Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers, gemeente Twenterand |
Citeertitel | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers, gemeente Twenterand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De verordening is met toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet op 1 januari 2005 in werking getreden.
Wet inburgering nieuwkomers, art. 18
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 25-11-2004 Gemeentecontact 9 december 2004 | Bestuurlijk informatiesysteem nr. 04.025.0001 | |
01-01-2005 | Nieuwe regeling | 25-11-2004 Gemeentecontact 9 december 2004 | Bestuurlijk informatiesysteem nr. 04.025.0001 |
De raad van de gemeente Twenterand;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 18 van de Wet inburgering nieuwkomers
overwegende dat het opleggen van boetes, bij het niet nakomen van uit de Wet inburgering nieuwkomers voortvloeiende verplichtingen, bij verordening geregeld dient te worden;
vast te stellen: de “Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers, gemeente Twenterand”
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet inburgering nieuwkomers (Staatsblad 1998; 261);
b. WWB: de Wet werk en bijstand
c. nieuwkomer: een persoon als genoemd in artikel 1, aanhef en onder a van de wet;
d. bestuurlijke boete: de bestuurlijke boete bedoelt in artikel 18, eerste lid, van de wet;
e. Bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onder c van de Wet werk en bijstand;
2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 2 Afstemming en dringende redenen
1. Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.
2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.
1. De boete bedraagt, gedurende één maand, 20% van de bijstandsnorm per maand die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn.
2. Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet, binnen twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer terzake van die gedraging een boete is opgelegd, bedraagt de boete 40% van de in het eerste lid bedoelde bijstandsnorm.
Vriezenveen, 25 november 2004
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs. J.E.M. op de Weegh drs. H. Koetje
Sinds 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand ( WWB) van kracht.
Met de invoering van de WWB wordt ook de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) gewijzigd.
De regeling vóór invoering van de WWB
Vóór de WWB werden zowel de hoogte van de maatregelen op grond van de Abw als de
hoogte van de boetes op grond van de WIN bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld.
De hoogte van de maatregelen waren vastgelegd in het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en
Het niet voldoen aan de inburgeringsverplichtingen werd aangemerkt als een gedraging
van de derde categorie: het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een voor de
inschakeling van arbeid noodzakelijk geachte scholing of opleiding dan wel aan andere
aangewezen activiteiten die de zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen. Op grond van het
Maatregelenbesluit werd bij deze gedraging een korting toegepast van 20% van de bijstand
gedurende één maand. Bij een herhaling van de verwijtbare gedraging binnen een periode van
twaalf maanden, werd een korting van 40% gedurende één maand toegepast.
De hoogte van de bestuurlijke boete was geregeld in het Boetebesluit inburgering nieuwkomers.
In dit Besluit is de boete gelijkgesteld aan de maatregel op grond van de Abw, indien de
nieuwkomer bijstandsgerechtigd zou zijn geweest. Voor de berekening van de bestuurlijke
boete is aangesloten bij de normbedragen van de bijstand die de nieuwkomer naar de maatstaf
van de Abw had kunnen krijgen, indien hij bijstandsgerechtigd zou zijn geweest.
De regeling na invoering van de WWB
Met de inwerkingtreding van de WWB is het systeem van boeten en maatregelen van de Abw
(de artikelen 14 tot en met 14f, nader uitgewerkt in het Maatregelenbesluit en Boetebesluit)
komen te vervallen. In plaats daarvan moeten gemeenten zelf hun sanctiebeleid vormgeven. De
WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de bijstandsuitkering. Het verlagen van
de uitkering omdat iemand zijn verplichtingen op grond van de WWB niet nakomt, kan worden
aangeduid met de term ‘maatregel’.
Artikel 18, tweede lid, in combinatie met artikel 8, eerste lid, onderdeel b, WWB bevat de
opdracht aan gemeenten om het maatregelenbeleid in een verordening vast te leggen. Deze
verordening wordt aangeduid als afstemmingsverordening.
Om gemeenten in staat te stellen de hoogte van de boeten op grond van de WIN, af te stemmen
op de hoogte van de maatregelen, is artikel 18 WIN gewijzigd.
Het nieuwe artikel 18, zevende lid, bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld over de hoogte van de boete.
De boeteverordening WIN moet uiterlijk per 1 januari 2005 in werking treden. Het Boetebesluit
inburgering nieuwkomers blijft in een gemeente van kracht tot het moment dat de
boeteverordening WIN in die gemeente in werking treedt.
In dit artikel wordt een aantal gehanteerde begrippen verklaard.
Artikel 18, tweede lid, WIN bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. De boete mag met andere woorden niet disproportioneel zijn.
Verder kan het college op grond van artikel 18, vierde lid, WIN afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen zijn. Deze bepaling kan gezien worden als een hardheidsclausule. Gelet op de mogelijkheden om op grond van de in artikel 2, tweede lid, van deze verordening genoemde criteria al een vergaande individualisering toe te passen, in het bijzonder doordat rekening gehouden kan worden met de persoonlijke omstandigheden van de klant, zal er slechts in zeer uitzonderlijke situaties aanleiding zijn om toepassing aan deze bepaling te geven.
In het eerste lid is bepaald dat die uitgangspunten onverkort van kracht blijven bij toepassing van deze verordening. Het maakt het mogelijk maatwerk te leveren en af te wijken van de standaardboete als de bijzondere omstandigheden van het geval daar aanleiding toe geven.
In het tweede lid is, om ieder mogelijk misverstand daarover uit te sluiten en in navolging van artikel 18, tweede lid, WWB expliciet bepaald dat geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
In deze bepaling is vastgelegd dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm blijft.
In het tweede lid is geregeld dat bij recidive de boete 40% van de bijstandsnorm bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het, in het Boetebesluit WIN gehanteerde begrip, niet gewijzigd.
Deze verordening is op grond van artikel 8 van de Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding van de verordening moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden.
Dit betekent dat deze verordening, rekening houdend met alle daarvoor geldende termijnen, eerst medio januari 2005 in werking kan treden. Aangezien de verordening uiterlijk 1 januari 2005 in werking moet treden, wordt de spoedprocedure op grond van artikel 25, eerste lid Tijdelijke referendumwet, toegepast.