Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Drents Overijsselse Delta

Besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit waterschap drents overijsselse delta 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Drents Overijsselse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBesluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit waterschap drents overijsselse delta 2020)
CiteertitelMandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2018.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 84, eerste lid, van de Waterschapswet
  4. artikel 95 van de Waterschapswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-01-202017-03-2021nieuwe regeling

03-12-2019

wsb-2020-47

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit waterschap drents overijsselse delta 2020)

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta;

 

overwegende dat het ter bevordering van een doelmatige en adequate behandeling en afdoening van zaken nodig en wenselijk is een aantal bevoegdheden van het dagelijks bestuur te mandateren of in volmacht te verlenen aan de secretaris-directeur

 

overwegende dat het ter bevordering van een doelmatige en adequate behandeling en afdoening van zaken nodig en wenselijk is dat de dijkgraaf een aantal machtigingen verleent;

 

gelet op de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 84, lid 1 en 95 van de Waterschapswet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020.

 

Begripsbepalingen

Artikel 1  

Dit besluit verstaat ondermandaat: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur besluiten te nemen als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Algemene bepalingen

Artikel 2  

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    volmacht om namens het dagelijks bestuur privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • b.

    machtiging om namens het dagelijks bestuur handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3  

  • 1.

    De gemandateerde rapporteert aan het dagelijks bestuur over de uitoefening van bevoegdheden op grond van dit besluit zoveel als dit, gelet op de aard en inhoud van de betreffende aangelegenheid waarvoor de bevoegdheid wordt uitgeoefend, noodzakelijk is.

  • 2.

    (Potentieel) bestuursgevoelige zaken worden vooraf altijd ter kennisname voorgelegd aan het dagelijks bestuur.

     

Mandaat en machtiging

Artikel 4  

Het dagelijks bestuur verleent mandaat aan de secretaris-directeur in die zaken die zijn weergegeven in de als bijlage 1 opgenomen mandateringslijst.

Artikel 5  

  • 1.

    Het dagelijks bestuur machtigt de medewerkers die werkzaam zijn in de in bijlage 2 opgenomen functies tot vertegenwoordiging van zijn college ter hoorzitting of terechtzitting met betrekking tot bestuursrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend 1 ;

  • 2.

    De dijkgraaf machtigt de medewerkers van het waterschap die werkzaam zijn in de in bijlage 2 opgenomen functies, tot vertegenwoordiging van het waterschap in civielrechtelijke, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend 2 .

Artikel 6  

Onder de uitoefening van de in dit besluit genoemde bevoegdheden wordt mede verstaan het nemen van alle voorbereidingsbesluiten en het verrichten van alle voorbereidingshandelingen.

Artikel 7  

De gemandateerde neemt bij het uitvoeren van de in dit besluit genoemde bevoegdheden de instructies in acht die worden gegeven door het dagelijks bestuur.

Artikel 8  

In geval van afwezigheid van de secretaris-directeur aan wie krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de daartoe aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 9  

De gemandateerde ondertekent het genomen besluit als volgt:

 

Hoogachtend,

namens het dagelijks bestuur,

 

 

 

(naam en functie van de gemandateerde)

 

 

Instemming

Artikel 10

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de dijkgraaf de secretaris-directeur aan wie overeenkomstig artikel 4 mandaat is verleend (zie bijlage 1)  en de medewerkers aan wie overeenkomstig het Besluit ondermandaat Waterschap Drents Overijsselse Delta ondermandaat is verleend, machtigt om overeenkomsten te ondertekenen waarvoor zij zelf het voorbereidingsbesluit mogen nemen. De machtiging van de dijkgraaf is toegevoegd als bijlage 3.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de dijkgraaf het afdelingshoofd Vergunningen, handhaving en grondzaken en het afdelingshoofd Financiën en juridische zaken, machtigt tot het vertegenwoordigen van het waterschap bij het transport van notariële akten (bijlage 3).

