. Op de onderhoudspaden in eigendom van het waterschap is het waterschap verantwoordelijk voor het onderhoud.

 

Wandelen is juist in natuurgebieden van waarde voor de recreant en daarmee voor het waterschap. In natuurgebieden kan de recreatie ook juist erg negatieve gevolgen hebben voor de natuur. Daarom wil het waterschap waar mogelijk aangeven onder welke omstandigheden een natuurgebied toegankelijk is ( bijvoorbeeld zonder honden, tussen zonsopgang en zonsondergang, enz.) en als het niet toegankelijk is aangeven waarom dit niet toegankelijk is. Mogelijk kunnen hiervoor borden met een QR code gebruikt worden.

In het geval van georganiseerde wandel- en fietsroutes is het waterschap welwillend om zijn eigendommen open te stellen om ontbrekende schakels in routes in te vullen. Het waterschap zal hierin een faciliterende rol spelen, dit betekent dat de initiatiefnemer zelf organiserend blijft. Voor onderhoudspaden die niet in eigendom van het waterschap zijn is de initiatiefnemer zelf verantwoordelijk voor de afspraken met de grondeigenaar.

 

Mountainbiken wordt gezien als een aparte recreatievorm. Mountainbiken heeft een intensievere impact op de omgeving en leidt sneller tot aantasting van de omgeving. Mountainbiken is daarom toegestaan, maar alleen op de speciaal daarvoor ingerichte mountainbike routes.

4.2 Zwemmen

In het beheergebied van waterschap Brabantse Delta liggen meerdere officiële zwemwateren. De provincie wijst aan welke wateren behoren tot officiële zwemwateren. Het waterschap controleert gedurende het zwemseizoen de kwaliteit van het water. Op de site www.zwemwater.nl kunnen deze actuele adviezen geraadpleegd worden. Mocht er een negatief advies uitgegeven worden, wordt de zwemfaciliteit tijdelijk gesloten. De officiële zwemwateren zijn in beheer bij derden. Zij zorgen voor de voorzieningen, het dagelijks beheer en parkeergelegenheid.

 

In het Binnenvaartpolitiereglement artikel 8.08 voor watersport zonder schip staat een verbod op zwemmen. Dit verbod geldt ook in de oppervlaktewateren in ons beheergebied. Het waterschap is bevoegd gezag voor de provinciale wateren en kan gebieden beperken en vrijlaten. De overweging hiervoor staat in een vergunning of ontheffing.

 

Zwemmen in en op oppervlaktewateren die niet zijn aangewezen als officieel zwemwater gebeurt natuurlijk wel. Dit is de verantwoordelijkheid van de zwemmer. Samen met partners zoals gemeenten proberen we maatwerk te leveren. Dat doen we door te informeren, verlenen van ontheffingen als dit kan en door informatie over de waterkwaliteit te delen.

4.3 Recreatievaart

Het waterschap is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Vanuit die wettelijke taken is het belangrijk om kaders te stellen voor het recreatief gebruik van de wateren in het beheergebied van het waterschap Brabantse Delta. Daarnaast zorgt het waterschap voor de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer, zodat de recreatie- en beroepsvaart op doorgaande vaarwegen zoveel mogelijk door kan gaan.

 

Over het algemeen geldt dat recreatie op en in het water mag, zolang het de waterstaatkundige functies en ecologische waarden van het water niet negatief beïnvloedt. Negatieve beïnvloeding ontstaat bijvoorbeeld door te snel varen, met te veel diepte varen of door hinderlijke golfslag. Maar ook wanneer schade aan de natuur ontstaat of wanneer kwetsbare oevers beschadigd raken, enzovoort. Het waterschap wil deze negatieve beïnvloeding voorkomen met duidelijke regels.

 

Daar waar het waterschap nautisch beheerder is op basis van de Scheepvaartverkeerswet en de provinciale regelgeving3 pakt het waterschap vanuit die taak haar rol op. Als een ander bestuursorgaan de nautisch beheerder is, heeft het waterschap een adviserende rol.

