Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Nadere regels inhoudende uitvoeringsbesluit begraafplaatsen Kampen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels inhoudende uitvoeringsbesluit begraafplaatsen Kampen 2021
CiteertitelUitvoeringsbesluit begraafplaatsen Kampen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Regels grafbedekkingen 2010 en de Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen 2008 worden gelijktijdig met inwerkingtreding van dit besluit ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Kampen/CVDR644991.html

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

08-09-2020

gmb-2020-268995

38815-2020

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels inhoudende uitvoeringsbesluit begraafplaatsen Kampen 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van 3 september 2020, zaaknummer38815-2020,

gelet op de artikelen 11, 12, tweede lid, 14, 16, eerste lid, 20, derde lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen,

besluit vast te stellen de

Nadere regels inhoudende uitvoeringsbesluit begraafplaatsen Kampen 2021

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • -

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • -

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • -

    begraafplaatsadministratie: de ambtenaren die belast zijn met de administratie van de begraafplaatsen;

  • -

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Kampen, te weten:

    • Algemene Begraafplaats Kampen ‘De Zandberg’, Rondeweg 5 in IJsselmuiden;

    • Algemene Begraafplaats IJsselmuiden ‘De Zandberg’, Rondeweg 5 in IJsselmuiden;

    • Nieuwe Algemene Begraafplaats Kampen ‘Bovenbroek’, Bovenbroeksweg 4 in Kampen;

    • Algemene Begraafplaats Grafhorst, Grafhorsterweg 71 in Grafhorst;

    • Algemene Begraafplaats Kamperveen, Zuideinde West 12B in Kamperveen;

    • Algemene Begraafplaats Wilsum, Westenbergstraat 28 in Wilsum;

    • Algemene Begraafplaats Zalk, Zalkerdijk 39 in Zalk;

  • -

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • -

    gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of van een urnennis is verleend;

  • -

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • -

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • -

    grafkelder: een polyester, betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • -

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • b.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen overleden voor de 24e week van de zwangerschap;

    • c.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • d.

      het doen verstrooien van as;

  • -

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een urnengraf;

  • -

    urnengraf: een particulier graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, in of op het graf;

    • b.

      het doen verstrooien van as;

  • -

    urnennis: een nis in een urnenmuur of columbarium bij de gemeente in beheer waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruiksrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen.

Hoofdstuk 2 Kisten en andere lijkomhulsels

Artikel 2 Kisten

  • 1.

    De afmetingen van een te begraven kist bedragen: lengte max. 2,15 m, breedte max. 0,70 m en hoogte max. 0,50 m.

  • 2.

    Kisten met een grotere afmeting dan onder het eerste lid genoemd kunnen alleen ter begraving worden geaccepteerd wanneer dit bij het vastleggen van de begrafenis wordt vermeld.

Artikel 3 Materialen

  • 1.

    Het is verboden:

    • a.

      om een lijk te begraven in een zinken of andere metalen of kunststof (binnen) kist;

    • b.

      om een lijk te begraven met gebruikmaking van een lijkhoes;

    • c.

      om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of het lijk behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften.

  • 2.

    Een lijk mag uitsluitend worden begraven in een kist of ander omhulsel, eventueel met gebruikmaking van een lijkhoes, die voldoen aan de in de volgende twee artikelen opgenomen eisen.

Artikel 4 Vervaardiging kisten

Bij de vervaardiging van lijkkisten zijn voor de volgende onderdelen of bewerkingen de volgende kunststoffen of toepassingen van kunststoffen toegelaten:

  • a.

    spaanplaat:

    • -

      verlijmde houtspaanders/houtvezels. Het spaanplaat bevat niet meer dan 10 mg vrij of gemakkelijk vrij te maken formaldehyde per 100 gram plaatmateriaal;

    • -

      gemeten met de fotometrische methode is dit 8 mg formaldehyde per 100 gram droog plaatmateriaal (normuitgave NEN-EN 120 uit 1991);

  • b.

    lijm:

    • -

      verwerkt in houtspaanplaat: ureumformaldehyde-lijm of isocyanaat-lijm;

    • -

      verwerkt in schottenlijm: ureumformaldehyde-lijm en/of PVAC-lijm;

    • -

      verwerkt in perslijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat;

    • -

      verwerkt in constructielijm: PVAC lijm – polyvinylacetaat;

  • c.