Artikel 11

Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de dijkgraaf de in bijlage 2 opgenomen medewerkers machtigt tot vertegenwoordiging van het waterschap in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend.

Inwerkingtreding en titel

Artikel 12  

  • 1.

    Het Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2018, zoals vastgesteld door het dagelijks bestuur op 5 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van dit artikel genoemde datum.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de vergadering van 3 december 2019.

P.A. Zoon,

Waarnemend dijkgraaf

ir. E. de Kruijk,

Secretaris-directeur

Bijlage 1 Mandateringslijst Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020 (mandaat en volmacht van het DB aan secretaris-directeur)

Bijlage 1 bij het Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020

 

Nr.

Bevoegdheid

 

Programma’s

 

 

1.

Vaststellen programmaplannen en organiseren uitvoering programmaplannen als bedoeld in het rapport Hoofdlijnen van het organisatiemodel GSRW zoals vastgesteld op 17 februari 2015 en voortvloeiend uit de vastgestelde programmabegroting voor het betreffende jaar

 

 

 

Omgeving

 

 

2.

Het voeren van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures en het instellen van alle rechtsmiddelen , in alle instanties zowel eisend als verwerend, en het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures

3.

Het uitoefenen van het recht van bezwaar en beroep en het indienen van inspraakreacties op (concept-) tegen besluiten of handelingen van bestuursorganen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend.

4.

Het nemen van:

  • -

    een verdagingsbesluit;

  • -

    een besluit tot het verlenen van een termijn voor het herstellen van een verzuim;

  • -

    een besluit tot kennelijk niet-ontvankelijk verklaren op grond van artikel 6:6 Algemene wet bestuursrecht.

5.

Het besluiten tot aansprakelijk stellen van personen of rechtspersonen.

6.

Het besluiten op verzoeken om schadevergoeding of nadeelcompensatie tot een bedrag van € 125.000,- (incl. b.t.w) per geval.

7.

Het besluiten op aanvragen van vergunningen en de handhaving daarvan (inclusief het besluiten tot het gedogen van een overtreding en het ambtshalve verlenen danwel wijzigen van een vergunning).

8.

Het nemen van handhavingsbesluiten op grond van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

9.

Aanvragen van vergunningen.

10.

Besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, en het daartoe vaststellen van een projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet, waarvan geen wijziging van betekenende mate van de bestaande waterstaatkundige situatie is te verwachten en waarvan het realiseren ervan niet maatschappelijk gevoelig ligt1.

11.

Het afhandelen van klachten. Hieronder valt ook het beslissen over de afhandeling van een klacht na advies van een klachtadviescommissie.

12.

Het besluiten op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en het besluiten op verzoeken op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens dan wel Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

 

 

 

Financiën

 

 

13.

Het besluiten tot het doen van nieuwe en vervangingsinvesteringen ten behoeve van infrastructuur en bedrijfsvoering, die in de investeringslijst bij de begroting door het algemeen bestuur zijn aangewezen om te worden afgedaan bij of krachtens het dagelijks bestuur en waarvan het dagelijks bestuur (door tweede oormerking van de lijst) vervolgens heeft bepaald dat deze mogen worden afgedaan door de secretaris-directeur.

14.

Het besluiten omtrent het gunnen van opdrachten (inclusief het selecteren van inschrijvers), het aangaan van verplichtingen en het afsluiten van contracten tot een bedrag van € 5.000.000,- (inclusief b.t.w.)

15.

Aanwenden van het exploitatiebudget per programma tot het maximum van de netto-lasten, zoals opgenomen in de door het AB vastgestelde programmabegroting.

16.

Aanwenden van de in een voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma beschikbaar gesteld investeringskrediet opgenomen reservering voor voorziene risico’s.

17.

Het doen van een subsidieverzoek aan derden.

18.

Het afsluiten van geldleningen binnen de kaders vastgelegd in het treasurystatuut.

19.

