Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!

Opsterland

Besluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent mandaat Mandaatregeling Opsterland 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Opsterland
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Besluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent mandaat Mandaatregeling Opsterland 2018
Citeertitel	Mandaatregeling Opsterland 2018
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	bestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
22-11-2018		01-03-2021	nieuwe regeling	30-10-2018 gmb-2018-247842

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent mandaat Mandaatregeling Opsterland 2018

Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Opsterland, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

gelet op de algemene bepalingen ten aanzien van mandaat zoals opgenomen in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het feit dat het wenselijk is op zo ruim mogelijke schaal gebruik te maken van de mogelijkheden van mandaat, waarbij de verantwoordelijkheid - in eerste lijn - voor de afdoening van daarvoor in aanmerking komende routinematige en technische, niet-politieke beslissingen bij de ambtelijke organisatie wordt gelegd, opdat:

a.
slagvaardig(er) kan worden gehandeld en burgers sneller en doeltreffender geholpen kunnen worden;
b.
bestuursorganen minder uitvoerend bezig zijn, waardoor de werklast van bestuurders wordt verlicht en er meer tijd beschikbaar komt voor het uitzetten van hoofdlijnen van beleid;
c.
de deskundigheid in het apparaat optimaler benut kan worden;
d.
de verantwoordelijkheden extern en intern duidelijker tot uitdrukking kunnen komen;

besluiten vast te stellen de volgende

MANDAATREGELING 2018 OPSTERLAND.

Artikel 1 Begripsbepaling

1.
Ambtelijk Opdrachtgever (AOG): de door de directie aangewezen concernmanager die ambtelijk eindverantwoordelijk is voor de realisatie van het projectresultaat, bewaakt de scope van het project en stelt de benodigde middelen beschikbaar;
2.
Budgethouder: hij of zij die door het college is aangewezen als ambtenaar die verantwoordelijk is voor een bij een product of project behorend budget;
3.
Directeur: de gemeentesecretaris, als bedoeld in artikel 102 en volgende van de Gemeentewet, in zijn functie van hoofd van de ambtelijke organisatie;
4.
Gemandateerde: degene aan wie het mandaat wordt verleend;
5.
Leidinggevende: functionaris die voor zijn beroep leiding geeft aan een organisatie-eenheid: directeur, domeinmanager, afdelingshoofd of teamleider;
6.
Mandaat: het in naam van het bevoegde bestuursorgaan nemen van besluiten;
7.
Mandaatgever: het bestuursorgaan dat mandaat verleent;
8.
Medewerker: degene die op grond van de functiebeschrijving en/of een opdracht van een leidinggevende, geacht mag worden met de uitvoering van de betreffende taak te zijn belast.
9.
Projectleider: de medewerker die belast is met, en verantwoordelijk is voor het projectresultaat en het eerste aanspreekpunt is voor de aan het project toegewezen projectmedewerkers.

Artikel 2 Algemeen

1.
De uitoefening van de bevoegdheden zoals vermeld in het bij deze regeling behorende overzicht, is gemandateerd aan de daar genoemde functionarissen, waarbij slechts in de daarbij nadrukkelijk aangegeven gevallen toestemming voor ondermandaat wordt verleend;
2.
De in lid 1 genoemde functionaris is tevens bevoegd tot ondertekening in de zin van artikel 10:11 Algemene wet bestuursrecht, voor zover daar in de kolom Bijzondere bepalingen en nadere toelichting geen nadere beperking aan zijn gesteld of uitzondering op is bepaald;
3.
De in tabel onder E (Vertegenwoordiging) aangeduide functionarissen worden aangewezen als gemachtigde van de burgemeester dan wel de resp. bestuursorganen;
4.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in deze regeling, worden de Bijzondere bepalingen en nadere toelichting, opgenomen in de desbetreffende kolom van het bij deze regeling behorende overzicht, in acht genomen;
5.
Onverminderd het bepaalde in het vierde lid, worden bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden, wetgeving, aanwijzingen, beleidsregels, circulaires van rijks-, provinci¬ale of gemeentelijke organen in acht genomen;
6.
Ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden, die financiële consequenties hebben, geldt dat de begroting van het dienstjaar hierin moet voorzien.

Artikel 3 Mandaat bij meerdere functionarissen

Indien in het overzicht aan meerdere functionarissen mandaat is verleend, kan het mandaat rechtsgeldig door elk van de genoemde functionarissen worden uitgeoefend, tenzij een mandaatgever nadrukkelijk heeft aangegeven zelf het mandaat te willen uitoefenen.

Artikel 4 Plaatsvervanging

1.
In geval van afwezigheid van de gemandateerde, vindt er – voor zover mogelijk – een horizontale vervanging plaats.
2.
Indien zowel de gemandateerde, als zijn / haar horizontale vervanger afwezig is, is de direct leidinggevende bevoegd als zodanig op te treden.
3.
Leidinggevenden zijn bevoegd om personen die op basis van een arbeidsovereenkomst of op basis van een detacheringovereenkomst zijn aangesteld als uitvoerend ambtenaar of plaatsvervanger te laten optreden mits de betreffende persoon schriftelijk verklaard akkoord te gaan met de verplichtingen voortvloeiende uit de CAR/UWO en interne regels en instructies.

Artikel 5 Relatie met een ander team

Indien bij een krachtens mandaat te nemen beslissing of handeling een ander team belang heeft of de betreffende aangelegenheid het taakveld van een ander onderdeel raakt, legt de gemandateerde de zaak vooraf voor aan de betreffende medewerker van dat andere team, dit onverminderd het gestelde in de kolom "Bijzondere bepalingen en nadere toelichting" van het bij deze regeling behorende overzicht. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, geldt artikel 9, lid 3 onder f.

Artikel 6 Budgethouderschap

1.
In geval van mandatering van bevoegdheden aan leidinggevenden tot het nemen van besluiten ten laste van de begroting, wordt de gemandateerde tevens geacht te zijn aangewezen als budgethouder. Voor alle budgethouders gelden de voorschriften als bedoeld in de leden 3 t/m 6 van dit artikel.
2.
Naast leidinggevenden kunnen ook andere medewerkers structureel of incidenteel aangewezen worden als budgethouder.
3.
De budgethouder is verantwoording verschuldigd aan de gemeentesecretaris.
4.
Projectleiders zijn met betrekking tot het aan hun project toegewezen projectbudget budgethouder, tenzij de AOG anders beslist.
5.
In afwijking van het derde lid zijn projectleiders als budgethouder verantwoording verschuldigd aan hun AOG.
6.
Een budgethouder is beleidsmatig en financieel verantwoordelijk voor de totstandkoming en kwaliteit van een product (budget), de effectiviteit en efficiëntie van dat product, de advisering over dat product aan het bestuur en het realiseren van de geraamde inkomsten.
7.
De budgethouder is tevens beleidsmatig en financieel verantwoordelijk voor begroting, budgetrapportages, jaarrekening en beleidstoelichtingen op product -en budgetniveau. Dit betreft ook de toelevering van cijfers, teksten en analyses.
8.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als budgethouder, worden de Bijzondere bepalingen en nadere toelichting, opgenomen in de desbetreffende kolom van het bij deze regeling behorende overzicht, de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het collegebesluit inkoop en aanbesteding, alsmede de meerjarenbegroting in acht genomen.

Artikel 7 Mandaat directeur

1.
Aan de directeur wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden.
2.
Aan het college en de burgemeester blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:
- a.
  de raad;
- b.
  de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;
- c.
  (bestuurs)organen van waterschap, provincie of rijk.
  - 3.
    Onverminderd het gestelde in het eerste lid blijven aan het college en de burgemeester voorbehouden de bevoegdheden als genoemd in bijlage 1.
  - 4.
    Het college en de burgemeester zijn bevoegd om mandaten die op grond van dit artikel zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken.

Artikel 8 Wijze van ondermandatering

1.
De aan de directeur gemandateerde bevoegdheden in de zin van artikel 7 worden ondergemandateerd aan de in de bijbehorende tabel aangewezen functionarissen.
2.
Bij dit mandaat geldt een systeem van getrapte mandatering. Dit houdt in dat, tenzij anders is bepaald, de bevoegdheden ondergemandateerd zijn aan de hiërarchisch laagste in de tabel genoemde functie (afdelingshoofd/concernmanager, AOG, projectleider, teamleider, of medewerker), alsmede alle boven hem/haar ressorterende leidinggevenden.
3.
De gemandateerde maakt van het aan hem verleende mandaat slechts gebruik voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn taakveld en binnen het voor het product of project toegekende budget.
4.
Aan de directeur blijven voorbehouden de bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan zijn functie zijn toegekend.
5.
De directeur is bevoegd om mandaten die op grond van dit artikel zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk in te trekken.

Artikel 9 Uitzonderingen

In de volgende gevallen legt de gemandateerde de kwestie ter beslissing aan zijn/haar leidinggevende voor, onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 tweede lid van de wet:

a.
Als bestuurlijk is aangegeven dat een wijziging, aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid gewenst is;
b.
Als inwilliging van een verzoek zou leiden tot strijdigheid met het gemeentelijk beleid, met richtlijnen of met voorschriften daaromtrent;
c.
Als redelijkerwijs aangenomen mag worden dat de afdoening (grote) politieke consequenties met zich mee zal brengen, dan wel precedentwerking zal oproepen;
d.
Als de afdoening van een zaak niet als een routineaangelegenheid kan worden gekwalificeerd;
e.
Als bij besluiten waar sprake is van beleidsvrijheid reeds in de voorbereidingsfase aannemelijk is dat tegen de te nemen beslissing bezwaar zal worden gemaakt dan wel beroep ingesteld;
f.
Als in de voorbereidingsfase de standpunten van de portefeuillehouder, adviseurs en de gemandateerde met betrekking tot de te nemen beslissing uiteenlopen;
g.
Als de mandaatgever, dan wel de gemandateerde de wens daartoe te kennen geeft;
h.
Ten aanzien van de vaststelling en verzending van stukken aan een raadscommissie en/of de gemeenteraad;
i.
Ten aanzien van uitingen, gericht aan andere overheidsorganen, tenzij in overeen¬stemming met bij het betrokken orgaan bekend beleid of met geheel bij de wettelijke regeling of de jurisprudentie bepaald beleid.
j.
Het nemen van privaat- en bestuursrechtelijke besluiten waarbij medewerkers betrokken zijn, met uitzondering van beslissingen o.g.v. de (aanvullende regels) CAR/UWO en m.b.t. de burgerlijke stand, reisdocumenten en rijbewijzen.

