De raad van de gemeente Twenterand;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
Besluit vast te stellen de Bomenverordening Twenterand 2016
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, zoals vastgesteld op grond van artikel 1, vijfde lid, van de Boswet.
- 2.
bomen effect analyse: een standaard deskundige beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een boom of bomen.
- 3.
boom: een houtig opgaand gewas, zowel levend als afgestorven, met een stamomtrek van minimaal 100 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de stamomtrek van de dikste stam. In afwijking van het hiervoor gestelde kan de stamomtrek kleiner zijn dan 100 centimeter op 1,3 meter boven het maaiveld indien sprake is van een houtopstand in het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in deze verordening.
- 4.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens een planologische maatregel een functioneel zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
- 5.
dunnen: vellen dat dat uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd.
- 6.
houtopstand: één of meer bomen of boomvormers of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met de onder sub e. genoemde minimale stamomtrek.
- 7.
kandelaberen: het terugsnoeien van de kroon tot een hoofdstam met takstompen.
- 8.
kappen: het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de houtopstand.
- 9.
rooien: het geheel verwijderen van het boven- en ondergrondse deel van de houtopstand.
- 10.
vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen en knotten; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
Artikel 2 Verbodsbepaling
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders een houtopstand te vellen of te doen vellen.
- 2.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor:
- a.
Bomen met een stamomtrek van minder dan 100 centimeter, gemeten op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld, tenzij het bomen betreffen die in het kader van een herplantplicht zijn geplant of waarop een instandhoudingsplicht rust;
- b.
Bomen, ongeacht de stamomtrek, op een bouwperceel met een oppervlakte kleiner dan 300 vierkante meter, tenzij het bomen betreffen die in het kader van een herplantplicht zijn geplant of waarop een instandhoudingsplicht rust;
- 3.
Het in het eerste lid gesteld verbod geldt verder niet voor houtopstanden buiten de bebouwde kom in de zin van de Boswet, indien het betreft:
- a.
Populieren en wilgen als wegbeplantingen en éénrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, tenzij deze zijn geknot;
- b.
Vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;
- c.
Fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;
- d.
- e.
Houtopstand welke een zelfstandige eenheid vormt en ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan tien are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen bevat dan twintig.
- 4.
Het in het eerste lid gesteld verbod geldt tevens niet voor:
- a.
Houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van het college van burgemeester of wethouders. De in deze verordening opgenomen bepalingen betreffende herplant/instandhouding/compensatie blijven wel van toepassing;
- b.
Houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld;
- c.
Het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van regulier onderhoud;
- d.
Het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheersmaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van regulier onderhoud.
Artikel 3 Aanvraag
- 1.
De vergunningaanvraag moet worden aangevraagd door, namens of met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht, of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken. Bij mandeligheid moet de vergunningaanvraag worden aangevraagd door alle eigenaren.
- 2.
De vergunningaanvraag moet schriftelijk dan wel elektronisch worden ingediend.
- 3.
De vergunningaanvraag moet gemotiveerd zijn onder bijvoeging van een situatieschets op bruikbare schaal.
- 4.
Als de vergunningaanvraag tot vellen als gevolg van een verondersteld verminderde stabiliteit en/of vitaliteit van de houtopstand wordt ingediend, kan de aanvrager verplicht worden de aanvraag te voorzien van een deskundigenrapportage welke aantoont dat de verminderde vitaliteit of stabiliteit de kap rechtvaardigt.
- 5.
Indien de vergunningaanvraag wordt ingediend als gevolg van een bouw- of renovatieproject waarbij werkzaamheden nabij te behouden bomen plaats gaan vinden, kan de aanvrager verplicht worden de aanvraag te voorzien van een bomen effect analyse. Deze rapportage moet aantonen dat de te behouden bomen in de betrokken omgeving duurzaam behouden zullen blijven alsmede de wijze waarop dat gebeurt.
- 6.
Indien de vergunningaanvraag als gevolg van een bouw- of renovatieproject aangevraagd wordt, kan de aanvrager verplicht worden de aanvraag te voorzien van een herplantplan dat aantoont op welke wijze de aanvrager zal voldoen aan de herplantplicht.
- 7.
De aanvrager kan verplicht worden een natuurtoets te overhandigen inzake de aan- of afwezigheid van negatieve gevolgen van de voorgenomen kap op beschermde plant- of diersoorten.
