| | |
Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke omgevingsvergunning | | |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | Aanlegkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | |
2.1.1.2 | De bouwkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | |
2.1.1.3 | Sloopkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het slopen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | |
2.1.1.5 | Vooroverleg: het op schriftelijk verzoek van een aanvrager, voorafgaande aan een formele aanvraag, informeel overleggen (schriftelijk en mondeling) met de gemeente over de haalbaarheid van een plan, op grond van de door de aanvrager overeenkomstig de daarvoor gestelde eisen overgelegde bescheiden, waarbij de uitslag over de haalbaarheid binnen een termijn door het bevoegd gezag in een schriftelijke verslag wordt vastgelegd. | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
| | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | |
| | |
2.1 | Voor de toetsing van een welstandbeoordeling door "de Stadsbouwmeester" van een vooroverleg bedraagt het tarief de werkelijke kosten die door "de Stadsbouwmeester" en/of derden in rekening worden gebracht. | |
2.1.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een schriftelijke verklaring dat een activiteit omgevingsvergunning vrij is | € 169,85 |
2.1.1.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is | € 169,85 |
| | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunningen | |
2.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om | |
| een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.1.1.1.2 | Verplicht advies monumenten commissie: | |
| Voor het verschuldigde bedrag van het verplichte advies van de monumenten commissie worden de werkelijke kosten in rekening gebracht. | |
2.2.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een | |
| bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.2.1.1.1 | 2,75% van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 0,00 en € 200.000,- met een minimumtarief van: | € 271,70 |
2.2.1.1.2 | 2,6% van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 200.000,-- en € 500.000,-- | |
2.2.1.1.3 | 2,5% van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 500.000,-- en | |
| € 1.000.000,-- | |
2.2.1.1.4 | 2,35% van het deel van de bouwkosten dat het bedrag van € 1.000.000,-- te boven gaat | |
2.2.1.2.1 | De leges genoemd in 2.2.1.1.1 tot en met 2.2.1.1.4 worden vermeerderd met de kosten die voortvloeien uit het ter beoordeling aanbieden van vergunningsplichtige bouwplannen bij "de Stadsbouwmeester". De kosten bedragen met een minimum van | € 75,00 |
| 3 promille over bedragen tot € 230.000,-- van de bouwkosten plus | |
| 1/2 promille van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 230.000,-- en | |
| € 455.000,-- plus | |
| 1/4 promille van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 455.000,-- en | |
| € 680.000,-- plus | |
| 1/8 promille van de bouwkosten dat € 680.000,-- te boven gaat | |
2.2.1.2.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daardoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, de werkelijke kosten van de welstandstoets. | |
2.2.1.2.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de commissie nodig is en wordt getoetst, de werkelijke kosten van het advies. | |
2.2.1.3 | Beoordeling bodemrapport: | |
| Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.2.1.1 wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer: | |
2.2.1.3.1 | een milieukundig bodemrapport wordt getoetst, verhoogd met | € 147,40 |
2.2.1.3.2 | een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met de werkelijke kosten van het advies. | |
2.2.1.4 | Verplicht advies agrarische commissie: | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.2.1.5 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.2.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.2.2 | Aanlegactiviteiten | |
| | |
| Wet geluidhinder | |
2.2.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief | € 560,95 |
| | |
| | |
| | |
2.2.2.2 | Indien op grond van de Wet Geluidhinder voor het verlenen van een omgevingsvergunning een akoestisch- en of geluidsonderzoek moet worden verricht moet de aanvrager binnen 14 dagen na de aanvraag een schriftelijke (offerte) van een vakkundig bedrijf overleggen; indien deze overlegging niet plaats vindt kunnen de leges onder 2.2.1.1 tot en met 2.2.4.5, 2.2.7, voor het verrichten van een akoestisch en/of geluidsonderzoek door de gemeente, verschuldigd: | |
| a. als het bouwplan een woning betreft; | € 3.275,35 |
| b. idem a. plus voor elke woning meer dan 1 zal voor elk volgende woning van het bouwplan in rekening worden gebracht. | € 76,50 |
2.2.2.3 | Het tarief bedraagt voor het vaststellen van een hogere grenswaarde in het kader van de Wet Geluidhinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan of wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning nodig is | € 388,70 |
| | |
| | |
| Planologisch strijdig gebruik | |
2.2.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit: | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel. 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artkel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, wordt het tarief verhoogd met, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.2.1.: | |
2.2.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.415,25 |
2.2.3.2 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.1.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan: | |
2.2.3.2.1 | artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), verhoogd met | |
| | € 604,95 |
2.2.3.2.2 | artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), verhoogd met | |
