Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent reclame (Reclamenota 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent reclame (Reclamenota 2019)
CiteertitelReclamenota 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Reclamestructuurplan 1998.

Deze regeling vervangt de Nota buitenreclame 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-2020nieuwe regeling

27-01-2020

gmb-2020-45569

0637505140

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent reclame (Reclamenota 2019)

De gemeenteraad heeft op 5 oktober 2015 het procesbesluit samenspraak herziening reclamebeleid vastgesteld. Hierbij is de opdracht gegeven om nieuw actueel reclamebeleid te maken waarbij een samenspraaktraject wordt doorlopen.

 

Met de komst van de Omgevingswet, voorzien per 1 januari 2021, is besloten geen nieuw beleid meer te maken. De reclamenota 2019 is dan ook geen nieuw beleid maar geactualiseerd beleid waardoor een aantal regelingen kunnen worden ingetrokken omdat deze regelingen in deze nota integraal zijn samengevoegd.

 

Met de reclamenota 2019 willen we bereiken dat de gemeente Zoetermeer mee kan bewegen met de snelle veranderingen in de reclamewereld zonder dat de inwoners hier enige hinder van ondervinden. Ondernemers en bedrijven worden niet beknot in het werken aan hun naamsbekendheid.

 

Besluit

De raad van de gemeente Zoetermeer heeft op 27 januari 2020 besloten:

 

  • 1.

    De Reclamenota 2019 en daarmee de onderstaande uitgangspunten vast te stellen:

    • a.

      Actualiseren en bestendigen huidig beleid.

    • b.

      Reclame passend bij een goed ondernemersklimaat en passend bij de gebieden waar het prettig wonen en verblijven is.

    • c.

      Reclame voor niet-commerciële instellingen mogelijk maken/houden.

    • d.

      Aansluiten van de gebieden op de gebiedskaart uit de Welstandsnota.

      Met dien verstande dat

      • I.

        In tabel hoofdstuk 3.3.:

        • a.

          te schrappen de bullets in de tabel die betrekking hebben op de lichtreclame, genoemd in het gebied Historische kern:

          • *

            Lichtreclame in de vorm van losse (doos)letters e/o onderstreping is toegestaan.

          • *

            Lichtbolletjes, lichtslangen, knipperende verlichting, bewegende onderdelen en projecties zijn niet toegestaan.

        • b.

          te schrappen de bullet in de tabel die betrekking heeft op de lichtreclame, genoemd in het gebied Historische Linten:

          • *

            Lichtreclame in de vorm van losse (doos) letters en/of onderstreping is toegestaan.

        • c.

          te schrappen de bullet in de tabel die betrekking heeft op de lichtreclame, genoemd in het gebied Centrum:

        • d.

          toe te voegen in de tabel bij alle gebieden afzonderlijk: Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

      • II.

        In tabel hoofdstuk 3.4. :

        toe te voegen in de tabel bij alle gebieden afzonderlijk: Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

  • 2.

    Het eindverslag samenspraakproces reclamebeleid vast te stellen.

  • 3.

    Motie 1510-03 hiermee als afgedaan te beschouwen.

  • 4.

    Reclamestructuurplan 1998 in te trekken;

  • 5.

    Nota buitenreclame 2010 in te trekken.

 

Dit besluit treedt in werking een dag na bekendmaking.

 

Ondertekening, Zoetermeer, 27 januari 2020

 

de griffier, de voorzitter,

drs. R. Blokland MCM Ch.B. Aptroot

 

 

Reclamenota 2019

Hoofdstuk 1: Waarom een reclamenota?

 

Reclames in de openbare ruimte kunnen het aanzien en de beleving van een gebied bepalen. Onder druk van onderlinge concurrentie bij ondernemers worden reclames groter en opzichtiger. Dit kan uiteindelijk leiden tot een ongewenst straatbeeld.

