Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harderwijk

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeenet Harderwijk houdende Beleid vergunningverlening kleine evenementen in de buitenlucht gemeente Harderwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarderwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeenet Harderwijk houdende Beleid vergunningverlening kleine evenementen in de buitenlucht gemeente Harderwijk
CiteertitelBeleid vergunningverlening kleine evenementen in de buitenlucht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid
Externe bijlageMeldingsformulier

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Harderwijk/CVDR615295/CVDR615295_3.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-06-2016nieuwe regeling

14-06-2016

Het Kontakt, 22-06-2016

16.00357

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeenet Harderwijk houdende Beleid vergunningverlening kleine evenementen in de buitenlucht gemeente Harderwijk

 

1. Inleiding

Er zijn in Harderwijk veel vrijwilligers actief die door het organiseren van allerlei activiteiten bijdragen aan het de leefbaarheid en sociale cohesie. Harderwijk wil daarnaast een culturele en gastvrije stad zijn waar iedereen welkom is. Evenementen dragen bij aan de levendigheid en aantrekkingskracht van onze stad. Om er te wonen, te werken, inkopen te doen of te recreëren.

2. Aanleiding

De dienstverlening wordt verbeterd door het terugdringen van de bureaucratie. Het gemeente- bestuur wil de administratieve lasten rondom evenementen terugdringen. Het stemde in met de implementatie van de uitvoeringsnotitie Regeldrukvermindering vrijwilligersorganisatie RNV gemeenten en nam al een aantal maatregelen om de bureaucratie terug te dringen en de dienstverlening te verbeteren. Dit beleidskader heeft betrekking op het verruimen van mogelijkheden voor kleine evenementen:

  • a.

    door meer kleine evenementen via een melding toe te staan en

  • b.

    via een pilot kleinschalige evenementen “vergunningsvrij” te maken.

3. Toetsingskader 3.1 Algemene plaatselijke verordening Harderwijk

3.1.1 Evenement

Op grond van artikel 2:25, lid 1 Algemene plaatselijke verordening Harderwijk (hierna APV) is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Artikel 2:25, lid 2 APV bepaalt dat geen vergunning is vereist voor een klein evenement indien:

  • a.

    het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;

  • b.

    het evenement tussen 09:00 en 24.00 uur plaats vindt;

  • c.

    geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 09.00 uur of na 23.30 uur;

  • d.

    het evenement geen belemmering vormt voor het doorgaand verkeer en de hulpdiensten;

  • e.

    slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object;

  • f.

    er een organisator is;

  • g.

    de organisator minimaal 7 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

Onder ‘klein evenement’ wordt op grond van artikel 2:24 lid 3 verstaan: een straatfeest of buurbarbecue op een dag. Op grond van artikel 2:25, lid 4 en 5, kan de burgemeester andere kleine evenementen aanwijzen en daarvoor nadere regels vaststellen.

De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

 

3.1.2.Geluid

Op grond van artikel 4:6 van de APV is het verboden om zonder ontheffing van het college op een openbare plaats meer geluid te maken dan de APV voorschrijft. Het nieuwe geluidsbeleid geeft aan wanneer en tot welk geluidsniveau daarvan mag worden afgeweken. Het algemene beleid voor de hele gemeente is als volgt: 70 d(B)A en 83 d(B)C, maximaal 4 dagen en 2 avonden per maand op dezelfde locatie. Locaties liggen (gemeten uit het centrum van een locatie) minimaal 100 meter uit elkaar. Omwonenden moeten vooraf op de hoogte worden gesteld. Ontheffing kan verstrekt worden in combinatie met een melding of vergunning voor een evenement.

Het beleid kent een aantal uitzonderingen. Voor grotere evenementen, die buiten dit beleidskader vallen en voor kleinschalige kortdurende niet versterkte muziekoptredens. Gedurende 2 uur mag er zonder voorafgaande toestemming maximaal 70 d(B)A en 83 d(B)C ten gehore gebracht worden, mits onversterkt en niet vaker dan 2 keer per week op een locatie. Hiermee wordt ruimte gegeven en tegelijkertijd onevenredige overlast voorkomen.

