Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergeijk

Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergeijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2020
Citeertitel3e wijziging besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Wijziging

14-12-2021

gmb-2021-460027

11-03-202101-01-20222e wijziging

23-02-2021

gmb-2021-70542

09-01-202111-03-20211e wijziging

10-11-2020

gmb-2021-7246

20-08-202009-01-2021Nieuw mandaat

11-08-2020

gmb-2020-210629

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk en

de burgemeester en de secretaris van de gemeente Bergeijk,

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,

overwegende dat:

  • -

    de mandaatregeling periodiek geactualiseerd moet worden;

  • -

    dit is voor het laatst gebeurd in 2017;

  • -

    in verband met deze actualisatieplicht gekeken is naar de landelijke trends en ontwikkelingen aangaande de rechtsfiguur ‘mandaat’;

  • -

    het om redenen van doelmatigheid wenselijk is om een minder onderhoudsgevoelig systeem te hanteren;

  • -

    de mogelijkheid van een omgekeerd systeem zijn onderzocht en geschikt zijn bevonden;

  • -

    dat in deze omgekeerde mandaatregeling de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan personen werkzaam in de ambtelijke organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken rechtmatig uit te voeren;

gelet op afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikelen 160 lid 1 sub e en 171 lid 2 van de Gemeentewet;

besluiten:

vast te stellen het navolgende:

Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2020

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

 

a. het college:

het college van burgemeester en wethouders van Bergeijk.

 

b. de burgemeester:

de burgemeester van Bergeijk als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte

 

c. de gemeentesecretaris:

de (loco-)gemeentesecretaris van Bergeijk en tevens algemeen directeur.

 

d. het managementteam:

de afdelingshoofden en de gemeentesecretaris van Bergeijk gezamenlijk.

 

e. een afdelingshoofd:

het hoofd van één van de afdelingen en lid van het managementteam.

 

f. de coördinator:

de leidinggevende van een team met een hiërarchische bevoegdheid over de medewerkers binnen dat team.

 

g. behandelend ambtenaar:

degene die de betreffende werkzaamheden uitoefent volgens zijn functieomschrijving, diens vervanger en degene die op incidentele basis, in opdracht van de secretaris of het afdelingshoofd, de betreffende werkzaamheden verricht.

 

h. mandaat:

de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen, als bedoeld in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

i. ondermandaat:

het verlenen van mandaat door de mandaathouder aan een ander.

 

j. mandaatgever:

het bestuursorgaan dat aan een medewerker de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

 

k. gemandateerde:

de medewerker, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen en te ondertekenen.

 

l. volmacht:

de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet.

 

m. machtiging:

de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan (feitelijke) handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

n. besluit:

een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van;

    • a.

      volmacht;

    • b.

      machtiging.

Hiermee wordt eveneens bedoeld dat indien het college of de burgemeester een mandaat verleent aan een gemandateerde, de burgemeester de gemandateerde tevens volmachtigt in de vertegenwoordiging van de gemeente ten aanzien van het betreffende mandaat.

  • 2.

    De verlening van het mandaat, volmacht en machtiging geschiedt in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van positieve en negatieve besluiten omvat het mandaat tevens onderstaande bevoegdheden. Indien het feitelijke handelingen betreft is een ieder bevoegd.

    • a.

      het stellen van voorschriften en nadere voorwaarden;

    • b.

      alle werkzaamheden ter voorbereidingen van het besluit;

    • c.

      het uitreiken van bewijs van ontvangst van de aanvragen ed.;

    • d.

      verdagen en of uitstellen van besluiten;

    • e.

      het verzoeken om aanvullende informatie;

    • f.

      het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taak;

    • g.

      het interpreteren van de regelgeving;

    • h.

      het toekennen van bedragen in termijnen;

    • i.

      het toekennen van voorschotten;

    • j.

      het bekend maken of mededelen (met inbegrip van het publiceren) van besluiten of beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wet is opgenomen;

    • k.

      het inschrijven van besluiten of beschikkingen

    • l.

      het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wet is opgenomen;

    • m.

      alle andere besluiten die genomen moeten worden (waaronder het buiten behandeling laten van aanvragen) en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoeringen van de verleende bevoegdheid;

    • n.

      het ondertekenen van besluiten.

