Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Directiestatuut gemeente Kampen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDirectiestatuut gemeente Kampen
CiteertitelDirectiestatuut gemeente Kampen
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Directiestatuut vastgesteld bij directiebesluit van 27 mei 2014, wordt ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-202001-04-2019nieuwe regeling

14-09-2020

gmb-2020-252182

68936-2020

Tekst van de regeling

Intitulé

Directiestatuut gemeente Kampen

De directie van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van 9 september 2020, kenmerk 68936-2020,

gelet op artikel 10, vijfde lid van het Organisatiestatuut,

besluit vast te stellen het

Directiestatuut gemeente Kampen

 

Artikel 1 Inleiding

Dit directiestatuut beschrijft de rol en positie van de directie in de organisatie en de wijze waarop de directie de taken onderling verdeelt en de wijze waarop de samenwerking als directieleden en samenwerking met de afdelingshoofden vorm en inhoud wordt gegeven.

 

Artikel 2 Samenstelling

  • 1.

    De directie bestaat uit drie leden, te weten de algemeen directeur en twee concernmanagers.

  • 2.

    De concerncontroller is vaste adviseur van de directie.

 

Artikel 3 Taken

De directie heeft mede tot taak:

  • a.

    de ondersteuning van het college bij het strategisch positioneren van de gemeente;

  • b.

    het aansturen en beslissen omtrent de bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie;

  • c.

    bewaking van de samenhang tussen de afdelingen en de integraliteit van producten;

  • d.

    het vaststellen van de missie en visie van de organisatie;

  • e.

    de procesbegeleiding met betrekking tot de beleidscyclus;

  • f.

    het aansturen en opdracht geven aan de afdelingshoofden van de organisatie;

  • g.

    het aansturen van concernbrede taken;

  • h.

    het vaststellen en wijzigen van de jaarplannen.

 

Artikel 4 Werkwijze

  • 1.

    De directie is een eenheid die in collegialiteit functioneert.

  • 2.

    De algemeen directeur is voorzitter van de directie.

  • 3.

    De directie kan door alle leden van de directie worden vertegenwoordigd.

  • 4.

    De directie regelt de vervanging van de algemeen directeur en de onderlinge vervanging.

  • 5.

    De directie verdeelt haar taken in portefeuilles. Bij de verdeling wordt rekening gehouden met een vergelijkbare werklast en de verdeling van intern en extern georiënteerde afdelingen. De portefeuilleverdeling wordt vastgelegd in een directiebesluit.

  • 6.

    Binnen de directie worden afspraken gemaakt over de aansturing van de afzonderlijke afdelingshoofden.

 

Artikel 5 Vergadering/besluitvorming

  • 1.

    De directie vergadert periodiek.

  • 2.

    De directie besluit bij consensus. Indien er geen consensus kan worden bereikt, beslist de voorzitter.

  • 3.

    Besluiten van de directie worden neergelegd in een besluitenlijst en ondertekend door de algemeen directeur.

  • 4.

    De concerncontroller is als adviseur aanwezig maar heeft geen stemrecht.

  • 5.

    De directie kan anderen uitnodigen voor de vergadering.

  • 6.

    De directie en de afdelingshoofden (samen het MT) overleggen periodiek. Dit is geen besluitvormend overleg. Doel van het overleg is de onderlinge consultatie, afstemming en informatie-uitwisseling.

  • 7.

    Het MT heeft een advies- en klankbordrol voor de directie.

 

Artikel 6 Aansturing en overleg met afdelingshoofden

  • 1.

    De aansturing van de afzonderlijke afdelingshoofden betreft het toetsen op de voortgang en het monitoren van afspraken.

  • 2.

    De directieleden hebben periodiek bilateraal overleg met de afzonderlijke afdelingshoofden.

  • 3.

    De directieleden en de afdelingshoofden bepalen gezamenlijk de frequentie en op welke wijze invulling wordt gegeven aan het overleg.

 

Artikel 7 Concernbrede activiteiten

  • 1.

    De rollen van de directie of een directielid en het afdelingshoofd ten aanzien van concernbrede activiteiten worden voorafgaand per situatie in onderling overleg vastgesteld.

  • 2.

    Een directielid kan bij een programma of activiteit betrokken zijn om de navolgende redenen:

    • a.

      bij de initiatieffase om mee te denken en te sturen op de te kiezen richting;

    • b.

      bij bestuurlijk gevoelige onderwerpen als ondersteuner van het bestuur;

    • c.

      als Kampen zich moet of wil profileren of om op te treden als ambassadeur;

    • d.

      bij calamiteiten als crisismanager.

 

Artikel 8 Intrekking Directiestatuut gemeente Kampen

Het Directiestatuut gemeente Kampen, vastgesteld bij directiebesluit van 27 mei 2014, wordt ingetrokken.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Directiestatuut gemeente Kampen.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in de organisatie en werkt terug tot en met 1 april 2019.

 

Tot slot

Daar waar dit statuut niet in voorziet, beslist de algemeen directeur na overleg in het directieoverleg.

 

Aldus besloten door de directie in de vergadering van 14 september 2020.

De directie van de gemeente Kampen,

Drs. N.J. Middelbos

wnd. gemeentesecretaris/algemeen directeur