Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opsterland

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent sociaal medische indicatie (Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpsterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent sociaal medische indicatie (Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020)
CiteertitelBeleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2020nieuwe regeling

23-06-2020

gmb-2020-171010

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent sociaal medische indicatie (Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland

besluit vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland;

    • b.

      gastouder: een in het LRKP geregistreerde voorziening voor gastouderopvang;

    • c.

      kinderopvang: in het LRKP geregistreerde kinderopvang gesitueerd in de gemeente Opsterland waar kinderen van 0 tot 12 jaar worden opgevangen;

    • d.

      kind: een in de gemeente Opsterland woonachtig kind in de leeftijd van 0 tot 12 jaar;

    • e.

      LRKP: het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen;

    • f.

      ouder: de in de gemeente Opsterland woonachtige gezaghebbende ouder(s) of verzorger(s) van een kind dat voldoet aan de begripsbepaling in de Wet Kinderopvang.

    • g.

      plan van aanpak: document waarin de betrokken consulent de bevindingen ten aanzien van de situatie in het gezin vastlegt en waarin de maatregelen met als doel de knelpunten bij het kind of ouder op te lossen of te verminderen zijn omschreven;

    • h.

      SMI: Sociaal medische indicatie;

    • i.

      voorliggende voorziening: andere wetten of regelingen waarop de ouder een beroep kan doen voordat aanspraak kan worden gemaakt op de tegemoetkoming op grond van SMI, zoals kinderopvangtoeslag of voorzieningen vanuit de wet maatschappelijke ondersteuning;

    • j.

      Wet Kinderopvang: de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet Kinderopvang.

Artikel 2 Sociaal medische indicatie

Om voor een tegemoetkoming in de kosten met betrekking tot een sociaal medische indicatie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Kinderopvang moet noodzakelijk blijken:

    • a.

      wegens lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking bij de betrokken ouder of het betreffende kind, of

    • b.

      omdat is vastgesteld dat de veiligheid van het kind in het geding is, of

    • c.

      omdat er vastgesteld is dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind is, of

    • d.

      omdat er sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is de verzorging van het kind op zich te nemen.

  • 2.

    Voorwaarden voor sociaal medische indicatie:

    • a.

      de betrokken consulent van het gebiedsteam beoordeelt of er een tegemoetkoming SMI noodzakelijk is, voor welke omvang en voor welke duur en geeft hier een indicatie voor af;

    • b.

      de betrokken consulent stelt een advies op waar onder andere uit blijkt wie op welke termijn actie onderneemt om de geconstateerde knelpunten bij ouder of kind op te lossen;

    • c.

      de opvang vindt plaats in een kinderopvang of bij een gastouder.

Artikel 3 Indicatie

  • 1.

    De betrokken consulent uit het gebiedsteam is gemandateerd om de sociaal medische indicatie te verlenen.

  • 2.

    De betrokken consulent bepaalt de duur en omvang van de indicatie.

  • 3.

    De omvang van de indicatie is maximaal 4 dagen per week.

  • 4.

    De indicatie heeft een geldigheidsduur van maximaal 12 maanden.

  • 5.

    Herindicatie vindt uitsluitend plaats door een consulent.

Artikel 4 Aanspraak op een tegemoetkoming

Een ouder dan wel verzorger heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal en/of medische indicatie indien:

  • a.

    de consulent het stappenplan doorloopt en daarmee een advies schrijft waar tenminste de volgende elementen in staan:

    • Onderbouwing voor de indicatiestelling;

    • Informatie van de betrokkene dan wel doorverwijzende instanties of instellingen;

    • De duur en omvang van de indicatie;

    • Een berekening van de tegemoetkoming door middel van de op grond van deze beleidsregel ontwikkelde excel-tool;

    • Welke acties ondernomen worden om de geconstateerde knelpunten bij ouder of kind op te lossen.

  • b.

    de ouder aantoonbaar heeft onderzocht in hoeverre in eigen omgeving opvang mogelijk is, waardoor de kosten van kinderopvang beperkt blijven.

  • c.

    er sprake is van kinderopvang in een kinderopvang of bij een gastouder.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Een sociaal medische indicatie wordt niet afgegeven indien:

  • 1.

    De ouder op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk de hulpvraag kan wegnemen.

  • 2.

    De ouder aanspraak kan maken op een of meerdere van de volgende voorliggende voorzieningen:

    • a.

      kinderopvangtoeslag;

    • b.

      gemeentetoeslag waarbij maximaal twee extra dagdelen ingezet mogen worden;

    • c.

      voor- en vroegschoolse educatie.

Artikel 6 De hoogte van de tegemoetkoming

De ouder betaalt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage, overeenkomstig de adviestabel van de VNG. De consulent berekent deze eigen bijdrage. De aanbieder is zelf verantwoordelijk voor het innen van deze eigen bijdrage.