 

Voor de ondernemer heeft reclame een belangrijke betekenis. Hij wil een zo groot mogelijk publiek bereiken. Dit kan op verschillende manieren. Hierbij speelt het formaat van de reclame-uiting een rol: hoe groter, hoe duidelijker. Maar ook het gebruik van opvallende kleuren en afwijkende vormen trekt de aandacht van de consument. Dit met één doel: de consument moet de ondernemer weten te vinden voor het afnemen van diensten of de aankoop van goederen.

 

Wanneer het gaat om reclame-uitingen in de openbare ruimte, speelt de gemeente ook een belangrijke rol. Ons doel is namelijk het behouden of creëren van een aantrekkelijke verblijfsomgeving. Uiteraard denken we daarbij ook aan de belangen van ondernemers.

Aanleiding

De gemeente Zoetermeer heeft verschillende beleidstukken waarin we naar reclame verwijzen. Het reclamestructuurplan 1998, de Reclamenota 2010 en de richtlijnen voor lichthinder uit 2015 bevatten de voornaamste regels die wij hanteren om reclame toe te staan in de gemeente. Daarnaast zijn er regels opgenomen in de Welstandsnota 2012, in bestemmingsplannen en in beeldkwaliteitsplannen.

 

De marktontwikkelingen gaan snel en laten zien dat er behoefte is aan één vindplaats en een update van het reclamebeleid. Waar mogelijk, is het bovengenoemde beleid samengevoegd tot één Reclamenota. In deze nieuwe Reclamenota wordt richting gegeven aan het al dan niet toestaan van reclamevormen en voorwaarden.

 

Deze Reclamenota moet een dynamisch document worden. Dit omdat reclame maken trendgevoelig is. Daarom gaan we de nota op gezette tijden evalueren en daar waar nodig bijstellen. Zo blijft de Reclamenota up-to-date en bruikbaar.

 

In deze nota komen enkele begrippen voor die de meeste mensen niet dagelijks gebruiken. De uitleg van deze begrippen staat in Bijlage A.

 

Hoofdstuk 2: Wat eraan vooraf ging en wat regelt deze Reclamenota nu?

 

Waarom is deze Reclamenota nodig?

In 2015 zijn er grote debatten gevoerd over reclame van een restaurant. Destijds bleek onder meer dat de scheiding tussen vergunningplichtige en vergunningsvrije reclame niet duidelijk was. Dit moest veranderen. Bovendien leefde de wens de Reclamenota vooruitlopend op de Omgevingswet al ‘Omgevingswet-proof’ te maken.

Er is toen naar een oplossing gezocht en gevonden in tijdelijk beleid. Na evaluatie met diverse partijen is gebleken dat dit tijdelijke beleid goed werkt. Er zijn sindsdien geen klachten of incidenten meer geweest.

 

Wat is er te vinden in deze Reclamenota?

Naast het algemene deel, wat valt er wel en wat niet onder deze Reclamenota, kunt u in hoofdstuk 3 de criteria terugvinden waaraan reclame moet voldoen.

 

De gemeente Zoetermeer heeft twee soorten reclames.

Ten eerste kent men vergunningsvrije reclame, zoals beschreven in artikel 4.16 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv). Voor de vergunningsvrije reclame zijn criteria nodig en deze staan vervat in hoofdstuk 3.3. van deze nota.

 

Daarnaast zijn er reclame-uitingen die zijn te kwalificeren als bouwwerken. Deze reclame is vergunningplichtig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Ook hiervoor zijn criteria nodig en deze staan vervat in hoofdstuk 3.4. De vergunningplichtige reclames worden daarnaast door de stadsbouwmeester getoetst die daarbij de welstandscriteria en beeldkwaliteitsplannen meeneemt in de beoordeling.

 

Tenslotte heeft de gemeente Zoetermeer “Richtlijnen voor het toetsen van lichthinder door lichtreclame” vastgesteld. Deze richtlijnen zijn niet in deze Reclamenota opgenomen, deze blijven als apart besluit bestaan om aan te kunnen blijven toetsen.

