Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Twenterand 2013 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Twenterand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet milieubeheer
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-06-2013 | Nieuwe regeling | 28-05-2013 Gemeentecontact d.d. 6 juni 2013 | BIS nr. 013.023.0004 | ||
01-04-2005 | Wijziging in het kader van beëindiging gescheiden inzameling in het buitengebied | 03-03-2005 Gemeentecontact d.d. 9 maart 2005 | BIS nr. 05.023.0001 |
Geconsolideerde tekst van de regeling
De raad van de gemeente Twenterand;
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
Gelet op artikel 10:23 van de Wet milieubeheer, de Provinciale Milieuverordening Overijssel en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening, regelende het zich ontdoen van afvalstoffen en andere catgeorieën van afvalstoffen, de al dan niet gescheiden inzameling van afvalstoffen, en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
b. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;
c. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats, waarbij de daadwerkelijke overdracht plaatsvindt op het moment dat de afvalstoffen in het inzamelmiddel of de inzamelvoorziening zijn gebracht;
d. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer of big bag, ten behoeve van één huishouden;
e. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen be¬stemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;
f. milieupas: een identificatiemiddel met een uniek, digitaal pasnummer, voor de individuele registratie en afrekening van het afvalaanbod;
g. inzameldienst: de krachtens artikel 2 lid 1, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
h. andere inzamelaars: de krachtens artikel 2 lid 2, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;
i. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
j. gestapelde bouw: een woongebouw dat uit meer dan één bouwlaag bestaat en bestemd is voor bewoning door meer dan één huishouden, bijvoorbeeld een flat, een appartementencomplex, boven- en benedenwoningen en maisonnettes;
k. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes, flesjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;
l. wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande doorgaande en verharde wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
m. motorrijtuigen: alle voertuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet1994.
Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
1. Als inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen wordt aangewezen:
b Gemeente Twenterand voor de inzameling van componenten uit het huishoudelijk afval op afroep en voor de inzameling van afvalstoffen ter plaatse van een daartoe aangewezen brengdepot.
2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
3. NV ROVA gemeenten wordt aangewezen als exclusief gerechtigde tot en belast met de uitvoering van de inzameling huishoudelijke afvalstoffen, met uitzondering van de door het college aan te wijzen afzonderlijk in te zamelen categorieën als bedoeld in lid 2.
4. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.
5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 3 Afzonderlijke inzameling
1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:
• groente-, fruit- en tuinafval;
• asbest en asbesthoudend afval;
• elektrische en elektronische apparatuur;
• luier- en incontinentieafval;
2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.
3. In afwijking van het eerste lid wordt groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk ingezameld bij de gebruikers van percelen die deel uitmaken van een gestapelde bouw en ten behoeve waarvan geen inzamelmiddelen zijn verstrekt.
Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen
1. De inzameling kan plaatsvinden via:
a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;
b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;
c. een inzamelvoorziening op wijkniveau;
d. een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.
2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet door de inzameldienst verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.
Artikel 5 Frequentie van inzamelen
1. Huishoudelijk restafval wordt tenminste eenmaal per vier weken bij of nabij elk perceel ingezameld.
2. Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste eenmaal per veertien dagen afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld.
3. In afwijking van het in het eerste en tweede lid bepaalde wordt huishoudelijk restafval en groente-, fruit- en tuinafval niet ingezameld bij:
a. Het Liefferdinck 3,4,5,6,7,8;
4. Het college kan de frequentie van de inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij of nabij elk perceel worden ingezameld.
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.
2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor de inzameldienst of andere aangewezen inzamelaars.
3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere aangewezen inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
1. Het is verboden om categorieën huishoudelijke afvalstoffen, zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.
2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.
3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzameling van gft-afval bij gebruikers van percelen die deel uitmaken van een gestapelde bouw en ten behoeve waarvan geen inzamelmiddelen zijn verstrekt.
5. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van afvalstoffen.
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
1. Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het verstrekte inzamelmiddel.
2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.
3. Het college kan regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.
4. Indien het inzamelmiddel niet door de inzameldienst is verstrekt, kan het college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.
5. Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.
6. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen en wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.
7. Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.
Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
1. Indien voor de gebruiker van een perceel door middel van een aan hem beschikbaar gestelde milieupas voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 4, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening is aangewezen, is het voor de gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bie¬den dan via de betreffende inzamelvoorziening.
2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de cate¬gorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, twee¬de lid, is bestemd.
3. Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.
4. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens dit artikel is bepaald.
5. Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.
Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorziening op wijkniveau
1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.
2. Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling kunnen worden aangeboden.
3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.
4. Het verbod in artikel 10, zesde lid, en artikel 11, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.
Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijk afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau
1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieën waarvoor het brengdepot als bedoeld in artikel 4, tweede lid, is bestemd.
2. Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het brengdepot op lokaal of regionaal niveau.
3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.
4. Het verbod in artikel 10, zesde lid, en artikel 11, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel.
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
1. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.
2. Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.
3. Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.
4. Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.
5. Het is aan anderen dan de gebruiker van een perceel die de in lid 1 bedoelde categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt, verboden afvalstoffen toe te voegen aan en ter inzameling aan te bieden met die van de in dit lid bedoelde gebruiker.
Artikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.
2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.
Artikel 16 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Artikel 18 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
2. Het college kan van het verbod als bedoeld in lid 1 ontheffing verlenen.
3. Het verbod is niet van toepassing op:
a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;
b. het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;
c. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
Artikel 19 Achterlaten van straatafval
1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen ten behoeve van de opvang van afval.
2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen, tenzij het afval betreft waarvoor speciale bakken, manden of soortgelijke voorwerpen zijn geplaatst.
Artikel 20 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken, te verspreiden of te verplaatsen.
2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of in de brand te steken of anderszins te behandelen waardoor zwerfafval kan ontstaan.
Artikel 21 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;
b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;
c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 22 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 23 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.
2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:
a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.
Hoofdstuk 5 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 24 Verbod opslag van afvalstoffen
1. Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.
2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of aan de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 25 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.
Artikel 26 Verbod ongewenst drukwerk te bezorgen
Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner of gebruiker ervan duidelijk heeft kenbaar gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen
9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau
14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
18 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
19 Achterlaten van straatafval
20 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
21 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
22 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
23 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
24 Verbod opslag van afvalstoffen
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.
2. Gelijktijdig wordt de Afvalstoffenverordening gemeente Twenterand, zoals deze is vastgesteld op. 19 december 2002 ingetrokken.
1. Vergunningen verleend op grond van of krachtens de in artikel 29, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
2. Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 29, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.
3. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 29, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 29, tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
5. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 29, tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in deze verordening.
6. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste of tweede lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het derde lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 29, eerste lid, is ingekomen binnen de voord¬ien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 29, tweede lid.
7. De intrekking van de in artikel 29, tweede lid heeft geen gevol¬gen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwij¬zingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.