Artikel 10 Mandaat bij twijfelgevallen

Indien een gemandateerde twijfelt over zijn bevoegdheid tot het verrichten van een bepaalde handeling, dan legt hij de vraag voor aan zijn/haar leidinggevende, welke vervolgens beslist op welk niveau de beslissing wordt genomen.

Artikel 11 Mandatering door heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar

1.
De heffingsambtenaar kan zijn bevoegdheden ex artikel 231, lid Gemeentewet en artikel 1, lid 2 Wet WOZ mandateren aan een medewerker, voor zover de aard van de bevoegdheid zich niet daartegen verzet.
2.
De invorderingambtenaar kan zijn bevoegdheden ex artikel 255, lid 1 en 231, lid 2 Gemeentewet mandateren aan een medewerker, voor zover de aard van de bevoegdheid zich niet daartegen verzet.
3.
De gemandateerden maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik binnen de door de mandaatgever gestelde kaders.
4.
De heffingsambtenaar resp. de invorderingsambtenaar zijn bevoegd om mandaten die bij dit besluit zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk in te trekken

Artikel 12 Mandatering aan externen

1.
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 2 t/m 11 kunnen ook bevoegdheden gemandateerd worden aan niet onder de mandaatgever ressorterende en tot de organisatie behorende functionarissen, personen of instanties.
2.
De bepalingen van artikel 6 zijn niet van toepassing op de onder lid 1 genoemde externe functionarissen, personen of instanties.

Artikel 13 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijk gesteld de verlening van:

a.
volmacht om in naam van het college of de burgemeester privaatrechtelijke handelingen te verrichten;
b.
machtiging om in naam van het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 14 Bevoegdheidsuitoefening namens het bestuursorgaan

De bevoegdheden, bedoeld onder artikel 2, eerste lid van deze regeling worden door de gemandateerde uitgeoefend namens het terzake bevoegde bestuursorgaan.

Artikel 15 Wijze van ondertekening bij mandaat

1.
In geval van uitoefening van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 2, worden uitgaande bescheiden als volgt ondertekend:
Namens (bestuursorgaan),
gevolgd door de handtekening, de naam van de mandataris en de functieaanduiding.
2.
Brieven als bedoeld bij lid 1 dienen in de "ik-vorm" te worden geschreven.

Artikel 16 Vermelding rechtsbescherming bij mandaat

Als tegen een krachtens mandaat genomen besluit een administratiefrechtelijke voorzie¬ning openstaat, wordt hiervan met de verzending van het besluit mededeling gedaan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van standaardteksten.

Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding

1.
Deze regeling kan worden aangehaald als "Mandaatregeling Opsterland 2018".
2.
Deze regeling treedt in werking op 15 november 2018.
3.
Gelijktijdig met inwerkingtreding van deze regeling worden de Mandaatregeling 2016 (d.d. 14-02-2017), het Mandaatbesluit WMO-Jeugdwet 2015, het ondermandaat uitvoering BAG (d.d. 13-03-2015), het Mandaatbesluit Invordering (d.d. 12-12-2016), het Mandaatbesluit Heffingen Belastingen en WOZ 2016 (d.d. 12-12-2016), ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018

De voorzitter,

Ellen van Selm

De secretaris,

Koen van Veen

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Opsterland op ……………

Ellen van Selm

Aldus vastgesteld door de heffingsambtenaar op …………

Geert Broekman

Aldus vastgesteld door de invorderingsambtenaar op …………..

Geert Broekman

Bijlage 2 tabel

	A - Algemeen
	Inkoop & aanbesteding



A-1	Het in het kader van een aanbesteding vast stellen van een programma van eisen	C	D	CM	TL			Bij onderwerpen waar advies dan wel instemming van de ondernemingsraad voor nodig is, ligt de bevoegdheid bij de directie.
A-2	Het doen van inkoop en aanbesteding in de zin van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid	C	D	CM	TL		Bij alle inkopen en aanbestedingen worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding, de algemene inkoopvoorwaarden en de begroting in acht genomen.	Inkoop is elke transactie waar een externe factuur tegenover staat.
A-3	Het afwijken van de algemene leveringsvoorwaarden Opsterland, voor zover niet elders in deze regeling anders bepaald is	C	D	CM	TL		Na inwinnen juridisch advies omtrent mogelijke risico’s
A-4	Het aangaan en beëindigen van verplichtingen (niet zijnde inkoop of aanbesteding) waaronder het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen ten laste van de posten (producten) van de begroting van de betreffende afdeling, voor zover niet anders geregeld in deze Mandaatregeling, en de betreffende begrotingspost daartoe de mogelijkheid en/ of financiële ruimte laat. Hieronder vallen ook door de raad beschikbaar gestelde kredieten voor projecten, e.d.	C	D	CM	TL		Ondermandaat aan deelbudgethouders is mogelijk. De ondertekeningsbevoegdheid is geregeld in hoofdstuk D
A-5	Het aanvragen van offertes.	C	D	CM	TL	MW
A-6	Het niet ingaan op offertes.	C	D	CM	TL

	vergunningen / aanvragen

A-7	Het aan burgers of instanties mededelen dat voor een bepaalde activiteit een vergunning nodig is dan wel dat deze aangevraagd dient te worden.	C	D	CM	TL	MW
A-8	Het stellen van een termijn om een verzuim, dat aan een aanvraag kleeft, te herstellen.	C / B	D	CM	TL	MW
A-9	Het aanvragen van vergunningen bij de gemeente zelf of bij een ander bestuursorgaan.	C	D	CM	TL	MW
A-10	Het vaststellen van standaard aanvraagformulieren	C	D	CM	TL			Het niet gebruiken van het formulier leidt tot niet-ontvankelijkheid.
A-11	Het verlengen van de beslistermijn in de zin van artikel 1:2, lid 2 APV of art. 4:14 Awb.	C	D	CM	TL	MW
A_12	Het niet-ontvankelijk verklaren van aanvragen.	C	D	CM	TL

A 13 – A 14	gereserveerd

	Subsidie

A-15	Het beslissen op aanvragen voor een incidentele subsidie. Hieronder worden ook verstaan aanvragen voor subsidie, zonder dat daarin een concreet bedrag wordt genoemd.	C	D	CM	TL		Besluiten op subsidieaanvragen dienen genomen te worden op grond van de Algemene Subsidieverordening en het ter zake geformuleerd beleid. Van de in mandaat genomen besluiten zal éénmaal per jaar een overzicht aan het College worden verstrekt.
A-16	Het beslissen op een aanvraag tot subsidieverlening inzake een structurele activiteitensubsidie of een structurele waarderingssubsidie.	C	D	CM	TL		Van de in mandaat genomen besluiten zal éénmaal per jaar een overzicht aan het College worden verstrekt.
A-17	Het beslissen op een aanvraag tot subsidievaststelling (met uitzondering van budgetsubsidies).	C	D	CM	TL	MW	De bevoegdheid tot het nemen van besluiten m.b.t. budgetsubsidies ligt bij het college.	Als het vastgestelde bedrag afwijkt van het verleende bedrag ligt het voor de hand dat niet de medewerker, maar een leidinggevende beslist.

	Verzekeringen

A-18	Het aansprakelijk stellen van derden bij beschadiging of tenietgaan van gemeente-eigendommen (inclusief de vaststelling van het schadebedrag en de wijze van betaling).	C	D	CM			Deze bevoegdheid is ondergemandateerd aan het afdelingshoofd van Owo-Bedrijfsvoering bij de gemeente Weststellingwerf, met de mogelijkheid van ondermandaat conform de mandaatregels van die organisatie.
A-19	Het aanmelden en afwikkelen van schadeclaims van derden, incl. beslissen op de aansprakelijkstellingen	C	D	CM			Deze bevoegdheid is ondergemandateerd aan het afdelingshoofd van Owo-Bedrijfsvoering bij de gemeente Weststellingwerf, met de mogelijkheid van ondermandaat conform de mandaatregels van die organisatie.	Afhandeling dient plaats te vinden conform de overeengekomen werkwijze en met inschakeling van de betreffende functionarissen en afdelingen zoals in beleidsnotitie Afwikkeling schadeclaims van september 2006 is vastgelegd; Bij schadeclaims boven de € 2.500,- (zaaks+I35schade) resp. € 25.000 (bij vermogensschade) doorzenden naar de verzekeringsmaatschappij en het College informeren
A-20	Het aanmelden en afwikkelen van schadegevallen, veroorzaakt door derden.	C	D	CM			Deze bevoegdheid is ondergemandateerd aan het afdelingshoofd van Owo-Bedrijfsvoering bij de gemeente Weststellingwerf, met de mogelijkheid van ondermandaat conform de mandaatregels van die organisatie.	Als de aangeboden vergoeding lager is dan het door de gemeente geclaimde bedrag, kan voor de aanspraak op schadevergoeding geen afstand worden gedaan. Eén en ander uiteraard afhankelijk van het belang van de gemeente.

BAG

A-21

Het nemen van besluiten o.g.v. de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG), anders dan in punt 22, zijnde: - de vaststelling van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 BAG; - het opmaken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in art. 10, eerste lid, onder b BAG; - het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot het signaleren van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die niet in een ander krachtens de BAG aangewezen brondocument zijn opgenomen

OWO-BVI

Deze bevoegdheid is gemandateerd aan de teamleider OWO-BVI in de gemeente Ooststellingwerf, met de mogelijkheid van ondermandaat conform de mandaatregels van die organisatie.

A-22

a. het opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’ behalve die bedoeld onder 21; b. het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen; c. het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers; d. het, op grond van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inschrijven van de in of op grond van artikel 10, eerste lid van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister; e. het ingevolge artikel 9 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is;

beheerder

Als beheerder is aangewezen: de teamleider OWO-BVI in de gemeente Ooststellingwerf

f. het, ingevolge artikel 14 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zorg dragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie;

g. het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften uit de artikelen 14A en 15 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

h. het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

i. het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistraties adressen en gebouwen zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

j. het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

k. het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligingsmaatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders;

gebruik / verhuur

A-23

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) gebouwen die gemeentelijk in gebruik zijn .

Het betreft hier het verhuren van ruimten in gebouwen die in eigendom zijn van de gemeente en ook voor gemeentelijke doelen worden gebruikt (locaties Beetsterzwaag, Gorredijk en Ureterp)

A-24

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) overige gebouwen die in eigendom van de gemeente zijn

A-25

De verhuur of het anderszins tijdelijk in gebruik geven van overig gemeentelijk eigendom.

