Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regeling subsidieverstrekking peuterplaatsen regulier en VVE |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 1 Bijlage 2 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2018 | 01-08-2020 | Nieuwe regeling | 04-12-2018 |
Het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Twenterand;
Overwegende dat het gewenst is nadere regels vast te stellen ter uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid.
Deze nadere regeling geeft uitvoering aan geformuleerde uitgangspunten en doelstellingen:
gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Twenterand en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht besluit vast te stellen de volgende:
Nadere regeling subsidieverstrekking peuterplaatsen regulier en VVE
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze nadere regeling wordt verstaan onder:
Peuterplaats met VVE: opvang van een peuter in LRK geregistreerd kindercentrum met VVE-registratie, waarin aan de hand van een NJI erkend VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal- emotionele ontwikkeling.
Artikel 4 De subsidieaanvrager
De subsidie voor peuterplaatsen en/of peuterplaatsen met VVE moet uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, via een door het College vastgesteld aanvraagformulier, per houder worden aangevraagd. De aanvraag dient in ieder geval een reële inschatting te bevatten van het aantal uren te leveren peuterwerk en/of peuterwerk met VVE per houder, waarop de afzonderlijke locaties worden vermeld, verdeeld in de volgende categorieën:
Houders die gedurende het kalenderjaar aan het kwaliteitskader van de gemeente Twenterand, zoals toegevoegd in bijlage 2 bij deze regeling, voldoen en voor een eerste maal een subsidieaanvraag willen indienen (aangezien ze nog niet eerder voldeden aan het kwaliteitskader) kunnen lopende het kalenderjaar een subsidieaanvraag indienen die niet eerder ingaat dan datum aanvraag.
Hoofdstuk 3 Bijzondere bepalingen
Artikel 10 Procedurele en randvoorwaardelijke verplichtingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze nadere regels, indien toepassing van deze nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus vastgesteld op……………
Het college van burgemeester en wethouders van Twenterand,
de secretaris de burgemeester
H.J. ten Brinke drs. A.E.H. van der Kolk
De gemeente Twenterand wil de voorschoolse educatie zo toegankelijk mogelijk maken voor ouders om een zo groot mogelijk bereik te realiseren. De gemeente Twenterand komt daarom ouders financieel tegemoet en laat hen zelf kiezen voor een kinderopvanglocatie waar zij een peuterplaats of peuterplaats met VVE willen afnemen mist de houders voldoen aan de wettelijke regelgeving en de kwaliteitseisen van de gemeente Twenterand.
Enkel de artikelen die nadere uitleg behoeven worden hieronder nader toegelicht.
Een peuter kan in aanmerking komen voor een VVE-indicatie als het kind tussen de 2,5 en 4 jaar oud is en er wordt voldaan aan de criteria: het opleidingsniveau van beide ouders/verzorgers is maximaal LBO/VBO, praktijkonderwijs of VMBO basis- of kaderberoepsgerichte leerweg. De indicatie wordt gesteld door de jeugdarts van het consultatiebureau (JGZ).
Artikel 6 De hoogte van de subsidie
Het college stelt jaarlijks het uurtarief vast dat gesubsidieerd wordt, welke gebaseerd wordt op het maximum uurtarief van de kinderopvangtoeslag. Dit maximum uurtarief wordt normaliter in de zomer gepubliceerd voor het opvolgende jaar.
Dit uurtarief ziet op alle kosten samenhangend met de peuterplaatsen, zowel de directe als indirecte kosten.
Het Ministerie van SZW stelt jaarlijks vast hoe hoog de maximum uurprijs is voor ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen. In het algemeen gaan gemeenten uit van het tarief dat SZW gebruikt om de maximale KOT-vergoeding te berekenen (dat is die € 7,45 in 2018). De € 7,45 betekent dat het Rijk meebetaalt tot dat bedrag. Alles daarboven is voor rekening van ouders. Een ouder die een kinderopvanglocatie kiest (bijv. met maaltijden en andere extra voorzieningen) en daardoor een hoger bedrag per uur betaalt, krijgt evenveel toeslag als een ouder die een goedkopere kinderopvangplek heeft.
De gemeente Twenterand zegt in aansluiting hierop dat zij voor reguliere peuteropvang (dus zonder VVE) ook dat maximum uurtarief hanteert bij de berekening van de vergoeding die aan de opvanginstelling wordt betaald. De meeste organisaties zitten daarom ook op of rond dat tarief.
Het bedrag van € 10,- voor VVE komt voort uit een berekening van Sociaal Werk Nederland (de vroegere MOgroep) die een onderzoek heeft gedaan in het land. In het bedrag van € 10,- is inbegrepen de scholing, taakuren, voorbereiding en contacten met ouders, evenals de inzet van HBO’er op de groep.
De VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang wordt gebruikt voor de gesubsidieerde peuteropvang zodat een inkomensafhankelijke tariefstelling vastgesteld kan worden.
Toetsing recht op subsidie en/of omvang ouderbijdrage door de houder
Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplek dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de ondertekende Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een Inkomensverklaring (VGI) van (bei)de ouder(s).
Indien het verwachte verzamelinkomen voor de maand van plaatsing niet overeenkomt met het verzamelinkomen dat op de VGI staat moet de VGI aangevuld worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit zijn bijvoorbeeld: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering en dergelijke.
Als ouders niet willen verklaren geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag, komt de peuter niet in aanmerking voor een gesubsidieerde peuterplek. Als de ouder geen inzicht wil verschaffen in de hoogte van het inkomen door het afgeven van een VIG of overige documenten valt de ouder automatisch in de hoogste inkomenscategorie.
Ouders zijn verplicht een wijziging in het inkomen te melden aan de kinderopvangorganisatie. In het geval dat een ouder in aanmerking komt voor KOT, vervalt het recht op de gesubsidieerde peuterplek. In het geval dat het inkomen zo is gedaald dat de ouder in een lagere inkomenscategorie van de ouderbijdrage tabel valt kan bij de houder een aanvraag tot herziening van de ouderbijdrage worden gedaan.
Artikel 8 Bijdrage peuterplaats met VVE
Ouders/verzorgers die kinderopvangtoeslag ontvangen krijgen alleen het derde en vierde dagdeel gesubsidieerd. De eerste twee dagdelen wordt aan de kinderopvangorganisatie vergoed als zijnde een normale ‘peuterplaats’.
Artikel 10 Procedurele en randvoorwaardelijke voorwaarden
Houders houden als plaatsingsvolgorde bij een vrijgekomen peuterplek aan:
Voor 2019 wordt in afwijking van artikel 4 lid 1 een overgangsjaar vastgesteld. Voor het jaar 2020 dient de aanvraag vóór 1 oktober 2019 aangevraagd te worden.