Het aanpassen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid indien veranderde wet- en regelgeving (inclusief rechtspraak) deze aanpassingen vereisen. Het algemeen bestuur dient over deze aanpassingen te worden geïnformeerd.

 

 

 

Personeel

 

 

20.

Inrichten organisatiemodel.

21.

Het vaststellen van generieke functiebeschrijvingen als bedoeld in de cao Werken voor waterschappen (cao)

22.

Het vaststellen van personele regelingen, zoals het personeelshandboek.

23.

Het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met ambtenaren van het waterschap (met uitzondering van de directieleden).

24.

Overige besluiten op grond van het voor het waterschap geldende personeelshandboek.

 

 

 

Eigendommen

 

 

25.

Het besluiten tot het verrichten van (on)roerende zaak transacties tot en met een bedrag van € 250.000,-.

26.

Het besluiten tot het in gebruik geven/nemen, (ver)huren of verpachten van onroerende zaken. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas.

27.

Het besluiten tot het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten of het op een ander wijze verlenen van toestemming of de intrekking daarvan.

 

 

 

Bedrijfsvoering

 

 

28.

Digitale gegevenslevering derden.

29.

Het nemen van alle noodzakelijke besluiten in de vergadering van de Vereniging van Eigenaren ten aanzien van het pand dokter van Deenweg 186 te Zwolle.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de vergadering van 3 december 2019

 

 

P.A. Zoon,

Waarnemend dijkgraaf

 

 

ir. E. de Kruijk

Secretaris-directeur

Bijlage 2 behorend bij het mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020

 

Vertegenwoordiging in rechte3.Machtiging dijkgraaf plus instemming DB

 

Het dagelijks bestuur dan wel de dijkgraaf, ieder voor zover bevoegd, machtigt de in deze bijlage opgenomen functionarissen die de functies adviseur juridische zaken (B, C en D) tot vertegenwoordiging van het waterschap in civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures, bij alle instanties zowel eisend als verwerend. Het begrip vertegenwoordiging omvat niet alleen de bevoegdheid om het woord te voeren bij de rechter, maar ook alle handelingen die nodig zijn ten aanzien van een bepaalde procedure, zoals het ondertekenen en insturen van correspondentie en het indienen van een verweerschrift.

 

Het dagelijks bestuur en de dijkgraaf stemmen met bovenstaande machtiging in.

 

Ter informatie: De personen die de functies adviseur juridische zaken (B, C en D) vervullen binnen Waterschap Drents Overijsselse Delta zijn bevoegd (een bestuursorgaan van) het waterschap te vertegenwoordigen. Dit zijn thans Nynke de Lange, Koos Klooster, Judith Kruidhof, Andrea Westendorp, Claire Jansen op de Haar en Carolien de Vries.

 

Zwolle, 3 december 2019

 

 

 

P.A. Zoon

Waarnemend dijkgraaf

 

 

Het dagelijks bestuur,

 

 

 

Ir. E. de Kruijk

Secretaris-directeur

 

P.A. Zoon

waarnemend dijkgraaf

Bijlage 3 behorend bij het mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020

 

Machtiging ondertekening overeenkomsten en transport notariële akten

 

De dijkgraaf machtigt de secretaris-directeur aan wie overeenkomstig artikel 4 van het Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020 mandaat is verleend en de medewerkers aan wie overeenkomstig het Besluit ondermandaat Waterschap Drents Overijsselse Delta ondermandaat is verleend tot het ondertekenen van overeenkomsten waarvoor zij zelf het voorbereidingsbesluit mogen nemen.

 

De dijkgraaf machtigt het afdelingshoofd Vergunningen, handhaving en grondzaken en het afdelingshoofd Financiën en juridische zaken, tot het vertegenwoordigen van het waterschap bij het transport van notariële akten. Onder deze machtiging is tevens de bevoegdheid begrepen om ondermachtiging te verlenen aan iedere medewerker van een door het waterschap ingeschakeld notariskantoor ten behoeve van passering van notariële akten.

