Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venray

Besluit nadere regels Jeugdhulp gemeente Venray 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenray
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit nadere regels Jeugdhulp gemeente Venray 2019
CiteertitelBesluit nadere regels Jeugdhulp gemeente Venray 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Actueel/Venray/CVDR607365.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-01-201901-01-2019Nieuwe regeling.

05-11-2018

gmb-2019-11077

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit nadere regels Jeugdhulp gemeente Venray 2019

 

Besluit nadere regels Jeugdhulp gemeente Venray 2019

Vastgesteld door B en W op 5 november 2018

Gepubliceerd:

Datum inwerkingtreding:1 januari 2019

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

1. In deze nadere regels wordt verstaan onder:

professionele instelling: een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister en/of KvK als zijnde verlener van jeugdhulp en die voldoen aan door het college vast te stellen kwaliteitseisen voor onder meer de medewerkers die bij de instelling in dienst zijn;

- verordening: de verordening Jeugdhulp gemeente Venray 2019;

- zorg vanuit het sociaal netwerk: informele, niet professionele zorg die wordt ingeschakeld via het netwerk van de jeugdige en zijn ouders.

 

 

Hoofdstuk 2 Toegang algemeen en procedureel

Artikel 2 Melding hulpvraag

1. Jeugdigen en ouders kunnen een hulpvraag melden bij het college.

2. Het college bevestigt de ontvangst van een melding digitaal of schriftelijk.

3. In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregel of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet.

 

Artikel 3 Aanvraag

1. Jeugdigen en ouders kunnen een aanvraag om een maatwerkvoorziening schriftelijk indien bij het college.

2. Het college kan een ondertekend verslag van het onderzoek/gesprek aanmerken als aanvraag als de jeugdige en ouders dat wensen.

 

 

Hoofdstuk 3 Toegang: beoordeling

Artikel 4 Het onderzoek

1. Bij de beoordeling of een voorziening nodig is als ook wat de aard van de voorziening moet zijn wordt betrokken:

het geheel van problemen en beschermende factoren met betrekking tot de jeugdige;

de eigen verantwoordelijkheid en de mogelijkheden van de jeugdige en zijn ouders;

indien meerdere voorzieningen mogelijk zijn wordt de goedkoopst adequate voorziening verstrekt.

2. De zorgtaken van ouders en de te verstrekken voorzieningen worden op elkaar afgestemd.

3. Een reeds verstrekte voorziening kan worden in getrokken of aangepast als zij niet langer passend is naar inhoud of als voorliggende problemen eerst moeten worden opgelost.

4. De gemeente beoogt dat voor iedere jeugdige met een hulpvraag passende zorg geboden wordt. De consulent coördineert dit proces in de rol van procesregisseur. Dit betekent dat de jeugdige en zijn of haar ouders begeleid worden gedurende dit proces van keukentafelgesprek tot aan de evaluatie van de geboden zorg.

 

 

Artikel 5 (Multidisciplinair) Oordeel

1. Het besluit of en welke zorgcategorie wordt toegekend wordt genomen na multidisciplinair

overleg met tenminste één andere professional als er sprake is van een eerste aanvraag.

2. Deze professionals beschikken over de relevante deskundigheid volgens landelijke professionele richtlijnen om de vermoedelijke diagnose te bepalen. De diagnose is het criterium voor de betreffende zorgcategorie, andere vermoedelijke diagnoses uit te sluiten of prioritering van behandeling te kunnen bepalen.

3. Bij meer complexe situaties wordt zo nodig meer gespecialiseerde deskundigheid geconsulteerd.

4. Deze stappen worden achterwege gelaten bij de toekenning van een individuele voorziening op verwijzing van de huisarts, of medisch specialist of jeugdarts.

5. Deze stappen worden achterwege gelaten bij het besluit tot toekennen van een individuele voorziening op verwijzing door de gecertificeerde instelling in geval van drang en bij advies van Veilig Thuis.