 

Vaarbeleid

Het vaarbeleid voor overige wateren geldt voor wateren die in beheer zijn bij het waterschap maar niet de functie vaarweg hebben. Het betreft wateren waar recreatievaart mogelijk is en kan worden toegestaan. Deze regeling kan worden gezien als aanvullend op het reguliere watersysteembeheer. Het waterschap bepaalt de wijze waarop het op deze overige wateren het varen reguleert (inclusief toezicht en handhaving). Varen is toegestaan voor zover dit past binnen het leggerprofiel en geen extra beheerkosten tot gevolg heeft.

 

Bij het varen op overige wateren dient onderscheid te worden gemaakt tussen gemotoriseerd en niet gemotoriseerd varen. In beginsel is het gebruik van overige wateren middels niet gemotoriseerd varen (kano, roeiboot, etc.) in het hele beheergebied van het waterschap toegestaan.

 

De gebruiksregels voor het gemotoriseerd varen op overige wateren worden in dit vaarbeleid geregeld. Eventuele verkeerstekens die worden geplaatst om het gebruik van de overige wateren te reguleren zijn overeenkomstig bijlage 7 (Verkeerstekens) van het Binnenvaartpolitiereglement.

 

Het waterschap staat in principe gemotoriseerd varen op overige wateren niet toe. Tenzij wordt voldaan aan (rand)voorwaarden. Het waterschap toetst een vergunningsaanvraag voor gemotoriseerd varen tenminste aan onderstaande (rand)voorwaarden:

 

Voorwaarden

  • 1.

    Het doel van de vaartocht is educatie (natuur, cultuur en historie).

  • 2.

    Er wordt alleen vergunning verleend aan een gespecialiseerd(e) bedrijf of onderneming met een inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK) of een eigenaar/bewoner van een woonperceel dat direct grenst aan het vaarwater.

  • 3.

    Een vergunning is niet overdraagbaar.

  • 4.

    Een vergunning geldt alleen voor het varen tussen zonsopkomst en zonsondergang en op nader te bepalen tijdstippen.

  • 5.

    Het hebben van vaste schippers/gidsen die bekend zijn met zowel het traject als de directe omgeving is verplicht.

  • 6.

    Het waterschap mag voor een bepaalde periode aanvragen weigeren, als blijkt dat de wateren te zwaar worden belast.

  • 7.

    Activiteiten die schade, overlast of verstoring veroorzaken zijn niet toegestaan.

  • 8.

    Als de waterloop een ecologische functie heeft, voert het waterschap eerst een natuurtoets uit om aan te tonen dat het halen van de natuur doelen niet in gevaar komt.

  • 9.

    De vergunning geldt voor een bepaalde periode (een seizoen) met mogelijkheid tot verlenging.

  • 10.

    Afmeren en in- en uitstappen is niet toegestaan, behalve bij aangewezen locaties.

  • 11.

    In de vergunning wordt als voorschrift opgenomen dat indien het noodzakelijk wordt geacht door het waterschap, het gebruik van de vergunning op aanzegging van het waterschap (tijdelijk) onderbroken moet worden.

4.4 Paardrijden

Onderhoudspaden en bermen zijn geliefd bij ruiters om hun sport uit te oefenen. In principe zijn dan ook alle onderhoudspaden in eigendom van het waterschap open voor ruiters, tenzij er een gebruikersovereenkomst aanwezig is. Wel dienen de taluds in stand te blijven. Op keringen is paardrijden niet toegestaan.

 

Voor georganiseerde ruiterroutes is eerst een afweging van het waterschap nodig. Paarden zorgen voor een intensievere erosie en kunnen de stabiliteit van grondlichamen in gevaar brengen. Voornamelijk bij georganiseerde routes is de druk hoger. Het waterschap maakt bij de aanvraag van een ruiterroute dan ook een zorgvuldige afweging of het de primaire kerntaken niet in gevaar brengt.

4.5 Schaatsen

In periodes van aanhoudende vorst zijn de vele sloten en andere waterpartijen zeer geschikt om op te schaatsen. Het waterschap houdt dan ook in de uitvoering van de beheertaken zoveel mogelijk rekening met het vergroten van de schaatsmogelijkheden. Het waterschap richt zich op het aanpassen van pompregimes van poldergemalen, het beperken van inzet van ijsbrekers en het instellen van een vaarverbod conform het ijsbeleid.