| | € 907,95 |
2.2.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.2.4.1 | Indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking) | € 604,95 |
2.2.4.2 | Indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking) | € 907,95 |
2.2.4.3 | Indien met toepassing van artikel 2.12, eerst lid onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken: | € 604,95 |
| Dit tarief vindt geen toepassing indien de met deze vergunning gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald. | |
2.2.4.4 | Indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking) | € 5.415,25 |
| | |
| | |
| | |
2.2.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid: | |
| Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo. | |
2.2.5.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor een nachtverblijf voor meer dan | |
| 5 personen: | |
| 1. 6 tot en met 10 personen | € 527,25 |
| 2. 11 tot en met 25 personen | € 1.051,40 |
| 3. 26 tot en met 100 personen | € 1.517,75 |
| 4. meer dan 100 personen | € 2.103,30 |
| | |
2.2.5.2 | Hernieuwde omgevingsvergunning: | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning m.b.t. het brandveilig gebruik van een bouwwerk of inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 1d van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht voor een gebouw of bouwwerk waarvan de huidige vergunning inmiddels verlopen is (meer dan 5 jaar) bij ongewijzigd gebruik per aanvraag: | € 258,75 |
| | |
2.2.5.3 | Het in paragraaf 2.2.5.1 t/m 2.2.5.3 genoemde bedrag wordt verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.2.6 | Vellen van houtopstand (kappen) | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 2 van de Bomenverordening Twenterand 2016, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 44,40 |
2.2.7 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 143,10 |
| | |
| | |
2.2.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen of veranderen van een weg in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief | € 169,90 |
| | |
2.2.9 | Uitweg/inrit | |
| gereserveerd | |
| | |
2.2.10 | Opslag van roerende zaken | |
| gereserveerd | |
| | |
2.2.11.1 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening gemeente Twenterand 2010, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.2.11.1.1 | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten van de monumentencommissie, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.2.11.1.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.2.11.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
2.4 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld 2.1.1.1.1, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de aanvraag om vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 2 | |
| | |
| | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | |
| | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, sloop- of aanlegactiviteiten: | |
| Wanneer een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een deel van de leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | 50% van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag verschuldigde leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken; | |
2.5.1.1.1 | Als een aanvraag uit hoofdstuk 2, m.u.v. een vooroverleg, buiten behandeling wordt gelaten of door de aanvrager schriftelijk wordt ingetrokken vóór dat een besluit is genomen, wordt 50% van het eigenlijke legesbedrag in rekening gebracht, met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering (bijvoorbeeld kosten welstand) van derden. | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, sloop- of aanlegactiviteiten: | |
| Wanneer de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, wordt een deel van de leges teruggegeven, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 2.2.1, onderscheidenlijk 2.2.2 of 2.2.7, met dien verstande dat een bedrag minder dan € 5,-- niet wordt teruggegeven, dit geldt ook voor kosten inzake advisering (bijvoorbeeld kosten welstand) | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning: | |
| Wanneer de gemeente een omgevingsvergunning weigert, wordt een deel van de verschuldigde leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt 25% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 2.2.1, onderscheidenlijk 2.2.2 of 2.2.7, met dien verstande dat een bedrag minder dan € 5,-- niet wordt teruggegeven, dit geldt ook voor kosten inzake advisering (bijvoorbeeld kosten welstand) | |
2.5.4 | De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 worden verrekend met de leges van een eerdere ingetrokken aanvraag van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de intrekking. | |
| | |
Hoofdstuk 6 Intrekken omgevingsvergunning | |
| | |
| | |
2.7.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging van het project bedraagt | € 222,25 |
| | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingsherzieningen of -wijzigingen zonder activiteiten | |
| | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: | € 3.231,65 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan, anders als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening: | € 5.415,25 |
2.8.3 | De tarieven in dit hoofdstuk kunnen worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.8.4 | Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.8.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken | |
| | |
Hoofdstuk 9 Omgevingsvergunning eerste of tweede fase | |
| | |
2.9.3.1 | Omgevingsvergunning in twee fasen: | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.9.3.1.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze titel voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.9.3.1.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze titel voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