 

In deze Reclamenota sluiten we aan op de welstandsgebiedenkaart, waardoor we zoveel als mogelijk Omgevingswet klaar zijn.

 

Dit hoofdstuk gaat verder in op de juridische vragen welke wetgeving van toepassing is en wat de Reclamenota wél en wat de Reclamenota niet regelt.

2.1 Wat valt wel onder deze Reclamenota?

Reclame-uitingen worden gereguleerd door de Wabo en Apv.

 

  • a.

    Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

 

Indien een reclame-uiting is aan te merken als een bouwwerk, is daarvoor een omgevingsvergunning vereist (artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo). Het maakt daarin niet uit of het bouwwerk op eigen terrein of op gemeentegrond komt te staan. Voorbeelden van bouwwerken op het gebied van reclame zijn reclamemasten en billboards.

 

De bouwaanvraag moet onder meer getoetst worden aan artikel 2.10, eerste lid, onder d van de Wabo. Op grond van die bepaling wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen geweigerd, indien het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend.

 

Op grond van artikel 12a, eerste lid van de Woningwet stelt de gemeenteraad een welstandsnota vast, inhoudende beleidsregels waarin de criteria zijn opgenomen die het bevoegd gezag toepast bij de beoordeling:

 

  • 1.

    of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk waarop de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk betrekking heeft, zowel op zichzelf beschouwd, als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd zijn met de redelijke eisen van welstand;

  • 2.

    of het uiterlijk van een bestaand bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand.

De gemeenteraad van Zoetermeer heeft in april 2012 de Welstandsnota Zoetermeer vastgesteld, waarin bedoelde criteria zijn vastgelegd, gespecificeerd naar gebied, en naar aard van het bouwwerk. Deze Welstandsnota bevat geen criteria die specifiek zien op reclame-uitingen. Deze Reclamenota regelt daarom in aanvulling op de Welstandsnota 2012 specifieke criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a van de Woningwet, voor de beoordeling van reclame-uitingen die op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo (bouw)vergunningplichtig zijn. Deze criteria staan in de paragraaf [3.4] van deze Reclamenota.

 

  • b.

    Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer

 

Niet alle reclame-uitingen zijn aan te merken als een bouwwerk. Omdat ook dat soort ‘niet-bouwvergunningplichtige’ reclames ontsierend of hinderlijk kunnen zijn, is daaromtrent in de Apv een regeling getroffen.

 

Op grond van artikel 4:16 van de Apv is het verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor:

  • het verkeer in gevaar wordt gebracht;

  • hinder ontstaat voor de omgeving; of wat

  • ontsierend of hinderlijk is gelet op het door de raad vastgestelde beleid.

 

Paragraaf [3.3] van deze Reclamenota bevat het beleid, waarnaar in artikel 4:16 Apv wordt verwezen. Als een reclame-uiting niet vergunningplichtig is op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo én voldoet aan paragraaf [3.3] van deze nota, is deze reclame-uiting niet in strijd met de Apv en mag zo’n uiting worden aangebracht. 1

2.2 Wat valt niet onder deze Reclamenota?

Onder deze Reclamenota vallen niet:

  • Terrassen, terrasschotten en menuborden bij horecagelegenheden. Dat is geregeld in de Nadere regels voor het uitbaten van een terras gemeente Zoetermeer;

  • Uitstallingen. Dit zijn losse elementen die in de openbare ruimte worden geplaatst (zoals stoep- en reclameborden). Dit is geregeld in de Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg en Uitstallingenbeleid Dorpsstraat.