 

Alhoewel het strikt genomen geen waterschapstaak is om het ijs ten behoeve van schaatsers in goede condities te houden, is het uit het oogpunt van het waterschap imago wel een belangrijk aspect waar rekening mee moet worden gehouden. De beoordeling om wel of niet een ijsbreker in te zetten om bereikbaarheid voor scheepvaart te borgen, dient afgewogen te worden tegen de recreatieve waarde van schaatsen. Dit wordt per situatie bezien en waar mogelijk overlegt met betrokkenen.

 

De veiligheidsaspecten die verband houden met het betreden van het ijs zijn geen verantwoordelijkheid van het waterschap. Dit wordt tevens aangegeven in de communicatie vanuit het waterschap.

4.6 Hengelsport

De verhuur van visrechten is omschreven in het Brabant Breed Visserijbeleid. Dit beleid ziet toe op de verhuurovereenkomsten en het naleven van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW geeft het waterschap de verantwoordelijkheid tot het behalen van een “goede ecologische toestand” van water in het beheersgebied.

 

Het recreatief vissen kan plaats vinden vanaf de waterkant of vanaf een boot. Als er gevist wordt vanaf een boot gelden daar de uitgangspunten voor die zijn gesteld bij de activiteit varen. Voor vissen vanaf de waterkant zijn in principe alle onderhoudspaden in eigendom van het waterschap vrij toegankelijk voor sportvisserij. Mochten er zwaarwegende redenen zijn, zoals verwachte schade of overlast, wordt dit door middel van een hek of bord kenbaar gemaakt. Geldende wetgeving voor visserij prevaleert hier altijd.

 

Als er voorzieningen aangelegd dienen te worden, zoals steigers of visstoepen, dient dit in overleg te zijn met het waterschap. In de meeste gevallen is er een vergunning nodig. In de basis mogen deze voorzieningen geen nadelige effecten hebben op de primaire taken van het waterschap.

Het onderhoud van de voorzieningen is voor de initiatiefnemer. Mocht het waterschap zelf voorzieningen hebben aangelegd, is het beleid om het onderhoud over te dragen aan de hengelsport vereniging in het gebied.

Betreffende het (extensiever) maaien bij visstoepen en/of steigers kunnen er afspraken gemaakt worden met het waterschap.

 

Bij nog in te richten projecten zal het waterschap rekening houden met het inpassen van voorzieningen ten behoeve van de hengelsport. Het waterschap zal samenwerking zoeken met belanghebbenden en kijken of tegen geringe kosten meegedacht kan worden in het aanleggen van voorzieningen.

4.7 Evenementen

Waterschap Brabantse Delta krijgt steeds meer verzoeken voor evenementen in en nabij het water. Voor evenementen geldt, geen één evenement is hetzelfde. Elke aanvraag voor een evenement dient dan ook individueel beoordeeld te worden.

 

Het waterschap geeft aan of en welke vergunningen nodig zijn en welke regels relevant zijn. Als een evenement kan worden toegestaan blijft de organisator of initiatienemer waar mogelijk verantwoordelijk voor de gang van zaken, inclusief toezicht tijdens het evenement. Waar dit de wettelijke taak van het waterschap betreft worden eisen gesteld aan het beschikbaar stellen van materieel en deskundig personeel door de organisatie.

4.8 Overige vormen van recreatief medegebruik

Overig recreatief medegebruik, dat niet in deze beleidsnota benoemd wordt, zal waterschap Brabantse Delta bij aanvraag toetsen aan de algemene toetsingsvoorwaarden en richtlijnen.


1

Dit beleid is momenteel in ontwikkeling bij waterschap Brabantse Delta

2

Deze beleidsnota is het resultaat van een afstudeeronderzoek uitgevoerd voor waterschap Brabantse Delta. Verantwoording en bronnen zijn beschikbaar ter inzage bij waterschap Brabantse Delta. Voor de leesbaarheid van de beleidsnota, zijn bronnen alleen opgenomen in de verantwoording.

3

Provinciale verordening en het provinciaal besluit 60/99 (d.d. 26 maart 1999).