Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit gedeputeerde staten van Zeeland houdende vaststelling Vervangingsbesluit gedeputeerde staten van Zeeland 2017 |
Citeertitel | Vervangingsbesluit gedeputeerde staten van Zeeland 2017 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2017 | 01-07-2016 | Nieuwe regeling | 07-02-2017 | 17000867 |
Vanaf het moment van inwerkingtreding van dit besluit worden de vanaf die datum ontvangen, opgemaakte, dan wel uitgaande analoge documenten vervangen door digitale exemplaren, teneinde deze digitaal te archiveren.
De in artikel 1 bedoelde vervanging wordt uitgevoerd volgens de specificaties, vastgelegd in de bij dit besluit behorende bijlage “Handboek routinematige digitale vervanging archiefbescheiden provincie Zeeland”, december 2016 registratiekenmerk 17000717, met inachtneming van de waarde en het belang, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d van het Archiefbesluit 1995.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werk terug tot en met 1 juli 2016, waarbij de periode 1 juli 2016 t/m 31 december 2016 voorafgaande aan de daadwerkelijke vervanging zal worden getoetst aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in het “Handboek routinematige digitale vervanging archiefbescheiden provincie Zeeland”, december 2016 registratiekenmerk 17000717. Voor de periode vanaf 1 januari 2017 heeft die toets vooraf plaatsgevonden/vindt die toets vooraf plaats.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 7 februari 2017.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 15 december 2017
De secretaris, A.W. Smit
Bijlage : Handboek Routinematige digitale vervanging archiefbescheiden Provincie Zeeland
De Provincie Zeeland is volop in ontwikkeling om volledig digitaal te gaan werken. Dit heeft consequenties voor de inrichting van de informatiehuishouding. Momenteel worden ontvangen en te verzenden analoge archiefbescheiden gedigitaliseerd en daarna digitaal opgeslagen. Deze opslag vindt echter ook fysiek plaats, wat leidt tot dubbele beheerkosten. Het nemen van een vervangingsbesluit door het bestuur van de Provincie Zeeland biedt een oplossing voor deze dubbele beheerkosten.
De belangrijkste reden voor het nemen van een vervangingsbesluit is echter het feit dat we als organisatie volledig digitaal willen gaan werken. Zolang we dat niet doen werken we eigenlijk dubbel. Om volledig digitaal te mogen werken is een vervangingsbesluit nodig.
Vervanging betreft de vernietiging van de originele papieren archiefbescheiden na digitalisering, waarna de digitale reproducties de plaats innemen van de oorspronkelijke papieren documenten.
Met vervanging zal pas worden gestart nadat het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland een vervangingsbesluit heeft genomen. Als bijlage bij het te nemen vervangingsbesluit is dit Handboek Vervanging opgesteld. Dit handboek beschrijft de technische en procedurele wijze waarop de vervanging plaats moet vinden overeenkomstig de op grond van de archiefwetgeving aan digitale vervanging te stellen eisen (zie bijlage 1).
Voorafgaand aan het nemen van een vervangingsbesluit wordt op grond van artikel 25 van het “Besluit Informatiebeheer” vooraf het advies van de Provinciearchivaris ingewonnen.
2. Reikwijdte van het vervangingsproces
2.1. Omschrijving van de te vervangen archiefbescheiden
Na het nemen van het vervangingsbesluit worden vervangen:
Alle intern bij de uitvoering van taken waarvoor de Provincie Zeeland verantwoordelijk is gesteld vervaardigde documenten die worden geprint t.b.v. het zetten van een “natte” handtekening, waarna het ondertekende exemplaar eventueel wordt verzonden en een scan van het ondertekende document als archiefexemplaar in Corsa wordt opgenomen. Digitalisering van deze documenten wordt centraal door Informatiebeheer uitgevoerd.
2.2. Bepaling van de waarde van de archiefbescheiden
Bij het opstellen van een vervangingsbesluit / handboek vervanging vereist artikel 2, eerste lid van het Archiefbesluit 1995 dat in een vervangingsbesluit rekening gehouden wordt met de volgende aspecten:
Met als uitgangspunt de geformuleerde doelstelling dat bij de (rijks)overheid de informatiehuishouding op termijn geheel digitaal ingericht moet zijn, kan geconstateerd worden dat de aspecten a, b, en d niet op voorhand een beletsel opleveren voor vervanging van de in paragraaf 2.1 aangeduide te vervangen archiefbescheiden. De Archiefwet 1995 geeft bij de omschrijving van de term “archiefbescheiden” ook aan dat dit documenten betreft “ongeacht de vorm”. De belangen voor overheidsorganen, recht- en bewijszoekenden en historisch onderzoek worden niet geschaad doordat de voorgenomen vervanging van de in dit handboek beschreven archiefbescheiden voldoet aan de daaraan te stellen archiefwettelijke vereisten.
