Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dalfsen

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDalfsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen 2019
CiteertitelReglement van orde gemeenteraad Dalfsen 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 16 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-05-20221e wijziging (artikel 11a)

25-04-2022

gmb-2022-204508

RIS 1419
01-10-201910-05-2022Nieuwe regeling

23-09-2019

gmb-2019-237491

RIS 979

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen 2019

De raad van de gemeente Dalfsen;

 

gezien het voorstel van het presidium, d.d. 28 augustus 2019;

 

overwegende dat het verplicht is om een reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad vast te stellen;

 

gelet op artikel 16 Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen het "Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen 2019".

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: de voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger;

  • b.

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • c.

    subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • d.

    motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • e.

    initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of een ander voorstel;

  • f.

    commissielid: lid van de raadscommissie niet zijnde raadslid;

  • g.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

 

Artikel 2 Het presidium

  • 1.

    Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Het presidium wordt voorgezeten door de plaatsvervangend voorzitter van de raad; hij is daarmede het lid van het presidium voor zijn fractie.

  • 3.

    Bij verhindering van de voorzitter van het presidium wordt het voorzitterschap waargenomen door het lid van een andere fractie.

  • 4.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 5.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid of commissielid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt

  • 6.

    Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad en de raadscommissies voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie.

 

Artikel 3 De agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendacommissie die bestaat uit de voorzitter van de raad en de voorzitters van de raadscommissie.

  • 2.

    Ze heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen en raadscommissievergaderingen;

    • b.

      het vaststellen van de vergadercyclus van de raad en van de raadscommissies;

    • c.

      het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Gemeentewet;

    • d.

      het bewaken van de voortgang van aan de raad en raadscommissies gedane toezeggingen;

    • e.

      het accorderen van wijzigingen op de raadsplanning.

 

Artikel 4 De griffier

  • 1.

    De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen en vergaderingen van het presidium en de agendacommissie.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een door de raad benoemde ambtenaar.

  • 3.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan de beraadslagingen deelnemen.

 

Artikel 5 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    De raad stelt uit zijn midden een commissie in bestaande uit drie leden en drie plaatsvervangend leden. De commissie kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De commissie wordt bijgestaan door de griffier.

  • 2.

    De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

 

Artikel 6 Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij elke nieuwe benoeming van wethouders worden de geloofsbrieven van de kandidaten onderzocht door de commissie als bedoeld in artikel 5.

  • 2.

    De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet.

  • 3.

    De commissie brengt na haar onderzoek advies uit aan de raad.

 

Artikel 7 Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

 

HOOFDSTUK 2 RAADSVERGADERINGEN

Paragraaf 1 Voorbereiding

Artikel 8 Oproep en agenda

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste vijf dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de raadsvergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 3.

    Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 9, derde lid, van toepassing.

  • 4.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

 

Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep op het raadsinformatiesysteem geplaatst. Als na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    Stukken waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd blijven in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden inzage.

 

Artikel 10 Openbare kennisgeving

  • 1.

    Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in Kernpunten.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

 

Paragraaf 2 Vergaderorde

Artikel 11 Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst, die aan het einde van elke raadsvergadering door de voorzitter en de griffier door ondertekening wordt vastgesteld.

 

Artikel 11a Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn en/of over onderwerpen die niet op de agenda staan.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 12 uur op de dag van de vergadering aan de griffier, onder vermelding van naam en onderwerp.

  • 3.

    Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter open staat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten, aanwijzingen of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 4.

    Het spreekrecht over geagendeerde onderwerpen kan worden uitgeoefend bij de behandeling van het betreffende agendapunt. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord, voor alle sprekers gezamenlijk geldt een maximale spreektijd van dertig minuten per onderwerp.

  • 5.

    Het spreekrecht over niet-geagendeerde onderwerpen kan worden uitgeoefend bij het agendapunt spreekrecht niet agendeerde onderwerpen.

  • 6.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 7.

    De spreker kan gebruik maken van ondersteunend beeldmateriaal.

  • 8.

    De voorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

 

Artikel 12 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Raadsleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de beraadslaging daarover.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel keer een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

 

Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, kan de raad besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

 

Artikel 14 Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

 

Paragraaf 3 Stemmingen

Artikel 15 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

 

Artikel 16 Beslissing

  • 1.