 

Het dagelijks bestuur heeft door middel van vaststellen van het Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2020 (artikel 9) met bovenstaande machtigingen ingestemd.

 

Zwolle, 3 december 2019

 

 

 

P.A. Zoon

Waarnemend dijkgraaf

TOELICHTING

 

Algemene toelichting

 

Mandaat

Onder mandaat wordt ingevolge artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verstaan de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

 

Een besluit is ingevolge artikel 1:3 van de Awb een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Van een publiekrechtelijke rechtshandeling is sprake indien een bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent van publiekrechtelijke aard. Een beslissing is van publiekrechtelijke aard indien zij is gebaseerd op een wettelijk voorschrift en strekt tot uitvoering van een wettelijke taak. Voorbeelden van publiekrechtelijke handelingen zijn het verlenen van vergunningen of ontheffingen, het nemen van dwangsombeschikkingen of beschikkingen bestuursdwang, het verlenen van subsidies, maar ook het vaststellen van verordeningen of beleidsregels.

 

Het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is óók publiekrechtelijk. Het sluiten van de overeenkomst zelf is privaatrechtelijk. Bij een overheidsorgaan is het echter bijna altijd zo dat vóór het sluiten van de overeenkomst het bestuur een besluit neemt hiertoe over te gaan, bijvoorbeeld in een projectplan.

 

De mandaatgever, het dagelijks bestuur, blijft overigens bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).

 

Volmacht

Volmacht heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen. In het algemeen is bij privaatrechtelijke rechtshandelingen het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing. Voorbeelden van privaatrechtelijke handelingen zijn het sluiten van een overeenkomst (contract), het transport van een notariële akte, het vestigen van een zakelijk recht, het aanbesteden van een werk, het kopen van een computer.

 

In sommige gevallen neemt het waterschap als (publiekrechtelijke) rechtspersoon volgens het privaatrecht deel aan het maatschappelijk verkeer (zoals ieder ander natuurlijke of rechtspersoon), bijvoorbeeld bij een aanbesteding. Voor het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling is het nodig dat een persoon van vlees en bloed voor de rechtspersoon optreedt. De gevolmachtigde handelt dan niet namens een bestuursorgaan (bijvoorbeeld dagelijks bestuur), maar namens de (publiekrechtelijke) rechtspersoon waterschap Drents Overijsselse Delta.

 

Bij mandaat handel je dus in naam van het bestuursorgaan, bijvoorbeeld het dagelijks bestuur. En bij volmacht handel je dus namens de rechtspersoon WDODelta.

 

Machtiging

De machtiging heeft betrekking op andere handelingen dan een publiekrechtelijke handelingen (een besluit) of een privaatrechtelijke rechtshandeling. Het betreft feitelijke handelingen niet gericht op enig rechtsgevolg. Voorbeelden zijn het schrijven en verzenden van een nieuwsbrief, het in ontvangst nemen van stukken aan de balie, het deelnemen aan een overleg, het horen en het doen van mededelingen. Onder machtiging wordt ook verstaan de bevoegdheid tot vertegenwoordiging in rechte.

 

De regels van mandaat zoals deze gelden volgens de Awb zijn ook van toepassing op volmacht en machtiging (artikel 10:12 Awb). Dit kan met zich brengen dat sommige bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van de volmacht opzij kunnen worden gezet door de regeling in de Awb.

 

Een gegeven mandaat, volmacht of machtiging is een bevoegdheid en schept voor de ambtenaar géén verplichting om er gebruik van te maken. Te allen tijde kan beslist worden om in een bepaalde aangelegenheid géén gebruik te maken van het gegeven mandaat, volmacht of machtiging. De beslissing kan dan aan het dagelijks bestuur worden voorgelegd. (Potentieel) bestuursgevoelige zaken moeten vooraf altijd ter kennisname voorgelegd worden aan het dagelijks bestuur. Het staat de gemandateerde ambtenaar vrij om geen gebruik te maken van de gegeven bevoegdheid en de zaak niet alleen ter kennisname voor te leggen, maar om het dagelijks bestuur te laten beslissen.