Belangrijk in dit verband is te zorgen dat:
vervanging plaatsvindt met volledige en correcte overname van de in de oorspronkelijk fysieke documenten aanwezige informatie. De technische en procedurele inrichting van het vervangingsproces zoals omschreven in de hoofdstukken 3 t/m 6 van dit Handboek Vervanging voorzien daarin. Hierbij wordt tevens aandacht besteed aan kwaliteitscontrole, zodat wordt toegezien op correcte naleving van de vervangingsprocedure.
Om de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed te kunnen bepalen wordt getoetst op grond van de criteria zoals geformuleerd in 1996 door een gezamenlijke commissie van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN), het Landelijk Overleg van Provinciale Archief- Inspecteurs (LOPAI) en de Kring van Archivarissen bij Lagere Overheden (KALO). Deze criteria zijn bedoeld om de cultuurhistorische c.q. intrinsieke waarde van archiefbescheiden te kunnen beoordelen. De archiefbescheiden kunnen naast informatie als object ook een zelfstandige (intrinsieke) betekenis hebben. De geformuleerde criteria zijn:
Bij de verwerking van de in principe te vervangen documenten zullen medewerkers documenten op deze intrinsieke waarde toetsen. Wanneer de intrinsieke waarde door vervanging wordt aangetast, zullen de betreffende archiefbescheiden niet vervangen worden. Het origineel wordt dan in fysieke vorm gearchiveerd.
NB: de kans dat een dergelijk document opduikt tussen de te verwerken inkomende post is gering, de te hanteren criteria zijn van groter belang bij de voorbereiding op retrospectieve vervanging.
3. Wijze waarop de reproductie tot stand komt
3.1. Selectieproces en voorbereiding op digitalisering
Selectie van de te vervangen documenten
De selectie of een document voor vervanging in aanmerking komt, wordt uitgevoerd door de medewerkers Informatiebeheer tijdens de verwerking van de inkomende en uitgaande post.
In principe betreft deze selectie het bepalen of een document voor de provincie Zeeland te archiveren is of niet.
Te archiveren documenten zijn alle documenten die een directe relatie hebben met een werkproces waarvoor de provincie Zeeland verantwoordelijk is. Dit betreft dus documenten:
In principe gaat het om alle informatie, zowel te bewaren als op termijn te vernietigen documenten.
Uitzonderingen op deze richtlijn zijn aangegeven in hoofdstuk 2.
Procedure voorbereiding op scanning
Het voorbereiden van de te scannen documenten bestaat uit de volgende handelingen:
3.2. Gebruikte scanapparatuur, /software en instellingen/scanprofiel
De door de scanners aangemaakte TIFF-bestanden worden na toepassing van Tiff 24 bits color JPEG 75% compressie in het DMS opgeslagen als PDF/A1-b. Door opslag in PDF-formaat wordt voldaan aan de eis dat digitale archiefbescheiden die voor blijvende bewaring in aanmerking komen uiterlijk op het tijdstip van overbrenging worden opgeslagen in een valideerbaar en volledig gedocumenteerd bestandsformaat, dat voldoet aan een open standaard (zie Archiefregeling art 26 eerste lid). Door toepassing van PDF/A wordt tevens voldaan aan het advies gebruik te maken van apparatuur onafhankelijke kleurenruimte.1
Er wordt altijd dubbelzijdig gescand behalve op de A0-scanner. Degene die scant m.b.v. de A0-scanner moet dus altijd controleren of de achterzijde van een te scannen document informatie bevat en als dat het geval is die achterzijde ook scannen.
Gescand wordt met een minimale resolutie van 300 ppi2 . Deze wordt eventueel verhoogd als uit controles blijkt dat de digitale reproductie van onvoldoende kwaliteit is.
Ter vereenvoudiging van de scanprocedure is besloten alle te vervangen documenten te scannen in kleur met een bitdiepte van 24.
