Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harlingen

Wijziging Algemene Plaatselijke verordening 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarlingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWijziging Algemene Plaatselijke verordening 2015
CiteertitelWijziging Algemene Plaatselijk Verordening Harlingen 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpWijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2015 Harlingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 147 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-2019Wijziging

22-05-2019

gmb-2019-135330

Tekst van de regeling

Intitulé

Wijziging Algemene Plaatselijke verordening 2015

 

Gelet op artikel 147 en 149 van de gemeentewet

 

De Raad van de gemeente Harlingen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 april 2019.

 

Besluit

  • De wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Harlingen 2015 vast te stellen.

Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 22 mei 2019

 

, de voorzitter

 

, de raadsgriffier

 

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Harlingen 2015

 

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening Harlingen 2015 wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1:10 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 1:10 Geen fictieve vergunning

Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht(positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen in deze verordening:

  • a.

    Artikel 2:25: Vergunningen evenementen;

  • b.

    Artikel 2:28: Vergunningen exploitatie horecabedrijf;

  • c.

    Artikel 2:32: Exploitatie terras bij een horecabedrijf;

  • d.

    Artikel 2:39: Exploitatievergunning speelgelegenheid;

  • e.

    Artikel 3:4: Vergunning sexinrichting;

  • f.

    Artikel 4:18: Ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buitenkampeerterreinen;

  • g.

    Artikel 5:18: Standplaatsvergunning;

  • h.

    Artikel 5:23: Snuffelmarkt.

 

B Artikel 2:25 wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 2:25 Evenement

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    De vergunning kan verleend worden voor een periode van maximaal 3 jaar.

  • 3.

    Aan de vergunning voor maximaal 3 jaar kunnen door de burgemeester ook tussentijds voorschriften worden verbonden.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:

  • a.

    aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 150 personen;

  • b.

    het evenement plaatsvindt op :

  • 1.

    maandag tot en met donderdag tussen 08.00 en 24.00 uur;

  • 2.

    zondag van 13.00 tot 23.00 uur;

  • 3.

    vrijdag en zaterdag tussen 07.00 en 01.00 uur;

  • c.

    geen muziek ten gehore wordt gebracht vóór 08.00 uur of na 23.00 uur, op zondag vóór 13.00 uur of na 23.00 uur;

  • d.

    het geen belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

  • e.

    er maximaal 5 kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object of maximaal 1 springkussen met een oppervlakte van maximaal 25 m2 of een tent met een maximale oppervlakte van 25 m2;

  • f.

    er een organisator is;

  • g.

    de organisator binnen 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

  • 5.

    De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van het evenement als bedoeld in het vierde lid te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 6.

    De organisator danwel de vergunningaanvrager van door de burgemeester aan te wijzen categorieën vergunningplichtige vechtsportwedstrijden of -gala’s is niet van slecht levensgedrag.

  • 7.

    De burgemeester weigert de vergunning als deorganisator danwel de vergunningaanvrager van een evenement als bedoeld in het zesde lid van slecht levensgedrag is.

  • 8.

    Het verbod van het eerste lid geldt niet voor een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 110 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

C Artikel 2:25a wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 2:25a Beslistermijn

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, eerste lid beslist de burgemeester op de aanvraag om vergunning bedoeld in artikel 2:25, eerste lid binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    De burgemeester kan zijn besluit verdagen met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:14, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

 

D Artikel 2:26 wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 2:26 Ordeverstoring

Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

E Artikel 2:27 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 2:27 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a. horecabedrijf:

 

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan: een bij dit bedrijf behorend terras en andere aangehorigheden.

 

b. droge horeca:

 

openbare inrichtingen waar bedrijfsmatig etenswaren voor directe consumptie worden verstrekt, niet-alcoholhoudende dranken worden geschonken en licht alcoholische dranken voor gebruik elders worden aangeboden.