  • 3.

    Het college respectievelijk de burgemeester kan specifieke instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend. In ieder geval gelden de volgende instructies:

    • a.

      de (onder)gemandateerde overlegt met de burgemeester over het eventuele gebruik van het (onder)mandaat voor een bevoegdheid van de burgemeester als het besluit politiek of bestuurlijk gevoelig is.

    • b.

      de (onder)gemandateerde zendt zo spoedig mogelijk een afschrift aan de burgemeester van namens hem verleende vergunningen of ontheffingen (eventueel zonder desgewenst alsnog te verstrekken bijlagen)

    • c.

      de (onder)gemandateerde overlegt met de betrokken portefeuillehouder(s) over het eventuele gebruik van het (ondermandaat) voor een bevoegdheid van het college als het besluit politiek of bestuurlijk gevoelig is.

    • d.

      de (onder)gemandateerde zendt zo spoedig mogelijk een afschrift aan de betrokken portefeuillehouder(s) van namens het college verleende vergunningen of ontheffingen (eventueel zonder desgewenst alsnog te verstrekken bijlagen).

  • 4.

    De gemandateerde kan enkel gebruik maken van zijn mandaat voor het aangaan van financiële verplichtingen voor zover in de begroting zelf of bij afzonderlijk raadsbesluit middelenautorisatie heeft plaatsgevonden en op het moment van besluit voldoende budget beschikbaar is.

  • 5.

    Geen mandaat wordt verleend indien artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is.

Artikel 3 Mandaat wethoduers

Aan de wethouder wordt mandaat verleend voor het ondertekenen van overeenkomsten namens het college met betrekking tot zijn portefeuille.

Artikel 4 Mandaat gemeentesecretaris

  • 1.

    Aan de gemeentesecretaris wordt mandaat verleend om de aan het college en de burgemeester toegedeelde bevoegdheden uit te oefenen, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in bijlage 1.

  • 2.

    Ondermandaat door de gemeentesecretaris is toegestaan tenzij de bevoegdheid bij of krachtens de wet aan de gemeentesecretaris wordt verleend of de aard van de bevoegdheid of handeling zich hiertegen verzet.

  • 3.

    Ondermandaat door de afdelingshoofden aan een of meer onder hem ressorterende medewerkers is toegestaan.

  • 4.

    Op ondermandaat zijn de bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die aan onder hem ressorterende medewerkers zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, te wijzigen of in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt, tenzij het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.

Artikel 5 Mandaat afdelingshoofden

  • 1.

    De gemeentesecretaris verleent voor de op grond van artikel 4 gemandateerde bevoegdheden ondermandaat aan de afdelingshoofden, met uitzondering van de in de bijlage 2 genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    Een in ondermandaat verkregen bevoegdheid, als bedoeld in het eerste lid, kan door een afdelingshoofd slechts worden uitgeoefend binnen de reikwijdte van de taakvelden van de afdeling waarvan hij afdelingshoofd is.

  • 3.

    Een afdelingshoofd kan een door hem ingevolge het eerste lid verkregen bevoegdheid ondermandateren aan een behandeld ambtenaar. De in het tweede lid genoemde beperking is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Het in het derde lid geregelde ondermandaat door een afdelingshoofd aan een behandelend ambtenaar is alleen niet mogelijk voor de in Bijlage 3 genoemde bevoegdheden. De in Bijlage 3 genoemde bevoegdheden worden door het afdelingshoofd uitsluitend ondergemandateerd aan een coördinator.

Artikel 6 Mandaat behandeld ambtenaar

  • 1.

    De aan het afdelingshoofd gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd aan een behandeld ambtenaar, met uitzondering van de in bijlage 4 genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    De behandelend ambtenaar maakt van de aan hem verleende mandaten slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van de betreffende behandelend ambtenaar.

Artikel 7 Mandaat externen

  • 1.

    Het verlenen van mandaat aan ambten of personen, die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, zoals bedoeld in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), is voorbehouden aan het bestuursorgaan.

