Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Treasurystatuut gemeente Kampen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut gemeente Kampen
CiteertitelTreasurystatuut gemeente Kampen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Treasurystatuut gemeente Kampen vastgesteld op 19 juli 2011 wordt met ingang van 1 januari 2020 ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet financiering decentrale overheden
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Actueel/Kampen/CVDR608645_1.html

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020nieuwe regeling

10-12-2019

gmb-2019-303492

39987-2019

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut gemeente Kampen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van 26 november 2019, kenmerk 39987-2019,

gelet op de Wet financiering decentrale overheden met uitvoeringsregelingen, de Financiële verordening gemeente Kampen en het Organisatiestatuut gemeente Kampen,

besluiten vast te stellen het

Treasurystatuutgemeente Kampen.

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;

  • -

    financiële instellingen: kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen, gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER), en onder Nederlands of anderszins EER-toezicht vallen, zoals De Nederlandsche Bank;

  • -

    geldstromenbeheer: al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • -

    kasgeld: kortlopende leningen zonder tussentijdse aflossingen tegen veelal specifieke voorwaarden en met een looptijd van maximaal 1 jaar;

  • -

    kasgeldlimiet: een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Medium Term Notes (MTN): vastrentende waarden met een looptijd van tussen de 5 en 10 jaar, die tussentijds verhandelbaar zijn;

  • -

    onderhandse lening: lening waarbij een geldnemer rechtstreeks geld leent van een geldgever, waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg worden vastgesteld;

  • -

    rating: een creditrating door een rating agency, die de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier aangeeft (oordeel over de kredietwaardigheid);

  • -

    rating agency: een bureau dat een creditrating afgeeft en gespecialiseerd is in het analyseren van kredietwaardigheid. De erkende agencies zijn: Standard&Poors, Moody’s en Fitch;

  • -

    renterisiconorm: een bedrag gebaseerd op de Wet Fido, gedefinieerd als de som van de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen, dat niet meer mag bedragen dan een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar;

  • -

    rentetypische looptijd: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • -

    Ruddo: regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;

  • -

    uitzetting: het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer;

  • -

    Wet Fido: Wet financiering decentrale overheden, houdende bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen.

Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie

  • 1.

    Het tijdig aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de gemeentelijke taken binnen de door de raad vastgestelde kaders te kunnen uitvoeren.

  • 2.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities (zowel financieel als qua risico).

  • 3.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s.

  • 4.

    Het streven, binnen de kaders van wet- en regelgeving en binnen de bepalingen van dit treasurystatuut, naar een optimale financieringsstructuur met beheersing van de daarmee gemoeide kosten en optimalisatie van het te behalen rendement.

  • 5.

    Het waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van treasury worden geregeld.

Hoofdstuk 2 Risicobeheer

Artikel 3 Uitgangspunten van het risicobeheer

  • 1.

    Bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit treasurystatuut, de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) met uitvoeringsregelingen, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de Regeling verplicht schatkistbankieren en de Financiële verordening gemeente Kampen in acht te worden genomen.

  • 2.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van “de publieke taak” uitsluitend verstrekken aan derde partijen als voldaan is aan de uitgangspunten van artikel 14.

  • 3.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een voorzichtig karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het voorzichtige karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1.

    Renterisicobeheer is het beperken/beheersen van de invloed van rentewijzigingen van leningen of uitzettingen op de financiële resultaten van de gemeente.

  • 2.

    Het renterisicobeheer kent de volgende uitgangspunten:

    • a.

      het renterisico op de netto vlottende schuld is begrensd tot de kasgeldlimiet, gemiddeld over een kwartaal, conform de Wet Fido. Deze grens mag niet structureel (langer dan drie kwartalen) worden overschreden;

    • b.

      het renterisico op de vaste (lange) schuld bedraagt maximaal de renterisiconorm, conform de Wet Fido;

    • c.

      nieuwe leningen, uitzettingen of vervroegde aflossingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;

    • d.

      de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de renteverwachtingen;

    • e.

      de gemeente streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen, zodat een gelijkmatige renterisicospreiding binnen de gehele leningenportefeuille ontstaat;

    • f.

      het gebruik maken van derivaten is niet toegestaan.

Artikel 5 Koersrisicobeheer

  • 1.

    Koersrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

  • 2.

    Het koersrisicobeheer kent de volgende uitgangspunten:

    • a.

      de looptijd van uitzettingen wordt afgestemd op de liquiditeitsplanning;

    • b.

      aandelen worden alleen gekocht in het kader van de uitoefening van de publieke taak;

    • c.

      de gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend producten te hanteren waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is.

Artikel 6 Kredietrisicobeheer

  • 1.

    Kredietrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die kunnen voortvloeien uit de waardedaling van een vordering als gevolg van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.

  • 2.

