Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Beleidsregel Bibob Zoetermeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Beleidsregel Bibob Zoetermeer
CiteertitelBeleidsregel Bibob Zoetermeer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het historisch overzicht van deze regeling is niet compleet.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2019artikel 2

03-12-2019

gmb-2019-308011

31-01-201320-12-2019nieuwe regeling

15-01-2013

gmb-2019-61276

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Beleidsregel Bibob Zoetermeer

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 23 januari 2013 beschikbaar.]

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • b.

    aanvraag: de aanvraag om een beschikking bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    advies: het advies bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • d.

    beschikkingen en opdrachten: alle besluiten waarop de wet kan worden toegepast;

  • e.

    bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders alsmede degenen aan wie zij een mandaat hebben verleend tot het nemen van beschikkingen;

  • f.

    betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de subsidieontvanger, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is aangegaan;

  • g.

    het onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, de overeenkomst niet aan te gaan, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen;

  • h.

    het Bureau: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • i.

    vastgoedtransactie: een overeenkomst of een andere rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:

    • 1°.

      het verwerven of vervreemden van een recht op eigendom of het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht;

    • 2°.

      huur of verhuur;

    • 3°.

      het verlenen van een gebruikrecht; of

    • 4°.

      de deelname aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of die onroerende zaak huurt of verhuurt;

Artikel 2 Toepassingsbereik van de Wet Bibob

  • 1.

    Het bestuursorgaan zal, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregel daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen met betrekking tot beschikkingen en transacties zoals vermeld in:

    • i.

      artikel 2:13 van de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer, indien sprake is van een evenementenvergunning voor het organiseren van een vechtsportgala die de burgemeester kan weigeren indien de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt,

    • ii.

      artikel 2:15a van de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer inzake de exploitatievergunning voor een horecabedrijf;

    • iii.

      artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming tenzij sprake is van een slijterij;

    • iv.

      artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer inzake speelgelegenheden, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;

    • v.

      artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer inzake seksinrichtingen, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregel daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen met betrekking tot beschikkingen zoals vermeld in:

    • i.

      de Algemene subsidieverordening gemeente Zoetermeer (2011),

    • ii.

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, e en i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met betrekking tot:

      • 1.

        de volgende categorieën (ongeacht de bouwsom):

        • autohandel,

        • garage,

        • leasebedrijf,

        • bandenhandel,

        • handel in schroot,

        • horecabedrijf in de zin van artikel 2:15 Apv;

        • coffeeshop;

        • seksinrichting in de zin van artikel 3:4 Apv;

        • erotische massagesalon;

        • speelautomatenhal in de zin van artikel 2:25 Apv;

        • wellnessbedrijf;

        • kapsalon;

        • belwinkel, internetcafé en gamecenter;

        • smart-, head- en growshop;

        • autodemontagebedrijf;

        • zonnestudio;

        • woonruimte voor arbeidsmigranten;

      • 2.

        bouwactiviteiten waarvan de totale bouwsom 500.000 euro of meer bedraagt.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregel daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel i, waarbij de gemeente partij is,

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregel daarover is bepaald, de wet eveneens toepassen met betrekking tot de intrekking van de in het eerste en tweede lid genoemde vergunningen en subsidies.

  • 6.

    Bij vastgoedtransacties zal het bestuursorgaan bedingen dat de overeenkomst kan worden ontbonden op de gronden vermeld in artikel 3, eerste lid, artikel 3, zesde lid, alsmede artikel 4 van de wet.

Artikel 3 Overige situaties waarin de wet in beginsel wordt toegepast

Behalve op de in artikel 2 genoemde beschikkingen en transacties kan het bestuursorgaan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregel daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen:

  • 1.

    ten aanzien van bijzondere gevallen waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de beschikking of transactie mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen;

  • 2.

    in de gevallen waarin de officier van justitie op basis van artikel 26 van de wet wijst op de wenselijkheid een advies van het Bureau aan te vragen.

Artikel 4 Onderzoek

  • 1.

    De lichte toets: Het onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:

    • a.

      het beoordelen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking of het aangaan van een transactie en de daarbij overgelegde gegevens, mede aan de hand van bij het bestuursorgaan bekende feiten en omstandigheden;

    • b.

      het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van het in het volgende artikel bedoelde vragenformulier en de daarbij te voegen bijlagen is verstrekt door de betrokkene en gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen;

  • 2.