  • 2.

    Een mandaat als bedoeld in het eerste lid wordt in bijlage 5 opgenomen.

Artikel 8 Ondertekening

  • 1.

    Uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid blijkt, voor zover mogelijk, uit de ondertekening van het besluit of stuk.

  • 2.

    De ondertekening, als bedoeld in het eerste lid, luidt in voorkomend geval:

    • a.

      “namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk”, gevolgd door de naam en functieaanduiding van de ondertekenaar en een handtekening;

    • b.

      “namens de burgemeester van de gemeente Bergeijk”, gevolgd door de naam en functieaanduiding van de ondertekenaar en een handtekening;

Artikel 9 Vervanging mandaathouder

  • 1.

    Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris wordt deze vervangen door de door het college aangewezen functionaris.

  • 2.

    Bij afwezigheid van een afdelingshoofd kan een afdelingshoofd van een andere afdeling deze vervangen.

  • 3.

    Bij afwezigheid van een coördinator wordt deze vervangen door de door het afdelingshoofd aangewezen functionaris.

  • 4.

    Bij afwezigheid van een behandelend ambtenaar kan een behandelend ambtenaar van hetzelfde taakveld deze vervangen.

Artikel 10 Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit wordt de ‘Mandaatregeling gemeente Bergeijk’, zoals vastgesteld op 7 maart 2017 en het ‘Besluit mandaat, volmacht en machtiging ten aanzien van personeelsaangelegenheden gemeente Bergeijk 2020’, zoals vastgesteld op 1 januari 2020, ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Bergeijk 2020’.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk, de burgemeester en de secretaris van de gemeente Bergeijk op 11 augustus 2020

Burgemeester en wethouders van Bergeijk,

H.A.J.Loos

Secretaris

A. Callewaert-de Groot

Burgemeester

De burgemeester van Bergeijk,

A. Callewaert-de Groot

Burgemeester

De secretaris van de gemeente Bergeijk,

H.A.J.Loos

Secretaris

Bijlage 1 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 4, eerste lid blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publiekrecht

  • 1.

    Het verlenen van mandaat aan externen (artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)).

  • 2.

    Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad (inclusief informatienota’s en raadsinformatiebrieven).

  • 3.

    Het vaststellen van het organisatiebesluit en van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 4.

    Het nemen van besluiten op bezwaarschriften, gericht aan het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester, voor zover wordt afgeweken van ter zake uitgebrachte advies van de commissie voor de bezwaarschriften.

  • 5.

    Het nemen van besluiten naar aanleiding van ingediende klachten die zijn gericht tegen het functioneren van de gemeentesecretaris.

  • 6.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

  • 7.

    Besluiten tot wijziging van een bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wro.

  • 8.

    Besluiten om een bestemmingsplan uit te werken, bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder b van de Wro.

  • 9.

    Het nemen van besluiten om bezwaar of (administratief) beroep aan te tekenen of een verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in bestuursrechtelijke procedures op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met dien verstande dat de heffingsambtenaar bevoegd is beroep in cassatie in te stellen in procedures m.b.t. gemeentelijke belastingen.

  • 10.

    Het vaststellen van (voor)ontwerp bestemmingsplannen, wijzigings- of uitwerkingsplannen, het nemen van het besluit over noodzaak MER.

  • 11.

    Het nemen van (principe-) besluiten op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a onder 3° Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (buitenplanse afwijking bestemmingsplan met uitgebreide procedure), voor zover geen sprake is van een afwijzing van een principeverzoek.

  • 12.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s.

  • 13.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om planschade en nadeelcompensatie met een beloop van meer € 25.000,-.

  • 14

    Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid, richtlijnen en/of voorschriften, bij omgevingsrecht aangelegenheden met uitzondering van binnenplans afwijken van een bestemmingsplan of beheersverordening en bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (voorheen zogenaamde kruimelgevallen).

  • 15.

    Het nemen van besluiten, indien ter voorbereiding van deze besluiten een uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)) is gevoerd en zienswijzen, bedenkingen of inspraakreacties zijn ingebracht.

