Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 225 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | Nieuwe regeling | 12-12-2018 |
Artikel 2 Beperkte kwijtschelding afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt binnen de gemeente belasting geheven van de gebruiker van een perceel ten aanzien waarvan een verplichting tot het inzamelen van afvalstoffen bestaat als bedoeld in de Wet Milieubeheer. Er wordt uitsluitend kwijtschelding verleend bij de invordering van de afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 en 1.2 van de tarieventabel behorende bij de geldende verordening afvalstoffenheffing.
Artikel 3 Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Artikel 5 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid.
De “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen” van 21 september 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 8, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.