Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oirschot

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent naamgeving en nummering Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en (huis)nummering gemeente Oirschot

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOirschot
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent naamgeving en nummering Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en (huis)nummering gemeente Oirschot
CiteertitelUitvoeringsvoorschriften naamgeving en (huis)nummering gemeente Oirschot
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-06-201820-05-2021nieuwe regeling

05-06-2018

gmb-2018-128917

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent naamgeving en nummering Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en (huis)nummering gemeente Oirschot

Burgemeesters en wethouders van de gemeente Oirschot

 

gelet op de Verordening naamgeving en nummering (adressen);

 

besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en (huis)nummering gemeente Oirschot

 

A. Technische uitvoeringsvoorschriften voor de nummering

Artikel 1 Wijze van toekenning van nummers

De wijze van toekenning van de nummers gebeurt overeenkomstig systemen A B en C uit de Nederlandse norm NEN 1773, laatste uitgave.

Artikel 2 Plaatsing van de nummerdragers

Nummerdragers worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, laatste uitgave.

Artikel 3 Afmetingen en vormgeving nummerdragers

  • 1

    Nummerdragers moeten voldoen aan het gestelde inzake afmetingen en vormgeving in de Nederlandse norm NEN 1774, laatste uitgave.

     

  • 2

    Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het eerste lid.

Artikel 4 Materiaalkeuze voor de nummerdragers

Het materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten nummerdragers, is in overeenstemming met het over de uitvoering van de dragers gestelde in de Nederlandse norm NEN 1774, laatste uitgave.

Artikel 5 Voeren oude en nieuwe nummers

Bij het gedurende een jaar naast elkaar gebruiken van de oude naam of het oude nummer naast de nieuwe naam of het nieuwe nummer wordt de oude naam met een streep en het oude nummer met een kruis doorgehaald.

Artikel 6 Naamdragers

De naamdragers moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing van naamborden en naamverwijsborden, zoals vervat in de Nederlandse norm NEN 1774, laatste uitgave.

B. Administratieve uitvoeringsvoorschriften voor namen en nummers (adressen)

Artikel 7 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

De naamgeving van de woonplaatsen is afgestemd op het hedendaagse gebruik. Als algemene uitgangspunten gelden:

 

  • 1

    Alle woonplaatsen binnen de gemeente worden in het besluit met naam genoemd.

     

  • 2

    De geometrie van de woonplaatsen wordt vastgelegd in het besluit.

     

  • 3

    De gezamenlijke woonplaatsen bedekken het hele grondgebied van de gemeente (niet-overlappend).

     

  • 4

    Waar mogelijk worden de kadastrale gemeentegrenzen aangehouden.

Artikel 8 De indeling in wijken en buurten

Indien de gemeente wijken en buurten wil indelen, sluit de gemeente aan op de door het CBS voorgestelde werkwijze.

Artikel 9 De nummering van objecten

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het toekennen van nummering aan objecten:

 

  • 1.

    Bij vergunningverlening moet in een correcte adresaanduiding voorzien zijn.

     

  • 2.

    Verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen worden oplopend genummerd met even en oneven nummers ieder aan één zijde van de openbare ruimte.

     

  • 3.

    Het nummer kan alleen worden toegekend binnen een officiële naamgeving van een openbare ruimte.

     

  • 4.

    Het nummer bestaat eerst uit een getal, het huisnummer.

     

  • 5.

    Indien nodig wordt het huisnummer gevolgd door een huisletter, zijnde een hoofdletter. De hoofdletters F, I, L,O, Q, U en Y worden in verband met verwarring met cijfers, niet gebruikt (in overeenstemming met PostNL).

     

  • 6.

    Indien nodig wordt ad.5 gevolgd door een huisnummertoevoeging.

     

  • 7.

    Een huisnummering, al dan niet met huisnummertoevoegingen, mag geen ongewenste (dubbelzinnige) betekenis kennen.

     

  • 8.

    De nummering is opgebouwd uit de combinatie cijfer(s) – letter – volgnummer. Een volgnummer mag ook letters bevatten.

     

  • 9.

    Aan de nummering van de volgende objecten de volgende lettertoevoegingen toegekend:

     

    • a.

      Kamers in verzorgingstehuizen: deze worden voorzien van het nummer van de gemeenschappelijke ruimte (het ‘hoofdadres’) met de huisletter ‘K’ en het kamernummer zoals in het gebouw gebruikt.

       

    • b.

      Defensieterreinen: deze worden voorzien van het nummer van de gemeenschappelijke ruimte (het ‘hoofdadres’) met de huisletter ‘D’ en het gebouwnummer volgens opgave van het ministerie van Defensie.

       

    • c.

      Indien de nummering van bestaande gelijksoortige verblijfsobjecten (chalets op recreatieterreinen, garages, trafohuisjes, rioolgemalen, campings en dergelijke) anders is, wordt zo mogelijk de systematiek van de bestaande nummering van deze verblijfsobjecten die in de directe omgeving zijn gelegen voorgezet.

  • 10.

    Bij het toekennen van nummers bij bestaande situaties, gelden de volgende regels (afhankelijk van de bestaande situatie):

     

    • a.