Het betreft hierbij vooral roerende zaken, zoals dranghekken e.d.

A-26

Het doen van privaatrechtelijke ingebrekestellingen

A-27

Het ontzeggen van de toegang tot gebouwen die in eigendom of gebruik zijn bij de gemeente

	diverse

A-28	Het verstrekken van schriftelijke informatie van feitelijke (objectieve) aard aan derden (mede o.g.v. de WOB, WHO en/of Wmd) voor zover dit ligt binnen het werkveld van de betrokken functionaris.	C/B/ IA/ HA	D	CM	TL	MW		Tenzij in deze mandaatregeling anders bepaald. Mandaat geldt niet bij politiek gevoelige zaken en informatie aan de pers (zie artikel 9 Mandaatregeling).	De portefeuillehouder moet over WOB-verzoeken worden geïnformeerd.
A-29	Het uitnodigen van belanghebbenden voor voorlichtingsbijeenkomsten, niet zijnde raadsbijeenkomsten	C	D	CM	TL	MW		Afhankelijk van de aard van de bijeenkomst	Dergelijke uitnodigingen hebben geen juridische status.
A-30	Het uitvoeren van bevoegdheden o.g.v. de Verordening naamgeving en nummering (adressen) Opsterland 2009.	C	D	CM	TL	MW		Bij straatnaamgeving dient de externe adviescommissie geraadpleegd te worden.
A-31	Het uitoefenen van taken en bevoegdheden in het kader van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen.	C	D	CM	TL	MW
A-32	Het bij particulieren in rekening brengen van vergoedingen voor het gebruik van gemeente-eigendommen en voor het verlenen van enkele diensten.	C	D	CM	TL	MW
A-33	Het aangaan en beëindigen van verplichtingen ten laste van de begrotingsposten (producten) - 010 Raad en raadscommissies - 015 Griffie - 025 Rekenkamercommissie voor zover de betreffende begrotingspost daartoe de mogelijkheid en/ of financiële ruimte laat.	C					raads-griffier
A-34	Het aanwijzen van verkeersregelaars	C	D	CM	TL	MW		Bij zgn. beroepsverkeersregelaars ligt de bevoegdheid bij het team Uitvoering. Bij verkeersregelaars voor evenementen ligt de bevoegdheid bij afdeling OWO-VTH
A-35	Aanwijzingen volgens NEN-3140	C	D	CM	TL				Het betreft hier medewerkers die elektrotechnisch werk uitvoeren.
A-36	Het afhandelen van kleine facturen	C	D	CM	TL
A-37	Het nemen van besluiten in de zin van de artikelen 4:17 en 4:18 Awb (dwangsom bij niet tijdig beslissen)	C	D	CM	TL	MW			Juridisch medewerker

B - Algemeen / bezwaar en beroep

Het versturen van een schriftelijke ontvangstbevestiging van een bezwaar –of beroepschrift.

C / B

Het instemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter, in de zin van artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht

C / B

In overleg met de secretaris van de Bezwarencommissie.

Het vaststellen van een verweerschrift t.b.v. een hoorzitting van de Bezwarencommissie

Zo nodig met ondersteuning van een juridisch medewerker.

Het verdagen van de beslissing op een bezwaar -en beroepschrift.

C / B

Het indienen van verweerschriften in beroepsprocedures.

C / B / IA

Zo nodig met ondersteuning van een juridisch medewerker.

Het verzoeken om uitstel voor het indienen van verweerschriften.

C / B

C - Algemeen / personeelszaken

Het beslissen over het openstellen van vacatures (met uitzondering van die van de gemeentesecretaris).

Beslissingen die consequenties hebben voor de formatie-omvang en/of de begroting, dienen met een dekkingsvoorstel aan het College te worden voorgelegd.

C 2

De bevoegdheid tot het instellen van een selectiecommissie, de keuze voor bemensing daarvan, en het stellen van de eis van een verklaring van goed gedrag o.g.v. de WJD bij kandidaten (sollicitanten) voor een aanstelling in vaste of tijdelijke dienst of voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

Het betreft hier de direct leidinggevende. Voor medewerkers is de desbetreffende teamleider dus bevoegd, voor teamleiders de desbetreffende afdelingshoofden/concernmanagers, en voor de concernmanagers/afdelingshoofden de directeur.

C 3

Het geven van opdrachten voor het plaatsen van advertenties, het uitnodigen van sollicitanten voor een gesprek, het afschrijven van sollicitanten en het afhandelen van open sollicitaties.

C 4

Het detacheren, het verlenen van arbeidstijdvermindering of -uitbreiding, alsmede het bevorderen van medewerkers.

Het betreft hier de direct leidinggevende. Voor medewerkers is de desbetreffende teamleider dus bevoegd, voor teamleiders de desbetreffende afdelingshoofden/concernmanagers, voor de afdelingshoofden/concernmanagers de directeur en voor de directeur het college.

C 5

Het aanstellen in vaste of tijdelijke dienst, alsmede het verlenen van ontslag op grond van de artikelen 8.1 t/m 8.12 CAR/UWO.

Ontslag o.g.v. 8:13 CAR/UWO (disciplinaire straf) en 8:14 CAR/UWO (leden OR/GO) geschiedt door het college.

C 6

Inhuren tijdelijk personeel binnen de formatieruimte en de beschikbare vacaturegelden van de betreffende onderdelen.

Beslissing ter kennisgeving aan de directie doorgeven. Voor zover daarbij sprake is van inkoop of aanbesteding, worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding en de begroting in acht genomen.

C 7

Inhuren tijdelijk personeel t.l.v. centrale budgetten (ziektepot, e.d.)

Via de adviseur P&O een voorstel aan de directie voorleggen. Voor zover daarbij sprake is van inkoop of aanbesteding, worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding en de begroting in acht genomen.

C 8

Het op grond van de Regeling functiewaardering 2001 vaststellen van de functiebeschrijving en het vaststellen van de functiewaardering

C 9

Het nemen van besluiten over de verruiming formele arbeidsduur ex art. 2.7a CAR/UWO.

C 10

Het schorsen en opleggen van disciplinaire maatregelen

Voor de gemeentesecretaris is het college het bevoegde orgaan.

C 11

Het toepassen van de hardheidsclausule van alle door het college vastgestelde rechtspositieregelingen.

Voor de gemeentesecretaris is het college het bevoegde orgaan.

C 12

Het vaststellen van een regeling m.b.t. overwerkvergoeding in bijzondere situaties (oorlog, rampen e.d.)

C 13

Het verlenen of weigeren van toestemming om nevenwerkzaamheden te verrichten

C 14

Het overplaatsen van personeel naar een ander organisatieonderdeel

C 15

Het toekennen van gratificaties vanwege ambtsjubilea.

De overige gratificaties vallen onder de aanvullende CAR/UWO, waarvan de mandatering is geregeld in punt C-22.

C 16

Het geven van toestemming voor het maken van overuren. Het gaat hier om het incidenteel vergoeden van overuren (een klus, bij ziekte, e.d.).

Aan medewerkers in schaal 11 of hoger wordt geen overuren-vergoeding verstrekt (inherent aan de functie).

C 17

Het toekennen van (betaald) verlof.

Op grond van de CAR/UWO dan wel de Wet Arbeid en Zorg heeft een ambtenaar recht op diverse soorten van (betaald) verlof. Derhalve wordt hier gesproken van toekenning i.p.v. verlening.

C 18

Het aanwijzen van ADV-dagen verplichte verlofdagen.

Ter instemming voorleggen aan de OR.

C 19

Het toekennen van voorschotten op het salaris.

Na afstemming met de Directeur, en de direct leidinggevende.

C 20

Het toekennen van studiekostenvergoedingen met toepassing van het Concernplan en/of passend binnen het betreffende budget.

Op basis van het vastgestelde opleidingsplan kent de medewerker de formeel aan te vragen studiekostenfaciliteiten toe. Studies die niet in het opleidingsplan zijn opgenomen dienen aan de concernmanager te worden voorgelegd. Het geven van opdrachten of toestemmingen voor cursussen, seminars, vergaderingen, e.d. impliceert dat ook toestemming wordt gegeven voor vergoeding van de reis -en verblijfkosten. De dekking hiervan meenemen in de betrokken budgetten. Declaraties kunnen worden ingediend bij de afdeling OWO-Bedrijfsvoering in Weststellingwerf. NB: ook reis -en verblijfkosten meenemen.

Er is een vast jaarlijks opleidingsbudget. Op basis van functioneringsgesprekken geven afdelingshoofden/concernmanagers opleidingsprioriteiten aan binnen hun onderdeel. De directeur stelt jaarlijks een opleidingsplan (passend binnen het budget) vast.

C 21

Het nemen van besluiten over taakgebonden studies (permanente educatie).

C 22

Het nemen van besluiten in het kader van de (Aanvullende regels) CAR/UWO, voor zover niet elders genoemd.

Overleg met P&O over de uniforme toepassing. Mits passend binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget. Zie ook de aanwijzingen ten aanzien van gratificaties van 20-08-2001. Tevens moet P&O bij het proces betrokken worden.

Het betreft hier het bijna volledige spectrum aan beslissingen op het gebied van personeelsbeleid: salaris, periodieke verhogingen, schaalindeling, vergoedingen, consignaties, verlof, gratificaties, toelages, cafetariaregeling e.d.

C 23

Het nemen van besluiten in het kader van de (Aanvullende regels) CAR/UWO Opsterland met betrekking tot afdelingshoofden/concernmanagers.

C 24

Het aangaan van stageovereenkomsten en werkervaringsplaatsen.

Er dient vooraf een duidelijke opdracht geformuleerd te zijn.

C 25

Het vaststellen van werkinstructies.

De concerncontroller kan ingevolge artikel 9, lid 2 van de Organisatieverordening aanvullende richtlijnen geven. Het gaat hier om formele werkinstructies voor bepaalde functies. Het vaststellen van werkprocedures behoort tot de competentie van teamleiders.

Het betreft hierbij algemene instructies ten aanzien van taken en bij de vervulling daarvan te volgen werkwijzen (bijv. integriteit, wijze beantwoorden telefoon, internetgebruik, huisstijl, etc.)

C 26

Het toekennen van waarnemingsvergoedingen.

Via de adviseur P&O.

Het in het kader van een aanbesteding vast stellen van een programma van eisen, inzake onderwerpen waar advies dan wel instemming van de ondernemingsraad voor nodig is.