 

Juridisch gezien zou er onderscheid gemaakt moeten worden tussen bovengenoemde figuren mandaat, volmacht en machtiging. In het dagelijks spraakgebruik lopen deze figuren doorgaans door elkaar. We hebben er daarom voor gekozen om een in de regeling slechts te spreken van mandaat en machtiging. Waarbij in sommige gevallen onder mandaat ook volmacht kan zijn begrepen.

 

In het voorliggende mandaatbesluit worden beslissingsmandaten verleend. Dit houdt in dat de gemandateerde zélf de besluiten neemt (en niet bijvoorbeeld een besluit genomen door het dagelijks bestuur alleen ondertekent).

 

Hoofdregel is: géén bevoegdheden zonder budgethouderschap. De financiële mandaten gelden alléén voor budgethouders.

 

Het is vanuit beheersoogpunt niet wenselijk om financiële bevoegdheden te mandateren bij medewerkers die zelf geen budgethouder zijn. Bovendien kun je niet beslissen over geld als je niet zelf ook over het budget beschikt.

 

Het mandaat is beperkt voor zover er in de exploitatiebegroting budget beschikbaar is. Het bestuur van het waterschap neemt dan een besluit tot het beschikbaar stellen van een krediet.

 

Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het voeren van het dagelijks beheer over de financiën en zaken die bij het waterschap in eigendom, beheer of onderhoud zijn, binnen het totaal van de begroting. Daarnaast is het dagelijks bestuur bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten betreffende het dagelijks beheer in het kader van de taken van het waterschap.

 

Voor die onderwerpen waarvoor het dagelijks bestuur niet bevoegd is tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (dus niet zijnde het dagelijks beheer), is het algemeen bestuur bevoegd.

 

Het algemeen bestuur heeft aan het dagelijks bestuur de bevoegdheid gedelegeerd tot het nemen van bepaalde investeringsbesluiten. Over het algemeen zijn dit investeringen met betrekking tot bedrijfsvoering of investeringen van een geringe omvang. De investeringen die het betreft zijn in de ‘mandateringslijst voorgenomen investeringen’ bij de meerjarenbegroting aangegeven.

 

In de ‘mandateringslijst voorgenomen investeringen’ geeft het dagelijks bestuur op zijn beurt aan welke investeringen worden doorgelegd naar de sectaris-directeur.

 

Voor investeringen is, naast het vaststellen van de programmabegroting, een aparte kredietaanvraag nodig. Is het krediet verstrekt, dan geldt dat, via de mandateringslijst en de betreffende regeling voor de organisatie van het financieel beheer, het verstrekte krediet kan worden besteed door de budgethouder. Met het verlenen van het krediet wordt tegelijkertijd volmacht verleend voor het uitvoeren van de privaatrechtelijke rechtshandeling. Het besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling is onderdeel van het besluit tot het verlenen van het krediet.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

In dit artikel wordt het begrip mandaat. Voor het begrip mandaat is aangesloten bij de omschrijving in artikel 10:1 van de Awb.

 

Artikel 2

In dit artikel is bepaald dat onder mandaat mede volmacht en machtiging moet worden verstaan.

 

Artikel 3

Artikel 10:6, tweede lid, van de Awb bepaalt dat de gemandateerde aan de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen verschaft over de uitoefening van de bevoegdheid. Dit wordt geregeld in artikel 2. Gelet op artikel 10:12 van de Awb is het bovenstaande ook van toepassing op de verleende machtigingen.

 

In artikel 3 van dit besluit ziet op een actieve informatieverstrekking over de uitvoering van de gedelegeerde bevoegdheden. Met name kan hierbij gedacht worden aan informatieverstrekking over genomen besluiten/gedane handelingen met betrekking tot lopende gerechtelijke procedures, aanbestedingen, klachten, etc.