    lak: nitrocelluloselak dan wel een combinatielak van nitrocellulose, alkydharsen, en –eventueel polyesterharsen;

  • d.

    handgrepen, sierschroeven en andere ornamenten: handgrepen, ornamenten en accessoires van graf- en crematiekisten dienen uitgevoerd te worden in vergankelijk materiaal, dan wel van buitenaf verwijderd te kunnen worden;

  • e.

    hoofdkussen of hoofdsteun: zak van vergankelijk materiaal gevuld met houtkrullen of kartonnen hoofdsteun;

  • f.

    binnenbekleding: niet geïmpregneerd papier aan de binnenkant van de deksel en de wanden; katoen, zijde, rayon, of cellulose-acetaat dan wel een mengsel van genoemde stoffen, en wel zo dat de stof van de binnenbekleding niet in één stuk over de bodem en wanden van de kist wordt gespreid, maar dat voor de bodem een los stuk stof wordt gebruikt;

  • g.

    bodembedekking: niet-geïmpregneerd papier op de bodem, al dan niet voorzien van een extra celstof onderlegger;

  • h.

    print en kantenband: basispapier op edelcellulosebasis met anorganische pigmenten.

Artikel 5 Vervaardiging lijkhoezen

Materiaal voor lijkhoezen dient aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    doorlaatbaarheid:

    • -

      van water: gedurende zeven dagen voortdurend contact met water van 5°C en 20°C bij pH = 7,0 mag het materiaal niet meer dan 1 mg vloeibaar water per vierkante meter per uur doorlaten, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm;

    • -

      van gas: na veertien dagen mag de doorlaatbaarheid voor gasvormig kooldioxide, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm, niet minder zijn dan 150 ml per vierkante meter per uur en voor zuurstof niet minder dan 200 ml per vierkante meter per uur;

  • b.

    mechanische eigenschappen:

    • -

      treksterkte: de treksterkte van het materiaal en van de lasverbindingen mag niet minder bedragen dan 1 N per millimeter, gemeten volgens norm DIN 53455 of een vergelijkbare norm;

    • -

      vouwbestendigheid: als het materiaal wordt dubbelgevouwen en de vouw gedurende dertig minuten wordt belast bij een druk van 5 N per vierkante centimeter, mag het materiaal in de vouw geen scheur vertonen;

  • c.

    vorm: gedurende twee jaar opslag bij 20°C mag de krimp in de lengte- en breedterichting niet meer dan 10% bedragen, gemeten volgens norm ASTM: D 2732-83 of een vergelijkbare norm;

  • d.

    biologische afbreekbaarheid:

    • -

      het materiaal van de lijkhoezen dient binnen 90 dagen voor meer dan 98% te worden afgebroken, gemeten volgens norm ASTM: D 5338-92 of een daarmee vergelijkbare norm;

    • -

      daarnaast dienen uit de lijkhoezen, zowel bij de biologische afbraak als bij crematie, geen schadelijke stoffen vrij te komen. Voor zware metalen (Pb, Cr, Ni, Cu, Cd, Zn) en gechloreerde koolwaterstoffen dient voldaan te worden aan de Duitse Bundesgütegemeinschaft-norm RAL GZ 251 of een daaraan gelijk te stellen norm. Voor de bepaling hiervan dient gebruik te worden gemaakt van de norm ASTM: D 5152-91 of een vergelijkbare norm.

Artikel 6 Andere omhulsels

Andere omhulsels dan lijkkisten en lijkhoezen die op het doel van begraven of verbranden zijn afgestemd, zijn toegestaan bij begraven of verbranden mits zij voldoen aan de hierboven gestelde eisen van doorlatendheid voor lucht en biologische afbreekbaarheid voor zover deze omhulsels dan wel onderdelen daarvan niet verwijderd worden voorafgaand aan het begraven of verbranden.

Artikel 7 Overlegging verklaringen

Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring te worden overgelegd - volgens een door het college vast te stellen model - omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen:

  • a.

    een afschrift van een rapport waaruit blijkt dat de gebruikte hoes voldoet aan de normen van het voormalige Lijkomhulselbesluit 1998 of de normen in bovenstaande artikelen 4 en 5;

  • b.

    een bewijs dat de betreffende hoes is aangekocht.

Hoofdstuk 3 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 8 Algemene graven

De algemene graven met een breedte van 1,00 m en een lengte van 2,50 m, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 10 jaren zijn gelegen op alle zes gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 9 Particuliere graven

  • 1.