Zie ook A-1

C 28

Het nemen van besluiten ter uitvoering van hoofdstuk 10d CAR-UWO

Het betreft besluiten m.b.t. reïntegratietrajecten, werk naar werk e.d.,

C 29

Het aanstellen en ontslaan van onbezoldigde ambtenaren gemeentelijke belastingen

Hiertoe wijst de directie één bevoegde concernmanager aan voor de gehele organisatie.

D – Algemeen – Privaatrechtelijke vertegenwoordiging

De bevoegdheid tot vertegenwoordiging houdt geen beslissingsbevoegdheid in. De privaatrechtelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid houdt wel de bevoegdheid in om namens het bevoegde orgaan documenten te ondertekenen.

D1	Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van (notariële) akten, die betrekking hebben op: a) het verwerven, vervreemden of ruilen van onroerende zaken; b) het vestigen van zakelijke rechten en c) het aangaan van overeenkomsten inzake huren, verhuren, verpachten of in gebruik geven van onroerend goed.	B	D	CM	TL	MW	Notaris	Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk. Dit kan een incidentele of een doorlopende machtiging zijn.	Het gaat daarbij om de aan- of verkoop van grond en/of gebouwen, het vestigen van zakelijke rechten (zoals pacht/erfdienstbaarheden) e.d.
D 2	Aanbesteding werken: Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een aanbestedende afdeling en een aannemer voor: a) de uitvoering van een werk; b) het geheel van ontwerp en uitvoering van een werk of c) het laten uitvoeren van een werk met welke middelen dan ook, waarbij de aanbestedende dienst de eisen waaraan het werk moet voldoen, vaststelt.	B	D	CM	TL				Het gaat hierbij om werken die door derden ten behoeve van ons worden verricht
D 3	Aanbesteding levering: Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een (aanbestedende) afdeling of de brandweer en een leverancier voor de: a) aankoop; b) leasing; c) huur of huurkoop (met of zonder koopoptie) van roerende zaken.	B	D	CM	TL				Het gaat hierbij om prestaties die door derden ten behoeve van ons worden verricht.
D 4	Aanbesteding diensten: Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een aanbestedende afdeling of de brandweer en een dienstverlener.	B	D	CM	TL				Het gaat hierbij om prestaties die door derden ten behoeve van ons worden verricht.
D 5	Het vertegenwoordigen van de gemeente bij overeenkomsten tot verkoop en leveringen aan derden.	B	D	CM	TL				Hier gaat het om producten en leveringen door ons ten behoeve van derden
D 6	Het vertegenwoordigen van de gemeente bij (ver)huurovereenkomsten m.b.t. (ruimten in) dienstgebouwen.	B	D	CM	TL
D 7	Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het ondertekenen van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht.	B	D	CM	TL				Het betreft hier niet aanstellingen van ambtenaren.
D 8	Het vertegenwoordigen van de gemeente bij rechtsgedingen in alle instanties inzake privaatrechtelijke geschillen w.o. aansprakelijkheidsstellingen naar burgerlijk recht en arbeidsrechtelijke geschillen.	B	D	CM	TL	MW	De mandataris kan zich in de uitoefening van de vertegenwoordiging laten bijstaan of zelf weer laten vertegenwoordigen door een externe deskundige.
D 9	Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het verlijden van akten, houdende het garanderen van rente, akten van cessie, aflossing en hoofdsom van leningen, betreffende vestigen van krediethypotheken en verklaringen omtrent doorhaling van inschrijvingen in de hypothecaire registers.	B	D	CM	TL	MW	Tenzij bij specifieke volmacht elders geregeld.
D 10	Het vertegenwoordigen van de gemeente in rechtsgedingen m.b.t. overeenkomsten, contracten, geleverde producten en/of diensten en de betaling daarvan (in -en verkoop).	B	D	CM	TL	MW	Eventueel met ondersteuning van een juridisch medewerker.
D 11	Het vertegenwoordigen van de gemeente bij zittingen van de Kantonrechter.	B	D	CM	TL	MW	Hieronder vallen ook door derden tegen de gemeente aangespannen rechtsgedingen m.b.t. leveringen door de gemeente. Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk.		Het gaat om kleine boetes/schulden.
D 12	Het vertegenwoordigen van de gemeente in rechtsgedingen m.b.t de vaststelling van verhaal.	B	D	CM	TL	MW		Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk.
D 13	Het in ontvangst nemen, openen en voor ontvangst ondertekenen van deurwaardersexploiten, aangetekende stukken en pakketten, poststukken, postwissels en cheques (m.u.v. girobetaalkaarten).	B	D	CM	TL	MW			Stukken die door de post/deurwaarders aangetekend worden aangeboden.
D 14	Het doen van aangifte van strafbare feiten	B	D	CM	TL	MW		Bij bedreiging, mishandeling van ambtenaren e.d. ligt de bevoegdheid om als werkgever aangifte te doen minimaal bij de betreffende teamleider.
D 15	Het ondertekenen van overeenkomsten	B	D	CM	TL		wethouder	Ter uitvoering van eerdere besluitvorming van het college.	De wethouder moet wel beschikken over een persoonlijk mandaat
D 16	Het verlenen van machtigingen ten behoeve van automatische incasso	B	D	CM	TL

E - Algemeen / Bestuursrechtelijke vertegenwoordiging

E 1

Het vertegenwoordigen van een bestuursorgaan op hoorzittingen ex artikel 3:15 Algemene wet bestuursrecht.

Het betreft hier hoorzittingen in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, waarbij personen hun zienswijze over een ontwerp-besluit naar voren kunnen brengen.

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan bij hoorzittingen van de Bezwarencommissie.

C / B

E 3

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan bij zittingen in bestuursrechtelijke procedures, voor zover dit niet anders geregeld is.

C / B / IA

Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk. Dit kan een incidentele of een doorlopende machtiging zijn. De laatste natuurlijk voor medewerkers die frequent in rechte optreden.

Als het politiek gevoelige zaken betreft verdient het aanbeveling dat de uitvoerend ambtenaar (in de praktijk meestal de juridisch medewerker, dan wel de medewerker die het bestreden besluit heeft genomen) ruggespraak houdt met zijn/haar leidinggevende, al naar gelang de zwaarte van de zaak

F - Burgerzaken

Afgifte uittreksels, verklaringen en inlichtingen uit de basisadministratie persoonsgegevens.

F 2

Afgifte bewijzen van in leven zijn.

F 3

Afgifte bewijzen van Nederlanderschap.

F 4

Het voor echt verklaren en waarmerken van stukken en handtekeningen.

F 5

Beslissingen op verzoeken om geheimhouding van gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens.

F 6

Aanvragen om inlichtingen uit registers Justitiële documentatiedienst en strafregister t.b.v. de afgifte van verklaringen omtrent het gedrag.

Er is een apart (persoonlijk) aanwijzingsbesluit nodig.

F 7

Uitvoering van de Wet op de lijkbezorging, alsmede de op deze wet gebaseerde gemeentelijke verordening.

B / C

F 8

Het verlenen of weigeren van uitstel voor begraving of crematie ex art. 17 Wet op de lijkbezorging

Het verlof tot begraving of crematie wordt ex. art. 11 Wet op de lijkbezorging door de ambtenaren van burgerlijke stand verleend.

F 9

Het verlenen of weigeren van verlof tot het ontleden van een lijk. (art. 68 Wet op de Lijkbezorging)

De toestemming tot begraven (art. 11 Wet op de Lijkbezorging) ligt bij de Ambtenaar Burgerlijke Stand

F 10

Uitvoering van diverse bepalingen van de Kieswet.

B / C

F 11

Afgifte van paspoorten en Europese identiteitskaarten.

F 12

Afgifte van rijbewijzen.

F 13

Het ongeldig verklaren van rijbewijzen.

F 14

Het uitvoeren van de Dienstplichtwet, de Inkwartieringswet, de Wet gewetensbezwaren militaire dienst, alsmede de op deze wetten gebaseerde uitvoeringsregelingen.

F 15

Het uitvoeren van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, alsmede de op deze wet gebaseerde uitvoeringsregelingen.

F 16

Het verstrekken van inlichtingen op verzoek om geslachtsnaamwijziging.

F 17

Het verstrekken van inlichtingen en het afhandelen van verzoeken om naturalisatie.

F 18

Het benoemen van incidentele Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand (BABS)

In de zin van artikel 3 van de Beleidsregels aanwijzing BABS

F 19

Het aanwijzen van een éénmalige huwelijkslocatie

F 20

Het uitvoeren van de Wet Inburgering (WI) en het beslissen op aanvragen i.h.k.v. de WI.

F 21

Het aanvragen van inlichtingen uit registers van de Justitiële Documentatiedienst en uit de strafregisters i.v.m. koninklijke onderscheidingen.

Er is een apart (persoonlijk) aanwijzingsbesluit nodig.

Het benoemen en ontslaan van gemeentelijke lijkschouwers

Veiligheidsregio


	G - VTH

	Wabo
G 1	Het verlenen of intrekken of wijzigen van omgevingsvergunningen in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.	C	D	CM	TL	MW	Het weigeren is gemandateerd aan de Teamleider. Bij het intrekken moet gehandeld worden conform de “Beleidsregels intrekken bouw- en sloopvergunningen” d.d. 29-06-2010
G 2	Het wijzigen van het bestemmingsplan binnen bij dat plan bepaalde grenzen, in de zin van artikel 3.6, eerste lid, onder a Wro.	C	D	CM	TL	MW
G 3	Het toetsen van bouwactiviteiten aan de 'loketcriteria' (welstand).	C	D	CM	TL	MW
G 4	Het niet-ontvankelijk verklaren van een aanvraag voor een omgevingsvergunning	C	D	CM	TL	MW
G 5	Het verdagen van de beslissing op een omgevingsvergunning	C	D	CM	TL	MW
G 6	Het aanhouden van een aanvraag om een omgevingsvergunning, in de zin van artikel 3.3 e.v Wabo.	C	D	CM	TL	MW
G 7	Het accepteren van een sloopmelding, of een melding brandveilig gebruik in de zin van het Bouwbesluit.	C	D	CM	TL	MW	Het weigeren is gemandateerd aan de Teamleider
G 8	Het afwijken van de termijn van vier weken voor het doen van een sloopmelding in de zin van art. 1:26 Bouwbesluit.	C	D	CM	TL	MW
G 9	Het opleggen van nadere eisen en maatwerkvoorschriften aan een inrichting in de zin van artikel 8.42 Wet milieubeheer.	C	D	CM	TL
G 10	Het accepteren of weigeren van meldingen in de zin van het Activiteitenbesluit Milieubeheer	C	D	CM	TL	MW
G 11	Het nemen van besluiten in het kader van het Besluit Milieueffectrapportage (MER)	C	D	CM	TL
G 12	Alle voorbereidende en uitvoerende handelingen met betrekking tot omgevingsvergunningen en meldingen (artikel 2:3 Awb, hoofdstuk 2 en 3 Wabo)	C	D	CM	TL	MW
G 13	Het besluiten tot terstond in werking treden van de vergunning	C	D	CM	TL	MW
G 14	Het in het kader van de aanvraagprocedure om een omgevingsvergunning inwinnen bij en verstrekken van adviezen aan andere bestuursorganen	C	D	CM	TL	MW
G 15	Het in het kader van de aanvraagprocedure om een omgevingsvergunning opvragen bij andere bestuursorganen van een verklaring van geen bedenkingen	C	D	CM	TL	MW
G 16	Het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen	C	D	CM	TL
G 17	Het nemen van het besluit om bij de voorbereiding van besluiten afdeling 3.4 Awb en artikel 3:44 Awb toe te passen.	C	D	CM	TL	MW
G 18	Opvragen ontbrekende gegevens op grond van artikel 4:5 Awb	C	D	CM	TL	MW

