Organisatie | Bergeijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe verordening | 20-12-2018 |
De raad der gemeente Bergeijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 23 oktober 2018
gezien het advies van de commissie ABZ d.d. 29 november 2018.
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijke gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 onder 1.2.1 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 onder 1.1.1. van de tarieventabel, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,50. Voor deze berekening geldt dat het totaal van de op één aanslagbiljet verzamelde aanslagen geldt als één belastingbedrag.
Artikel 9 Termijn van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam "reinigingsrechten" wordt een recht geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Het recht wordt geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 15 Ontstaan van de blatingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van het voor een volledig tijdvak verschuldigde recht, als bedoeld in hoofdstuk 2 onder 2.1. van de tarieventabel, als er in dat belastingtijdvak, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Een gedeelte van een kalendermaand wordt hierbij aangemerkt als een volle kalendermaand.
Artikel 16 Termijn van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018" vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Bergeijk d.d. 21 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bergeijk van 20 december 2018.
Tarieventabel behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019"
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.2 Maatstaf en overige tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reiningsrechten