Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeeland

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Mandaatbesluit IPO inzake subsidie Stichting CROW 2019-2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeeland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Mandaatbesluit IPO inzake subsidie Stichting CROW 2019-2021
Citeertitel
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOrganisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-201901-01-2019Nieuwe regeling

03-12-2019

prb-2019-7908

19432430

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Mandaatbesluit IPO inzake subsidie Stichting CROW 2019-2021

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 3 december 2019, nummer 19432430, houdende vaststelling van het Mandaatbesluit Interprovinciaal Overleg inzake subsidie Stichting CROW 2019-2021.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat tot 1 januari 2018 de minister van Infrastructuur en Milieu subsidie heeft verstrekt aan Stichting CROW voor de uitvoering van het KpVV meerjarenprogramma ten behoeve van het verzamelen, ontwikkelen, ontsluiten en verspreiden van kennis over verkeers- en vervoersbeleid ten behoeve van decentrale overheden;

  • overwegende dat met ingang van 1 januari 2018 de financieringsstroom is verlegd en de gezamenlijke provincies jaarlijks een bijdrage ontvangen voor de uitvoering van het KpVV meerjarenprogramma;

  • overwegende dat het de bedoeling is dat het Interprovinciaal Overleg in de rol van medeopdrachtgever namens de provincies en tezamen met de vervoersregio's de (financierings)relatie met Stichting CROW voortzet en hiervoor een mandaat van de gezamenlijke provincies vereist is;

  • overwegende dat het Interprovinciaal Overleg in dit kader namens de gezamenlijke provincies een overeenkomst met Stichting CROW is aangegaan;

  • overwegende dat gedeputeerde staten bij besluit van 19 december 2017, kenmerk 17028769, aan de directeur van het Interprovinciaal Overleg mandaat hebben verleend voor het verstrekken van een subsidie op grond van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013 en hoofdstuk 1 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 aan Stichting CROW voor het uitvoeren van het KpVV-kennisprogramma 2018 conform de begroting 2018 van het IPO;

  • overwegende dat gedeputeerde staten voor de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2021 ook mandaat willen verlenen aan de directeur van het Interprovinciaal Overleg voor de subsidiëring van Stichting CROW voor het uitvoeren van het KpVV-kennisprogramma in 2019, 2020 en 2021;

  • overwegende dat met het oog op de uitvoerbaarheid in interprovinciaal verband is afgesproken dat de provincies zich inspannen om met elkaar conflicterende subsidievoorwaarden zoveel mogelijk te vermijden, ook gezien de overeenkomst met Stichting CROW die het Interprovinciaal Overleg eind 2017 namens de gezamenlijke provincies is aangegaan;

  • overwegende dat de directeur van het Interprovinciaal Overleg op 22 november 2019 met dit mandaat heeft ingestemd;

  • gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013 en het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

besluiten vast te stellen het navolgende:

 

Artikel I  

  • 1.

    Gedeputeerde staten verlenen voor de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2021 mandaat aan de directeur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor het verstrekken van een subsidie op grond van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013 en hoofdstuk 1 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 aan Stichting CROW voor het uitvoeren van het KpVV-kennisprogramma in 2019, 2020 en 2021.

  • 2.

    Het mandaat, bedoeld onder 1, heeft betrekking op de subsidieverlening en de subsidievaststelling en daarmee samenhangende besluiten, zoals het verstrekken van voorschotten.

  • 3.

    Mandaat wordt eveneens verstrekt voor het besluiten op bezwaarschriften gericht tegen de onder 1 en 2 bedoelde besluiten, mits dit mandaat niet wordt uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

  • 4.

    Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden worden de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013 en hoofdstuk 1 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 in acht genomen, met dien verstande dat bij de toepassing van hoofdstuk 1 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 geldt dat op grond van artikel 1.5.3 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt aangesloten bij de voorwaarden, verplichtingen en de wijze van bevoorschotting en vaststelling van de andere subsidieverstrekkers.

  • 5.

    Aan dit mandaat zijn de volgende instructies verbonden:

    • a.

      de subsidie bedraagt ten hoogste het aandeel van de provincie Zeeland in de totale bijdrage van de gezamenlijke provincies voor de uitvoering van het kennisprogramma KpVV, te bepalen op basis van de reguliere IPO-verdeelsleutel;

    • b.

      voorafgaande aan een subsidievaststelling wordt een beschikking tot subsidieverlening gegeven;

    • c.

      in de beschikking tot subsidieverlening wordt opgenomen dat de subsidie in 12 gelijke termijnen wordt bevoorschot;

    • d.

      de subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijke baten en lasten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend;

    • e.

      de directeur van het IPO is bevoegd ondermandaat te verlenen aan een door hem aan te wijzen leidinggevende functionaris.

  • 6.

    Bij het verstrekken van de subsidie worden de volgende verplichtingen en voorwaarden opgelegd:

    • a.

      de aanvraag om vaststelling gaat vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag. Artikel 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing;

    • b.

      indien de subsidieontvanger ingevolge een wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening, kan hij in plaats van het financieel verslag de jaarrekening overleggen indien op grond daarvan de werkelijke kosten en opbrengsten van de gesubsidieerde activiteit kenbaar zijn;

    • c.

      het financieel verslag onderscheidenlijk de jaarrekening is voorzien van een controleverklaring van een accountant;

    • d.

      voor zover de subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd (door provinciale staten van Zeeland), wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Zeeland van 3 december 2019.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Uitgegeven 5 decmber 2019

De secretaris, A.W. Smit