  • 16.

    Het nemen van besluiten tot niet-invordering van bedragen hoger dan € 5.000 (tot invordering van belastingen is de invorderingsambtenaar bevoegd).

  • 17.

    Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van besluiten in het kader van de openbare orde en veiligheid, daaronder begrepen de bevoegdheden ten aanzien van het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden en voor publiek toegankelijke gebouwen, alsmede op grond van de artikelen 151a, 151b, 151c en 151d van de Gemeentewet.

  • 18.

    Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van besluiten op grond van de Wet tijdelijk huisverbod (er is wel ondertekeningsmandaat aan de Hulpofficier van justitie verleend voor huisverboden en de Opiumwet).

  • 19.

    Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van besluiten op grond van de Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg.

  • 20.

    Het nemen van besluiten betreffende het instellen van beroep en hoger beroep op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 21.

    De bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf.

  • 22.

    Het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • a.

      de raad;

    • b.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

    • e.

      de vicepresident van de Raad van State; of

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer;

Privaatrecht

Aanbestedingen

  • 1.

    Het nemen van besluiten in afwijking van het vastgestelde aanbestedingsbeleid.

  • 2.

    Het nemen van gunningsbesluiten en het afsluiten van de daaruit voortvloeiende overeenkomsten voor zover het aanbestedingen betreft waarop de Europese richtlijn van toepassing is.

Overeenkomsten

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van PPS-verhoudingen, convenanten en bestuursovereenkomsten en tot daartoe strekkende intentieverklaringen.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarvan de financiële waarde de toegekende budgetten en/of vastgestelde kaders overstijgt.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      op grond van de Gemeentewet het college de gemeenteraad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de gemeenteraad daarom heeft verzocht;

    • b.

      op grond van de Gemeentewet de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • c.

      de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

  • 4.

    Het nemen van besluiten tot het afgeven van garanties, borgstelling en dergelijke, hoe ook genaamd.

  • 5.

    Het nemen van besluiten betreffende ontbinding van een overeenkomst.

  • 6.

    Het nemen van besluiten tot weigering van de onder 1 tot en met 5 genoemde (rechts)handelingen.

  • 7.

    Het vaststellen van tarieven voor commerciële dienstverlening aan derden.

Civiele procedures

  • 1.

    Het nemen van besluiten betreffende het al dan niet instellen van civielrechtelijke (spoed)procedures) en aanwenden van rechtsmiddelen, zoals hoger beroep en cassatie in aangelegenheden met een financieel belang dat uitstijgt boven het eigen risico.

  • 2.

    Het nemen van besluiten betreffende alternatieve geschilbeslechting, zoals arbitrage en dergelijke.

  • 3.

    Besluiten tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten.

Overige privaatrechtelijke aangelegenheden

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot oprichting van en deelneming van de gemeente in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, en tot fusie, omzetting en dergelijke van rechtspersonen.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot aanvaarding of afwijzing van een aanbod tot sponsoring.

  • 4.

    Het nemen van besluiten tot het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om schadevergoeding boven het bedrag van het eigen risico, ingeval geen dekking wordt geboden ingevolge de verzekeringspolis.

  • 6.

    Het nemen van besluiten met betrekking tot de koop en verkoop van grond en onroerende zaken, hoger dan € 2.000.000,-

B. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Alle rechtshandelingen ten aanzien van de gemeentesecretaris (zoals: het aangaan, wijzigen en beëindigen/opzeggen van een arbeidsovereenkomst, schorsing, het overeenkomen van salaris bij aanvang van de arbeidsovereenkomst, het geven van extra salarisverhoging, het geven van persoonlijke toelage(n) en andere, uit regelingen voortkomende, rechtshandelingen.

  • 2.

    Aanwijzingsbesluit gemeentesecretaris als bedoeld in artikel 102 Gemeentewet.

  • 3.

    Vaststellen gedragscode als bedoeld in artikel 4, lid 3, Ambtenarenwet;

  • 4.

    Vaststellen Integriteitsbeleid en verantwoording als bedoeld in respectievelijk artikel 4, lid 1 en lid 4, Ambtenarenwet 2017;

  • 5.