2.9.3.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied de schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor dieren en planten als bedoeld in de Natuurbeschermingswet bedraagt het tarief: | € 169,90 |
2.9.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in de Natuurbeschermingswet bedraagt het tarief: | € 169,90 |
| | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet genoemde beschikking | |
| | |
2.10.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking | € 71,05 |
2.10.2 | Overschrijven vergunningen | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning | € 39,05 |
| | |
Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet | |
3.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |
3.1.1 | een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (Stb. 1964, 386): | € 370,35 |
3.1.2 | een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | € 71,10 |
| | |
| | |
| | |
3.1.3 | van een vergunning ingevolge artikel 2:28 van de APV Twenterand (exploitatievergunning horecabedrijf) | 183,95 |
3.1.4 | indien de in lid 3.1.1 bedoelde aanvraag om vergunning een aanvraag betreft met het oogmerk om een nieuwe vergunning te verkrijgen waarbij slechts een administratieve wijziging in een reeds eerder verleende vergunning moet worden opgenomen, dan bedraagt het tarief: | € 70,20 |
| | |
| | |
| | |
| | |
Hoofdstuk 2 Evenementen | |
| | |
3.2.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen tot het verkrijgen van een vergunning voor het houden van een evenement | € 0,00 |
| | |
Hoofdstuk 3 Brandveiligheidsverordening | |
| | |
3.3 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1, onderdeel a, van de Brandbeveiligingsverordening (aanwezigheid van meer dan 50 personen) | |
| | |
| | |
| | |
3.3.1 | 50 tot en met 250 personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een woongebouw: | € 531,15 |
3.3.2 | Meer dan 250 personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een woongebouw: | € 1.051,50 |
3.3.3 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2 lid 1b van de Brandbeveiligingsverordening (nachtverblijf voor meer dan 5 personen) | |
3.3.3.a | 6 tot en met 10 personen | € 527,25 |
3.3.3.b | 11 tot en met 25 personen | € 1.051,50 |
3.3.3.c | 26 tot en met 100 personen | € 1.725,15 |
3.3.3.d | meer dan 100 personen | € 2.102,90 |
| | |
3.3.4 | Hernieuwde omgevingsvergunning : | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk of inrichting, als bedoeld in artikel 2.11, lid 1-A en B van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid 1A,B en C van de Brandbeveiligingsverordening voor een gebouw of bouwwerk of inrichting waarvan de huidige gebruiksvergunning inmiddels verlopen is (meer dan 5 jaar) bij ongewijzigd gebruik per aanvraag: | € 258,85 |
3.3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning m.b.t. het brandveilig gebruik van een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1-C van de Brandbeveiligingsverordening (verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar en verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen): | |
3.3.5.a | 10 tot en met 25 personen | € 527,25 |
3.3.5.b | meer dan 25 personen | € 1.051,50 |
3.3.6 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouw of inrichting als bedoeld in artikel 2.11.1 lid 1-A van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid1-B van de Brandbeveiligingsverordening | |
| (nachtverblijf voor meer dan 5 personen) | |
| 1. 6 tot en met 10 personen | € 527,25 |
| 2. 11 tot en met 25 personen | € 1.051,50 |
| 3. 26 tot en met 100 personen | € 1.725,15 |
| 4. meer dan 100 personen | € 2.102,90 |
3.3.7 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk of inrichting als bedoeld in artikel 2.11.1 lid 1-B van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid 1-C van de Brandbeveiligingsverordening (verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar en verschaffen van dagverblijf aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen): | |
| 1. 10 tot en met 25 personen | € 527,25 |
| 2. meer dan 25 personen | € 1.051,50 |
| Gebruiksvergunning op grond van artikel 2.11.1 lid 1-A en B van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of artikel 2 lid 1-A,B en C van de Brandbeveiligingsverordening voor het in gebruik hebben of houden van bouwwerk of inrichting voor de maximale duur van 30 dagen. | |
3.3.8 | De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afwijkend gebruik van een bouwwerk, anders dan voor het gebruik tijdens een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2016, waar gelijktijdig maximaal 50 tot 249 personen aanwezig kunnen zijn: | € 71,10 |
3.3.9 | De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afwijkend gebruik van een bouwwerk, anders dan voor het gebruik tijdens een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2016, waar gelijktijdig 250 personen of meer aanwezig kunnen zijn: | € 258,85 |
| | |
Hoofdstuk 4 Kinderopvang | |
| | |
4.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot registratie in het register LRKP van gastouder (ongeacht de opvang plaatsvindt op adres van gastouder of vraag ouder) | |
| | |
| | € 241,85 |
4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot registratie in het register LRKP van gastouderbureau, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal | |
| | |
| | € 604,95 |
| | |
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | |
| | |
5.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in de behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | |
| een beschikking en of verklaring op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: | € 35,20 |