  • Bussen of andere rijdende voertuigen met reclame, met uitzondering van voertuigen die rondrijden met de bedoeling reclame te maken;

  • Voertuigen die geparkeerd staan met het doel om handelsreclame te maken. Deze voertuigen vallen onder het verbod van artikel 5:6 Apv;

  • Reclame via flyeren en promotieartikelen en dergelijke;

  • Standplaatsen en evenementen. Dat is geregeld in actualisering evenementenbeleid 2016.

  • Reclame-uitingen op en rondom een evenemententerrein. Deze uitingen worden geregeld via de evenementenvergunning op grond van de Apv;

  • Algemene mededelingen vanuit de overheid, politie, brandweer en andere hulpdiensten.

  • De beoordeling van lichthinder vanwege (licht)reclame. Dat is geregeld in de richtlijnen voor het toetsen van lichthinder door lichtreclame.

Hoofdstuk 3 De Reclamenota 2019

 

Dit hoofdstuk bevat regels voor reclame-uitingen die op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo vergunningplichtig zijn én voor reclame-uitingen die dat niet zijn, maar vallen onder het regime van artikel 4:16 Apv.

 

3.1 Aansluiting gebiedenkaart Welstandsnota

De Reclamenota sluit aan bij de gebiedenkaart zoals deze in de Welstandsnota beschreven is. De nummering is in overeenstemming met de Welstandsnota en het kleurgebruik overeenkomstig de gebiedenkaart welstand zie hieronder in het klein en groter in bijlage C.

 

Tabel bij gebiedskaart

 

3.2 Reclamedoelen

 

Reclame wordt onderverdeeld in verschillende reclamedoelen en daarvoor toe te passen vormen van reclame. Per reclamedoel wordt bepaald waar dat specifieke doel wel of niet toelaatbaar is. De gemeente hanteert hiervoor de volgende indeling:

 

  • A.

    Naamsbekendheid van bedrijven en/of gebouw

    Bijvoorbeeld door de volgende middelen: gevelreclame, borden, uithangborden, vlaggen en banieren.

  • B.

    Het verwijzen naar de aanwezigheid van een bedrijf en/of gebouw

    Bijvoorbeeld door de volgende middelen: reclame aan lichtmasten, borden en speciale masten.

  • C.

    Reclame voor sociaal-maatschappelijke, culturele en gemeentelijke uitingen inclusief citymarketing en overige niet-commerciële doelen

    Bijvoorbeeld door de volgende middelen: Driehoeksborden/A0 formaat

  • D.

    Handelsreclame of commerciële reclame zoals het profileren van merken.

    Bijvoorbeeld door de volgende middelen: reclame op de winkelpui, uithangborden, reclame langs sportvelden, vitrines, billboards, (LED) displays, abriposters etc.

 

Matrix

In onderstaande matrix worden de vier reclamedoelen in verband gebracht met de verschillende gebiedsdelen die elk een eigen samenhangende karakteristiek hebben. Hiermee wordt per gebiedsdeel aangegeven voor welk(e) doel(en) reclame toelaatbaar is.

De uitkomsten zijn aangegeven in een matrix waarbij horizontaal de 4 verschillende reclamedoelen zijn aangegeven en verticaal de soorten gebieden. Deze matrix wordt gebruikt bij de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning en bij het handhavingsbeleid.

 

Tabel reclamedoelen per gebied

Doelen

 

Profileren merken via: D

Gebieden

Kenbaar maken gebouw/ bedrijf

 

A

Verwijzing naar gebouw/ bedrijf

 

B

Officiële Affichering

 

 

C

 

Ondernemers

 

Sport-organisaties

 

Gemeente

Woonwijken

(4 t/m 12)

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja”

Ja

Centrum (2)

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja”

Ja

Historische kern (1)

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja”

Ja

Historische linten (3)

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja”

Nee

Kantoor en bedrijven (13)

Ja

Ja

Nee

Ja

Ja”

Nee

Snel- en hoofdwegennet

structuur (14)

Ja

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja

Parken (15)

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja”

Nee

Polders (16)

Ja

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja”= uitsluitend naar binnen gericht; uitsluitend binnen de accommodatie. 