    Aanwijzing van ambtenaren en/of financiële belangen als bedoeld in artikel 5, lid 1, aanhef en onder d, Ambtenarenwet 2017;

  • 6.

    Vaststellen regeling melden vermoeden misstanden als bedoeld in artikel 5, lid 1, aanhef en onder e, Ambtenarenwet 2017;

  • 7.

    Uitvoering geven aan artikel 8 Ambtenarenwet 2017 waar het nevenfuncties van de gemeentesecretaris betreft;

  • 8.

    Het indienen van een verzoek om toestemming bij de Cao Ontslagcommissie tot opzegging arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669, lid 3 onderdeel a BW, jo. lid 1;

  • 9.

    Het onverwijld opzeggen van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden, als bedoeld in artikel 7:678, lid 1 BW;

  • 10.

    Verzoek om vrijstelling aan het LOGA, als bedoeld in artikel 1.3, lid 1 CAO Gemeenten;

  • 11.

    Vaststellen conversietabel als bedoeld in artikel 3.1, lid 3, CAO Gemeenten;

  • 12.

    Vaststellen regeling voor toekenning inconveniëntentoelage, als bedoeld in artikel 3.14 CAO Gemeenten;

  • 13.

    Vaststellen regeling voor toekenning bedrag voor uitstekend functioneren of bijzondere prestaties, als bedoeld in artikel 3.18 CAO Gemeenten;

  • 14.

    Vaststellen regeling voor reis- en verblijfskostenvergoeding als bedoeld in artikel 3.21 CAO Gemeenten;

  • 15.

    Vaststellen regeling voor reiskostenvergoeding woon-werk, als bedoeld in artikel 3.22, lid 1, CAO Gemeenten;

  • 16.

    Toevoegen bronnen en doelen aan het IKB als bedoeld in respectievelijk artikel 4.2, lid 5 en artikel 4.3, lid 2, CAO Gemeenten;

  • 17.

    Vaststellen werktijdenregeling als bedoeld in artikel 5.2 CAO Gemeenten;

  • 18.

    Het aanwijzen van dagen als bedoeld in artikel 5.3, lid 4, CAO Gemeenten;

  • 19.

    Stellen aanvullende regels ter uitvoering van artikel 5.4 CAO Gemeenten, als bedoeld in lid 13 van dat artikel;

  • 20.

    Vaststellen bijzondere regeling voor de werktijden, als bedoeld in artikel 5.5 CAO Gemeenten;

  • 21.

    Stellen aanvullende regels ter uitvoering van artikel 5.5 CAO Gemeenten, als bedoeld in lid 7 van dat artikel;

  • 22.

    Stellen aanvullende regels met betrekking tot het niet mogen verrichten van betaald werk tijdens het betaalde ouderschapsverlof, als bedoeld in artikel 6.10, lid 2, CAO Gemeenten;

  • 23.

    Stellen aanvullende regels met betrekking tot politiek verlof als bedoeld in artikel 6.18, lid 2, CAO Gemeenten;

  • 24.

    Stellen aanvullende regels over het recht op doorbetalen van salaris en salaristoelage(n) tijdens arbeidsongeschiktheid, als bedoeld in artikel 7.1, lid 6, CAO Gemeenten;

  • 25.

    Vaststellen regeling Van werk naar werk-traject als bedoeld in artikel 9.1, lid 2, CAO Gemeenten;

  • 26.

    Vaststellen regeling over het geven, reinigen en herstellen van de kleding als bedoeld in artikel 11.1, lid 4, CAO Gemeenten;

  • 27.

    Stellen van voorwaarden aan gebruik motorrijtuig door werknemer. Als bedoeld in artikel 11.3, lid 2 CAO Gemeenten;

  • 28.

    Instellen van of aansluiten bij een geschillencommissie als bedoeld in artikel 11.5, lid 3, CAO Gemeenten;

  • 29.

    Aanwijzen vertegenwoordiger(s) voor het lokaal overleg als bedoeld in artikel 12.1, lid 4, CAO Gemeenten;

  • 30.

