Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Simpelveld houdende regels omtrent kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Kwijtscheldingsverordening 2019 |
Citeertitel | Kwijtscheldingsverordening 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Kwijtscheldingsverordening 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 08-11-2018 |
De raad van de gemeente Simpelveld;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september 2018;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, alsmede de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
‘VERORDENING OP DE KWIJTSCHELDING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2019’
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:
a. onroerende-zaakbelastingen;
i. de afvalstoffenheffing zoals bedoeld in hoofdstuk 1, lid 6 en hoofdstuk 2 van de tarieventabel
behorende bij de ‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2019’.
Artikel 2 Verruimde kwijtschelding
Van de belastingbedragen gebaseerd op de belastingtarieven als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2 t/m 4 (belasting per lediging) van de tarieventabel behorende bij de “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2019”, wordt per belastingjaar kwijtschelding verleend tot een bedrag van maximaal: € 55,00.
In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de bijstandsnormen en 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.