3.3. Verdere verwerking van de gescande documenten
De vervaardigde scans worden vervolgens opgenomen in Het DMS. De gescande documenten worden op volgorde van registratienummer opgeborgen in dagdozen (zie hoofdstuk 5 voor de vervangingsprocedure).
4. Kwaliteitsprocedures in verband met vervanging
Doelstelling van kwaliteitscontroles is te zorgen voor borging van de uitvoering van werkprocessen en procedures, waarbij als verbetermogelijkheden zijn geconstateerd aanpassingen worden ingevoerd met als doel om te voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Wanneer dit leidt tot een structurele aanpassing binnen het werkproces, wordt deze wijziging vastgelegd in de betreffende procedurebeschrijving en gecommuniceerd met de betrokken medewerkers. Daarnaast wordt de provinciearchivaris in kennis gesteld van de wijzigingen.
Deze controle vindt plaats direct na het scannen. De informatiebeheerder die heeft gescand controleert daarbij één op één op volledigheid en leesbaarheid van het gescande document. Hierbij wordt gelet op de volgende mogelijke tekortkomingen:
Als daarbij wordt geconstateerd dat een gescand document onvolledig is gescand, of dat de kwaliteit (deels) onvoldoende is, dan wordt het betreffende document opnieuw gescand en de afgekeurde scan verwijderd. Hierbij kan gekozen worden de standaard instelling van de resolutie te verhogen, met als doel het realiseren van een betere kwaliteit van de scan.
Deze controle vindt plaats door de informatiebeheerder die het poststuk ook heeft gescand.
Een tweede controle vindt plaats door de daartoe aangewezen informatiebeheerders. Dagelijks controleert de informatiebeheerder 100% van de gescande documenten.
4.2. Controle scanners en scan-instellingen
Om de juiste werking van de gebruikte scanapparatuur te bewaken zal dit eens per maand gecontroleerd worden. De controle wordt uitgevoerd door de Beheerorganisatie. Waarna indien noodzakelijk kalibratie/reparatie plaats zal vinden (door de technisch applicatiebeheerder). De resultaten worden vastgelegd in een logboek.
Tevens wordt nadat onderhoud aan de scanner heeft plaatsgevonden door de technisch applicatiebeheerder gecontroleerd of het scanprofiel voldoet aan de vereisten zoals aangegeven in het Handboek Vervanging.
De vernietiging van de voor vervanging in aanmerking komende gescande originelen vindt plaats eenmaal per kwartaal. Door de gescande originelen drie maanden te bewaren daarna te vernietigen, wordt de mogelijkheid geboden een fysiek document opnieuw te scannen, dit als ondanks de toegepaste kwaliteitscontroles wordt geconstateerd dat een document onvolledig is gescand of onvoldoende leesbaar is.
In de praktijk zullen documenten minimaal drie maanden bewaard worden terwijl de daadwerkelijke vernietiging om praktische reden iets later plaatsvindt.
Voor deze werkwijze is gekozen op basis van een afweging tussen:
In verband met vervanging moeten de hieronder vermelde werkzaamheden worden uitgevoerd:
5.1. Vastlegging vervanging door middel van metadata
Zoals bepaald in Archiefregeling artikel 17 onder d. en artikel 19 tweede lid wordt door middel van metadata in Het DMS op documentniveau vastgelegd dat vervanging heeft plaatsgevonden en op welke datum. Hiertoe moet een selectie worden gemaakt van alle documentregistraties waarin is aangegeven dat zij voor vervanging in aanmerking komen. Vervolgens moet in het veld “datum vervanging” de waarde “vervangen op xx-yy-zzzz” worden vastgelegd evenals de naam van de functionaris die deze beheerhandeling heeft uitgevoerd. Hierbij staat xx-yy-zzzz voor de datum waarop de vervanging heeft plaatsgevonden.
5.2. Opstellen verklaring van vervanging
Overeenkomstig artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 wordt door de medewerker archief/interne archiefbeheerder van iedere vervanging een verklaring opgemaakt die een specificatie bevat van de vervangen archiefbescheiden en ook aangeeft op grond waarvan en op welke wijze de vervanging is uitgevoerd. Het proces-verbaal van de vernietiging, zoals die plaatsvindt zoals in paragraaf 5.3 beschreven, is als bijlage bij deze verklaring opgenomen. Deze verklaring wordt voor blijvende bewaring opgenomen in het archief van de provincie Zeeland.
