Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Opsterland 2020) |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Opsterland 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Toeristenbelasting Opsterland 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe regeling | 09-12-2019 | 0086-AZK-33337 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Mobiel onderkomen: kampeermiddel zoals tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, pleziervaartuig, dan wel enig ander onderkomen of ander (gewezen) voer- of vaartuig of een gedeelte daarvan, bedoeld voor recreatief nachtverblijf, dat gelet op zijn constructie, omvang en vorm geschikt en bedoeld is om te worden vervoerd.
Vast onderkomen: een (hotel)kamer, woning, appartement, zomerhuisje, chalet, trekkershut, stacaravan of ander onderdak, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, dat gelet op zijn constructie, omvang en vorm niet geschikt is om te worden vervoerd
Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven wordt onder de naam “toeristenbelasting” een directe belasting geheven
De belasting wordt niet geheven
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Tot de omzet wordt gerekend alle vergoedingen die zijn gedaan ter zake van het verblijf en de standaard bij het verblijf behorende diensten en leveringen, waaronder het gebruik van een standplaats of (hotel)kamer of verblijfsruimte en van gas, stroom en water, ongeacht of de vergoeding hiervoor afzonderlijk in rekening wordt gebracht of niet.
Tot de omzet wordt niet gerekend de vergoeding die wordt betaald voor extra diensten, die in beginsel los van het bedrijf kunnen worden genoten, zoals het gebruik van fitnessruimte, sauna, tennisbaan, zwembad en/of maaltijden. Indien het gebruik van genoemde extra diensten als een all-in-pakket in de prijs van het verblijf is inbegrepen, dan wordt de totale vergoeding tot de verblijfsomzet gerekend.
Indien geen opgave plaats vindt in de zin van artikel 5, wordt, naast het bepaalde in artikel 7, tweede lid, een boete opgelegd van € 500 per mobiel- of vast onderkomen, met een maximum van € 5.000.
Artikel 12 Termijnen van betaling
De machtiging voor automatische incasso zoals genoemd in het tweede lid, wordt geacht niet te zijn verleend indien gedurende de looptijd van de automatische incasso twee termijnen worden gestorneerd, ofwel indien de incassomachtiging door de belastingschuldige of de rekeninghouder wordt ingetrokken. De termijnen genoemd in lid 1a blijven van toepassing.
Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nader regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.