Artikel 7 Betaling

De gemeente keert maandelijks achteraf het door de consulent vastgestelde maandbedrag voor SMI rechtstreeks uit aan de kinderopvangaanbieder.

Artikel 8 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen wanneer deze regeling niet voldoet kan het college beslissen om af te wijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 augustus 2020.

  • 2.

    Voor lopende indicaties treden deze beleidsregels op 1 januari 2021 in werking.

  • 3.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020.

     

Aldus vastgesteld op 23 juni 2020.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de gemeentesecretaris,

Marjan van der Weij

de burgemeester,

Ellen van Selm

Algemene toelichting Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland

De mensen die niet tot de doelgroep van de wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen behoren en toch vanwege sociale en/of medische problematiek gebruik willen maken van kinderopvang, behoren tot een kwetsbare groep. Het college wil met deze regeling het gat in de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen opvangen om deze kwetsbare doelgroep te ondersteunen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begrippen in deze beleidsregels hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor een goed begrip en de leesbaarheid van de beleidsregel zijn enkele begrippen expliciet opgenomen.

 

Artikel 2 Doelgroep

Sociaal medische indicatie wordt ingezet voor gezinnen waarbij gesignaleerd wordt dat het in het belang van het kind is om naar de kinderopvang te gaan. De ouders hebben (tijdelijk) geen recht op kinderopvangtoeslag omdat zij niet kunnen werken vanwege een sociale of medische situatie. SMI is voor iedereen toegankelijk en wordt niet ingezet op basis van financiële criteria. Het kind is tussen de 0 en 12 jaar oud.

 

Artikel 3 Indicatie

De bij het gezin betrokken consulent stelt een advies op voor de indicatie. Hierbij stelt de consulent ook de duur en de omvang van de indicatie vast. De geldigheidsduur van de indicatie wordt maximaal op 12 maanden gesteld. Aan de omvang van de indicatie wordt een maximum van vier dagen per week gesteld.

 

Artikel 4 Aanspraak op een tegemoetkoming

In dit artikel is geregeld wanneer een ouder/verzorger aanspraak heeft op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie. De bij het gezin betrokken consulent stelt een advies op voor de indicatie. In het advies is in ieder geval opgenomen:

  • Onderbouwing voor de indicatiestelling;

  • Informatie van betrokken/doorverwijzende instanties/instellingen;

  • De duur en omvang van de indicatie;

  • Proefberekening belastingdienst.

  • Welke acties ondernomen worden om de geconstateerde knelpunten bij ouder of kind op te lossen.

Om zeker te zijn van verantwoorde kinderopvang kan er alleen gebruik gemaakt worden

van kindercentra of gastouderopvang die vermeld staan in het Landelijk Register Kinderopvang.

 

Artikel 5 Voorliggende voorziening

Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, weigert het college de tegemoetkoming. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:

  • 1.

    Kinderopvangtoeslag – voorliggend indien:

    • a.

      Ouders werken of studeren;

    • b.

      Ouders een traject naar werk of een verplichte inburgeringscursus volgen;

    • c.

      Ouders korter dan drie maanden geleden zijn gestopt met werken.

  • 2.

    Gemeentetoeslag voor de peuteropvang

    • a.

      Indien nodig kan de standaard gemeentetoeslag voor twee dagdelen worden uitgebreid met twee extra dagdelen.

  • 3.

    Vergoeding op basis van voor- en vroegschoolse voorziening.

Artikel 6 De hoogte van de tegemoetkoming

In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is geregeld dat ouders die aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Ouders/verzorgers met een inkomen op minimum niveau ontvangen een tegemoetkoming die vrijwel alle kosten dekt.

Voor de sociaal medische indicatie wordt een eigen bijdrage gehanteerd die gelijk is aan de VNG-adviestabel. Op deze manier wordt het verschil tussen de kinderopvangtoeslag, gemeentetoeslag en sociaal medische indicatie zo klein mogelijk gemaakt zodat een eventuele overstap vereenvoudigd wordt.

 

Artikel 7 Betaling

De gemeente keert maandelijks achteraf het vastgestelde maandbedrag uit aan de aanbieder. De gemeente en de kinderopvangorganisaties zijn op deze manier gegarandeerd van een juiste betalingsstroom.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule

In uitzonderingsgevallen kan de hardheidsclausule ingezet worden. Dit artikel is opgenomen in de regeling voor de gevallen waarin de regeling niet voldoende voorziet, maar een sociaal medische indicatie toch zeer wenselijk is. In dat geval vindt intern de juiste afstemming plaats om tot de beste oplossing te komen.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.