    De particuliere graven hebben een breedte van 1,00 m en een lengte van 2,50 m, respectievelijk 1,50 m en een lengte van 2,50 m (1e klasse A – ABKP). De particuliere kindergraven hebben een breedte van 1,00 m en een lengte van 1,50 m. De particuliere foetussengraven hebben een breedte van 0,50 m en een lengte van 0,50 m.

  • 2.

    De particuliere graven worden uitgegeven voor de tijd van 10, 20 of 30 jaren of voor onbepaalde tijd.

  • 3.

    De particuliere graven worden onderverdeeld in:

    • a.

      graven bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 lijken dan wel het plaatsen van 4 asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van 4 overledenen; deze graven worden uitgegeven op de begraafplaats Bovenbroek aan de Bovenbroeksweg 4 te Kampen en de begraafplaats De Zandberg aan de Rondeweg 7 te IJsselmuiden;

    • b.

      graven bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 4 asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van 4 overledenen. Deze graven worden uitgegeven op de begraafplaatsen in Zalk, Wilsum, Kamperveen en Grafhorst;

    • c.

      graven bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 lijken dan wel het plaatsen van 4 asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van 4 overledenen. Deze graven worden uitgegeven op het gedeelte van de begraafplaats de Zandberg aan de Rondeweg 7 te IJsselmuiden aangeduid met ABKP, 1e klasse A;

    • d.

      graven bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 lijken dan wel het plaatsen van 4 asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van 4 overledenen. Deze graven – zogenaamde natuurgraven – worden uitgegeven op het gedeelte van de begraafplaats Bovenbroek te Kampen aangeduid met NN en MM;

    • e.

      kindergraven bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken van kinderen tot 12 jaar dan wel het plaatsen van 4 asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van 4 overledenen. Deze graven worden uitgegeven op alle zes gemeentelijke begraafplaatsen;

    • f.

      foetussengraven bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 levenloos geboren kinderen voor de 24e week van de zwangerschap. Deze graven worden uitgegeven op alle zes gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 10 Asbezorging

  • 1.

    De urnengraven hebben een breedte van 1,00 m en een lengte van 1,00 m.

  • 2.

    De urnengraven worden uitgegeven voor de tijd van 10, 20 of 30 jaren of voor onbepaalde tijd, op alle zes gemeentelijke begraafplaatsen.

  • 3.

    De urnengraven zijn bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 2 asbussen, met of zonder urnen, dan wel het doen verstrooien van as daarin of daarop van 4 overledenen, worden uitgegeven op alle gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Kampen.

  • 4.

    De urnennissen worden onderverdeeld in:

    • a.

      gesloten urnennissen, uitgegeven voor de tijd van 10, 20 of 30 jaren of voor onbepaalde tijd bestemd, voor de bijzetting van ten hoogste twee asbussen met urnen. Deze worden uitgegeven op de begraafplaats Bovenbroek te Kampen, de begraafplaats Bovenbroeksweg te Kampen en de begraafplaats De Zandberg te IJsselmuiden;

    • b.

      open urnennissen, uitgegeven voor de tijd van 10, 20 of 30 jaren of voor onbepaalde tijd, bestemd voor de bijzetting van ten hoogste twee asbussen met urnen. Deze worden uitgegeven op de begraafplaats Bovenbroek te Kampenn en de begraafplaats De Zandberg te IJsselmuiden.

  • 5.

    Het verstrooien van as is mogelijk op alle zes gemeentelijke begraafplaatsen, op de daartoe door de beheerder aangewezen plaatsen.

Artikel 11 Herdenkingsplaatsen

  • 1.

    Particuliere graven en urnengraven kunnen worden uitgegeven bij wijze van herdenkingsplaatsen, zonder dat daar wordt begraven, een asbus wordt bijgezet of as wordt verstrooid. Later kan daar alsnog worden begraven, bijgezet of verstrooid. Dit kan op alle zes gemeentelijke begraafplaatsen, tegen de voor graven gebruikelijke voorwaarden en tarieven.

  • 2.

    Op een speciaal daarvoor bestemd monument op de begraafplaats aan de Bovenbroeksweg te Kampen kunnen gedenkplaatjes worden aangebracht ten behoeve van herdenking asverstrooiing.

  • 3.

