Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeeland

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid provincie Zeeland 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeeland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid provincie Zeeland 2006
CiteertitelVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid provincie Zeeland 2006
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Provinciewet art. 217a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Reglement uitvoering verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid provincie Zeeland 2006

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-200601-01-2006Nieuwe regeling

13-06-2006

Provinciaal Blad, 2006, 25

POI-285

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid provincie Zeeland 2006

De staten der provincie Zeeland,

  • -

    gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 13 juni 2006, nr. 602869/POI-285;

  • -

    gelet op artikel 217a van de provinciewet;

besluiten vast te stellen de navolgende “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid provincie Zeeland 2006”.

Artikelen
Artikel 1: Definities.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen of met de beschikbare middelen zoveel mogelijk resultaat wordt bereikt;

  • b.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en/of beoogde effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald;

  • c.

    de Rekenkamer: het instituut als bedoeld in artikel 79a van de Provinciewet en artikel 1 van de Verordening nadere inrichting Rekenkamer provincie Zeeland.

Artikel 2: Onderzoeksprogramma.
  • 1.

    Gedeputeerde staten doen jaarlijks onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.

  • 2.

    Gedeputeerde staten stellen jaarlijks een onderzoeksprogramma vast van de in het erop volgende jaar te verrichten onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid. Provinciale Staten en de Rekenkamer ontvangen een afschrift van dit onderzoeksprogramma.

  • 3.

    In het onderzoeksprogramma geven gedeputeerde staten per onderzoek aan:

     

    • a.

      het object van het onderzoek;

    • b.

      de doelstelling van het onderzoek;

    • c.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • d.

      de onderzoeksmethode;

    • e.

      de doorlooptijd van het onderzoek;

    • f.

      de wijze van uitvoering

    • g.

      de wijze van rapportage.

Artikel 3: Auditfunctie.
  • 1.

    Gedeputeerde staten zijn bevoegd de uitvoering van de in artikel 2 bedoelde onderzoeken op te dragen aan de ambtenaren, die binnen het provinciaal apparaat zijn belast met een auditfunctie in het kader van onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het provinciebestuur.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde auditfunctionarissen zorgen waar nodig voor een inhoudelijke afstemming van geplande en in gang gezette onderzoeken met de Rekenkamer.

  • 3.

    Gedeputeerde staten zijn bevoegd nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van onderzoeken en de taken en werkwijze van de auditfunctionarissen.

Artikel 4: Verslag aan Provinciale Staten en Rekenkamer.
  • 1.

    Gedeputeerde staten brengen jaarlijks verslag uit aan provinciale staten over de bevindingen van de uitgevoerde onderzoeken. Een afschrift van dit verslag wordt aan de Rekenkamer gestuurd.

  • 2.

    Gedeputeerde staten bieden het verslag van bevindingen conform het bepaalde in artikel 201, tweede lid, van de Provinciewet gezamenlijk met de jaarrekening en het jaarverslag aan provinciale staten aan.

Artikel 5: Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid provincie Zeeland 2006".

Artikel 6: Datum inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin zij is afgekondigd in het provinciaal blad en werkt terug tot 1 januari 2006.

Toelichting
Algemeen

Deze verordening is een uitwerking van artikel 217a van de Provinciewet. Het eerste lid daarvan luidt als volgt:

"Gedeputeerde Staten verrichten periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. Provinciale staten stellen bij verordening regels hierover". De verordening geeft de kaders aan, waarbinnen gedeputeerde staten bevoegd zijn doelmatigheidsonderzoeken uit te voeren.

De in de inleiding genoemde afstemming met andere onderzoeken, laat uiteraard de onafhankelijkheid van de Rekenkamer onverlet. De afstemming gaat over praktische zaken, zoals tijdig informeren van de Rekenkamer en de procedurele coördinatie van een bestuurlijke reactie op onderzoeksresultaten van de Rekenkamer.

Artikelsgewijs
Artikel 1 definities:

Dit artikel spreekt grotendeels voor zich. Opgemerkt daarbij zij dat niet in alle gevallen het causale verband tussen prestatie en beoogde effecten te traceren is. De definitie van Rekenkamer (artikel 1 onder c.) is afgeleid van de specifieke Zeeuwse situatie, namelijk een eigen Rekenkamer voor de provincie Zeeland.

Artikel 2 onderzoeksprogramma:

De term jaarlijks geeft aan dat onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid een continu aandachtspunt vormt. Daartoe stellen gedeputeerde staten jaarlijks een onderzoeksprogramma vast, waarin de onderwerpen van de uit te voeren onderzoeken worden aangegeven. Gedeputeerde staten houden provinciale staten op de hoogte van hun plannen. De statencommissie Sociale en Bestuurlijke zaken ontvangt een afschrift van het onderzoeksprogramma.

Het ligt in de rede het onderzoeksprogramma jaarlijks tegelijk met de begroting aan te bieden. De periodieke onderzoeken kunnen zowel betrekking hebben op de externe beleidsvelden als op de interne organisatie. Van elk afzonderlijk onderzoek wordt een onderzoeksplan opgesteld. Over de inhoud van het onderzoeks-programma kan het volgende worden opgemerkt:

 

"Object van onderzoek"Het object van het onderzoek wordt helder en compact omschreven.