5.3. Daadwerkelijke vernietiging van de oorspronkelijke fysieke originelen
De provincie Zeeland maakt bij de vernietiging van de oorspronkelijke fysieke originelen gebruik van een extern in archiefvernietiging gespecialiseerd en gecertificeerd bedrijf.
6. Wijzigingsprocedure Vervangingsbesluit / Handboek Vervanging
Dit vervangingsbesluit moet worden vervangen door een nieuw besluit als voorgenomen wijzigingen in het vervangingsproces leiden tot het niet meer kunnen naleven van de in dit document beschreven minimumvereisten waaraan bij vervanging voldaan moet worden. Hiervan is sprake:
Alle overige wijzigingen in het vervangingsproces betreffen mineure wijzigingen die onmiddellijk in het handboek doorgevoerd kunnen worden. Deze wijzigingen moeten dan worden opgenomen in het hieronder afgebeelde wijzigingenoverzicht. Op deze wijze blijft het handboek vervanging altijd actueel en kan altijd gereconstrueerd worden op welke wijze de Provincie Zeeland invulling geeft / heeft gegeven aan de gestelde kwaliteitseisen met betrekking tot vervanging.
Als twijfel bestaat over de consequenties van een voorgenomen wijziging dan moet met de Provinciearchivaris worden overlegd of sprake is van een majeure of mineure wijziging.
Voordeel van deze werkwijze is dat niet voor elke wijziging een nieuw vervangingsbesluit genomen moet wor-den, wat leidt tot verlichting van de administratieve druk.
Bijlage 1 Overzicht wettelijke bepalingen vervanging
Artikel 7 van de Archiefwet 1995 maakt vervanging van documenten mogelijk: “De zorgdrager is bevoegd archiefbescheiden te vervangen door reproducties, teneinde de aldus vervangen bescheiden te vernietigen.” Opgemerkt wordt in dit verband dat pas sprake is van vervanging op het moment dat het origineel vernietigd wordt, waarna de (digitale) reproductie het nieuwe origineel wordt. Hiermee wordt voorkomen dat discussie kan ontstaan over wat het origineel is en waar de bewijslast rust.
Artikel 6 tweede lid van het Archiefbesluit 1995 stelt als eis dat de zorgdrager bij de bekendmaking van een vervangingsbesluit (zoals hierboven vermeld bij Archiefbesluit 1995 artikel 6 eerste lid) melding maakt van de wijze waarop toepassing is gegeven aan Archiefbesluit 1995 artikel 2, eerste lid, onderdelen c (de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed ) en d. (het belang van de in de archiefbescheiden voorkomende gegevens voor overheidsorganen, voor recht- of bewijszoekenden en voor historisch onderzoek).
Artikel 6 derde lid van het Archiefbesluit 1995 geeft aan dat nadere regels voor vervanging kunnen worden vastgelegd in een ministeriële regeling (zie hieronder bij “Archiefregeling, artikel 26b”). Aandachtspunt daarbij is dat deze nadere regels zijn opgenomen in de Archiefregeling en daardoor formeel gezien alleen betrekking hebben op vervanging van voor blijvende bewaring in aanmerking komende archiefbescheiden. In dit handboek vervanging worden deze aanvullende eisen toegepast op alle te vervangen archiefbescheiden (uitzonderingen daargelaten), dus ook de op termijn voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden.
Artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 geeft aan dat een verklaring van de vervanging opgemaakt moet worden. Hierin moet een specificatie opgenomen worden van de bescheiden die vervangen zijn en aangegeven worden hoe de vervanging heeft plaatsgevonden. Deze verklaring wordt voor blijvende bewaring opgenomen in het archief van de organisatie die het vervangingsbesluit heeft genomen.
Artikel 17 van de Archiefregeling geeft onder “d” aan dat van alle archiefbescheiden te allen tijde de met betrekking tot de archiefbescheiden uitgevoerde beheeractiviteiten kan worden vastgesteld, zoals vervanging. Op grond van Archiefregeling artikel 19 tweede lid moet de uitvoering van elke beheerhandeling door middel van metagegevens gekoppeld worden aan de betreffende archiefbescheiden.
N.B.: Deze eisen gelden alleen voor archiefbescheiden die overeenkomstig de voor de organisatie geldende selectielijst voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Binnen de Provincie Zeeland worden deze om efficiencyredenen toegepast op al de te vervangen archiefbescheiden.