    De zware toets: Indien het onder b. bedoelde onderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft over de mate van gevaar dat de in artikel 3 van de wet bedoelde feiten zich zullen voordoen, wordt een advies als bedoeld in artikel 9 van de wet ingewonnen bij het Bureau.

Artikel 5 Informatieverstrekking

In door of namens het bestuursorgaan bepaalde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke aanvraagformulieren de Bibob-vragenformulieren invullen en bij het bestuursorgaan indienen. Daarbij dienen de documenten te worden gevoegd die in de vragenformulieren zijn vermeld en/of die bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De in het eerste lid bedoelde vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30, tweede lid, van de wet genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen het onderzoek als bedoeld in artikel 4 te verrichten.

Artikel 6 Beoordeling van nieuwe aanvragen

  • 1.

    De aanvraag kan buiten behandeling worden gesteld indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Ingeval van nieuw ingediende aanvragen dient iedere vergunningaanvraag eerst de normale procedure te doorlopen, waarbij wordt bezien of aan de reguliere vergunningeisen wordt voldaan.

  • 3.

    Indien aan de reguliere eisen is voldaan, wordt vervolgens het Bibob-vragenformulier doorgenomen op grond van de lichte toets.

  • 4.

    Indien de resultaten van de lichte toets hiertoe aanleiding geven, kan vervolgens een zware toets plaatsvinden.

  • 5.

    Ook de onderstaande punten kunnen aanleiding zijn voor het uitvoeren van een zware toets. De harde criteria zijn:

    • a.

      er sprake is van overname van een vergunningsplichtige inrichting, die is gesloten of waarvan de vergunning is ingetrokken op grond van openbare orde overwegingen (bijvoorbeeld heling, drugs of geweld) of op grond van de Wet Bibob;

    • b.

      er sprake is van monopolisering (het opkopen van meerdere inrichtingen en/of onroerende zaken in een bepaald gebied) door een natuurlijk persoon en/of rechtspersoon dan wel door een aantal aan elkaar verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen;

    • c.

      er vermoedelijk een relatie bestaat tussen de recreatie- en/of seksinrichting met de malafide infrastructuur rond illegale vreemdelingen.

Artikel 7 Beoordeling van reeds verstrekte vergunningen

  • 1.

    Ten aanzien van verstrekte vergunningen wordt indien daartoe aanleiding bestaat een Bibob-vragenformulier uitgereikt.

  • 2.

    Een weigering om het vragenformulier ingevuld te retourneren wordt beschouwd als een ernstig gevaar op grond van de Wet Bibob met als gevolg dat de vergunning wordt ingetrokken.

  • 3.

    Van de wettelijke mogelijkheid tot beoordeling van reeds verstrekte vergunningen wordt naast de in artikel 2 benoemde gevallen gebruik gemaakt, indien één of meer van de navolgende situaties van toepassing is:

    • a.

      als een bepaald gebied specifiek nader wordt bekeken;

    • b.

      als een bepaalde branche of deel van een branche extra wordt gecontroleerd;

    • c.

      als er aanwijzingen zijn dat er sprake is van ernstig gevaar dat de vergunning mede wordt gebruikt voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten of voor het plegen van strafbare feiten;

    • d.

      indien er een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de vergunning een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld omkoping).

Artikel 8 Weigering/intrekking andere vergunningen van dezelfde betrokkene en sluiting

  • 1.

    Indien een Bibob-advies wordt gevraagd ten aanzien van een bepaalde betrokkene, heeft dit verzoek betrekking op alle aan de betrokkene binnen deze gemeente verleende vergunningen, welke onder de reikwijdte van de Wet Bibob vallen. Dat betekent dat in het geval dat het college van burgemeester en wethouders een negatief advies van het Bureau overneemt, in één keer de aanvraag wordt geweigerd en alle reeds verstrekte vergunningen worden ingetrokken.

  • 2.

    Indien de onderneming(en) van de betrokkene ten tijde van de weigering of intrekking nog geopend is/zijn, zal sluiting onmiddellijk na de bezwaarfase plaatsvinden onder voorwaarde dat de gemeente in het gelijk is gesteld. Indien in die situatie een voorlopige voorziening wordt gevraagd, wordt de sluiting opgeschort tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidslijn treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt, met uitzondering van artikel 2, derde lid, dat in werking treedt op de datum van inwerkingtreding van de Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel Bibob Zoetermeer.

Zoetermeer, 15 januari 2013,

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer

de secretaris,

(drs. H.M.M. Koek)

de burgemeester,

(Ch.B. Aptroot)