 

"Doelstelling van onderzoek"Onderzoeken zijn niet vrijblijvend. De aanbevelingen op basis van onderzoeken zijn bedoeld voor leren en verbetering. Tegen die achtergrond moet vooraf helder zijn waarom een bepaald onderzoek plaatsvindt en wat de noodzaak en/of het belang van het onderzoek is.

 

"Reikwijdte van het onderzoek"Artikel 217a Provinciewet geeft de grenzen aan: het gaat om het door gedeputeerde staten gevoerde bestuur. Verder kan de reikwijdte van het onderzoek o.a. worden toegespitst door het omschrijven van het tijdsvak, de te onderzoeken beleidsvelden, groepen en systemen.

 

"Onderzoeksmethodiek"Hierbij kan gedacht worden aan methodieken als: documentonderzoek, enquête, interviews, benchmarking en beoordeling van de administratieve organisatie/interne controle.

 

"Doorlooptijd van het onderzoek"Dit betreft de geplande tijd voor het onderzoek alsmede de geplande datum van rapportage van het onderzoek.

 

"Uitvoering onderzoeken"Onderzoeken kunnen in opdracht van gedeputeerde staten worden uitgevoerd door het ambtelijk apparaat. Bij de provincie Zeeland kan hieraan in de praktijk daadwerkelijk vorm worden gegeven door het benutten van de interne auditfunctie bij de afdeling personeel, organisatie en informatie. Zie hiervoor artikel 3 met toelichting. Hierbij kan tevens gebruik worden gemaakt van de inbreng van externe deskundigen. Ook kunnen gedeputeerde staten besluiten onderzoeken volledig uit te besteden aan externe deskundigen.

 

"Rapportage"Deze rubriek gaat over de wijze waarop de rapportage plaatsvindt. Het stramien van rapportage, waaronder tussentijdse toetsing van aangetroffen feiten, wordt uitgewerkt in het reglement zoals bedoeld in artikel 3, lid 3.

Artikel 3 auditfunctie:

In dit artikel is geregeld, dat gedeputeerde staten bevoegd zijn interne capaciteit en deskundigheid aan te wenden voor de uitvoering van de interne onderzoeken. Provinciale staten hebben inmiddels ingestemd met de door gedeputeerde staten gehonoreerde prioriteit in de najaarsconferentie van 2005 met betrekking tot een lichte auditfunctie met ondersteuning van een beleidsmedewerker auditfunctie centraal onder te brengen bij de afdeling personeel, organisatie en informatie. Gedeputeerde staten hebben inmiddels ingestemd met de daaruit voortvloeiende budgettair neutrale formatiewijziging.

In het tweede lid is geregeld, dat naast de informatieplicht van gedeputeerde staten aan de Rekenkamer met betrekking tot het onderzoeksplan (artikel 2) en het bevindingenverslag (artikel 4) ook een informatieplicht bestaat voor gedeputeerde staten over de door de organisatie geëntameerde onderzoeken, waarvan verwacht kan worden dat daar bijvoorbeeld in verband met maatschappelijke effecten politieke aspecten een rol spelen. Hier ligt een relatie met de taken van de Rekenkamer, die ingevolge de Provinciewet (artikel 79a) en o.a. het Reglement van orde Rekenkamer Zeeland (artikelen 5 lid 1 onder e t/m g en 7 leden 4 en 5) eveneens belast is met onderzoeken naar doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid. Lid 3 tenslotte regelt, dat gedeputeerde staten bevoegd zijn een reglement vast te stellen, waarin taken en werkwijze voor de interne auditoren zijn vastgelegd. Hiervoor kan aansluiting worden gezocht bij het eerdergenoemde Reglement van orde Rekenkamer Zeeland (Besluit van 19-8-2005, Prov. Blad nr 26 van 2005).

Artikel 4: verslag van bevindingen:

Jaarlijks zullen de bevindingen van de uitgebrachte rapportages worden samengevat in een verslag van bevindingen ten behoeve van provinciale staten. Dit verslag zal conform artikel 201 van de Provinciewet gezamenlijk met de jaarrekening en het jaarverslag door het college van gedeputeerde staten aan provinciale staten worden overgelegd. Ook de Rekenkamer ontvangt een afschrift van het verslag.

Artikel 5: citeertitel:

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 6: datum van inwerkingtreding:

Aangezien de interne auditfunctie per 1 januari 2006 organisatorisch is ingebed bij afdeling personeel, organisatie en informatie, ligt het in de rede het regelgevend kader voor de daardoor mogelijk geworden interne onderzoeken ook formeel vast te stellen ingaande die datum.

Gegeven te Middelburg, 13 juni 2006

Gedeputeerde Staten voornoemd,

drs. W.T. VAN GELDER, voorzitter.

mr. drs. L.J.M. VERDULT, secretaris.

Uitgegeven, 17 oktober 2006

De secretaris,

mr. drs. L.J.M. VERDULT