    Vaststellen sociaal statuut als bedoeld in artikel 12.2, lid 4, CAO Gemeenten;

  • 31.

    Vaststellen sociaal plan als bedoeld in artikel 12.2, lid 5, CAO Gemeenten;

  • 32.

    Vastleggen afspraken met de vakbonden over de werkwijze van het lokaal overleg in een reglement, als bedoeld in artikel 12.3, lid 1, CAO Gemeenten;

  • 33.

    Stellen aanvullende regels als bedoeld in artikel 12.4 CAO Gemeenten, als bedoeld in lid 8 van dat artikel.

C. Overige aangelegenheden

  • 1.

    Het benoemen van de voorzitter, de secretaris en de leden van de bezwaarschriftencommissie.

  • 2.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Bergeijk in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen in adviesorganen van het college.

  • 4.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen in (bestuurs)commissies als bedoeld in artikel 83 of artikel 84 van de Gemeentewet.

Bijlage 2 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 5, eerste lid blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris

Publieksrecht

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

Bij een besluit waarbij meerdere afdelingen zijn betrokken, wier standpunt niet gelijkluidend is, is de gemeentesecretaris bevoegd om te besluiten.

Privaatrecht

B. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het benoemen en ontslaan op grond van de in 7:669 lid 3 van het BW opgenomen ontslaggronden van personeel.

  • 2.

    Het opleggen van een schorsing als ordemaatregel ex artikel 11.4 van de CAO Gemeenten.

  • 3.

    Vaststellen van wijzigingen in beloning van personeel.

Bijlage 3 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 5, vierde lid uitsluitend worden ondergemandateerd aan de coördinator

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

  • 1.

    Ongeldig verklaren rijbewijzen;

  • 2.

    Verlenen van verlof opgraven/herbegraven stoffelijke overschotten en bepalen van een andere termijn van begraving of verbranding;

  • 3.

    Ervoor zorgdragen dat in verband met de uitvoering van de Archiefverordening van de gemeente Bergeijk, jaarlijks op de gemeente begroting voldoende middelen worden geraamd;

  • 4.

    Besluiten tot vervreemding van archiefbescheiden;

  • 5.

    Verslaglegging van het archiefbeheer;

  • 6.

    Het ter uitvoering van de Financiële verordening uitzetten van geld via callgeld deposito en spaarrekening;

  • 7.

    Het ter uitvoering van artikel 13 van de Financiële verordening aantrekken van geld via callgeld of kasgeld;

  • 8.

    Het ter uitvoering van artikel 13 van de Financiële verordening afsluiten van kredietfaciliteiten;

  • 9.

    Het ter uitvoering van artikel 13 van de Financiële verordening aantrekken van gelden via onderhandse leningen;

  • 10.

    Het ter uitvoering van artikel 13 van de Financiële verordening uitzetten van gelden via obligaties, onderhandse geldleningen;

  • 11.

    Het oninbaar verklaren van privaatrechtelijke vorderingen;

  • 12.

    Het indienen van aanvragen en declaraties voor rijksbijdragen, voor zover daarmee geen financiële verplichtingen worden aangegaan waartoe niet is besloten;

  • 13.

    De verlening, intrekking, vaststelling en weigering van subsidies en wijziging van het subsidiebedrag op grond van de Uitvoeringsregeling inzake de welzijnssubsidies m.u.v. het vaststellen van de projectsubsidies in hoofdstuk 6 van laatstbedoelde Uitvoeringsregeling

  • 14.

    Het opschorten van verplichting tot betaling bij voorgenomen intrekking of wijziging van subsidies als bedoeld in artikel 4:56 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • 15.

    Het terugvorderen van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen als bedoeld in artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • 16.

    Het beslissen op een aanvraag tot exploitatie van een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.46 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • 17.

    Alle (primaire) besluiten met betrekking tot of verband houdend met toepassing last onder bestuursdwang en last onder dwangsom;

  • 18.

    Het verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister als bedoeld in artikel 9 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Bag), dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is;

  • 19.

    Het besluiten tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 15 van de Leegstandwet.