 

3.3 Criteria reclame-uitingen artikel 4:16 Apv

Met andere woorden: als de reclame-uiting aan onderstaande eisen voldoet, dan is deze reclame-uiting zonder nadere vergunning toegestaan.

 

Woonwijken (4 t/m 12)

  • >

    Voor gronden met een andere bestemming dan een woonbestemming is per gebouw één gevelaanduiding toegestaan.

    Hoogte: max. 0,5 m

    Breedte: max. 2,5 m

  • >

    Daarnaast per bedrijf één handelsnaam in gevelvlak: Hoogte max 0,4 m, breedte: max. 2,5 m.

    Indien loodrecht op de gevel: Hoogte: max 0,6 m, breedte: max 0,6 m

  • >

    Voor gronden met een woonbestemming is per woning met bedrijf aan huis of huisgebonden beroep één gevelaanduiding toegestaan.

    Hoogte: max. 0,5 m

    Breedte: max. 0,5 m

  • >

    Het oppervlak van gevelreclame mag niet meer zijn dan 5% van het totale geveloppervlak waarop de reclame is geplaatst.

  • >

    Voor wijk- en buurtcentra is per twee stramienen of 2 maal 25 m² geveloppervlak één naamaanduiding in het gevelvlak óf één naamaanduiding loodrecht op de gevel toegestaan.

    Indien loodrecht op de gevel: Hoogte: max 0,6 m, breedte: max 0,6 m

    In gevelvlak: Hoogte: max. 0.6 m, Breedte: max. 2.5 m. Aan de gevel van het gebouw op de bouwlaag op maaiveldniveau of tot max. 1,5 m op de bouwlaag daarboven met losse (doos) letters. 

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

Historische kern (1)

  • >

    Per gebouw zijn twee gevelaanduidingen toegestaan.

  • >

    Op een gebouw dat op een hoek staat, zijn twee aanduidingen per gevel toegestaan.

  • >

    In het gevelvlak mag de aanduiding maximaal 0.4 m x 2.5 m bedragen met losse (doos) letters, loodrecht op de gevel maximaal 0.4 x 0.4 meter.

  • >

    Per gebouw is één vlag toegestaan. Maximale lengte vlaggenstok 1.50 meter.

  • >

    Reclame op zonneschermen en markiezen zijn toegestaan als losse letters met naamsaanduiding van het bedrijf aan de onderzijde (de flap) van het scherm (volant).

  • >

    De reclame-uitingen bevinden zich tot max. 1 m op de bouwlaag op maaiveldniveau de begane grond zone, waarbij minimaal 0.25 m ruimte onder de ramen van de eerste verdieping moet overblijven

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

Historische linten (3)

  • >

    Per gebouw/bedrijf is één gevelaanduiding toegestaan. Het formaat daarvan mag niet groter zijn dan hoogte 0.6 m x breedte 2.5 m.

  • >

    Gebouwen/bedrijven met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1000 m2, mogen maximaal twee aanduidingen van hoogte 0.6 m x breedte 2.5 m aan de gevel hebben.

  • >

    Het oppervlak van gevelreclame mag nooit meer zijn dan 5% van het totale geveloppervlak waarop de reclame geplaatst is.

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

Centrum (2)

  • >

    Aantal: per twee stramienen of 2 maal 25 m² geveloppervlak één naamaanduiding in het gevelvlak óf één naamaanduiding loodrecht op de gevel.

    In gevelvlak: Hoogte: max. 0.6 m, breedte: max. 2.5 m. Aan de gevel van het gebouw op de bouwlaag op maaiveldniveau of tot max. 1,5 m op de bouwlaag daarboven.

    Indien loodrecht op de gevel: Hoogte: max. 0,65 m, breedte: max. 0,65 m

  • >

    Daarnaast per bedrijf één handelsnaam in gevelvlak: Hoogte max 0,4 m, breedte: max. 2,5 m.