	milieu

G19	Het uitvoeren van het Besluit Bodemkwaliteit	C	D	CM	TL	MW
G20	Het opleggen van hogere waarden in de zin van de art. 110a e.v. Wet Geluidhinder.	C	D	CM	TL		Dit besluit moet altijd annex zijn aan een ruimtelijk besluit (Wro of wabo)
G21	Het behandelen van meldingen als bedoeld in de artikelen 27, lid 4 en 28, lid 5 van de Wet bodembescherming.	C	D	CM	TL	MW
G22	Het verstrekken van advies als bedoeld in artikel 32, lid 1 van de Wet bodembescherming.	C	D	CM	TL	MW
G23	Het toepassen van artikel 33 van de Wet bodembescherming.	C	D	CM	TL	MW
G24	Het uitvoeren van artikel 41 van de Wet bodembescherming.	C	D	CM	TL	MW

APV

Het beslissen op aanvragen, meldingen of verzoeken o.g.v. de APV, voor zover niet elders in dit overzicht is geregeld.

C / B

Deze bevoegdheid kan ook ondergemandateerd worden aan medewerkers. Deze bevoegdheid omvat ook het verlenen van privaatrechtelijke toestemming voor het gebruik van gemeentelijk eigendom, voor zover deze toestemming samenhangt met de verleende vergunning of ontheffing. Het verlenen van privaatrechtelijke toestemming, zonder dat deze gekoppeld is aan een vergunning of ontheffing valt onder het team uitvoering (zie L3).

Ondermandaat moet schriftelijk gebeuren en bekend gemaakt te worden.

het verlenen van toestemming tot spoedkap.

G 27

Het verdagen van de beslissing op aanvraag van een APV vergunning.

G 28

Niet-ontvankelijk verklaren of buiten behandeling stellen van een aanvraag

G 29

Opvragen ontbrekende gegevens op grond van artikel 4:5 Awb

Bijzondere Wetten

Het verlenen of weigeren van een ontheffing o.g.v. de Zondagswet.

Het verlenen of weigeren van vrijstellingen en ontheffingen ingevolge de Winkeltijdenwet, het Winkeltijdenbesluit en de Winkeltijdenverordening.

Het nemen van besluiten ingevolge de Drank -en Horecawet.

Deze bevoegdheid kan ook ondergemandateerd worden aan medewerkers.

Het aanvragen van inlichtingen uit registers van de Justitiële Documentatiedienst en uit de strafregisters ingevolge de Drank -en Horecawet.

Er is een apart (persoonlijk) aanwijzingsbesluit nodig.

Het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van vergunningen ingevolge de Wet op de kansspelen.

Het verlenen van vergunning voor tijdelijk verhuur van koopwoningen, in de zin van artikel 15 Leegstandwet.

Het verlenen of weigeren van vergunningen o.g.v. de Wet op de dierenbescherming en het Honden -en Kattenbesluit.

Het afgeven of weigeren van een gehandicaptenparkeerkaart ingevolge het Besluit Administratieve Bepalingen Wegverkeer (BABW).

Na het inwinnen van medisch advies.

G 38

Het verlenen dan wel weigeren van een vergunning als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening 2013, met inbegrip van nadere voorwaarden.

Het uitvoeren van de Subsidieverordening Zonneboilers.

	Handhaving

G 40	a) Het constateren van een overtreding van een wettelijke bepaling of vergunning. b) Het mondeling verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen. c) Het schriftelijk verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen (1e brief).	C / B	D	CM	TL	MW
G 41	Het schriftelijk aankondigen dat bij in gebreke blijven overwogen zal worden bestuursdwang toe te passen of een dwangsom op te leggen (2e brief).	C / B	D	CM	TL
G 42	Het beslissen tot het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een dwangsom, alsmede het opleggen van bestuurlijke boetes.	C / B					Deze bevoegdheid is niet gemandateerd
G-43	Het mededelen van de verbeurdverklaring van een dwangsom.	C	D	CM	TL	MW	Het besluit tot het innen van een verbeurde dwangsom is niet gemandateerd

H-1

Het nemen van besluiten tot vaststelling van de aanspraken op maatwerkvoorzieningen ten behoeve van zelfredzaamheid en participatie, als bedoeld in artikel 2.3.5, lid 1, sub a, van de Wmo 2015, en in individueel geval tot herziening en intrekking daarvan en tot terug- en invordering van het onverschuldigd betaalde.

H-2

Het nemen van besluiten tot vaststelling van de aanspraken op maatwerkvoorzieningen ten behoeve van opvang en beschermd wonen, als bedoeld in artikel 2.3.5, lid 1, sub b, van de Wmo 2015, en in individueel geval tot herziening en intrekking daarvan en tot terug- en invordering van het onverschuldigd betaalde.

Besluiten tot het verstrekken van maatwerkvoorzieningen ten behoeve van opvang en beschermd wonen worden genomen door of namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden.

H-3

Het nemen van besluiten tot vaststelling van de aanspraken op persoonsgebonden budgetten op grond van artikel 2.3.6, lid 1, van de Wmo 2015, alsmede tot herziening en intrekking daarvan.

H-4

Het toepassen van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 24 van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland 2015.

Jeugdwet

H-5

Het nemen van besluiten tot vaststelling van de aanspraken op individuele voorzieningen op grond van artikel 2.3 van de Jeugdwet en in individueel geval tot herziening en intrekking daarvan en tot terug- en invordering van het onverschuldigd betaalde.

H-6

Het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming als bedoeld in artikel 2.4, lid 1, van de Jeugdwet.

Deze taak wordt tevens uitgevoerd door de Adviseur Zorg

H-7

Het in overleg treden met het bevoegd gezag van een school waar de jeugdige schoolgaand is, zoals bedoeld in artikel 2.7, lid 1, van de Jeugdwet.

H-8

Het bepalen dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp en verblijf in een gesloten accommodatie van een aanbieder van gesloten jeugdhulp nodig is, als bedoeld in artikel 6.1.2, lid 5, van de Jeugdwet.

H-9

Het bepalen dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is, als bedoeld in artikel 6.1.4, lid 3 van de Jeugdwet.

H-10

Het toepassen van artikel 6.1.8, lid 1, van de Jeugdwet, almede het nemen van een besluit om geen nieuwe machtiging aan te vragen na afloop van de geldigheidsduur van een machtiging.

Het betreft hier het indienen van een verzoek gericht op het verkrijgen van een machtiging, een spoedmachtiging of een voorwaardelijke machtiging bij de kinderrechter, om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven.

De voorbereiding van het besluit is gemandateerd aan de zgn. Gecertificeerde Instellingen.

H-11

Het doen van een mededeling aan de Raad voor de Kinderbescherming, als bedoeld in artikel 6.1.12, lid 6, van de Jeugdwet.

H-12

Het nemen van besluiten tot vaststelling van de aanspraken op persoonsgebonden budgetten op grond van artikel 8.1.1, lid 1, van de Jeugdwet, alsmede tot herziening en intrekking daarvan.

H-13

Het toepassen van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 24 van de Verordening Jeugdhulp Opsterland 2015.

	Werk en inkomen
H-14	De vaststelling van rechten en plichten van belanghebbenden in de zin van de Participatiewet en Ioaw, en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van de omstandigheden.	C	D	CM	TL	MW
H-15	De vaststelling van rechten en plichten van belanghebbenden in de zin van de Ioaz en Bbz, en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van de omstandigheden.	C					BZF	Deze bevoegdheden zijn per 01-02-2015 gemandateerd aan B&W van Leeuwarden, met de mogelijkheid van ondermandaat. Dit ondermandaat is verleend aan BZF.
H-16	Het uitvoeren van taken ingevolge de Participatiewet, Ioaw. Hieronder wordt ook verstaan het verlenen van geldleningen en krediethypotheken in het kader van de Participatiewet.	C	D	CM	TL	MW
H-17	Het instellen van privaatrechtelijke rechtsvorderingen tot verhaal o.g.v. het Besluit tot verhaal Participatiewet.	C	D	CM	TL	MW
H-18	Het nemen van besluiten, alsmede het voorbereiden en uitvoeren van reïntegratietrajecten of individuele trajectplannen in het kader van de Participatiewet, Ioaw of Ioaz.	C	D	CM	TL	MW
H-19	Het nemen van beslissingen op grond van, alsmede de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening	C	D	CM	TL	MW
H-20	Het afgeven van een verklaring als bedoeld in artikel 285, lid 1 onder f faillissementswet inzake schuldhulpsanering	C					Stichting Kredietbank Nederland	Via het Mandaatbesluit d.d..
H-21	Het opstellen en ondertekenen van declaraties en verantwoordingen aan ministeries en andere overheidslichamen.	C					G2-certificaat-houders voor DVS	De certificaathouders moeten tevens beschikken over een specifieke aanwijzing door het college
H-22	Het doen van aangifte en/ of het verstrekken van informatie t.b.v. de Belastingdienst, Bedrijfsvereniging of het Ministerie (VROM, SoZaWe).	C	D	CM	TL	MW
H-23	Het beslissen over toekenning, alsmede het voorbereiden en uitvoeren van loonkostensubsidies	C	D	CM	TL	MW
H-24	Het opleggen van een boete in de zin van artikel 10.3 Awb op grond van overtredingen van de Participatiewet en de IAOW.	C	D	CM	TL	MW