Bijlage 4 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 6, eerste lid blijven voorbehouden aan het afdelingshoofd

A Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

Publiekrecht

Algemeen

  • 1.

    Beslissen conform advies van de commissie voor bezwaarschriften.

  • 2.

    Vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (art. 4:17 e.v. Awb).

  • 3.

    Het nemen van besluiten op schriftelijk ingediende klachten die in behandeling zijn genomen, tenzij gericht tegen de gemeentesecretaris of college(lid).

  • 4.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie tot een maximum van € 10.000

  • 5.

    Het beslissen op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, als bedoeld in artikel 7:1a van de Besluiten die vallen onder (Awb).

Bijzonder

  • 1.

    Het zorgdragen voor de aanstelling van voldoende, deskundig personeel, bedoeld in artikel 4 van de Archiefverordening van de gemeente Bergeijk.

  • 2.

    Het zorgdragen voor een voorziening voor archiefbescheiden bij een regeling, indien overheidsorganen worden opgeheven, samengevoegd of gesplitst, bedoeld in artikel 8 van de Archiefverordening van de gemeente Bergeijk.

  • 3.

    Het uitschrijven uit het register kinder opvang c.q. het wijzigen van de gegevens in het register kinderopvang zonder voorafgaand wijzigingsverzoek van de houder van een kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang, bedoeld in artikel 1.47a van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 4.

    Het afgeven van een schriftelijke aanwijzing c.q. het opleggen van een bestuurlijke boete indien een kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang niet voldoet of indien men voorschriften niet of in onvoldoende mate naleeft, bedoeld in artikel 1.65 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 5.

    Het de houder verbieden de exploitatie van een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau voort te zetten zolang hij een bevel of een aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is, bedoeld in artikel 1.66 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 6.

    Beslissen op aanvraag tot exploitatie van een peuterspeelzaal, bedoeld in artikel 2.3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 7.

    Het uitschrijven uit c.q. het wijzigen van de gegevens in het register peuterspeelzaalwerk zonder voorafgaand wijzigingsverzoek van de houder, bedoeld in artikel 2.4a van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 8.

    Het afgeven van een schriftelijke aanwijzing c.q. het opleggen van een 168 2.23 bestuurlijke boete indien een peuterspeelzaal niet voldoet of indien men voorschriften niet of in onvoldoende mate naleeft, bedoeld in artikel 2.23 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 9.

    Het de houder verbieden de exploitatie van een peuterspeelzaal voort te zetten zolang hij een bevel of een aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is, bedoeld in artikel 2.24 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Privaatrecht

Civiele procedures

  • 1.

    Het aanwijzen van vertegenwoordigers van de gemeente en de gemeentelijke bestuursorganen in civiele procedures.

  • 2.

    Het nemen van besluiten betreffende het al dan niet instellen van civielrechtelijke (spoed)procedures) en aanwenden van rechtsmiddelen, zoals hoger beroep en cassatie in aangelegenheden met een financieel belang van minder dan het eigen risico.

  • 3.

    Afwikkelen van niet-verzekerde of binnen het eigen risico vallende schadeclaims (incl. WA);

  • 4.

    Besluiten tot aansprakelijkheidsstelling van derden door gemeente.

  • 5.

    Behandelen van aansprakelijkstelling gemeente door derden.

Contracten 

  • 1.

    Besluiten tot het aangaan en/of ontbinden van overeenkomsten tot het inhuren van uitzendkrachten en/of detachering van medewerkers.

  • 2.

    Het opleggen van sancties aan opdrachtnemers, anders dan kortingen en boetes die voorvloeien uit een overeenkomst.

  • 3.

    Het vertegenwoordigen van de gemeente ter uitvoering van besluiten waartoe door het college of de burgemeester is besloten.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang tot een bedrag van € 10.000,-.

  • 2.

    Besluiten tot verkoop van bouwterreinen van in exploitatie zijnde bestemmingsplannen.

  • 3.

    Het nemen van besluiten met betrekking tot de koop en verkoop van grond en onroerende zaken tot een financieel belang van € 2.000.000,-.

  • 4.