      De nummers lopen op vanuit het centrum van de woonplaats, of vanuit een voor dit doel vast te stellen centraal punt.

       

    • b.

      Op wegen die loodrecht op deze richting liggen, nummeren volgens de richting met de wijzers van de klok mee.

       

    • c.

      In deze situatie moeten de nummers aan de ene kant oneven en aan de andere kant even zijn. Dit geldt eveneens voor het geval dat de weg slechts aan één zijde wordt bebouwd, en voor gebouwen die niet direct aan de weg zijn gelegen. Een gekozen systeem dient zo goed mogelijk consequent te worden doorgevoerd. Bij doodlopende wegen dient de nummering vanaf de aangrenzende weg aan te vangen.

       

    • d.

      De nummers lopen op van noord via oost naar zuid en van west via noord naar oost. Op de tussengelegen wegen moet van de twee richtingen de dichtbijgelegen richting worden aangehouden. Bij precies in een richting van 45° gelegen wegen ten opzichte van de noord-zuidas, moet van noord naar zuid worden genummerd.

       

    • e.

      De nummering geschiedt in overeenstemming met de rangorde van wegen. Deze nummering is alleen geschikt voor nieuwe wijken die ten opzichte van de bestaande bebouwde omgeving afgezonderd zijn gesitueerd.

       

    • f.

      Bij bovenstaande wijze van toekennen van nummers, geldt dat altijd bij de per kern gehanteerde methode van nummering wordt aangesloten.

  • 11.

    Wanneer een weg begint of eindigt met, dan wel onderbroken wordt door een plein dat dezelfde naam draagt als die weg, moet worden doorgenummerd alsof het plein een onderdeel van die weg is.

     

  • 12.

    Bij gebouwen met meer dan één hoofdtoegang dient het gebouw denkbeeldig in zoveel delen te worden verdeeld als er hoofdtoegangen zijn. Elk verblijfsobject moet van een nummeraanduiding worden voorzien.

     

  • 13.

    Gebouwen met toegangen aan verschillende wegen moeten worden genummerd volgens de nummering zoals deze plaats vindt langs de openbare ruimte waaraan de (hoofd)toegangen gelegen zijn.

     

  • 14.

    Het nummeren van gebouwen met meer dan één bouwlaag waarin meer nummers vereist zijn, moet worden begonnen bij de onderste bouwlaag. Wanneer zich de mogelijkheid voordoet om zowel in horizontale als verticale richting te nummeren dan dient steeds eerst te worden gekozen voor horizontaal in richting van nummering en vervolgens verticaal in klimrichting/looprichting in het gebouw.

     

  • 15.

    Bij sterk wisselende bebouwing moeten even en oneven nummers aan elkaar worden gerelateerd.

     

  • 16.

    Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, moet het maximaal te verwachten aantal huisnummers worden gereserveerd.

     

  • 17.

    Voor zover niet in deze regels opgenomen, gelden de bepalingen van de NEN normen 1773 en 1774

Artikel 10 De opmaak van documenten

Het besluit tot toekennen naamgeving aan openbare ruimte dan wel tot nummertoekenning bestaat uit een besluit met een situatietekening. Het besluit moet:

 

  • 1.

    Aangeven welke naamgevingen/nummeringen zijn toegekend en/of ingetrokken.

     

  • 2.

    Een verwijzing bevatten naar de bijbehorende situatietekening(en).

     

  • 3.

    De ingangsdatum (datum van het besluit) vermelden.

     

  • 4.

    Bij wijziging of beëindiging van een naamgeving/nummering, de bestaande aanduiding zoals die voorkomt in de registratie vermelden.

     

  • 5.

    Naam ondertekenaar vermelden.

     

  • 6.

    Vermelden namens wie het besluit is genomen.

     

  • 7.

    Op basis van welke wetgeving.

     

  • 8.

    Indien mogelijk en van toepassing de toegekende postcode vermelden.

Artikel 11 De registratie en het register in het kader van de wet BAG

De gemeente is gehouden aan de voorschriften van de Wet BAG inzake registratie en register van brondocumenten.

Artikel 12 Tegemoetkoming in de kosten

  • 1.

    Indien aan een verzoek om vernummeren van een object van de eigenaar of gebruiker van dat object tegemoet gekomen wordt, worden de kosten die dit met zich meebrengt niet door de gemeente vergoed.

     

  • 2.

    Bij huisnummerwijziging van een bestaand object vanuit gemeentewege wordt per te vernummeren object een vergoeding verstrekt van:

     

    • a.

      € 50,00 voor particulieren;

       

    • b.

      € 250,00 voor bedrijven.

  • 3.

    Onder bedrijven wordt tevens verstaan: verenigingen, stichtingen, praktijken en instellingen, welke zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 13 Huisnummerbordje

  • 1.

    Binnen vier weken na het inwerkingtreden van een besluit tot het toekennen van een huisnummer moet het gebouw voorzien zijn van een huisnummerbordje met het correcte door de gemeente vastgestelde nummer.

     

  • 2.