 

c. terras:

 

een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

 

d. bezoeker:

 

degene die aanwezig is in een inrichting, met uitzondering van:

 

  • 1.

    de gezinsleden van de houder, alsmede zijn elders wonende bloed- en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn tot en met de derde graad;

  • 2.

    de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede personen bedoeld in artikel 438, derde lid van het Wetboek van Strafrecht;

  • 3.

    de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

 

F. Artikel 2:28 wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 2:28 Exploitatie horecabedrijf

  • 1.

    Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester, tenzij voor het horecabedrijf een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet is verleend, ingeval van:

  • a.

    vestiging van een nieuwe openbare inrichting binnen de droge horeca;

  • b.

    overname van een bestaande openbare inrichting binnen de droge horeca;

  • c.

    wijziging in de ondernemingsvorm van een bestaande openbare inrichting binnen de droge horeca.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning, indien:

  • a.

    de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met een geldend(e) bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening;

  • b.

    indien geen verklaring omtrent gedrag is overgelegd van de exploitant en de leidinggevende(n), die uiterlijk 3 maanden voor de datum waarop de vergunningaanvraag is ingediend, is afgegeven;

  • c.

    de exploitant(en) en/of de leidinggevende(n) binnen 3 jaar voor de aanvraag een horecabedrijf heeft/hebben geëxploiteerd dat op grond van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde gesloten is geweest;

  • d.

    indien de exploitant(en) en/of leidinggevende(n) onder curatele staan, ontzet zijn uit het ouderlijk gezag of de voogdij of in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn;

  • e.

    de leidinggevende(n) de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt;

  • f.

    de leidinggevende(n) niet voldoet aan de eisen gesteld in het Besluit eisen zedelijkheid gedrag Drank- en Horecawet.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin de openbare inrichting is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van de openbare inrichting en de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van de openbare inrichting.

  • 5.

    De vergunning en het daarbij behorende aanhangsel of afschriften daarvan zijn in de inrichting aanwezig.

  • 6.

    Geen vergunning als bedoeld in het eerste lid is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in:

  • a.

    een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

  • b.

    een zorginstelling;

  • c.

    een museum;

  • d.

    een bedrijfskantine of -restaurant;

  • e.

    een sportkantine of -school.

 

G Artikel 2:28a wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 2:28a Aanwezigheid van en toezicht door de leidinggevende

  • 1.

    Het is verboden een horecabedrijf voor bezoekers geopend te hebben zonder dat de in de vergunning danwel het aanhangsel daarvan vermelde leidinggevende in het horecabedrijf aanwezig is.

  • 2.

    De leidinggevende(n) zijn verplicht er voortdurend op toe te zien dat in het horecabedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen zeden), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie.

 

H Artikel 2:28b wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 2:28b Aanvraag exploitatievergunning horecabedrijf

  • 1.

    De vergunning als bedoeld in artikel 2:28, eerste lid wordt aangevraagd door middel van een door de burgemeester vast te stellen aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende stukken en/of gegevens overgelegd:

  • a.

    een geldig legitimatiebewijs van de aanvrager en alle leidinggevenden binnen de inrichting die in loondienst zijn;

  • b.

    een uittreksel uit het handels-, verenigingen- of stichtingenregister, dat maximaal 3 maanden vóór het indienen van de aanvraag is afgegeven;

  • c.

    een plattegrond van de inrichting op schaal van 1:100;

  • d.

    een volledig ingevuld vragenformulier met de daarbij behorende bijlagen en bescheiden op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob);

  • e.

    een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) van de exploitant en de leidinggevende(n), die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de aanvraag wordt ingediend is afgegeven;

  • f.

    f.(een) geldige arbeidsovereenkomst(en) die door de exploitant zijn gesloten met (de) leidinggevende(n).

  • 3.