	I - Onderwijs

I-1	Het uitvoeren van de Verordening leerlingenvervoer Opsterland.	C	D	CM	TL	MW
I-2	Het uitvoeren van de Leerplichtwet, het Leerplichtbesluit 1995 en de RMC-functie.	C					Leer plicht ambtenaar
I-3	Het aangaan en uitvoeren van een vervoersovereenkomst bewegingsonderwijs.	C	D	CM	TL
I-4	Het toekennen van aanvragen om vergoeding voor herstel of vervanging i.v.m. schade aan gebouwen, onderwijsleerpakket, leer -en hulpmiddelen en meubilair bij scholen, ingeval van bijzondere omstandigheden, als bedoeld in artikel 2, onder e, van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Opsterland.	C	D	CM	TL	MW	De bevoegdheid tot het toekennen van overige aanvragen ligt bij het college.
I-5	Het geven van reacties van de gemeente op toegezonden jaarstukken.	C	D	CM	TL	MW
I-6	Het opdracht geven tot inspecties in het kader van de Wet Kinderopvang	C	D	CM	TL	MW
I-7	Het beslissen op verzoeken om tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang	C	D	CM	TL	MW
I-8	Het opnemen van gastouders, kindercentra of gastouderbureaus in het landelijk register	C	D	CM	TL	MW	na inwinnen advies GGD Fryslan



	J - Ruimtelijke ordening

J-1	Het uitwerken van een bestemmingsplan, dan wel ten aanzien van in dat plan omschreven onderwerpen of onderdelen stellen van nadere eisen, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b resp. d Wro.	C	D	CM	TL	MW
J-2	Het voorbereiden van het overleg over ruimtelijke plannen als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening.	C	D	CM	TL	MW
J-3	Het doen uitgaan van brieven, e.d. t.b.v. inspraak en het overleg ingevolge artikel 10 Besluit op de ruimtelijke ordening.	C	D	CM	TL	MW	Afhankelijk van de aard van het overleg
J-4	Het verzoeken om advies in het kader van artikel 6.1 WRO-procedures.	C	D	CM	TL	MW
J-5	De bevoegdheid tot het elektronisch (digitaal) waarmerken en publiceren van ruimtelijke plannen conform art. 1.2.1 lid 1 en artikel 1.2.2 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening en de “regeling standaarden ruimtelijke ordening”.	C	D	CM	TL	MW	Deze bevoegdheid is op 1 februari 2010 door de raad aan het College gemandateerd, met de mogelijkheid tot ondermandatering.
	Verkoop (on)roerende zaken
J-6	Het onderhandelen over aan -en verkoop van onroerende zaken.	C	D	CM	TL	MW	In overleg met de direct leidinggevende. Binnen het kader van de taxatie of de door het College aangegeven grenzen.
J-7	Het op basis van het betreffende verkoopplan toekennen en uitgeven (verkopen) van kavels waaronder het verrichten van alle administratieve handelingen terzake, zoals uitgiftebeleid en de verkoopvoorwaarden.	C	D	CM	TL	MW	Het toekennen en uitgeven van kavels dient overeenkomstig de in het verkoopplan opgenomen criteria te gebeuren en conform de vastgestelde kaveluitgifteprocedure.
J-8	Correspondentie inzake het opmaken van akten tot aan -en verkoop van onroerende zaken.	C	D	CM	TL	MW
J-9	Het toepassen van sancties, zoals genoemd in de verkoopvoorwaarden.	C	D	CM	TL
J-10	Het ontbinden van een verkoopovereenkomst van een bouwterrein, voor zover daarbij toepassing wordt gegeven aan een in die overeenkomst opgenomen ontbindende voorwaarde.	C	D	CM	TL
J-11	Het verkopen van groenstroken.	C	D	CM	TL	MW	Voor zover die verkoop past binnen het door de raad vastgestelde beleid.
J-12	Het aangaan van pachtovereenkomsten.	C	D	CM	TL	MW	De pachttarieven worden vastgesteld door de raad. Zie verder het hoofdstuk "vertegenwoordiging".
J-13	Het vestigen van zakelijke rechten	C	D	CM			Het betreft hier het vestigen van bijv. opstal , erfpacht of erfdienstbaarheden. De tarieven worden vastgesteld door het college.
J-14	Het verlenen van opties voor de verkoop, alsmede de verkoop van kavels op bedrijventerreinen	C	D	CM	TL	MW
J-15	De verkoop van hout	C	D	CM	TL	MW
J-16	Het vaststellen en in rekening brengen van kosten voor beheer en degeneratie bij kabels en leidingen	C	D	CM	TL	MW

J-17	Het uitvoeren van het Besluit beheer sociale huursector.	C	D	CM	TL	MW
J-18	Het aangaan van verzekeringsovereenkomsten.	C	D	CM	TL		De voorbereidingen en onderhandelingen zijn gemandateerd aan de medewerker.
J-19	Het doen van mutaties en schademeldingen m.b.t. verzekeringen.		D	CM	TL	MW	Periodieke terugkoppeling bij de direct leidinggevende. Bij verzekeringen met een premiebedrag van € 1.000 of meer per jaar dient overleg plaats te vinden met de desbetreffende (deel) budgethouder.	Hiertoe hoort niet het onderbrengen van polissen bij andere maatschappijen. Er wordt een schaderegistratie bijgehouden.
J-20	Het uitvoeren van de Verordening Starterslening Opsterland.	C	D	CM	TL	MW
J-21	Het uitvoeren van de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) en het beslissen op aanvragen i.h.k.v. de WEB.	C	D	CM	TL	MW
J-22	Het euthaniseren of verkopen van zwerfdieren.	C					Stichting De Swinge

K – Privacy-bescherming

K-1

het doen van een melding van een datalek bij de nationale toezichthouder, de Autoriteit

Persoonsgegevens

Functionaris gegevensbescherming

K-2

Het doen van een melding van een datalek aan betrokkenen.

	L - gebruik gemeentelijk eigendom

L- 1	Het in gebruik geven en/ of verhuren van (ruimten in) gemeentelijke (dienst)gebouwen.	C	D	CM	TL		Er dient juridische toetsing plaats te vinden.	Zie ook Hoofdstuk D over het vertegenwoordigen van de gemeente.
L- 2	Het aanpassen aan de jaarlijkse huurverhoging van de vergoedingsbedragen voor gebruik en verhuur van sportterreinen en ruimten in dienstgebouwen.	C	D	CM	TL	MW
L- 3	Het verlenen of weigeren van privaatrechtelijke toestemming voor het tijdelijk gebruik van gemeentegrond.	C	D	CM	TL	MW	Als deze toestemming gekoppeld is aan een vergunning o.g.v. de APV of het bestemmingsplan, wordt de toestemming behandeld door VTH.
L- 4	Het langdurig in gebruik geven en/ of verhuren van gemeentelijke gronden	C	D	CM	TL
L- 5	Het verlenen of weigeren van toestemming voor het aansluiten van een afvoerbuis op het gemeentelijk riool.	C	D	CM	TL	MW
L- 6	Het verlenen of weigeren van vergunningen en het geven van toestemmingen voor het aanbrengen of hebben van een kabel, buis, put, installatie, e.d. in gemeentegrond.	C	D	CM	TL	MW
L-7	Het nemen van instemmingbesluiten als bedoeld in artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet (kabellegging).	C	D	CM	TL	MW
L-8	Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) gemeentelijke gebouwen bestemd voor de openbare dienst.	C	D	CM	TL
L-9	Het aanpassen aan de jaarlijkse huurverhoging van de vergoedingsbedragen voor gebruik en verhuur van (ruimten in) gemeentelijke gebouwen bestemd voor de openbare dienst.	C	D	CM	TL	MW

M – Verkeer

M-1

Het nemen van (tijdelijke) verkeersbesluiten als bedoeld in artikel 15 en 18 Wegenverkeerswet (WVW) en overeenkomstig de voorschriften van de Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), voor zover het verkeersbesluit moet worden genomen i.h.k.v. evenementen en festiviteiten.

Een verkeersbesluit is een besluit van een wegbeheerder om een bepaald verkeersteken (bijv, borden) te plaatsen, te wijzigen of in te trekken of een bepaalde fysieke maatregel te treffen (bijv. afsluiten weg).

M-2

Het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen en de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens o.g.v. artikel 15, 16 en 17 van de Wegenverkeerswet (WVW), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) of het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW).

M-3

Het digitaal publiceren van verkeersbesluiten

De betreffende medewerker moet aangemeld zijn bij de Centrale Overheid en beschikt over een exclusieve inlogcode.

N - diverse

N 1

Het beschikbaar stellen van gelden voor de vervanging van materialen in gymnastieklokalen en sportvelden.

Voor zover het binnen de begroting valt.

N 2

Het aanwijzen van ambtenaren voor de wachtdienst gladheidbestrijding (strooiers en strooileiders).

N 3

Het vaststellen van dienstroosters voor de gladheidbestrijding.

O - Financiëel beheer

O 1

Het doen van aangiften inzake omzetbelastingen..

Deze bevoegdheid is ondergemandateerd aan het afdelingshoofd van Owo-Bedrijfsvoering bij de gemeente Weststellingwerf, met de mogelijkheid van ondermandaat conform de mandaatregels van die organisatie.

O 2

Het tekenen van betalings -en inningsopdrachten.

O 3

Het besluiten tot het opnemen en uitzetten van (kasgeld)leningen.

Deze bevoegdheid is door de CM ondergemandateerd aan het afdelingshoofd van Owo-Bedrijfsvoering bij de gemeente Weststellingwerf, met de mogelijkheid van ondermandaat conform de mandaatregels van die organisatie.

Namens en ten laste van de bankrekening van de gemeente Opsterland, ter uitvoering van een besluit van de betreffende in Opsterland (via Key2fin gecontroleerde) bevoegde budgethouder.

Bij bedragen boven de 10 miljoen euro moet de portefeuillehouder tijdig worden ingelicht.

O 4

Het uitvoeren van de salarisadministratie

Op basis van besluiten van de daartoe in Opsterland bevoegde functionaris

O 5

Het aangaan van kort kredietarrangementen binnen het raamcontract.

Overeenkomstig de bepalingen van het Financieringsstatuut.

Het afnemen van geldmiddelen van de huisbankier voor de korte duur (< 1 jaar).

O 6

Het uitzetten van overtollige middelen voor de langere termijn.

Overeenkomstig de bepalingen van het Financieringsstatuut.

