Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent sociaal medische indicatie (Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020) |
Citeertitel | Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2020 | nieuwe regeling | 23-06-2020 |
Artikel 2 Sociaal medische indicatie
Om voor een tegemoetkoming in de kosten met betrekking tot een sociaal medische indicatie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Artikel 4 Aanspraak op een tegemoetkoming
Een ouder dan wel verzorger heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal en/of medische indicatie indien:
Artikel 6 De hoogte van de tegemoetkoming
De ouder betaalt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage, overeenkomstig de adviestabel van de VNG. De consulent berekent deze eigen bijdrage. De aanbieder is zelf verantwoordelijk voor het innen van deze eigen bijdrage.
De gemeente keert maandelijks achteraf het door de consulent vastgestelde maandbedrag voor SMI rechtstreeks uit aan de kinderopvangaanbieder.
Aldus vastgesteld op 23 juni 2020.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de gemeentesecretaris,
Marjan van der Weij
de burgemeester,
Ellen van Selm
Algemene toelichting Beleidsregels sociaal medische indicatie Opsterland
De mensen die niet tot de doelgroep van de wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen behoren en toch vanwege sociale en/of medische problematiek gebruik willen maken van kinderopvang, behoren tot een kwetsbare groep. Het college wil met deze regeling het gat in de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen opvangen om deze kwetsbare doelgroep te ondersteunen.
De begrippen in deze beleidsregels hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor een goed begrip en de leesbaarheid van de beleidsregel zijn enkele begrippen expliciet opgenomen.
Sociaal medische indicatie wordt ingezet voor gezinnen waarbij gesignaleerd wordt dat het in het belang van het kind is om naar de kinderopvang te gaan. De ouders hebben (tijdelijk) geen recht op kinderopvangtoeslag omdat zij niet kunnen werken vanwege een sociale of medische situatie. SMI is voor iedereen toegankelijk en wordt niet ingezet op basis van financiële criteria. Het kind is tussen de 0 en 12 jaar oud.
De bij het gezin betrokken consulent stelt een advies op voor de indicatie. Hierbij stelt de consulent ook de duur en de omvang van de indicatie vast. De geldigheidsduur van de indicatie wordt maximaal op 12 maanden gesteld. Aan de omvang van de indicatie wordt een maximum van vier dagen per week gesteld.
Artikel 4 Aanspraak op een tegemoetkoming
In dit artikel is geregeld wanneer een ouder/verzorger aanspraak heeft op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie. De bij het gezin betrokken consulent stelt een advies op voor de indicatie. In het advies is in ieder geval opgenomen:
Om zeker te zijn van verantwoorde kinderopvang kan er alleen gebruik gemaakt worden
van kindercentra of gastouderopvang die vermeld staan in het Landelijk Register Kinderopvang.
Artikel 5 Voorliggende voorziening
Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, weigert het college de tegemoetkoming. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:
Artikel 6 De hoogte van de tegemoetkoming
In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is geregeld dat ouders die aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Ouders/verzorgers met een inkomen op minimum niveau ontvangen een tegemoetkoming die vrijwel alle kosten dekt.
Voor de sociaal medische indicatie wordt een eigen bijdrage gehanteerd die gelijk is aan de VNG-adviestabel. Op deze manier wordt het verschil tussen de kinderopvangtoeslag, gemeentetoeslag en sociaal medische indicatie zo klein mogelijk gemaakt zodat een eventuele overstap vereenvoudigd wordt.
De gemeente keert maandelijks achteraf het vastgestelde maandbedrag uit aan de aanbieder. De gemeente en de kinderopvangorganisaties zijn op deze manier gegarandeerd van een juiste betalingsstroom.
In uitzonderingsgevallen kan de hardheidsclausule ingezet worden. Dit artikel is opgenomen in de regeling voor de gevallen waarin de regeling niet voldoende voorziet, maar een sociaal medische indicatie toch zeer wenselijk is. In dat geval vindt intern de juiste afstemming plaats om tot de beste oplossing te komen.