    De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

 

Artikel 17 Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid en verloopt verder op alfabetische volgorde van de presentielijst.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door zich 'voor' of 'tegen' te verklaren, zonder enige toevoeging.

  • 6.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee en doet daarbij mededeling van het genomen besluit.

 

Artikel 18 Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als op een aanhangig voorstel amendementen zijn ingediend, wordt eerst over die amendementen gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie. De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken.

 

Artikel 19 Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, fungeert de commissie voor de geloofsbrieven als stembureau tenzij de raad anders besluit.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de Gemeentewet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

 

Paragraaf 4 Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 20 Besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Uit een verslag blijkt in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het besluit;

    • e.

      een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de wet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • f.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • g.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 13 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3.

    Een conceptverslag wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4.

    Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

  • 5.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 6.

    Elektronisch beschikbare verslagen en besluitenlijsten worden op de website van de gemeente geplaatst.

 

Artikel 21 Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden wordt toegezonden en ter inzage wordt gelegd.

  • 2.

    Na de vaststelling van het verslag stelt de raad op voorstel van de griffier de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

 

Paragraaf 5 Besloten raadsvergaderingen

Artikel 22 Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

 

Artikel 23 Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2.

    Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het vastgestelde verslag en de besluitenlijst.

  • 3.

    De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

 

Artikel 24 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen dan wel niet te bekrachtigen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

 

Paragraaf 6 Toehoorders en pers

Artikel 25 Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

 

Artikel 26 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

 

HOOFDSTUK 3 BEVOEGDHEDEN EN INSTRUMENTEN VAN RAADSLEDEN

Artikel 27 Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    In afwijking op het eerste lid, kan de voorzitter oordelen dat mondelinge indiening volstaat.

  • 3.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

 

Artikel 28 Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

 

Artikel 29 Initiatiefvoorstellen

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college kan binnen 30 dagen nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.

  • 3.

    Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

 

Artikel 30 Collegevoorstellen

  • 1.

    Een collegevoorstel aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, wordt niet ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Als de raad van oordeel is dat het nodig is een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug te zenden aan het college, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

 

Artikel 31 Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Over verzoeken die ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4.

    De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

 

Artikel 32 Schriftelijke vragen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier, waarbij wordt aangegeven dat schriftelijke beantwoording wordt verlangd.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 5.

    De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

 

Artikel 33 Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de wet schriftelijk in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen tien dagen nadat het verzoek is ingediend.

 

Artikel 34 Vragenronde

  • 1.

    In de raadsvergadering is een vragenronde, tenzij bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend.

  • 2.

    Raadsleden die tijdens de vragenronde vragen willen stellen, melden deze vragen uiterlijk 12 uur op de dag van de vergadering aan de griffier.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt op voorstel van de griffier de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld alsmede de spreektijd voor de vragensteller, de overige raadsleden, het college en de burgemeester.

  • 4.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college, de burgemeester of een raadslid te stellen en een toelichting daarop te geven. Na de beantwoording daarvan krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 5.

    De voorzitter kan aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college, de burgemeester of andere raadsleden vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 6.

    Tijdens de vragenronde worden geen moties ingediend en geen interrupties toegelaten.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 35 Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

 

Artikel 36 Intrekking oude reglement

Het ‘Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen 2014’ wordt ingetrokken.

 

Artikel 37 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2019.

  • 2.

    Dit reglement kan worden aangehaald als: "Reglement van orde gemeenteraad Dalfsen 2019".

 

 

 

(versie geldig vanaf FORMTEXT dd-mm-jjjj)

 

Wetstechnische informatie

 

Gegevens van de regeling

Overheidsorganisatie

Gemeente Dalfsen

Officiële naam van de regeling

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen 2019

Citeertitel

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Dalfsen 2019

Deze versie is geldig tot

(als de vervaldatum is vastgesteld)

 

Vastgesteld door

Gemeenteraad

Onderwerp

Bestuur

 

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Geen

 

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Gemeentewet, artikel 16

 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

 

Overzicht van de in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende klacht t/m

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2019

 

Nieuwe regeling

23-09-2019

Gmb- FORMTEXT jjjj-nr.

RIS 979

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 23 september 2019.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

drs. E. van Lente drs. J. Leegwater