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

Kantoor- en

bedrijventerreinen (13)

  • >

     Het aantal reclame-aanduidingen aan de gevel is afhankelijk van de grootte van de gevel of gevels die naar de openbare weg zijn gericht. Totaal geveloppervlak van de gevel(s) naar de direct aanliggende openbare weg:

    <500 m2: totaal twee gevelaanduidingen toegestaan.

    >500 m2 en < 1000 m2: totaal drie gevelaanduidingen toegestaan.

    >1000 m2: totaal vier gevelaanduidingen toegestaan.

  • >

    Een gevelaanduiding bedraagt max. 1 x 5 m. Het totaal aan reclame mag per bedrijf mag niet meer oppervlak innemen dan 10% van het totale geveloppervlak waarop de reclame geplaatst is.

  • >

    Bij bedrijfsverzamelgebouwen bestaande uit kantoorunits (gestapeld, gemeenschappelijke hoofdentree) gelden bovenstaande afmetingen en aantallen reclameaanduidingen.

  • >

    Bij bedrijfsverzamelgebouwen met bedrijfsunits (geschakeld, met eigen entree, unit gelegen op maaiveld of eventueel de verdieping daarboven) is één gevelaanduiding per bedrijfsunit toegestaan.

  • >

    Elk bedrijf groter dan 1000 m2 bruto vloeroppervlak mag één eigen naam voeren op het gebouw, naast de hoofdaanduiding van het bedrijfsverzamelgebouw. Een gevelaanduiding bedraagt max. 1 x 5 m.

  • >

    De gevelaanduiding is beperkt tot logo en naamsaanduiding van het bedrijf/gebouw.

  • >

    Geen gevelaanduidingen die merk- en productreclames bevat en geen gevelaanduidingen die niet aan het bedrijf en/of locatie gebonden zijn.

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

Snelweg , hoofdwegen

structuur en randstadrail (14)

  • >

     Merkreclame op de stations worden beoordeeld door de NS, HTM of Prorail.

  • >

     Voor kantoren en bedrijven gelegen in de hoofdwegenstructuur gelden dezelfde reclamecriteria als beschreven bij Kantoor- en bedrijventerreinen (13)

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

   

Parken (15)

  • >

    Eén naamaanduiding (max. hoogte 0.6 m x breedte 2.5 m) in de vorm van één gevelaanduiding, één bord of één banier per (verenigings)gebouw/ bedrijf

  • >

    Eén extra naamsaanduiding bij grote gebouwen van meer dan 1000 m2 bvo.

  • >

    Het totale oppervlak van de reclame mag niet groter zijn dan 5% van het geveloppervlak waarop de reclame geplaatst is.

  • >

    Handelsreclame dient altijd intern gericht te zijn.

  • >

    Bij horecabedrijven is naast de naamsaanduiding één gevelaanduiding met handelsreclame toegestaan. (max. hoogte 0.4 m x breedte 1 m)

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

Polders

(16)

  • >

    Eén naamaanduiding (max. hoogte 0.6 m x breedte 1.5 m) in de vorm van één gevelaanduiding, één bord of één banier per (verenigings)gebouw/ bedrijf.

  • >

    Een lichtreclame-uiting wordt altijd getoetst aan de Richtlijnen lichthinder.

 

 

3.3.1 Invulling begrippen op grond van artikel 4.16 Apv

 

Voor alle gebieden geldt de volgende invulling van de begrippen ‘hinder voor de omgeving’ of ‘in gevaar brengen van verkeer’ in ieder geval, maar niet limitatief, de volgende bepalingen:

Veiligheid : Bij het aanbrengen en plaatsen (inclusief veranderen) van reclame-uitingen

moet, uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, de uitgangen en

nooduitgangen van gebouwen en de doorgaande routes naar gebouwen

altijd vrijgehouden worden voor de hulpdiensten.