    Het kredietrisicobeheer kent het volgende uitgangspunt: Bij het uitzetten van uitgezonderde middelen worden slechts verbintenissen aangegaan met financiële ondernemingen die voldoen aan de gestelde ratingeisen voor henzelf, het door henzelf uitgegeven waardepapier en het landencriterium genoemd in de Ruddo. Tenminste twee van de drie erkende ratingbureaus, Moody’s, Standard and Poor’s en Fitch, dienen bedoelde ratings te hebben afgegeven.

Artikel 7 Liquiditeitsrisicobeheer

  • 1.

    Liquiditeitsrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit het niet beschikbaar hebben van liquide middelen om aan de lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.

  • 2.

    Het liquiditeitsrisicobeheer kent het volgende uitgangspunt: De gemeente beperkt haar liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitsplanning (looptijd tot één jaar).

Artikel 8 Valutarisicobeheer

  • 1.

    Valutarisicobeheer is het beheersen van het risico dat de wisselkoers van vreemde valuta nadelig verandert.

  • 2.

    Het valutarisicobeheer kent het volgende uitgangspunt: Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Hoofdstuk 3 Financiering

 

Artikel 9 Geldstromenbeheer

  • 1.

    Geldstromenbeheer behelst al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

  • 2.

    Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

    • a.

      het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitsplanning af te stemmen;

    • b.

      er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

    • c.

      het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 10 Financiering

  • 1.

    Financiering betreft het aantrekken van benodigde financiële middelen voor de dekking van de vermogensbehoefte.

  • 2.

    Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      financieringen worden enkel aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;

    • b.

      financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare financieringsmiddelen te gebruiken. Afstemming vindt daarbij plaats met de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

    • c.

      de hoofdsom van een aangegane geldlening mag niet onderhevig zijn aan enige vorm van indexatie;

    • d.

      de gemeente vraagt offertes op, direct of via tussenpersonen, bij minimaal 2 ondernemingen voordat een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden digitaal aangeleverd en door de treasurer gearchiveerd.

Artikel 11 Langlopende financiering (rentetypische looptijd > 1 jaar)

Toegestane vormen bij het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen zijn onderhandse geldleningen en medium term notes (MTN).

Artikel 12 Kortlopende financiering (rentetypische looptijd < 1 jaar)

Toegestane vormen bij het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen zijn daggeldleningen, kasgeldleningen en kredietfaciliteiten in rekening-courant.

Hoofdstuk 4 Uitzettingen

Bij uitzettingen dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen a) uitzettingen uit hoofde van treasury en b) geldleningen & garanties uit hoofde van de publieke taak.

Artikel 13 Uitzettingen uit hoofde van treasury

Voor uitzettingen van middelen uit hoofde van treasury gelden naast de voorwaarden in de Financiële verordening de volgende uitgangspunten:

  • a.

    uitzettingen van tijdelijke overtollige financiële middelen (boven het drempelbedrag) vinden in het kader van het schatkistbankieren plaats bij het Agentschap van de Generale Thesaurie van het Ministerie van Financiën. Op deze hoofdregel bestaan de wettelijke uitzonderingen;

  • b.

    uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;

  • c.

    er wordt naar gestreefd om het liquiditeitenbeheer zodanig uit te voeren dat het wettelijk toegestane drempelbedrag voor schatkistbankieren gemiddeld over een kwartaal niet wordt overschreden;

  • d.

    voor de uitgezonderde uitzettingen, die niet in ’s Rijks schatkist hoeven te worden aangehouden, vraagt de gemeente bij minimaal 2 ondernemingen offerte op. Bedoelde financiële ondernemingen moeten voldoen aan de minimale eisen zoals genoemd in de Ruddo. Deze offertes worden digitaal aangeleverd en door de treasurer gearchiveerd.

Artikel 14 Leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak

Voor het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak aan derden gelden naast de voorwaarden in de Financiële verordening de volgende uitgangspunten:

  • a.

    het verstrekken van leningen en garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak;

  • b.

    bij het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist;

  • c.

    de hoofdsom van een verstrekte geldlening mag niet onderhevig zijn aan enige vorm van indexatie;

  • d.

    in de Beleidsnota garantstelling en geldleningen amateursportverenigingen en culturele instellingen worden nadere kaders en vereisten geschetst waaraan genoemde sportverenigingen en instellingen moeten voldoen om hiervoor in aanmerking te komen.

Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 15 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • a.

    de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • b.

    bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • i.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

    • ii.

      de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • iii.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

  • c.

    bij iedere treasuryactiviteit, welke wordt aangegaan met een derde partij, vindt een schriftelijke bevestiging plaats;

  • d.

    een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten (treasurer) en doorgegeven aan de financiële administratie.

Artikel 16 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd:

Functie

Verantwoordelijkheden

  • a)

    De gemeenteraad

  • Het vaststellen van de paragraaf Financiering in de begroting en het jaarverslag.