3.2 Grondwet

De activiteiten van een straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur en gids vallen onder de werking van artikel 7, derde lid, Grondwet. Het begrip “openbaren van gedachten of gevoelens” moet volgens de jurisprudentie en de toelichting op artikel 7 Grondwet haast grammaticaal worden uitgelegd. Het optreden als een enkele straatartiest, tekenaar, filmoperateur of gids is daarom op grond van artikel 2:9 APV zonder voorafgaande toestemming toegestaan. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en het milieu openbare plaatsen

aanwijzen waar dit niet mag. Hij kan een dergelijk verbod beperken tot bepaalde dagen en uren en er ontheffing van verlenen.

3.3 Zondagswet

Op grond van artikel 2 Zondagswet is het verboden op zondag in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst in gebruik, zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, waardoor de godsdienstoefening wordt gehinderd.

Op grond van artikel 3 Zondagswet is het verboden op zondag zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is. Op grond van artikel 4 Zondagswet is het verboden op zondag voor 13.00 uur openbare vermakelijkheden (evenementen) te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen.

De burgemeester is bevoegd ontheffing van de verboden in artikel 3 en 4 te verlenen. Beoordeling vindt per geval plaats. Indien de Zondagswet wordt ingetrokken, kan de gemeente bij verordening zelf bepalingen inzake de zondagsrust opnemen

4. Geldend beleid

Sinds 2009 is voor het houden van een straatfeest of buurtbarbecue geen voorafgaande vergunning meer nodig als de activiteiten binnen de onder punt 3.1.1. opgesomde grenzen van de APV blijven en het evenement tijdig wordt gemeld. Een melding wordt getoetst aan de APV. Aan een melding zijn nadere regels verbonden. Als daar aanleiding voor is, kan de burgemeester een klein evenement verbieden. Tijdens buurtbarbecues mag achtergrond muziek worden gedraaid, mits dit geen overlast veroorzaakt (= binnen de normen van de APV). In het algemeen verlopen deze kleine evenementen zonder problemen. Op grond van de APV is een aantal evenementen uitgezonderd van de verbodsbepaling, die veelal in een gebouw plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld bioscoopvoorstellingen, of anderszins geregeld zijn, zoals de uitingen die onder artikel 7 van de Grondwet vallen. Op een klein evenement wordt toezicht uitgeoefend en er kan gehandhaafd worden.

5. Nieuw beleid 5.1 Meldingsplichtige evenementen

 

Er zijn naast de buurtbarbecue en het straatfeest ook andere kleine evenementen met een laag risico, die zich lenen voor toetsing en afdoening volgens het normenkader van een melding. We denken daarbij bijvoorbeeld aan een sponsorloop, kleinschalige voorstellingen, een paar kraampjes of partytentjes t.b.v. stichtings-, verenigings-, wijk-, educatieve of kerkelijke activiteiten. Kleine evenementen die vrijwel altijd door vrijwilligers georganiseerd worden met een sociaal, cultureel, maatschappelijk doel. Er zijn ook steeds meer bedrijven en instellingen die open dagen houden. De kleinschalige activiteiten die zij daarbij houden, kunnen ook via de melding getoetst worden. Omdat het geluid in principe ondersteunend is aan de activiteiten, mag er alleen achtergrondmuziek gedraaid worden, overeenkomstig het geldende beleid voor buurtbarbecues.

Als uit een melding blijkt dat de muziek wel een zelfstandig onderdeel is dat langer dan 2 uur duurt, moet toetsing aan het geluidsbeleid plaatsvinden en kan daarvoor ambtshalve (zonder aanvraag) ontheffing worden verleend. Een melding voor de zondag wordt getoetst aan de Zondagswet.