    Op een speciaal daarvoor bestemd monument op de begraafplaats Bovenbroek te Kampen en De Zandberg te IJsselmuiden kunnen gedenkplaatjes worden aangebracht ten behoeve van de herdenking van levenloos geboren kinderen voor de 24e week van de zwangerschap.

Artikel 12 Grafkelders

Voor het plaatsen van een grafkelder is een vergunning van het college nodig. De voorwaarden van de vergunning kunnen worden afgestemd op het soort graf en de locatie van het graf.

Hoofdstuk 4 Grafbedekkingen

Artikel 13 Nadere begripsbepalingen grafbedekkingen

In hoofdstuk 4 wordt verstaan onder:

  • 1.

    de afmetingen:

    • a.

      ten aanzien van grafbedekkingen:

      • -

        breedte: de horizontale afmeting gerekend over de breedte van het graf;

      • -

        lengte: de horizontale afmeting gerekend over de lengte van het graf;

    • b.

      ten aanzien van gedenkteken of hoofdgedenkteken:

      • -

        dikte: de dikte afmeting van het gedenkteken of hoofdgedenkteken;

      • -

        hoogte: de verticale afmeting van het gedenkteken of hoofdgedenkteken;

      • -

        breedte: de horizontale afmeting van het gedenkteken of hoofdgedenkteken;

    • c.

      diepte: de horizontale afmeting gerekend over de lengte van het graf;

  • 2.

    extra gedenkteken: een gedenkteken, niet zijnde het hoofdgedenkteken;

  • 3.

    funderingsbalk: de door de gemeente op het graf aangebrachte betonbalk met een diepte van 0,20 m;

  • 4.

    funderingsplaat: de plaat onder het gedenkteken die voorkomt dat het gedenkteken verzakt of die als vaste ondergrond dient voor grind, marmerslag of ander losliggend materiaal;

  • 5.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • 6.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • 7.

    grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • 8.

    grafmonumenten: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, exclusief banden, kettingen en hekwerken;

  • 9.

    hoofdgedenkteken: het gedenkteken dat is geplaatst op de funderingsbalk.

Artikel 14 Grafbedekking algemene graven

Het is niet toegestaan op algemene graven een gedenkteken of grafbeplanting aan te brengen. Gedenktekens en grafbeplanting is slechts toegestaan op particuliere graven en urnengraven.

Artikel 15 Aanvraag vergunning

  • 1.

    De aanvraag voor een vergunning tot het hebben van een gedenkteken dient door of namens de rechthebbende schriftelijk bij het college te worden ingediend, vergezeld van een duidelijke werktekening.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste aangegeven te zijn:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van eventuele figuraties;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

  • 3.

    De beslissing op de aanvraag wordt door het college schriftelijk medegedeeld.

Artikel 16 Materialen gedenktekens

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 3.

    De lengte, dikte, breedte en hoogte van het gedenkteken moeten voldoen aan het in artikel 19 bepaalde.

  • 4.

    De fundering van een volledige grafbedekking dient te bestaan uit een voldoende stevig, duurzaam en uit één stuk gemaakt prefab element van gewapend beton met een dikte van min. 0,05 m.

  • 5.

    Op de gedenktekenen mogen geen reclame-uitingen worden aangebracht.

Artikel 17 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant. Een en ander moet voldoen aan het in artikel 18 bepaalde.

Artikel 18 Grafbeplanting

De grafbeplanting die op de graven wordt geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De hoogte van grafbeplanting is max. 1,50 m.

Artikel 19 Nadere bepalingen ten aanzien van grafmonumenten en grafbedekking

Ten aanzien van de grafbedekking op de hierna aangegeven particuliere graven op de verschillende begraafplaatsen gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    graven van 1,00 m breed en 2,50 m lang, welke gelegen zijn:

    • a.

      op de begraafplaats De Zandberg te IJsselmuiden in de vakken welke aangeduid worden met 1 of 2 letters en

    • b.

      op de begraafplaats Bovenbroek te Kampen in de vakken welke aangeduid worden met 1 letter alsmede in de vakken op de begraafplaatsen Zalk, Wilsum en Grafhorst welke aangeduid worden met 1 letter:

      • i.

        het hoofdgedenkteken op de funderingsbalk moet voldoen aan de volgende eisen:

        • -

          hoogte max. 0,95 m (incl. eventueel voetstuk);

