Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechtsteden

Mandaatbesluit Openbaar Lichaam Drechtsteden zelfstandigenregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechtsteden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingMandaatbesluit Openbaar Lichaam Drechtsteden zelfstandigenregeling
CiteertitelMandaatbesluit Openbaar Lichaam Drechtsteden zelfstandigenregelingen
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 7 van de Participatiewet
  3. artikel 34 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-2018Nieuwe regeling

01-02-2018

bgr-2018-830

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Openbaar Lichaam Drechtsteden zelfstandigenregeling

De directeur van de Sociale Dienst Drechtsteden

 

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 7, vierde lid, van de Participatiewet en artikel 34, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

overwegende dat;

 

  • het bestuur van Openbaar Lichaam Drechtsteden (het Drechtstedenbestuur) verantwoordelijk is voor de uitvoering van de zelfstandigenregelingen, zijnde het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • de Sociale Dienst Drechtsteden namens het Openbaar Lichaam Drechtsteden deze regelingen uitvoert voor de gemeenten die zijn aangesloten bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden;

  • het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam al jarenlang de zelfstandigenregelingen uitvoert;

  • het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam bereid is mandaat te aanvaarden van de directeur van de Sociale Dienst Drechtsteden tot de uitvoering van voornoemde zelfstandigenregelingen;

 

besluit:

 

vast te stellen het volgende:

 

Mandaatbesluit Openbaar Lichaam Drechtsteden zelfstandigenregelingen

Artikel 1
  • 1.1

    Namens het Drechtstedenbestuur, mandateert de directeur van de Sociale Dienst Drechtsteden, krachtens het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Drechtstedensecretaris-directeuren (besloten op 19 juni 2008), aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam de uitvoering van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen voor zover het betreft de vaststelling van de rechten en plichten van de zelfstandige en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden de bevoegdheden tot:

    • a.

      het innemen van aanvragen, het voorbereiden en het nemen van besluiten

      • 1.

        in het kader van het Bbz 2004;

      • 2.

        voor voorschotten op grond van art. 52 Participatiewet te verstrekken in het kader van het Bbz 2004;

      • 3.

        voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet aan zelfstandigen voor woonkostentoeslag en verschuldigde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering;

      • 4.

        in het kader van de IOAZ.

    • b.

      de financiële afhandeling, waaronder uitbetalen, verrekenen en terugvorderen, van:

      • 1.

        uitkeringen verstrekt in het kader van het Bbz 2004;

      • 2.

        voorschotten op grond van art. 52 Participatiewet, verstrekt in het kader van het Bbz 2004;

      • 3.

        bijzondere bijstand aan zelfstandigen voor woonkostentoeslag en verschuldigde premie Arbeidsongeschiktheidsverzekering.

    • c.

      de financiële verantwoording aan het CBS, met uitzondering van de re-integratiestatistiek, betreffende het Bbz 2004;

    • d.

      het uitvaardigen van een dwangbevel;

    • e.

      het verwerken van gegevens van inwoners uit de deelnemende gemeenten ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004 en IOAZ met in achtneming van de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet Basisregistratie Personen;

    • f.

      het, ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004 en onderzoek toekenning uitkeringen IOAZ, inzien van het BRP-V dan wel GUC (Rotterdam) van gegevens van inwoners van de deelnemende gemeenten;

    • g.

      het toepassen van de artikelen 4.18 en 4.20 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de dwangsom bij niet tijdig beslissen;

    • h.

      het vestigen van een recht van hypotheek en pand in het kader van verstrekking van bedrijfskapitaal in het kader van de uitvoering van het Bbz 2004;

    • i.

      het opleggen van een maatregel dan wel boete in het kader van de uitvoering van het Bbz 2004;

    • j.

      de afhandeling van klachten.

  • 1.2

    Het mandaat strekt zich niet uit tot:

    • a.

      de behandeling van bezwaar en beroep;

    • b.

      de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur;

    • c.

      de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

 

Artikel 2

De directeur van de Sociale Dienst Drechtsteden is krachtens het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Drechtstedensecretaris – directeuren (besloten op 19 juni 2008) bevoegd om ondermandaat te verlenen aan concerndirecteur Werk & Inkomen van de gemeente Rotterdam, die deze bevoegdheid tevens kan ondermandateren.

 

Artikel 3

Voor de uitvoering van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen worden de Rotterdamse beleidsregels van overeenkomstige toepassing verklaard.

 

Artikel 4

Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt dat het besluit namens de directeur van de Sociale Dienst Drechtsteden is genomen.

 

Artikel 5

Bij de intrekking van het mandaat, bedoeld in artikel 10:8, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, zal door de directeur van de Sociale Dienst Drechtsteden een termijn van zes maanden in acht worden genomen, tenzij zwaarwegende omstandigheden aanleiding zijn tot een kortere termijn.

 

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op 15 februari 2018 onder intrekking van de voorgaande versie van het besluit, vastgesteld op 18 december 2017.

 

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Openbaar Lichaam Drechtsteden zelfstandigenregelingen.

 

 

 

Aldus vastgesteld op 1 februari 2018,

Openbaar Lichaam Drechtsteden,

Sociale Dienst Drechtsteden,

de directeur,

Y.S.M. Bieshaar