    Besluiten tot het aangaan van een planschadevergoedingsovereenkomst, bedoeld in artikel 6.4a van de Wro.

  • 5.

    Besluiten tot het aangaan van een anterieure overeenkomst, bedoeld in artikel 6.24 van de Wro.

B Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het benoemen en ontslaan van personeel.

  • 2.

    Het aanhouden van een ontslagverzoek als een strafontslag wordt overwogen .

  • 3.

    Het aanhouden van een ontslagverzoek totdat er een uitspraak is van de strafrechter of het besluit tot disciplinaire bestraffing onherroepelijk is geworden .

  • 4.

    Het verlenen van ontslag wegens reorganisatie of verminderde behoefte aan arbeidskrachten.

  • 5.

    Het verlenen van strafontslag.

  • 6.

    Het verlenen van ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid.

  • 7.

    Het (gedeeltelijk) inhouden van salaris tijdens een schorsing in het kader van een ordemaatregel.

  • 8.

    Het verlenen van ontslag wegens arbeidsongeschiktheid.

  • 9.

    Het opleggen van een schorsing als ordemaatregel.

  • 10.

    Vaststellen van wijzigingen in de aanstelling en beloning van personeel.

Bijlage 5 Aangelegenheden betreffende mandatering aan externen ingevolge artikel 7

Directeur ODZOB

  • 1.

    Aanwijzen toezichthouders voor de uitvoering van toezicht van de bij de ODZOB ondergebrachte basis- en verzoektaken als bedoeld in artikel 5.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door (Wabo).

  • 2.

    Besluiten die vallen onder het Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant houdende regels omtrent mandaten- en volmachten (Mandaten- en volmachtenlijst ODZOB 2020), als gepubliceerd in het Blad Gemeenschappelijke Regeling, van 24 december 2019, nr. 1044 .

Behandelend ambtenaar regio Politie BZO (mits aangewezen als Hulp Officier van Justitie)

Het opleggen van een gebiedsontzegging, Behandelend ambtenaar regio Politie BZ, bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening

Dagelijks Bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark

Besluiten die vallen onder Reglement mandaat, machtiging en volmacht Kempisch Bedrijvenpark 2018.

Directeur VRZOB

Inwerking stellen van het sirenenetwerk van het Waarschuwings- en Alarmerings Systeem. Ondermandaat van deze bevoegdheid is alleen toegestaan in spoedeisende gevallen.

Rijksdienst voor het wegverkeer

Ontheffing voor bijzonder transport en landbouwvoertuigen, bedoeld in artikel 149 lid 1 onder d Wegenverkeerswet 1994

BIZOB

  • 1.

    Aanvragen van een offerte;

  • 2.

    Verzorgen van een (voor)aankondiging/publicatie van aanbesteding;

  • 3.

    Verzenden van nota van inlichtingen betreffende een aanbesteding;

  • 4.

    Verstrekken van (schriftelijke) informatie over uitslag gunning;

  • 5.

    Verzorgen van een publicatie van de opdracht;

  • 6.

    Opstellen van proces verbaal van een aanbesteding;

  • 7.

    Vragen van adviezen, kostprijsberekeningen, offertes en dergelijke aan externe adviseurs, bureaus, leveranciers en instellingen;

  • 8.

    Afschrijven van een partij na uitslag gunning;

  • 9.

    Het nemen van besluiten overeenkomstig het vastgestelde aanbestedingsbeleid;

  • 10.

    Het nemen van gunningsbesluiten en het afsluiten van de daaruit voortvloeiende overeenkomsten voor zover het aanbestedingen betreft waarop niet de Europese richtlijn van toepassing is.

SSC de Kempen

Uitvoering van de wet BGT, artikelen 11 t/m 14 en 27 t/m 30.

Directeur GGD Brabant-Zuidoost

Uitvoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), artikelen 5:1, 5:2 & 5:16.

Deze bijlage is niet volledig. Andere besluiten omtrent mandaat aan externen kunnen aan deze bijlage worden toegevoegd. Op deze wijze bestaat centraal inzicht in alle mandaten die aan externen zijn afgegeven. Deze bijlage heeft daarmee een dynamisch karakter.