Artikel 4 Weigeringsgronden
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning voor het vellen van een houtopstand enkel en alleen weigeren op grond van:
- a.
- b.
- c.
De waarde voor het dorpsschoon;
- d.
De cultuurhistorische waarde;
- e.
- f.
Artikel 5 Vergunningvoorschriften
Het college van burgemeester en wethouders kan voorschriften aan de vergunning verbinden ter bescherming van de in artikel 4 genoemde waarden.
Artikel 6 Herplantplicht/Instandhouding/Compensatie
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning het voorschrift verbinden dat binnen een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen termijn en overeenkomstig door het college van burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen wordt herplant.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat herplant geschiedt met houtopstand die vergelijkbaar is met de gevelde houtopstand.
- 3.
Als herplant niet tot de mogelijkheden behoort, kan aan de vergunning het voorschrift worden verbonden dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijk bomenfonds.
- 4.
Bij voorgeschreven herplant kan worden aangegeven binnen welke termijn en op welke wijze niet aangeslagen beplanting moet worden vervangen.
- 5.
Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.
Artikel 7 Gevaarzetting
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 kan de burgemeester toestemming geven tot direct vellen van houtopstand, indien sprake is van acuut gevaar of een daarmee vergelijkbare situatie van spoedeisend belang van openbare orde of veiligheid (noodkap).
Artikel 8 Intrekking
Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning geheel of gedeeltelijk intrekken op basis van de volgende gronden:
- 1.
Als binnen één jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt van de vergunning;
- 2.
Indien onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt ter verkrijging van de vergunning;
- 3.
Indien na het verlenen van de vergunning, op grond van verandering van inzichten of omstandigheden, (gedeeltelijke) intrekking noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan vergunning is verleend;
- 4.
Als geen sprake is van nakoming van de aan de vergunning verbonden voorschriften en/of beperkingen;
- 5.
Als de houder of rechthebbende om (gedeeltelijke) intrekking verzoekt.
Artikel 9 Aanschrijvingsbevoegdheid
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan de zakelijk gerechtigde dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is tot een houtopstand, waarop het verbod van vellen van toepassing is en die zonder vergunning is geveld of op andere wijze teniet is gegaan, aanschrijven om tot herplant over te gaan.
- 2.
Het eerste lid is tevens van toepassing op een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of vanwege gevaarzetting als bedoeld in artikel 7.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders kan de zakelijk gerechtigde dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is tot een houtopstand, waarbij het verbod tot vellen van toepassing is en die ernstig in zijn voortbestaan wordt bedreigd, aanschrijven tot het treffen van voorzieningen waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
- 4.
Het college van burgemeester en wethouders kan de zakelijk gerechtigde tot een houtopstand, die op de bomenlijst staat, aanschrijven om een bomen effect analyse op te stellen en aan te bieden aan het college van burgemeester en wethouders indien aannemelijk is dat een voorgenomen bouw of aanleg gevolgen heeft voor de duurzame instandhouding van die houtopstand.
- 5.
Artikel 6 is overeenkomstig van toepassing op een aanschrijving.
Artikel 10 Bestrijding van boomziekten
- 1.
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college van burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
- a.
- b.
Conform de richtlijnen van de gemeente de gevelde boom direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.
- 2.
Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.
- 3.
Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.
Artikel 11 Schadevergoeding
Het college van burgemeester en wethouders beslist op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 van de Boswet.
Artikel 12 Afstand van de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 2 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters.
Artikel 13 Strafbepaling
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.
Artikel 14 Opsporing
Met de opsporing van de in deze verordening genoemde strafbaar gestelde feiten zijn behalve de ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Artikel 15 Toezicht
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.
Artikel 16 Intrekking oude regeling
De bomenverordening Twenterand 2010 wordt ingetrokken.
Artikel 17 Overgangsrecht
- 1.
Vergunningen die zijn verleend onder werking van de bomenverordening Twenterand 2010 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.
- 2.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de bomenverordening Twenterand 2010 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop de bomenverordening Twenterand 2010 toegepast.
- 3.
Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de bomenverordening Twenterand 2010 wordt beslist met toepassing van deze verordening.
Artikel 18 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Artikel 19 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Bomenverordening Twenterand 2016”.
Vriezenveen, 4 oktober 2016
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,
drs. R.J.M. Ros, ir C.L. Visser