Het bij een bank of andere financiële instelling voor de termijn van meer dan 1 jaar beleggen van geldmiddelen die overtollig zijn.

O 7

De uitvoering van het saldo -en liquiditeitenbeheer

Het beheren van en ervoor zorgen dat de gemeente voldoende geldmiddelen in kas heeft of op de bank heeft staan.

P – Invordering

Het verlenen of weigeren van kwijtscheldingen geschiedt op basis van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Deze bevoegdheid is geattribueerd aan de invorderingsambtenaar (artikel 255, lid 1 ju. 231, lid 2, sub c, Gemeentewet).

P1	Het afschrijven / oninbaar verklaren van aanslagen gemeentelijke heffingen.	IA		Deze bevoegdheid is niet gemandateerd
P2	Het beslissen op administratief beroep bij kwijtscheldingen.	college	directeur
P3	Het (dwang)invorderen van gemeentelijke belastingen, alsmede publiekrechtelijke en privaatrechtelijke schulden.	IA	De Invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf.	Deze bevoegdheid is gemandateerd met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.
P4	Het verlenen of weigeren van kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen, alsmede publiekrechtelijke en privaatrechtelijke schulden	IA	De Invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf	Deze bevoegdheid is gemandateerd met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.
P5	Het beslissen op bezwaarschriften tegen aanmaningen of dwangbevelen o.g.v. de Invorderingswet, de Kostenwet en het Wetboek van Rv. alsmede de executie van titels die o.g.v. de Participatiewet zijn verkregen.	IA	De Invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf	Deze bevoegdheid is gemandateerd met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.
P6	Het vertegenwoordigen van de invorderingsambtenaar bij zittingen in bestuursrechtelijke procedures.	IA	De Invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf	Deze bevoegdheid is gemandateerd met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.
P7	Het verlenen van uitstel van betaling	IA	De Invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf	Deze bevoegdheid is gemandateerd met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.
P8	Het aan derden verstrekken van schriftelijke informatie van feitelijke (objectieve) aard	IA	De Invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf	Deze bevoegdheid is gemandateerd met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.
P9	Het in het kader van een wob-verzoek beslissen om al of niet informatie te verstrekken	IA	De Invorderingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf	Deze bevoegdheid is gemandateerd met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.

Q 1	Het verlenen van uitstel van betaling van bestuursrechtelijke geldschulden (art. 4:94 Awb), Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb) , het intrekken of wijzigen van een voorschotbeschikking (art. 4:96 Awb) en het vaststellen van de rente bij bestuursrechtelijke geldschulden (art. 4:99 Awb)	C	D	CM	TL
Q 2	Het innen van de vergoedingen in het kader van artikel 5 van de Regeling elektrische en elektronische apparatuur.	C					Afval-sturing Friesland NV
Q 3	Alle handelingen ter invordering van privaatrechtelijke schulden.	C	D	CM	TL	MW
Q 4	Het aansprakelijk stellen van derden bij het toebrengen van letselschade aan medewerkers van de gemeente in de uitoefening van hun functie.	C	D	CM	TL			Als een ambtenaar tijdens de uitoefening van zijn functie lichamelijk letsel wordt toegebracht door een burger, kan de gemeente die burger aansprakelijk stellen voor de kosten die zij heeft moet maken i.v.m. vervanging, ziekteverlof etc..

R - HEFFINGSAMBTENAAR

Het vaststellen van de aanslagen is geattribueerd aan de Heffingsambtenaar (artikel 231, lid 2, letter b Gem. wet en de Wet WOZ, artikel 1, lid 2).

Met betrekking tot de onderstaande regelingen:

Verordening Onroerende Zaak Belasting Opsterland;

Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten Opsterland;

Verordening Rioolheffing Opsterland;

Verordening Precariobelasting Opsterland;

Verordening Toeristenbelasting Opsterland;

Verordening Reclamebelasting Gorredijk;

De Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ).

zijn onderstaande bevoegdheden gemandateerd aan de Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie (Medewerker Management B) van de gemeente Ooststellingwerf met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de Mandaatregeling van Ooststellingwerf.

R1	het verrichten van de wettelijk vereiste handelingen strekkende tot het voorbereiden en nemen van beslissingen leidend tot het heffen, opleggen, verminderen, ontheffen van aanslagen met betrekking tot gemeentelijke belastingen of rechten	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R2	het vorderen van gegevens, inlichtingen, inzage in de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, waarvan de raadpleging van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten die invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing, alsmede het zich de toegang verschaffen tot gebouwen of grondstukken, voor zover nodig voor een ingevolge de belastingwetgeving te verrichten onderzoek	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R3	het uitnodigen tot het doen van aangifte van degene die niet binnen het Rijk een vaste woonplaats of plaats van vestiging heeft, alsmede het ingevolge de belastingwetgeving uitreiken van een stuk aan die persoon	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R4	het gebruikmaken van alle bevoegdheden voor zover nodig voor het ingevolge de belastingwetgeving naleven van verplichtingen ten dienste van de belastingheffing in de zin van Afdeling 2 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R5	het aanwijzen van een belanghebbende voor de WOZ en heffingen;	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R6	het verstrekken van gegevens aan belanghebbende (Wet Waardering Onroerende Zaken)	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R7	Het beslissen op bezwaarschriften tegen aanslagen.	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie	Het betreft hierbij het volledige proces incl. eventuele hoorzittingen	.
R8	Het bij bezwaar -en beroepsprocedures in belastingzaken indienen van verweerschriften, het verdagen van de beslissing op een bezwaarschrift, het verzoeken om uitstel voor het indienen van verweerschriften, en het instellen van hoger beroep bij het Gerechtshof.	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R9	het vertegenwoordigen van de heffingsambtenaar bij de Belastingkamer van de Rechtbank en het Gerechtshof in procedures betreffende belastingzaken	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie	Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk. Dit kan een incidentele of een doorlopende machtiging zijn. De laatste natuurlijk voor medewerkers die frequent in rechte optreden.
R10	Alle werkzaamheden ter uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ);	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R11	Vertegenwoordiging bij controles van de Waarderingskamer ter plaatse	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R12	Het aan derden verstrekken van schriftelijke informatie van feitelijke (objectieve) aard	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie
R13	Het in het kader van een wob-verzoek beslissen om al of niet informatie te verstrekken	HA	Teamleider Belastingen & Vastgoedinformatie

Met betrekking tot de Legesverordening Opsterland gelden de volgende mandaten:

R-14	Het opleggen en verminderen van aanslagen gemeentelijke belastingen.	HA	MW	Het verminderen van aanslagen geschiedt overeenkomstig de geldende belastingregelgeving.
R-15	Het horen van de indiener van een bezwaarschriften tegen leges	HA	MW
R-16	Het bij bezwaar -en beroepsprocedures in belastingzaken indienen van verweerschriften, het verdagen van de beslissing op een bezwaarschrift, het verzoeken om uitstel voor het indienen van verweerschriften, en het instellen van hoger beroep bij het Gerechtshof.	HA	MW
R-17	het vertegenwoordigen van de heffingsambtenaar bij de Belastingkamer van de Rechtbank en het Gerechtshof in procedures betreffende belastingzaken	HA	MW
R-18	Het aan derden verstrekken van schriftelijke informatie van feitelijke (objectieve) aard	HA	MW
R-19	Het in het kader van een wob-verzoek beslissen om al of niet informatie te verstrekken	HA	MW
R-20	Het beslissen op bezwaarschriften tegen het opleggen van leges.	HA	--	Deze bevoegdheid is niet gemandateerd.

S Crisisbeheersing

S-1	Het alarmeren en opschalen van de gehele gemeentelijke crisisorganisatie	B	Officier van Dienst
S-2	Het, na alarmering, zonder separate opdracht of instructie, uitvoeren van taken, zoals deze zijn omschreven in de draaiboeken van de gemeentelijke crisisorganisatie	B	Officier van dienst
S-3	Het ten tijde van een buitengewone situatie tot en met GRIP I opdrachten verlenen aan externen ten behoeve van het beperken of bestrijden van de gevolgen van een (dreigende) ramp of calamiteit	B	Officier van dienst		na hier overleg over te hebben gevoerd met de burgemeester
S-4	Het, ten tijde van een incident,, zonder last of ruggenspraak, doen van uitgaven ter bestrijding van het incident.	B	Officier van dienst	Dienstdoende teamleider

TProjecten

A-1

Het doen van inkoop en aanbesteding in de zin van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid

AOG

Bij alle inkopen en aanbestedingen worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding, de algemene inkoopvoorwaarden en de begroting in acht genomen

Inkoop is elke transactie waar een externe factuur tegenover staat.

A-2

Het afwijken van de algemene leveringsvoorwaarden Opsterland, voor zover niet elders in deze regeling anders bepaald is

AOG

Na inwinnen juridisch advies omtrent mogelijke risico’s

A-3

Het aangaan en beëindigen van verplichtingen (niet zijnde inkoop of aanbesteding) waaronder het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen ten laste van de posten (producten) van de begroting van de betreffende afdeling, voor zover niet anders geregeld in deze Mandaatregeling, en de betreffende begrotingspost daartoe de mogelijkheid en/ of financiële ruimte laat. Hieronder vallen ook door de raad beschikbaar gestelde kredieten voor projecten, e.d.

AOG

Ondermandaat aan deelbudgethouders is mogelijk. De ondertekeningsbevoegdheid is geregeld in hoofdstuk D

A-4

Het aanvragen van offertes.

AOG

A-5

Het niet ingaan op offertes.

AOG

A-6

Het aan burgers of instanties mededelen dat voor een bepaalde activiteit een vergunning nodig is dan wel dat deze aangevraagd dient te worden.

AOG

A-7

Het stellen van een termijn om een verzuim, dat aan een aanvraag kleeft, te herstellen.

C / B

AOG

A-8

Het aanvragen van vergunningen bij de gemeente zelf of bij een ander bestuursorgaan.

AOG

A-24

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) overige gebouwen die in eigendom van de gemeente zijn

AOG

A-25

De verhuur of het anderszins tijdelijk in gebruik geven van overig gemeentelijk eigendom.

AOG

Het betreft hierbij vooral roerende zaken, zoals dranghekken e.d.

A-26

Het doen van privaatrechtelijke ingebrekestellingen

AOG

A-28

Het verstrekken van schriftelijke informatie van feitelijke (objectieve) aard aan derden (mede o.g.v. de WOB, WHO en/of Wmd) voor zover dit ligt binnen het werkveld van de betrokken functionaris

C/B/

IA/HA

AOG

Tenzij in deze mandaatregeling anders bepaald. Mandaat geldt niet bij politiek gevoelige zaken en informatie aan de pers (zie artikel 9 Mandaatregeling).