Toegankelijkheid : Er blijft altijd vrije doorgang voor het verkeer, inclusief scootmobielen,

rollators, kinderwagens, slechtzienden en hulpdiensten.

Beplakken ramen : ramen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg mogen maar beperkt

beplakt zijn: maximaal 5% van het glasoppervlak dat het bedrijf tot zijn

beschikking heeft.

 

3.4 Criteria vergunningplichtige reclame-aanduidingen

(artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a jo. artikel 2.10, eerste lid, aanhef en onder d, Wabo)

Met andere woorden voor reclame-uitingen die gezien worden als bouwwerken moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd. De aanvraag om een omgevingsvergunning wordt getoetst aan onderstaande criteria.

 

Woonwijken (4 t/m 12)

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame op de gevel van gebouwen met een woonbestemming gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota.

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame op de gevel van gebouwen met een bestemming, anders dan een woonbestemming, gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota als richtlijn, waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken zolang de afwijking niet in strijd is met de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

Historische kern (1)

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

Historische linten (3)

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

Centrum (2)

  • >

    Reclame wordt per bouwblok eenduidig qua vormgeving/afmeting en uitlijning aangebracht en moet qua afmeting in verhouding staan tot de totale gevelindeling. Op grote gevelvlakken boven de winkels zijn dus grotere reclame-uitingen mogelijk.

  • >

    Wanneer op de gevels voldoende ruimte boven het etalagevlak aanwezig is kan de reclame boven de etalage op het gevelvlak worden aangebracht. Daarbij moet de reclame qua grootte zijn afgestemd op de breedte van de winkelfaçade. Per bouwblok wordt gestreefd naar afstemming van de positionering en horizontale uitlijning van reclame om het gevelbeeld in balans te houden.

  • >

    Waar boven de winkelfaçade de gevel onvoldoende ruimte biedt, moet de reclame binnen het etalagevlak worden aangebracht. Bij dubbelhoge etalages wordt de reclame altijd binnen het etalagevlak aangebracht.

  • >

    Wanneer reclame op een blinde gevel wordt aangebracht wordt in principe gebruik gemaakt van 3D elementen als een toegevoegd element op het gevelvlak. Het gevelvlak blijft intact als achtergrond.

  • >

    Reclame buiten het gevelvlak (“vertical signage”) is toegestaan conform Shop & Designguide URW. Logo’s en bewegwijzering kunnen worden verlicht, maar niet door middel van lichtbakken.

  • >

    Een integrale gevelaanpassing in de vorm van een groene gevel, een LEDscherm of muurschildering wordt apart beoordeeld door de stadsbouwmeester.

Overig Centrum:

 

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota als richtlijn, waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken zolang de afwijking niet in strijd is met de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

Kantoor- en

bedrijventerreinen (13)

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota als richtlijn, waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken zolang de afwijking niet in strijd is met de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Eén vrijstaande reclamezuil bij de entree van het gebouw of perceel, hoogte max. 2,5 m en breedte max 1 m.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder .

Snelweg , hoofdwegen struc-

tuur En randstadrail (14)

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

Parken (15)

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

Polders

(16)

  • >

    Voor vergunningplichtige gevelreclame gelden de criteria zoals opgenomen in paragraaf [3.3] van deze Reclamenota.

  • >

    Voor overige reclame-uitingen gelden de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

  • >

    Voor aanvullende voorschriften over lichtreclame-uitingen wordt mede verwezen naar de Richtlijnen lichthinder.

 

3.4.1Reclamecriteria per gebiedsdeel

 

Per gebiedsdeel gelden de volgende algemene richtlijnen voor het toelaten van de onderstaande reclamedragers. Voorbeelden van verschillende vormen reclamedragers staan op bijlage B.