 

5.1.2. Nadere regels

 

De burgemeester kan nadere regels stellen aan een meldingsplichtig evenement. In de bijlage is het meldingsformulier voor kleine evenementen, met op de achterkant de nadere regels die daaraan verbonden worden bijgevoegd. Facultatief kan daaraan een geluidsontheffing toegevoegd worden. De bredere toepassing van het meldingsinstrument kan tot verdere aanvulling of wijziging van de nadere regels leiden. Deze zullen steeds worden vastgesteld door of namens de burgemeester.

 

5.2 Pilot “vergunningvrije” kleinschalige optredens

 

Artikel 2.9 geeft, in het kader van de vrijheid van meningsuiting, zeer beperkt ruimte voor “vergunningvrije” uitingen/optredens van een enkele persoon. Er zijn daarnaast twee categorieën kleinschalige kortdurende evenementen, die spontaan gehouden kunnen worden, mits er geen gevaar ontstaat voor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid en het milieu. De keuze voor een locatie is daarbij van belang. Dit wordt aan de burger zelf overgelaten, waarbij Stadstoezicht een begeleidende/sturende rol heeft.

 

We onderscheiden twee categorieën “vergunningvrije” evenementen:

 

  • 1.

    Straatvermaak door een klein gezelschap van maximaal 2 uur en voor een beperkt publiek waarbij het geluid binnen de geluidsnormen van de APV blijft, zoals straatartiesten, een toneelgroepje, cabaret, dans, pantomime, living statue, sportdemo en dergelijke.

  • 2.

    Onversterkte muziekvoorstellingen van maximaal 2 uur waarbij het geluidsniveau gemeten op de dichtst bijgelegen woning niet meer bedraagt dan 70 d(B)A en 83 d(B)C. Een locatie mag maximaal 2 keer per week door eenzelfde artiest/muziekgroep gebruikt worden. Deze categorie is bedoeld voor allerlei soorten orkesten, koren, muziekensembles, draaiorgels en dergelijke.

 

Een combinatie van 1 en 2 is mogelijk. In dat geval gelden de regels voor categorie 2. Voorwaarden “vergunningvrije” evenementen:

  • 1.

    Het evenement mag geen gevaar opleveren voor de openbare orde en de veiligheid, de volksgezondheid en het milieu.

  • 2.

    Er mogen alleen losse voorwerpen worden geplaatst die functioneel zijn voor de voorstelling en direct verwijderd kunnen worden.

  • 3.

    Locaties die gebruikt worden liggen minimaal 100 meter van elkaar.

  • 4.

    Als meerdere artiesten/groepen met elkaar afspreken om samen of achtereenvolgend op een locatie op te treden waarbij meer geluid wordt gemaakt dan de APV toestaat, dan gelden de regels voor categorie 2 voor hen gezamenlijk.

  • 5.

    De Zondagswet moet worden nageleefd:

    • geen evenementen voor 13.00 uur op zondagen, Hemelvaartsdag en eerste Kerstdag;

    • in de nabijheid van kerken en andere gebouwen, waar een kerkdienst gaande is, geen lawaai veroorzaken dat hinderlijk is voor de godsdienstuitoefening.

 

 

5.2.1.Pilotperiode

 

Omdat mogelijke (neven)effecten op voorhand niet te overzien zijn, wordt er gedurende een proefperiode, tot 1 januari 2018, ervaring opgedaan. Er kan in die periode zo nodig worden bijgestuurd. Met dit beleidskader geven de burgemeester en het college aan dat zij tijdelijk niet zullen optreden tegen het zonder vergunning/ontheffing houden van kleinschalige kortdurende evenementen, mits een aantal regels wordt nageleefd. Na de pilot periode zal de raad voorgesteld worden de “vergunningvrije” evenementen in de APV door te voeren.

6. Juridische gevolgen

De APV, de nadere regels, de toetsing en het toezicht daarop beperken de mogelijke risico’s en overlast van evenementen die via een melding gehouden mogen worden. Voor de categorie “vergunningvrije” evenementen kan de vraag gesteld worden of het proportioneel is daarvoor een vergunningen- of meldingenstelsel te behouden. Algemene regels en toetsing op straat zou voor deze categorie afdoende moeten zijn.

