Organisatie | Alblasserdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Alblasserdam 2015 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Alblasserdam 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt 'Financiele verordening gemeente Alblasserdam vastgesteld in de raadsvergadering van 30 oktober 2003
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2019 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 09-12-2014 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Alblasserdam en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Alblasserdam, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
1. de financieel-economische positie;
3. de uitvoering van de begroting;
4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;
5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.
d. administratieve organisatie:
het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Alblasserdam.
het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.
het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven. In het investeringsplan wordt (in een bijlage) voor het begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren het geautoriseerde en/of benodigde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren weergegeven.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen de raad op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen (categorie B). De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd (categorie A).
Het college neemt in de ontwerp-begroting een voorstel op voor welke investeringen de raad op een later tijdstip een apart voorstel ontvangt voor autorisatie van het investeringskrediet (categorie B). In het investeringsplan wordt voor iedere investering aangegeven of deze valt onder categorie A of categorie B.
Voor investeringen, die niet in het investeringsplan in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij investeringen groter dan € 100.000 informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage en informatie
Het college overweegt, op grond van de actieve informatieplicht, om uiterlijk vóór 1 februari in het jaar volgend op het begrotingsjaar de raad te informeren over relevante afwijkingen ten opzichte van de door de raad vastgestelde budgetten op programmaniveau en/of investeringskredieten, die in de jaarrekening over het begrotingsjaar zullen worden verantwoord.
Wanneer het rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 9. Waardering en afschrijving vaste activa
De regels omtrent waarderen en afschrijven van vaste activa zijn in een aparte nota vastgelegd. De raad stelt deze nota vast.
Artikel 10. Reserves en voorzieningen
Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota reserves en voorzieningen aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en behandelt:
a. De vorming en besteding van reserves
b. De vorming en besteding van voorzieningen
c. De rentetoerekening aan reserves en voorzieningen
d. Het weerstandsvermogen en het risicomanagement
Het college biedt jaarlijks bij de begroting een overzicht met de geraamde stand van de reserves en voorzieningen aan de raad aan.
Artikel 11. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Alblasserdam wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekking van reserves en voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
Voor de inzet van materiële vaste activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met elke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:
a. leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;
b. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;
c. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;
d. een bevoordeling van sociale werkplaatsen;
e. een bevoordeling van onderwijsinstellingen;
f. een bevoordeling van publieke media-instellingen; en
g. een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.
Artikel 13. Financieringsfunctie
De financieringsfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut. Dit statuut wordt door de raad vastgesteld. Jaarlijks wordt zowel in de begroting als in de jaarrekening in de financieringsparagraaf o.a. ingegaan op de (geraamde) ontwikkeling van de rente en de schuldpositie.
Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, de leges, de begraafrechten en de marktgelden. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor het beleid kwijtscheldingsbeleid.
2. De kaders voor de prijzen voor de huren en erfpachten voor het vastgoed zijn vastgelegd in een nota prijsbeleid vastgoed.
Artikel 16. Weerstandsvermogen en risicomanagement
Het college streeft een ratio van het weerstandsvermogen (= weerstandscapaciteit gedeeld door gekwantificeerde risico’s) na van minimaal 1,4. Het college draagt zorg voor voorstellen aan de raad in de P&C documenten, die erop gericht zijn de streefwaarde van minimaal 1,4 weer te bereiken binnen 4 begrotingsjaren in het geval het weerstandsvermogen lager is dan 1,4.
Het college streeft naar een weerstandsratio grondexploitatie van minimaal 1,0 en maximaal 1,4. In gevallen dat de weerstandsratio grondexploitatie zich buiten deze bandbreedte begeeft, kan het college bij de jaarrekening een voorstel aan de raad aanbieden voor verrekening tussen de algemene reserve en de algemene reserve grondexploitatie.
Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.
Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college nasst de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
e. de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
f. de ontwikkeling van de debtratio
g. de ontwikkeling van de netto schuld per inwoner (voor de komende vier jaar)
h. de ontwikkeling van de netto schuld als percentage van de gemeentelijke inkomsten (voor de komende vier jaar)
In de paragraaf bedrijfsvoering in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.
Artikel 20. Verbonden partijen
Het college draagt zorg voor een nota verbonden partijen. Bij de begroting en jaarrekening neemt het college in de paragraaf verbonden partijen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval ook de in de nota verbonden partijen genoemde relevante informatie op.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 23. Financiële organisatie
Het college draagt de zorg voor:
de regels met betrekking tot het budgethouderschap. Het college draagt zorg voor uitwerking van nadere spelregels voor het vrijgeven aan ambtelijke organisatie van door de raad, bij vaststelling van de begroting en/of bij vaststelling van de geactualiseerde grondexploitaties, geautoriseerde kredieten voor investeringen (categorieA) en/of grondexploitaties.
1. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
2. Het college draagt zorg voor een systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 25. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening gemeente Alblasserdam vastgesteld in de raadsvergadering van 30 oktober 2003 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2015 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.