 

Artikel 4

De gevallen waarin het dagelijks bestuur mandaat of volmacht verleent, zijn te vinden in de bij dit besluit behorende mandateringslijst (bijlage 1). Het dagelijks bestuur verleent alléén mandaat of volmacht aan de secretaris-directeur.

 

Mandaat aangaan, wijzigen en beëindigen arbeidsovereenkomsten

Memorie van Toelichting Wnra, vergaderjaar 2018-2019, 35073 nr. 3, pagina 13: ‘Sinds 1 januari 2020 is als gevolg van de Wet Normalisering rechtspositie ambtenaren het privaatrecht op deze rechtsverhouding van toepassing. In de Waterschapswet is, behalve met betrekking tot de secretaris-directeur, niet expliciet geregeld welk bestuursorgaan bevoegd is tot benoeming, schorsing en ontslag van ambtenaren. Dit kan worden beschouwd als een dagelijkse aangelegenheid als bedoeld in artikel 84, eerste lid, van de Waterschapswet, zodat het dagelijks bestuur daartoe bevoegd is. Omdat het dagelijks bestuur belast is met de dagelijkse aangelegenheden van het waterschap, is het bevoegd daartoe de voorbereidende besluiten te nemen. Dat geldt na inwerkingtreding van de Wnra ook voor het besluiten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met de ambtenaren van het waterschap. De voorzitter van het waterschap, die is van het dagelijks bestuur en het waterschap in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 95 Waterschapswet) voert die besluiten vervolgens uit door de arbeidsovereenkomsten aan te gaan. Via het verlenen van een volmacht kan deze bevoegdheid bij een ambtenaar (bijvoorbeeld de secretaris-directeur) gelegd worden.’

 

Via deze regeling wordt de volmacht hiertoe bij de secretaris-directeur gelegd.

 

Het dagelijks bestuur blijft overigens bevoegd een gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).

 

Artikel 5

Procedures voor de bestuursrechter hebben betrekking op besluiten (en aan besluiten gelijkgestelde rechtshandelingen) van bestuursorganen. Niet het waterschap, maar het bestuursorgaan (meestal het dagelijks bestuur) dat het besluit heeft genomen is dan ook partij in een bestuursrechtelijke procedure. Dit betekent dat voor de vertegenwoordiging van het bestuursorgaan ter terechtzitting altijd een machtiging noodzakelijk is. In dit artikel draagt het dagelijks bestuur zijn vertegenwoordiging in bestuursrechtelijke procedures op aan een aantal medewerkers van het waterschap. Er wordt feitelijk een doorlopende machtiging gegeven.

 

Soms treedt het waterschap juist als rechtspersoon op (bij de civiele rechter). In dat geval is een machtiging van de dijkgraaf vereist. Dit is geregeld in lid 2 van dit artikel. Het dagelijks bestuur stemt hiermee in via artikel 10. Deze constructie vloeit overigens voort uit de Waterschapswet (art. 95).

 

Artikel 6

Bij de uitoefening van het in artikel 6 verleende mandaat gaat het bijvoorbeeld om de volgende voorbereidingsbesluiten en voorbereidingshandelingen in het kader van de Awb:

 

  • a.

    verzoeken om een schriftelijke machtiging voor de vertegenwoordiging of bijstand door een derde (2:1, lid 2);

  • b.

    doorzenden of terugzenden van geschriften (artikel 2:3);

  • c.

    zenden van een bewijs van ontvangst (artikel 3:18, lid 2, 4:3a);

  • d.

    verzoeken om aanvullende informatie, dan wel een vertaling of samenvatting (4:5);

  • e.

    het stellen van termijnen (artikel 3:6, lid 1 (wettelijk adviseur), artikel 3:18, lid 2 (verlening beslistermijn), 4:5 (aanvraag), 4:14 (beslistermijn);

  • f.

    al dan niet horen van aanvragers en belanghebbenden (4:7, 4:8 4:11, 4:12);

  • g.

    het bekendmaken en ter inzage leggen van ontwerpen van te nemen besluiten en genomen besluiten en de eventuele toezending daarvan alsmede de bijbehorende mededeling (3:11, lid 1, 3:12, lid 1, 3:13, lid 1, 3:41, 3:42, 3:43, 4:5, lid 4, 4:8);

  • h.

    het maken van verslagen van mondeling naar voren gebrachte zienswijzen (3:17, 4:7, 4:8, 4:9);

  • i.

    het voeren van correspondentie, die direct samenhangt met het verleende mandaat of de verleende machtiging.