Gebied

A0

Rotonde

Abri

2m2

Lichtmast

reclame

Billboards

Reclame-mast

Woonwijken

Nee

Ja

Ja2

Nee

Nee

Nee

Centrum

Ja2

Ja

Ja2

Ja

Nee

Nee

Historische kern

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Historische linten

Nee

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Kantoor en bedrijven

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Nee

Snel- en hoofdwegen

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Parken

Nee

Nee

Ja2

Ja2

Nee

Nee

Polders

Nee

Nee

Ja2

Nee

Nee

Nee

 

Voor de overige vormen van reclamedragers die niet worden genoemd geldt dat de stadsbouwmeester deze beoordeelt op grond van de algemene criteria uit deel B van de Welstandsnota 2012.

 

3.4.2Nieuwe reclamevormen

Reclame is in beweging en door de jaren heen zijn er allerlei nieuwe vormen van reclame bijgekomen. Uiteraard blijft de reclamebranche zich verder ontwikkelen. Nieuwe vormen van vergunningplichtig buitenreclame waarin in deze reclamenota (nog) niet is voorzien beslist het college van B&W.

3.5 Handhaving

Handhaving vindt plaats zoals vastgelegd in het geldende “Vergunningen, Toezicht en Handhavingsbeleid”. Daarnaast zal er handhavend opgetreden worden bij een handhavingsverzoek.

Ten aanzien van de reclame-overeenkomsten worden er afspraken gemaakt met de exploitant. Houdt de exploitant zich niet aan de afspraken dan zal de exploitant hierop aangesproken worden.

3.6 Slotbepalingen

3.6.1Overgangsbepaling

  • a.

    Aanvragen om een omgevingsvergunning die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit beleid worden getoetst op grond van de reclamenota 2010.

  • b.

    Omgevingsvergunningen die zijn verleend voordat dit beleid in werking treedt, maar waarvan de reclame-aanduiding nog niet is gerealiseerd, blijven van kracht.

  • c.

    De reclame-aanduiding die op het moment dat dit beleid in werking treedt aanwezig is én voldoet aan het bepaalde in artikel 4:16 Apv dan wel is gerealiseerd overeenkomstig een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo, mag aanwezig blijven.

3.6.2Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Reclamenota 2019’

 

3.6.3Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking één dag na bekendmaking.

Ondertekening, Zoetermeer, 27 januari 2020

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

Ch.B. Aptroot

BIJLAGE A: Uitleg begrippen

Handelsreclame

In de Apv wordt onder handelsreclame het volgende verstaan: ‘iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen’. Uit deze formulering blijkt dat het slechts gaat om reclame voor commerciële doeleinden. De beleidsregels hebben niet alleen betrekking op handelsreclame zoals gedefinieerd in de Apv, maar ook op reclame van niet-commerciële aard, die zich bevindt in de openbare ruimte of vanuit de openbare ruimte zichtbaar is.

 

Reclame

Onder reclame wordt verstaan: ieder opschrift, aankondiging en/of mededeling met een commercieel of niet-commercieel belang aan, boven of zichtbaar vanaf de openbare weg en/of de openbare ruimte, ongeacht het gebruikte communicatiemiddel.

 

Uitstalling

Een los element dat voor een pand in de openbare ruimte wordt geplaatst om de aandacht te vestigen op de winkel of de onderneming die in dat pand is gevestigd of product dat in het pand verkrijgbaar is.

 

Gevelaanduiding

Reclame op, aan of tegen een gevel.

 

BIJLAGE B: diverse vormen reclamedragers

waarvan een groot aantal d.m.v. een contract onder nadere voorwaarden kunnen worden geplaatst.

BIJLAGE C: gebiedenkaart Welstandsnota


1

Op dit moment geldt er één vergunningstelsel namelijk o.g.v. de Wabo. De Apv kent geen vergunningstelsel. Hier gaat het om een algemene regel.

2

Alleen langs de doorgaande wegen in het betreffende gebiedsdeel