6.1 Borging belangen

Een algemeen geldende regel in het bestuursrecht is de volgende: Wie het meerdere mag, mag ook het mindere. Dat betekent dat er binnen een wettelijk kader indien nodig kan worden opgeschaald. De toetsing en normering van alle evenementen, met vergunning, melding of “vergunningvrij” gebeurt aan de hand van dezelfde criteria uit de APV, zoals aangegeven onder punt 3.

Toetsingskader. Daarnaast worden aan alle evenementen voorwaarden verbonden ter bescherming van de belangen die met het verbod worden gediend.

6.2. Rechtsbescherming

De rechtsbescherming bij een melding en “vergunningvrije” evenementen verschilt van die bij een vergunning. Tegen een verleende vergunning of ontheffing kan direct bezwaar en beroep worden ingediend. Tegen de vaste voorwaarden en regels voor een melding en vergunningvrije evenementen staat geen bezwaar en beroep open. Deze zijn en worden met inachtneming van alle relevante feiten en belangen vastgesteld. Er kan wel gevraagd worden om een verbod van een evenement dat gemeld is of om handhaving van de regels. Via die weg kun je bij de rechter terecht komen die dan ook de regeling zelf marginaal toetst. Voor dit soort evenementen van korte duur en lage impact op de omgeving is dit acceptabel. Klachten en bezwaren zullen op grond van het bestuursrecht ook zonder directe gang naar bezwaarcommissie en rechter, serieus getoetst en afgehandeld moeten worden. Uitvoering en beleid zijn primair gericht op het voorkomen van bezwaren en het oplossen van problemen, waarmee rechtsgedingen zoveel mogelijk voorkomen worden.

7. Communicatie

De informatie op de website zal worden aangepast en uitgebreid. Die moet helder zijn, bijvoorbeeld over het feit dat voor een klein evenement dat niet binnen de normen voor een melding past wel een vergunning moet worden aangevraagd of niet/alleen in gewijzigde vorm door kan gaan.

Voor de “vergunningvrije” categorieën zal worden aangegeven waarmee zij rekening moeten houden. Er zal verbinding gezocht worden met andere websites die veel bezocht worden door Harderwijkers en/of groepen en artiesten van buiten de stad om deze informatie ook daarop bekend te maken.

8. Uitvoering

 

 

 

De klantmanagers evenementen en de externe toetsers moeten rekening houden met een toename van het aantal meldingen waarop zij binnen een paar dagen moeten reageren. De praktijk zal uitwijzen of de huidige indienings- en beoordelingstermijn blijft voldoen. Dat hangt ook af van het aantal meldingen en het aantal afwijkende meldingen waarover moet worden teruggekoppeld of overlegd.

Op grond van het herziene geluidsbeleid zal de frequentie van het gebruik van locaties waar meer geluid wordt gemaakt geregistreerd moeten worden.

Straatoptredens zullen naar verwachting vooral plaatsvinden op plaatsen waar relatief veel mensen zijn. In die gebieden wordt regelmatig toezicht uitgeoefend. Daarbij kan het toezicht op de kleine evenementen worden meegenomen.

9. Evaluatie

In het wekelijks evenementenoverleg met toezichthouders en via het handhavingsoverleg krijgen wij terugkoppeling over evenementen die op straat gehouden worden. De klantmanagers kunnen aangeven hoe de uitbreiding van de meldingsplicht in de praktijk aan de toetsingskant verloopt.

Externe klachten worden geregistreerd. Aan de hand van deze input wordt de werking van het nieuwe beleid doorlopend gemonitord en kan er zonodig worden bijgestuurd. Na afloop van de pilot “vergunningvrije” kleinschalige straatoptredens zal de raad gevraagd worden de APV daaraan aan te passen.

Bijlage 1: Meldingsformulier klein evenement, artikel 2:25 Apv