Organisatie | Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Kompas houdende regels omtrent boete participatiewet Beleidsregels Boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2018 e.v. |
Citeertitel | Beleidsregels Boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2018 e.v.”. |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels boete, Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2015.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 07-12-2017 |
Het bestuursorgaan ziet af van een bestuurlijk boete en volstaat met het geven van een schriftelijke waarschuwing, als bedoeld in artikel 2aa van het Boetebesluit, indien:
de betrokkene wel inlichtingen heeft verstrekt, die echter onjuist of onvolledig waren, of heeft anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld gemeld, maar uit eigen beweging alsnog binnen een redelijke termijn de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de betrokkene deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.
Artikel 6 Kwijtschelding boete
Het dagelijks bestuur maakt gebruik van de in artikel 18a lid 13 Participatiewet, artikel 20a lid 12 IOAW en IOAZ, neergelegde bevoegdheid om op verzoek van de belanghebbende de bestuurlijke boete waarbij geen sprake is van opzet of grove schuld, geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling.
Het dagelijks bestuur handelt in overeenstemming met bovenstaande beleidsregels, tenzij dat naar het oordeel van het dagelijks bestuur voor een of meer belanghebbende gevolgen zou hebben die wegens dringende redenen of bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen uitgangspunten, zoals omschreven in artikel 4:84 Awb.
Dringende redenen kunnen slechts zijn gelegen in onaanvaardbare sociale en/of financiële consequenties van een terugvordering voor de belanghebbende. Het moet dan gaan om incidentele gevallen, waarin iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is en waarin een individuele afweging van alle relevante omstandigheden plaatsvindt.