    Indien sprake is van een nieuw gebouw, moet het gebouw onmiddellijk bij ingebruikname voorzien zijn van een huisnummerbordje met het correcte door de gemeente vastgestelde nummer.

C. Nadere richtlijnen voor het vaststellen van straatnamen (openbare ruimten)

Artikel 14 Algemene richtlijnen voor het vaststellen van straatnamen (openbare ruimten)

  • 1.

    Nieuwe namen worden zo veel mogelijk ontleend aan:

     

    • a.

      cultuurhistorische namen;

       

    • b.

      algemeen bekende en vertrouwde, concrete zaken uit de natuur en het leven;

       

    • c.

      veldnamen;

       

    • d.

      plaatselijk gebonden persoonlijkheden, langer dan 10 jaar overleden;

       

    • e.

      plaatselijke gebeurtenissen, langer dan 10 jaar geleden plaatsgevonden.

  • 2.

    In de volgende gevallen kan worden afgeweken van voorwaarden voor het vernoemen van personen, als bedoeld in het voorgaande lid onder d:

     

    • a.

      leden van het Koninklijk Huis kunnen bij leven vernoemd worden;

       

    • b.

      oud-burgemeesters van de gemeente kunnen direct na overlijden vernoemd worden;

       

    • c.

      plaatselijk gebonden persoonlijkheden die geen 10 jaar zijn overleden kunnen vernoemd worden als zij voor de gemeente een bijzondere maatschappelijke, culturele of sociale betekenis hadden;

       

    • d.

      personen die meer dan 10 jaar zijn overleden maar niet plaatselijk gebonden, kunnen vernoemd worden als zij internationaal, nationaal of regionaal een bijzondere maatschappelijke, culturele of sociale betekenis hebben gehad.

       

    • e.

      te vernoemen persoonlijkheden dienen van onbesproken gedrag te zijn, wat zo nodig wordt onderzocht.

  • 3.

    Bij gelijknamigheid in naamgeving met elders voorkomende namen wordt gekozen voor plaatselijk gangbare en elders niet of weinig gebruikelijke achtervoegsels.

     

  • 4.

    Namen zijn nooit langer dan 80 karakters.

     

  • 5.

    Voor een goede vindbaarheid en ter vermijding van verwarring wordt bij voorkeur gekozen voor:

     

    • a.

      namen, die geen klankovereenkomst, gelijkluidendheid of verwantschap van begrip opleveren;

       

    • b.

      gemakkelijk en ongedwongen uit te spreken namen;

       

    • c.

      namen die niet langer dan 24 karakters zijn;

       

    • d.

      het vermijden van afkortingen in de naam;

       

    • e.

      terughoudendheid met voornamen, voorletters en titels bij personen en waar nodig hoogstens vermelding van waardigheden of ambten;

       

    • f.

      een schrijfwijze, waarvan de eerste letter van de naam met een hoofdletter begint.

       

    • g.

      het gebruik van toevoegingen als straat, weg, wei, laan, plein, dijk etc. dient in overeenstemming te zijn met de feitelijke situatie;

       

    • h.

      aanduidingen als Eerste, Tweede, Verlengde, Westzijde, Zuidzijde etc. zijn ongewenst evenals namen waarin getallen voorkomen;

       

    • i.

      in elkaars verlengde liggende straten, die het karakter van een straat hebben, krijgen dezelfde naam, terwijl evenwijdig aan een weg lopende fiets- en voetpaden en ventwegen dezelfde naam als de hoofdweg krijgen;

       

    • j.

      alle lidwoorden behorende bij de straatnaam worden met een hoofdletter geschreven;

       

    • k.

      alle titels beginnen met een hoofdletter, worden uniform afgekort en eindigen met een punt:

       

      • -

        Burg.

         

      • -

        Ing.

         

      • -

        Ir.

         

      • -

        Mr.

         

      • -

        Dr.

    • l.

      wanneer een straatnaam begint met meer dan één titel, wordt geen spatie gebruikt tussen de titels, maar wel tussen de titel en de voorletters (bijvoorbeeld Prof.Dr. J.E. de Quaystraat).

       

    • m.

      wanneer voorletters of voornamen geen onderdeel uitmaken van de straatnaam, moeten de tussenvoegsels behorende bij de achternaam altijd met een hoofdletter beginnen (bijvoorbeeld Burg. Van Woenseldreef, Adama van Scheltemalaan).

  • 6.

    Het college vraagt advies aan de plaatselijke heemkundevereniging alvorens zij een besluit neemt tot vaststelling van een straatnaam. Indien de naamgeving betrekking heeft op een bedrijventerrein kan het college advies vragen aan vertegenwoordigers van de lokale ondernemers.

     

  • 7.

    Het college kan besluiten om in bijzondere situaties af te wijken van het bepaalde onder 2.

Hoofdstuk 2 Slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding uitvoeringsvoorschriften

Deze voorschriften treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Artikel 16 Citeertitel

Deze uitvoeringsvoorschriften kunnen worden aangehaald als ‘Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en (huis)nummering gemeente Oirschot’

.

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Oirschot op 5 juni 2018

de secretaris (wnd),

Marlène van Leuken

de burgemeester,

Judith Keijzers-Verschelling