        • -

          breedte max. 0,95 m;

        • -

          dikte max. 0,20 m;

      • ii.

        het hoofdgedenkteken op de funderingsbalk moet bij zogenaamde dubbelgraven voldoen aan de volgende eisen:

        • -

          hoogte max. 0,95 m (incl. eventueel voetstuk);

        • -

          breedte max. 1,70 m;

        • -

          dikte max. 0,20 m;

      • iii.

        uitsluitend in een strook ter diepte van 0,50 m voor het hoofdgedenkteken mag grafbeplanting worden aangebracht;

      • iv.

        in een strook ter diepte van 0,50 m voor het hoofdgedenkteken mag uitsluitend grind, marmerslag of ander vergelijkbaar los materiaal worden aangebracht, wanneer dit wordt aangebracht op een uit één stuk prefab funderingsplaat welke wordt opgesloten door een opstaande rand. De buitenafmetingen van funderingsplaat en opstaande rand bedragen: lengte max. 0,95 m, breedte max. 0,50 m en hoogte max. 0,25 m. De door de opstaande rand omgeven prefab funderingsplaat dient zo dicht mogelijk tegen de funderingsstrook te worden geplaatst. Het grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal moet een diameter van min. 0,01 m en max. 0,025 m te hebben;

      • v.

        in de strook ter diepte van 0,50 m voor het hoofdgedenkteken mogen extra – losstaande - gedenktekenen worden geplaatst met de volgende afmetingen: breedte max. 0,40 m, hoogte max. 0,30 m (incl. eventueel voetstuk) en dikte max. 0,20 m. De plaatsing dient zo dicht mogelijk tegen de funderingsstrook van het hoofdgedenkteken plaats te vinden. Onder de extra gedenksteen mag geen andere fundering worden gemaakt dan het voetstuk dat eventueel deel uitmaakt van het extra gedenkteken;

      • vi.

        in de strook ter diepte van 0,50 m voor het hoofdgedenkteken mag een losliggende platte steen of plaat van max. 0,95 m lengte en max. 0,50 m breedte en max. 0,08 m dik worden gelegd. De steen of plaat dient zo dicht mogelijk tegen de funderingsstrook van het hoofdgedenkteken te worden geplaatst;

  • 2.

    graven van 1,00 m breed en 2,50 m lang, welke gelegen zijn:

    • a.

      op de begraafplaats De Zandberg te IJsselmuiden voor zover de vakken niet zijn aangeduid met 1 of 2 letters alsmede vakken aangeduid als ABKP 1e klasse A en

    • b.

      op de begraafplaats Kamperveen en

    • c.

      op de begraafplaats Bovenbroek te Kampen in de vakken voorzover de vakken niet zijn aangeduid met 1 letter alsmede op de begraafplaatsen Zalk, Grafhorst en Wilsum in de vakken voorzover de vakken niet zijn aangeduid met 1 letter:

      • i.

        de afmetingen van de grafbedekking zijn:

        • -

          breedte max. 0,90 m;

        • -

          lengte max. 1,90 m;

        • -

          hoogte max. 0,20 m;

      • ii.

        de afmetingen van de grafbedekking bij zogenaamde dubbelgraven zijn:

        • -

          breedte max. 1,80 m;

        • -

          lengte max. 1,90 m;

        • -

          hoogte max. 0,20 m.

      • iii.

        de afmetingen van het gedenkteken op het graf bedragen:

        • -

          breedte max. 0,90 m;

        • -

          hoogte max. 1,50 m;

        • -

          dikte max. 0,50 m;

      • iv.

        de afmetingen van het gedenkteken bij een dubbelgraf bedragen:

        • -

          breedte max. 1,70 m;

        • -

          hoogte max. 1,50 m;

        • -

          dikte max. 0,50 m;

      • v.

        op het graf mag geen grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal worden aangebracht behalve wanneer dit wordt aangebracht op een uit één stuk prefab funderingsplaat van gewapend beton met een dikte van min. 0,05 m en wordt opgesloten door een opstaande rand van max. 0,25 m hoog. Het grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal moet een diameter van min. 0,01 m en max. 0,025 m te hebben. De buitenafmetingen van funderingsplaat en opstaande rand bedragen max. de afmetingen van de toegestane grafbedekking zoals genoemd in artikel 19 onder aanhef 2 sub i, resp. artikel 19 onder aanhef 2 sub ii.