  • Het vastleggen van de uitgangspunten m.b.t. de financieringsfunctie in de financiële verordening.

  • Het houden van toezicht op de financieringsfunctie.

  • b)

    Het college van B&W

  • Het vaststellen van het treasurystatuut.

  • Het uitvoeren van het treasurybeleid.

  • c)

    De afdelingshoofden

  • Het zorgdragen voor een goede kwaliteit en tijdige aanlevering van de (operationele) informatie met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten, alsmede verantwoording achteraf van de verschillen.

  • d)

    Afdelingshoofd Advies en bedrijfsvoering

  • Het uitvoeren van de gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf Financiering, voor zover niet benoemd bij de functie van de medewerker van het onderdeel financiën belast met treasury c.q. de treasurer.

  • e)

    De medewerker van de afdeling Advies en bedrijfsvoering van het onderdeel financiën belast met treasury

  • Het uitvoeren van de activiteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf Financiering.

  • Het opstellen van de paragraaf Financiering in de begroting en de jaarrekening.

  • Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied.

  • Het 1 keer per jaar opstellen van de liquiditeitsplanning.

  • Het contact zoeken met betrokkenen binnen de organisatie over het verloop van geldstromen t.b.v. de liquiditeitsplanning.

  • Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer.

  • Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties.

  • Het beheren van de geldstromen.

  • Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties.

  • Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie.

  • Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële ondernemingen.

  • f)

    Administratief medewerker

  • Het controleren van de aanwezige contante geldmiddelen bij de afdelingen.

  • Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen.

  • Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.

Artikel 17 Bevoegdheden

In onderstaande matrix zijn voor de belangrijkste treasuryactiviteiten de bevoegdheden opgenomen. Hierbij wordt rekening gehouden met een functiescheiding tussen: voorbereiden, autoriseren, uitvoeren, administreren en controleren van de treasuryactiviteiten.

De in de kolom Autorisatie genoemde functies zijn zelfstandig bevoegd om het betreffende besluit te nemen.

 

 

Voorbereiding

Autorisatie

Uitvoering

Administratie

Controle

 

Treasuryactiviteiten

 

 

 

 

 

1.

Het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen

Treasurer

Afdelingshoofd Advies en bedrijfsvoering

Beleidsmedewerker A

Treasurer

Centrale- administratie

Administratief medewerker

2.

Het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen

Treasurer

Afdelingshoofd Advies en bedrijfsvoering

Concernmanager

Beleidsmedewerker A

Treasurer

Centrale- administratie

Administratief medewerker

3.

Verstrekken van leningen en/of garanties uit hoofde van de publieke taak

Beleids-medewerker/ ambtelijk apparaat

College van B&W (zo nodig na afstemming met de raad)

Budgethouder

Centrale- administratie

Administratief medewerker

4.

Het uitzetten van tijdelijke overtollige middelen uit hoofde van treasury conform de wettelijke regelingen (o.a. SKB)

Treasurer

Afdelingshoofd Advies en bedrijfsvoering

Beleidsmedewerker A

 

Treasurer

Centrale- administratie

Administratief medewerker

5.

Het openen/wijzigen/sluiten van bankrekeningen

Treasurer

Afdelingshoofd Advies en bedrijfsvoering

Beleidsmedewerker A

Treasurer

Centrale- administratie

Administratief medewerker

6.

Het afsluiten van kredietfaciliteiten in rekening-courant

Treasurer

Afdelingshoofd Advies en bedrijfsvoering

Beleidsmedewerker A

Treasurer

N.v.t.

N.v.t.

7.

Afstorten van contant geld

Kasbeheerder

Budgethouder

Kasbeheerder

Centrale- administratie

Administratief medewerker

8.

Elektronische betaalopdrachten BNG

1e Handtekenings-bevoegden

2e Handtekenings-bevoegden

Handtekenings-bevoegden

Centrale- administratie

Administratief medewerker

Artikel 18 Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

1.

Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitsplanning

Jaarlijks

Afdelingshoofden

Treasurer

2.

Liquiditeitsplanning

1 keer per jaar

Treasurer

Afdelingshoofd Advies en bedrijfsvoering

3.

Beleid treasury in paragraaf Financiering van de begroting

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

4.

Evaluatie beleid treasuryactiviteiten in paragraaf Financiering van de jaarrekening

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

5.

Opstellen jaarlijkse rapportage(s) aan de directie over de verrichte activiteiten op het gebied van treasury

1 keer per jaar separaat en 1 keer d.m.v. het jaarverslag

Treasurer

Directie

Hoofdstuk 6 Slotbepaling

 

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit statuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2.

    Het Treasurystatuut gemeente Kampen vastgesteld op 19 juli 2011 wordt met ingang van 1 januari 2020 ingetrokken.

 

Aldus besloten in de vergadering van 10 december 2019.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

de wnd. secretaris,

drs. N. Middelbos

de burgemeester,

drs. mr. B. Koelewijn