    De aanvraag wordt uiterlijk 8 weken voor de start of wijziging van de exploitatie van het horecabedrijf ingediend.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6, wordt de vergunning als bedoeld in artikel 2:28, eerste lid gewijzigd ingeval:

  • a.

    de rechtsvorm van de onderneming is gewijzigd;

  • b.

    de activiteiten die binnen de inrichting worden uitgeoefend zijn gewijzigd;

  • c.

    c.de inrichting in bouwkundig en/of functioneel opzicht wordt gewijzigd en/of uitgebreid;

  • d.

    een wijziging in de perso(o)n(en) van leidinggevende(n) is opgetreden.

5. De exploitant van de inrichting stelt de burgemeester voorafgaand aan het intreden van één of meerdere van de in het vierde lid, onder a tot en met d genoemde wijzigingen, daarvan in kennis. Daarbij maakt hij gebruik van het aanvraagformulier als bedoeld in artikel 2:28a, eerste lid.

6. Bij het in kennis stellen van de in lid 4 genoemde wijzigingen, zijn de leden 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.

7. Ingeval de wijziging van de exploitatie van het horecabedrijf uitsluitend ziet op het bepaalde in het vierde lid onder d, wordt de burgemeester uiterlijk binnen één week na de feitelijke beëindiging van de taak van de leidinggevende hiervan in kennis gesteld.

 

I Artikel 2:28c wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 2:28c Vervallen vergunning De vergunning vervalt:

  • a.

    Ingeval sinds het moment van onherroepelijk worden van de vergunning 6 maanden zijn verlopen, zonder dat handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;

  • b.

    Gedurende een jaar geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning, tenzij in gevallen waarin aantoonbaar sprake is van overmacht;

  • c.

    De verlening van de vergunning, strekkende tot vervanging van eerstbedoelde vergunning, van kracht is geworden;

  • d.

    Zodra de vergunninghouder kenbaar maakt de exploitatie van het horecabedrijf feitelijk te hebben beëindigd. Uiterlijk binnen een week na de feitelijk beëindiging van de exploitatie geeft de vergunninghouder daarvan schriftelijk kennis aan de burgemeester.

 

J Artikel 2:30 wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 2:30 Verboden gedragingen

 

Het is verboden in een openbare inrichting:

  • 1.

    de orde te verstoren;

  • 2.

    zich te bevinden gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn krachtens het bepaalde in artikel 2:33, eerste of tweede lid of op grond van een besluit krachtens het derde lid.

 

K Artikel 2:33 wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 2:33 Sluitingstijden horeca

  • 1.

    Het is de houder van een openbare inrichting waarin een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet wordt uitgeoefend verboden aldaar bezoekers toe te laten tussen 03.00 en 06.00 uur.

  • 2.

    Het is de houder van een openbare inrichting aan wie geen vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet is verleend, verboden aldaar bezoekers toe te laten tussen 04.00 en 06.00 uur.

  • 3.

    Het is de houder van een openbare inrichting aan wie geen vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet is verleend, maar aan wie wel een gedoogbeschikking voor het verstrekken van zogenaamde softdrugs is verstrekt, verboden die openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 22.00 en 10.00 uur.

  • 4.

    Het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien.

  • 5.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid of in het geval van bijzondere omstandigheden te zijner beoordeling bij openbaar bekend te maken besluit voor hetzij alle inrichtingen, hetzij een of meer inrichtingen andere dan de krachtens het eerste, tweede lid en derde lid geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijke sluiting bevelen.

 

L Artikel 4:9a wordt ingevoegd als volgt:

 

Artikel 4:9a Oplaten van ballonnen

  • 1.

    Het is verboden om ballonnen op te laten stijgen in de open lucht.

  • 2.

    Onder een ballon als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: elke onbemande ballon bestaande uit:

  • a.

    rubber, kunststof danwel overige al dan niet biologisch afbreekbare stoffen en/of materialen, gevuld met een gas dat lichter is dan lucht, of

  • b.

    papier, gevuld met hete lucht, verwarmd met een vlam (zoals wensballonnen) en waarvan de richting en/of hoogte niet door menselijk ingrijpen wordt bepaald.

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 22 mei 2019

 

, de voorzitter

 

 

, de raadsgriffier