  • 3.

    graven van 1,00 m breed en 2,50 m lang, welke gelegen zijn:

    • a.

      op de begraafplaats Bovenbroek te Kampen voorzover de vakken zijn aangeduid met de letters NN en MM (de zgn. natuurgraven):

      • i.

        in tegenstelling tot de in artikel 5 genoemde materialen mogen op deze graven uitsluitend gedenktekens worden geplaatst gemaakt van natuurlijke en niet verduurzaamde materialen;

      • ii.

        de afmetingen van het gedenkteken op het graf bedragen:

        • -

          breedte max. 0,50 m;

        • -

          hoogte max. 0,60 m;

        • -

          dikte max. 0,40m;

      • iii.

        de afmetingen van het gedenkteken bij een dubbelgraf bedragen:

        • -

          breedte max. 0,60 m;

        • -

          hoogte max. 0,60 m;

        • -

          dikte max. 0,40 m;

      • iv.

        op het graf mogen geen beplantingen, losliggende materialen of andere losliggende voorwerpen worden aangebracht.

  • 4.

    kindergraven van 1,00 m breed en 1,50 m lang, welke gelegen zijn:

    • a.

      op alle gemeentelijke begraafplaatsen:

      • i.

        de afmetingen van het gedenkteken op het graf zijn:

        • -

          hoogte max. 0,75 m;

        • -

          breedte max. 0,80 m;

        • -

          dikte max. 0,60 m;

      • ii.

        voor het overige kent de grafbedekking de volgende afmetingen:

        • -

          breedte max. 0,80 m;

        • -

          lengte max. 1,30 m;

        • -

          hoogte max. 0,20 m;

      • iii.

        op het graf mag geen grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal worden aangebracht behalve wanneer dit wordt aangebracht op een uit één stuk prefab funderingsplaat van gewapend beton met een dikte van min. 0,05 m en wordt opgesloten door een opstaande rand van max. 0,25 m hoog. Het grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal moet een diameter van min. 0,01 cm en max. 0,025 m te hebben. De buitenafmetingen van funderingsplaat en opstaande rand bedragen max. de afmetingen van de toegestane grafbedekking zoals genoemd in artikel 19 onder aanhef 4 sub ii.

  • 5.

    foetussengraven 0,50 m breed en 0,50 m lang, welke gelegen zijn:

    • a.

      op alle gemeentelijke begraafplaatsen:

      • i.

        de afmetingen van het gedenkteken zijn:

        • -

          hoogte max. 0,40 m;

        • -

          breedte max. 0,40 m;

        • -

          dikte max. 0,40 m;

      • ii.

        voor het overige kent de grafbedekking de volgende afmetingen:

        • -

          breedte max. 0,40 m;

        • -

          lengte max. 0,40 m;

        • -

          hoogte max. 0,20 m;

      • iii.

        op het graf mag geen grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal worden aangebracht behalve wanneer dit wordt aangebracht op een uit één stuk prefab funderingsplaat van gewapend beton met een dikte van min. 0,05 m en wordt opgesloten door een opstaande rand van max. 0,25 m hoog. Het grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal moet een diameter van min. 0,01 m en max. 0,025 m te hebben. De buitenafmetingen van funderingsplaat en opstaande rand bedragen max. de afmetingen van de toegestane grafbedekking zoals genoemd in artikel 19 onder aanhef 5 sub ii.

  • 6.

    graven van 1,50 m breed en 2,50 m lang, welke gelegen zijn:

    • a.

      op de begraafplaats De Zandberg te IJsselmuiden voor zover de vakken zijn aangeduid met ABKP 1e klasse A:

      • i.

        de afmetingen van de grafbedekking zijn:

        • -

          breedte max. 1,30 m;

        • -

          lengte max. 1,90 m;

        • -

          hoogte 0,20 m;

      • ii.

        de afmetingen van de grafbedekking bij zogenaamde dubbelgraven zijn:

        • -

          breedte max. 2,60 m;

        • -

          lengte max. 1,90 m;

        • -

          hoogte 0,20 m;

      • iii.

        de afmetingen van het gedenkteken op het graf bedragen:

        • -

          breedte max. 1,30 m;

        • -

          hoogte max. 1,50 m;

        • -

          dikte max. 0,50m;

      • iv.

        de afmetingen van het gedenkteken bij een dubbelgraf bedragen:

        • -

          breedte max. 2,40 m;

        • -

          hoogte max. 1,50 m;

        • -

          dikte max. 0,50 m;

      • v.

        op het graf mag geen grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal worden aangebracht behalve wanneer dit wordt aangebracht op een uit één stuk prefab funderingsplaat van gewapend beton met een dikte van min. 0,05 m en wordt opgesloten door een opstaande rand van max. 0,25 m hoog. Het grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal moet een diameter van min 0,01 m en max. 0,025 m te hebben. De buitenafmetingen van funderingsplaat en opstaande rand bedragen maximaal de afmetingen van de toegestane grafbedekking zoals genoemd in artikel 19 onder aanhef 6 sub i resp. artikel 19 onder aanhef 6 sub ii.

  • 7.

    urnengraven van 1,00 m breed en 1,00 m lang, welke gelegen zijn:

    • a.

      op alle gemeentelijke begraafplaatsen:

      • i.

        de afmetingen van het gedenkteken op het graf zijn:

        • -

          hoogte max. 0,75 m;

        • -

          breedte max. 0,80 m;

        • -

          dikte max. 0,40 m;

      • ii.

        voor het overige kent de grafbedekking de volgende afmetingen:

        • -

          breedte max. 0,80 m;

        • -

          lengte max. 0,80 m;

        • -

          hoogte max. 0,20 m;

      • iii.

        op het graf mag geen grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal worden aangebracht behalve wanneer dit wordt aangebracht op een uit één stuk prefab funderingsplaat van gewapend beton met een dikte van min. 0,05 m en wordt opgesloten door een opstaande rand van max. 0,25 m hoog. Het grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal dient een diameter van min. 0,01 m en max. 0,025 m te hebben. De buitenafmetingen van funderingsplaat en opstaande rand bedragen max. de afmetingen van de toegestane grafbedekking zoals genoemd in artikel 19 onder aanhef 7 sub ii.

Artikel 20 Gedenkplaatjes

  • 1.

    Voor de gedenkplaatjes op het speciaal daarvoor bestemde monument op de begraafplaats aan de Bovenbroeksweg te Kampen gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      de afmetingen van het metalen of kunststof gedenkplaatje bedragen:

      • -

        lengte: 0,15 m;

      • -

        breedte: 0,10 m;

      • -

        dikte: 0,005 m;

    • b.

      de twee gaten voor de bevestiging van het gedenkplaatje bedragen:

      • -

        in de breedterichting van het gedenkplaatje: in het midden;

      • -

        in de lengterichting van het gedenkplaatje: 0,01 m uit de zijkant.

  • 2.

    Voor de gedenkplaatjes op het speciaal daarvoor bestemde monument voor kinderen overleden voor de 24e week van de zwangerschap op de begraafplaats Bovenbroek te Kampen en op de begraafplaats De Zandberg te IJsselmuiden gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      het gedenkteken is gemaakt van duurzaam glas (glasfusion), metaal, keramiek of kunststof;

    • b.

      de afmetingen van het gedenkteken bedragen:

      • -

        lengte max. 0,15 m;

      • -

        breedte max. 0,15 m;

      • -

        dikte max. 0,015 m;

    • c.

      het gedenkteken is voorzien van een roestvrij stalen pen van min. 0,08 m en max. 0,12 m lang.

Artikel 21 Bijzondere bepalingen historisch grafvak IJsselmuiden

In afwijking van hetgeen is bepaald in artikel 16, lid 1, en in artikel 19 onder aanhef 2 sub a gelden voor de graven op het gedeelte ABKP 1e klasse, 2e perk op de begraafplaats De Zandberg te IJsselmuiden de volgende bepalingen:

  • 1.

    voor de gedenktekens mogen uitsluitend de volgende materialen worden gebruikt:

    • -

      Belgisch hardsteen;

    • -

      ongepolijst marmer;

    • -

      gietijzer;

    • -

      ijzeren hekjes;

  • 2.

    op het graf mag geen grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal worden aangebracht behalve wanneer dit wordt aangebracht op een uit één stuk prefab funderingsplaat van gewapend beton met een dikte van min. 0,05 m en wordt opgesloten door een opstaande rand van max. 0,25 m hoog. Het grind, marmerslag of ander vergelijkbaar losliggend materiaal dient een diameter van min. 0,01 m en max. 0,025 m te hebben.