 

 

Formeel gaat aan iedere privaatrechtelijke rechtshandeling een publiekrechtelijk (voorbereidings)besluit vooraf (denk aan artikel 8:3 van de Awb). Er wordt mandaat/volmacht verleend voor zowel het benodigde besluit ter voorbereiding van de privaatrechtelijke rechtshandeling als voor de rechtshandeling zelf.

 

 

Artikel 7

Artikel 10:6, eerste lid, van de Awb maakt het mogelijk dat de mandaatgever aan de gemandateerde instructies geeft ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Van deze mogelijkheid is in dit besluit in bepaalde gevallen gebruik gemaakt. Daarnaast kan de mandaatgever ook aan de hand van later vastgestelde beleidsregels instructies geven.

 

 

Artikel 9

Dit vloeit voort uit artikel 10:10 Awb.

 

 

Artikel 10 en 11

Artikel 95 van de Waterschapswet (Wsw) luidt: “De voorzitter vertegenwoordigt het waterschap in en buiten rechte. Hij kan met instemming van het Dagelijks Bestuur de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.”

 

 

De vertegenwoordiging door de voorzitter, waarover het in artikel 95 van de Wsw gaat, heeft in eerste instantie betrekking op gevallen waarin het waterschap als (publiekrechtelijke) rechtspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht. Ook het vertegenwoordigen van het waterschap in civielrechtelijke, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedures (de ‘vertegenwoordiging in rechte’) valt hieronder.

 

 

Artikel 95 van de Waterschapswet verleent de voorzitter niet de bevoegdheid om het algemeen of dagelijks bestuur van het waterschap te vertegenwoordigen in die gevallen waarin deze bestuursorganen als partij optreden in een bestuursrechtelijke procedure (wat meestal het geval is). Het bestuursorgaan is dan zelf partij en machtigt zelf de personen die haar vertegenwoordigen. Dit is geregeld in artikel 5.

 

 

In artikel 4, lid 2 draagt de dijkgraaf de vertegenwoordiging van het waterschap in civiel­rechtelijke, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedures, voor zover er geen sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat, op aan een aantal medewerkers van het waterschap. Het dagelijks bestuur stemt via artikel 10 tegelijkertijd in met deze machtiging. Op deze manier wordt voldaan aan artikel 95 van de Wsw.

 

 

De vertegenwoordigingsbevoegdheid van de voorzitter houdt niet in dat de voorzitter beslissingsbevoegd is inzake privaatrechtelijke rechtshandelingen. Het daartoe be­voegde bestuursorgaan neemt het besluit tot het verrichten van de privaatrechtelijke rechtshandeling (voorbereidingsbesluit) en de voorzitter geeft uitvoering aan dit besluit.

 

 

Artikel 10 en artikel 11 vormen nu het sluitstuk. De dijkgraaf machtigt de ambtenaren aan wie mandaat is verleend tot vertegenwoordiging van het waterschap bij het uitoefenen van hun mandaat.

 


1

Het begrip vertegenwoordiging omvat niet alleen de bevoegdheid om het woord te voren bij de rechter, maar ook alle handelingen die nodig zijn ten aanzien van een bepaalde procedure, zoals het ondertekenen en insturen van correspondentie en het indienen van een verweerschrift.

2

Zie eerste noot.

1

Als het gaat om een wijziging van betekende mate en het maatschappelijk gevoelig ligt, blijft het een bevoegdheid van het AB.