 

Artikel 6 Verslag

1. Het college zorgt voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek. Dit verslag wordt ook wel het Leefzorgplan genoemd.

2. De jeugdige en/of zijn ouders tekenen het verslag voor gezien of akkoord en zorgen ervoor dat een getekend exemplaar wordt gestuurd naar het college.

3. Als de jeugdige en/of zijn ouders tekenen voor gezien, kunnen zij daarbij tevens aangeven wat de reden is waarom zij niet akkoord gaan.

4. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige en zijn ouders worden aan het verslag toegevoegd.

 

 

Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorzieningen

Artikel 7 Criteria voor vervoersvoorziening

1. Ten behoeve van het bezoeken van de jeugdhulpvoorziening kan het college aan de jeugdige aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt in het kader van jeugdhulp een vervoersvoorziening dan wel een vergoeding verstrekken

2. De vervoersvoorziening wordt toegekend, indien en voor zover dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid van de jeugdige en het vervoer niet van de ouders/het netwerk kan worden verlangd in het kader van de eigen kracht met inachtneming van het derde lid en er geen andere regeling/voorziening is waarvan de jeugdige gebruik kan maken voor het vervoer naar de jeugdhulpvoorziening

3. Het betreft zodanige langdurige en/of intensieve hulp dat het niet redelijk en billijk is van de ouders te verlangen dat zij de jeugdige (gedeeltelijk) zelf brengen en halen (langdurig houdt in meer dan drie maanden, intensief houdt in minimaal twee keer per week).

4. Als aan alle criteria is voldaan bepaalt het college in overleg met de ouders of, en zo ja welke (combinatie van) vervoersvoorziening(en) het meest passend is

 

 

Artikel 8 Persoonsgebonden budget algemeen

1. Een persoonsgebonden budget kan worden verstrekt ten behoeve van een voorziening als bedoeld in artikel 10 van de verordening.

2. De motivatie en bekwaamheid van de aanvrager van een persoonsgebonden budget en de doelmatigheid van het zorginhoudelijke voorstel worden getoetst aan de hand van een door de aanvrager ingevuld plan van de aanvraag (budgetplan) als bedoeld in artikel 10 lid 1 van de verordening.

3. Een persoonsgebonden budget waarmee jeugdhulp wordt betrokken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk wordt beoordeeld op basis van gebruikelijke zorg. De beoordeling van gebruikelijke zorg wordt gebaseerd op de Beleidsregels AWBZ en hoofdstuk 4 van de CIZ indicatiewijzer, een en ander voor zover het een voorziening betreft die nu onder de Jeugdwet valt en voor zover van toepassing op de jeugdige.

4. Het college onderzoekt, conform artikel 8.1.3 van de Jeugdwet, minimaal eenmaal per twee jaar of er aanleiding is om het besluit tot verstrekking van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb te heroverwegen.

 

 

Artikel 9 Kwaliteitseisen van de met het persoonsgebonden budget in te kopen zorg

1. De zorg die de budgethouder inkoopt, is kwalitatief verantwoord en voldoet tenminste aan de volgende eisen:

de zorg, in te kopen bij een jeugdhulpaanbieder voldoet aan de wettelijke eisen;

verleners van zorg die geen jeugdhulpaanbieder zijn, met uitzondering van de ouders van de jeugdige, beschikken over een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 4.1.6 van de wet en verlenen veilige, doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte zorg;

c. verleners van zorg die geen jeugdhulpaanbieder zijn, verrichten geen voorbehouden handelingen of handelingen die op grond van de norm van verantwoorde werktoedeling aan een geregistreerde professional is voorbehouden.

 

 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van deze nadere regels indien toepassing van deze regels gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regels te dienen doelen. Bij bijzondere omstandigheden gaat het om omstandigheden die niet al in de nadere regels zijn verdisconteerd en waarin de strikte navolging van de nadere regel zou leiden tot een niet beoogde uitkomst.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2019.

 

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Besluit nadere regels Jeugdhulp gemeente Venray 2019.