Hoofdstuk 5 Uitvaart in opdracht van de gemeente

Artikel 22 Protocol uitvaart in opdracht van gemeente.

Wanneer nabestaanden of verkrijger(s) van de nalatenschap van een overledene geen opdracht willen geven tot een uitvaart zal in dat geval de burgemeester, gelet op artikel 21 van de Wet op de Lijkbezorging, deze taak op zich nemen en opdracht geven aan een uitvaartondernemer tot het regelen van een “minimale” uitvaart. In dat geval gelden de volgende regels:

  • a.

    de gemeente zal alle graf - en begraafkosten en de overige aan de betreffende uitvaart verbonden kosten verhalen op de nalatenschap. Indien er geen nalatenschap is, of als deze niet toereikend is, zullen de kosten zonder uitzondering worden verhaald op de bloedverwanten, die krachtens de artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest;

  • b.

    de uitvaartondernemer meldt het overlijden op de gebruikelijke wijze bij de gemeente. De uitvaartondernemer geeft door dat de nabestaande(n) of verkrijger(s) geen opdracht wil geven voor het regelen van de uitvaart. Indien bekend, geeft de uitvaartondernemer de naam en het adres door van de nabestaande(n) of verkrijger(s);

  • c.

    als de nabestaande(n) of verkrijger(s) daadwerkelijk blijft bij zijn weigering om opdracht te geven voor de uitvaart zal de daarvoor aangewezen ambtenaar/ambtenaren, namens de burgemeester, opdracht geven aan de uitvaartondernemer voor een sobere en waardige uitvaart;

  • d.

    de ambtenaar die namens de burgemeester opdracht heeft gegeven tot uitvaart neemt contact op met de nabestaande(n) of verkrijger(s). Daarbij zal het aspect van het in rekening brengen van alle kosten aan de nabestaanden van de overledene nadrukkelijk aan de orde worden gesteld. Tevens zal uitgelegd worden dat als de burgemeester opdracht moet geven voor de uitvaart o.a. de volgende regels van toepassing zijn:

    • -

      de burgemeester bepaalt waar en wanneer de overledene zal worden begraven in een algemeen graf;

    • -

      er wordt geen overlijdensadvertentie geplaatst;

    • -

      er wordt gekozen voor de goedkoopste kist;

    • -

      er wordt gezorgd voor de noodzakelijke opbaring en vervoer.

    • -

      gedurende de periode van opbaring (max. 5 werkdagen) berust de sleutel van de opbaarruimte bij de eigenaar van de opbaarruimte;

    • -

      er vindt een eenvoudige afscheidsbijeenkomst plaats met max. 3 stukken muziek en eventueel korte toespraak;

    • -

      de kist wordt voorzien van eenvoudig rouwboeket;

    • -

      (eventuele) nabestaanden of verkrijgers hebben geen inbreng in de uitvoering van de uitvaart;

    • -

      er wordt geen gedenkteken op het graf geplaatst;

  • e.

    de uitvaartondernemer brengt de kosten in rekening bij de gemeente, die vervolgens door de gemeente, als opdrachtgever, zullen worden betaald;

  • f.

    de gemeente verhaalt de kosten, zoals eerdergenoemd op de nalatenschap of brengt deze in rekening bij de bloed - of aanverwanten van de overledene. Ingevolge artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging kunnen alle gemaakte kosten die betrekking hebben op de lijkbezorging verhaald worden op de nalatenschap via de notaris. De artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek geven aan dat de bloed- en aanverwanten tot onderhoud verplicht zijn.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 23 Intrekking oude regelingen

  • 1.

    De Regels grafbedekkingen 2010 en de Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen 2008 worden gelijktijdig met inwerkingtreding van dit besluit ingetrokken.

  • 2.

    Besluiten van het college die zijn genomen met inachtneming van voornoemde Regels blijven van kracht en gelden als besluiten genomen met inachtneming van dit Uitvoeringsbesluit.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit Uitvoeringsbesluit een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen 2004 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit Uitvoeringsbesluit niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop dit Uitvoeringsbesluit toegepast.

Artikel 24 Inwerkintreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op hetzelfde moment dat de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen 2021 in werking treedt.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen Kampen 2021.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Kampen van dinsdag 8 september 2020.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

drs. N. Middelbos,

de wnd. secretaris

drs. mr. B. Koelewijn,

de burgemeester