De portefeuillehouder moet over WOB-verzoeken worden geïnformeerd.

A-29

Het uitnodigen van belanghebbenden voor voorlichtingsbijeenkomsten, niet zijnde raadsbijeenkomsten

AOG

Afhankelijk van de aard van de bijeenkomst

Dergelijke uitnodigingen hebben geen juridische status.

A-30

Het uitvoeren van bevoegdheden o.g.v. de Verordening naamgeving en nummering (adressen) Opsterland 2009.

AOG

Bij straatnaamgeving dient de externe adviescommissie geraadpleegd te worden.

A-31

Het uitoefenen van taken en bevoegdheden in het kader van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen.

AOG

A-32

Het bij particulieren in rekening brengen van vergoedingen voor het gebruik van gemeente-eigendommen en voor het verlenen van enkele diensten.

AOG

A-34

Het aanwijzen van verkeersregelaars

AOG

A-35

Aanwijzingen volgens NEN-3140

AOG

Het betreft hier medewerkers die elektrotechnisch werk uitvoeren.

A-36

Het afhandelen van kleine facturen

AOG

A-37

Het nemen van besluiten in de zin van de artikelen 4:17 en 4:18 Awb (dwangsom bij niet tijdig beslissen)

AOG

Juridisch medewerker

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van (notariële) akten, die betrekking hebben op: a) het verwerven, vervreemden of ruilen van onroerende zaken; b) het vestigen van zakelijke rechten en c) het aangaan van overeenkomsten inzake huren, verhuren, verpachten of in gebruik geven van onroerend goed.

AOG

Notaris

Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk. Dit kan een incidentele of een doorlopende machtiging zijn.

Het gaat daarbij om de aan- of verkoop van grond en/of gebouwen, het vestigen van zakelijke rechten (zoals pacht/erfdienstbaarheden) e.d.

D 2

Aanbesteding werken: Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een aanbestedende afdeling en een aannemer voor: a) de uitvoering van een werk; b) het geheel van ontwerp en uitvoering van een werk of c) het laten uitvoeren van een werk met welke middelen dan ook, waarbij de aanbestedende dienst de eisen waaraan het werk moet voldoen, vaststelt.

AOG

Het gaat hierbij om werken die door derden ten behoeve van ons worden verricht

D 3

Aanbesteding levering: Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een (aanbestedende) afdeling of de brandweer en een leverancier voor de: a) aankoop; b) leasing; c) huur of huurkoop (met of zonder koopoptie) van roerende zaken.

AOG

Het gaat hierbij om prestaties die door derden ten behoeve van ons worden verricht.

D 4

Aanbesteding diensten: Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een aanbestedende afdeling of de brandweer en een dienstverlener.

AOG

Het gaat hierbij om prestaties die door derden ten behoeve van ons worden verricht.

D 5

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij overeenkomsten tot verkoop en leveringen aan derden.

AOG

Hier gaat het om producten en leveringen door ons ten behoeve van derden

D 8

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij rechtsgedingen in alle instanties inzake privaatrechtelijke geschillen w.o. aansprakelijkheidsstellingen naar burgerlijk recht en arbeidsrechtelijke geschillen.

AOG

De mandataris kan zich in de uitoefening van de vertegenwoordiging laten bijstaan of zelf weer laten vertegenwoordigen door een externe deskundige.

D 10

Het vertegenwoordigen van de gemeente in rechtsgedingen m.b.t. overeenkomsten, contracten, geleverde producten en/of diensten en de betaling daarvan (in -en verkoop).

AOG

Eventueel met ondersteuning van een juridisch medewerker.

D 11

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij zittingen van de Kantonrechter.

AOG

Hieronder vallen ook door derden tegen de gemeente aangespannen rechtsgedingen m.b.t. leveringen door de gemeente. Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk.

Het gaat om kleine boetes/schulden.

D 14

Het doen van aangifte van strafbare feiten

AOG

Bij bedreiging, mishandeling van ambtenaren e.d. ligt de bevoegdheid om als werkgever aangifte te doen minimaal bij de betreffende teamleider.

D 15

Het ondertekenen van overeenkomsten

AOG

wethouder

Ter uitvoering van eerdere besluitvorming van het college.

De wethouder moet wel beschikken over een persoonlijk mandaat

D 16

Het verlenen van machtigingen t.b.v automatische incasso

AOG

E 1

Het vertegenwoordigen van een bestuursorgaan op hoorzittingen ex artikel 3:15 Algemene wet bestuursrecht.

AOG

Het betreft hier hoorzittingen in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, waarbij personen hun zienswijze over een ontwerp-besluit naar voren kunnen brengen.

E-2

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan bij hoorzittingen van de Bezwarencommissie

C / B

AOG

E 3

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan bij zittingen in bestuursrechtelijke procedures, voor zover dit niet anders geregeld is.

C / B / IA

AOG

G 40

a) Het constateren van een overtreding van een wettelijke bepaling of vergunning. b) Het mondeling verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen. c) Het schriftelijk verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen (1e brief).

C / B

AOG

J-6

Het onderhandelen over aan -en verkoop van onroerende zaken.

AOG

In overleg met de direct leidinggevende. Binnen het kader van de taxatie of de door het College aangegeven grenzen.

J-7

Het op basis van het betreffende verkoopplan toekennen en uitgeven (verkopen) van kavels waaronder het verrichten van alle administratieve handelingen terzake, zoals uitgiftebeleid en de verkoopvoorwaarden.

AOG

Het toekennen en uitgeven van kavels dient overeenkomstig de in het verkoopplan opgenomen criteria te gebeuren en conform de vastgestelde kaveluitgifteprocedure.

J-8

Correspondentie inzake het opmaken van akten tot aan -en verkoop van onroerende zaken.

AOG

J-9

Het toepassen van sancties, zoals genoemd in de verkoopvoorwaarden.

AOG

J-10

Het ontbinden van een verkoopovereenkomst van een bouwterrein, voor zover daarbij toepassing wordt gegeven aan een in die overeenkomst opgenomen ontbindende voorwaarde.

AOG

J-11

Het verkopen van groenstroken.

AOG

Voor zover die verkoop past binnen het door de raad vastgestelde beleid.

J-12

Het aangaan van pachtovereenkomsten.

AOG

De pachttarieven worden vastgesteld door de raad. De overeenkomst moet notarieel vastgelegd worden. Zie verder het hoofdstuk "vertegenwoordiging".

J-14

Het verlenen van opties voor de verkoop, alsmede de verkoop van kavels op bedrijventerreinen

AOG

J-16

Het vaststellen en in rekening brengen van kosten voor beheer en degeneratie bij kabels en leidingen

AOG

J-19

Het aangaan van verzekeringsovereenkomsten.

AOG

De voorbereidingen en onderhandelingen zijn gemandateerd aan de medewerker

j-20

Het doen van mutaties en schademeldingen m.b.t. verzekeringen.

AOG

Periodieke terugkoppeling bij de direct leidinggevende. Bij verzekeringen met een premiebedrag van € 1.000 of meer per jaar dient overleg plaats te vinden met de desbetreffende (deel) budgethouder

L- 3

Het verlenen of weigeren van privaatrechtelijke toestemming voor het tijdelijk gebruik van gemeentegrond.

AOG

Als deze toestemming gekoppeld is aan een vergunning o.g.v. de APV of het bestemmingsplan, wordt de toestemming behandeld door VTH.

L- 5

Het verlenen of weigeren van toestemming voor het aansluiten van een afvoerbuis op het gemeentelijk riool.

AOG

L- 6

Het verlenen of weigeren van vergunningen en het geven van toestemmingen voor het aanbrengen of hebben van een kabel, buis, put, installatie, e.d. in gemeentegrond.

AOG

L-7

Het nemen van instemmingbesluiten als bedoeld in artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet (kabellegging).

AOG

UBackoffice Sociaal Domein

Onderstaande taken en bevoegdheden zijn gemandateerd het Afdelingshoofd OWO-Backoffice Sociaal Domein van de gemeente Ooststellingwerf,

met de mogelijkheid van nader ondermandaat conform de in Ooststellingwerf geldende Mandaatregeling.

	Omschrijving bevoegdheid	Bevoegd orgaan	Voorwaarden / bijzonderheden
1.	Administratie Berekenen, invoeren, verwerken, betaalbaar stellen van de beschikkingen, uitkeringen en mutaties. Het treffen van betalingsregelingen, versturen van aanmaningen, dwangbevelen en beslaglegging. Verzorgen van aanslagen ten behoeve van de Belastingdienst.	C
2.	Clientgegevens Controle cliëntgegevens/dossiers en mutaties op juistheid en volledigheid (waaronder woonplaatsbeginsel). Verstrekken van informatie op (cliëntniveau) aan ketenpartners waaronder CAK, SVB	C
3.	Factuurcontrole Controleren van de declaraties / facturen en bedrijfsgegevens	C
4.	Management- en sturingsinformatie Verzamelen en aanleveren van financiële en statische gegevens voor het beheer van het Sociaal Domein, voor het opstellen van bestuurlijke- en management informatie en gegevensaanlevering bij derden (w.o. benchmark, statistieken).	C
5.	Financieel gegevensbeheer Zorgdragen voor de juiste inrichting en juiste gegevens binnen de applicatie. Verzorgen van de juiste verwerking van de gegevens in de vak applicatie.: boeken op kostenposten en journaalposten genereren t.b.v. FA OWO Zorgen voor de financiële aansluiting tussen de sub administratie en de centrale financiële administratie. Accorderen van betalingen ten behoeve van de uitvoering van de Jeugdwet, Participatiewet en WMO. Verantwoordelijk voor de financiële verantwoording van het jaarwerk (opleveren en inrichten).	C
6.	Correspondentie Het doen uitgaan en ondertekenen van brieven die uitsluitend mededelingen en informatie bevatten van feitelijke aard (zgn. koude informatie).	C	Brieven mogen niet gericht zijn op enig rechtsgevolg, noch een beleidsopvatting of beleidsvoornemen weergeven, derhalve geen beslissingen of standpunten van een bestuursorgaan.
7.	Contracten en autorisaties Aangaan contracten ten behoeve van de uitvoering van de back-office Autorisaties accorderen ten aanzien van toegang tot externe gegevens ten behoeve van de uitvoering van de back-office	C / B