Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Albrandswaard

Verordening op de Carrouselvergadering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlbrandswaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de Carrouselvergadering
CiteertitelVerordening op de carrouselvergadering
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpCarousselvergadering Raad

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-12-201022-12-2011Onbekend

29-11-2010

De Schakel Albrandswaard

91711

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Carrouselvergadering

 

 

RAADSBESLUIT

Besluit nr.: 91711

Onderwerp:

Verordening op de Carrouselvergadering

 

De raad van de gemeente Albrandswaard;

 

Gezien het voorstel van de griffier d.d. 11 oktober 2010;

 

Overwegende, dat de Gemeentewet de mogelijkheid geeft raadscommissie in te stellen, ter voorbereiding van de besluitvorming door de raad;

 

Overwegende, dat de raad de traditionele vergadervorm voor commissies al sinds 2005 feitelijk niet meer hanteert;

 

Overwegende dat de raad in 2005 heeft besloten tot het Carrousel-model, maar dat sindsdien de status van de carrousel aan onduidelijkheden onderhevig is;

 

Overwegende dat de raad hiertoe heeft besloten, teneinde zijn besluitvorming op een efficiënte, zorgvuldige en herkenbare wijze tot stand te brengen, waarbij de raad van oordeel is dat deze wijze van besluitvorming bijdraagt tot een goed inzicht in het lokale politieke bedrijf voor de inwoners van de gemeente;

 

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T :

  • I.

    Vast te stellen de Verordening op de Carrouselvergadering.

  • II.

    De verordening op de raadscommissies van de gemeente Albrandswaard, in te trekken.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

1.

Politieke markt:

Het stelsel van vergaderingen van de gemeenteraad, welke bestaan uit de in dit artikel onder 3 t/m 6 genoemde varianten.

2.

Commissie:

De vergadering, zoals bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet.

3.

Presidium:

De vergadering van fractievoorzitters, de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad.

4.

Agendacommissie:

De vergadering van carrouselvoorzitters en de plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad;

5.

Carrouselvergadering:

De vergadering, onder leiding van een daartoe aangewezen voorzitter, waar binnen een vooraf bepaalde tijd een onderwerp in het bijzonder of in het algemeen wordt behandeld. De vergadering kan eveneens optreden ter voorbereiding van het Debat en Besluit van de gemeenteraad. Op de vergadering in deze laatste zin is de wettelijke regeling voor de commissie, zoals bedoeld in lid 2, van overeenkomstige toepassing;

6.

Debat en besluit:

De voltallige vergadering van de gemeenteraad, alwaar de raad debatteert en of besluiten neemt ten aanzien van die onderwerpen die hem met dat doel zijn aangedragen.

7.

Vergadercyclus

Periode van een jaar, waarbinnen de vergaderingen worden gepland. De periode is gelijk aan het kalenderjaar.

8.

Duo raadslid

Niet-raadslid, zoals bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet. Tot duo raadslid zijn alleen benoembaar personen, die voorkomen op de kandidatenlijst van een politieke groepering, waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad één of meer zetels zijn toegekend, en die voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid in de raad.

Artikel 2 De carrouselvergadering

1.

Er is een carrouselvergadering, als onderdeel van de politieke markt die ondermeer de vergadering en de besluiten van de voltallige gemeenteraad voorbereidt.

2.

Een carrouselvergadering bestaat uit een voorzitter en deelnemers.

3.

Op de carrouselvergadering zijn de regels, zoals door de raad vastgesteld in zijn reglement van orde, zijn organisatieverordening en de overige interne regelingen van overeenkomstige toepassing, tenzij deze of de betreffende regeling anders bepaalt of de betreffende regeling naar zijn aard niet met de werkwijze van de carrousel te verenigen valt.

Artikel 3 De voorzitter

1.

De carrouselvergadering staat onder leiding van een voorzitter.

2.

De raad wijst de voorzitters van de carrouselvergadering aan. In spoedeisende gevallen wijst het presidium een voorzitter aan.

3.

De voorzitter handhaaft de orde der vergadering.

4.

De voorzitters stimuleren de deelnemers aan de vergadering in het naar voren brengen van hun vragen met een technisch karakter en zorgen dat het debat met het college en binnen de raad plaats vindt tijdens de Debat en Besluit vergadering. Zij bevorderen de levendigheid van de carrousel, bevorderen het verkrijgen van helderheid over het betreffende onderwerp en zorgen voor een omgeving waarin alle deelnemers zich vrij en waardig voelen aan de vergadering deel te nemen.

5.

De raad kan een voorzitter ontslaan.

Artikel 4 De deelnemers

1.

De deelnemers aan de carrousel zijn raadsleden en duo raadsleden. Zij worden per vergadering aangewezen door de fracties.

2.

Het aantal deelnemers per fractie per carrousel bedraagt, teneinde de doelstellingen van efficiëntie en herkenbaarheid niet uit het oog te verliezen, maximaal 2 personen. Één daarvan treedt op als woordvoerder.

Artikel 5 Secretariaat

1.

De carrouselvergadering wordt in zijn werkzaamheden bijgestaan door een secretaris. Deze wordt aangewezen door de griffier. De aanwijzing kan zo nodig per vergadering geschieden.

2.

De secretaris is, ten aanzien van de invulling van zijn functie, rechtstreeks verantwoording schuldig aan de griffier.

Hoofdstuk II Doelstelling en bevoegdheden Carrouselvergadering

Artikel 6 Doelstelling carrouselvergadering

De carrouselvergadering heeft de volgende doelstellingen:

 

a.

Het organiseren van bijeenkomsten ten aanzien van onderwerpen in het algemeen, het huidige of toekomstige bestuur binnen de gemeente en de overige activiteiten van de raad. Dergelijke bijeenkomsten kunnen tegelijk dienen het bestuur, door middel van door de inwoners geleverde informatie, te verbeteren.

 

b.

Het verkrijgen van technische helderheid ten aanzien van de aangedragen onderwerpen en het bevorderen van het politieke debat tijdens de Debat en Besluit vergadering van de raad;

 

c.

Het voorbereiden van de besluiten voor de raad en of het uitbrengen van advies aan de agendacommissie over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op aan de raad voor te leggen of voorgelegde voorstellen en onderwerpen. De vergadering gebruikt hiertoe de zijn toekomende bevoegdheden die zij het meest geschikt acht.

Artikel 7 Bevoegdheden van de carrouselvergadering

1.

De carrouselvergadering is, gelijk een commissie zoals bedoeld in artikel 82, lid 5 van de Gemeentewet, bevoegd te besluiten zijn vergadering aan de openbaarheid te ontrekken en zijn deuren te sluiten.

2.

De carrouselvergadering is, gelijk een commissie als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet, bevoegd te besluiten de geheimhouding op te leggen op stukken of ten aanzien van stukken die hij de raad zal aandragen.

3.

De carrouselvergadering is niet bevoegd, anders dan commissie zoals bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet, besluiten te nemen namens de raad.

Hoofdstuk IV Werkwijze van de carrouselvergadering

Artikel 8 Vergaderingen

1.

De vergaderfrequentie van de carrouselvergadering wordt door het presidium vastgesteld en nader ingevuld door de agendacommissie.

2.

Een carrouselvergadering komt in afwijking van het eerste lid, zo dikwijls de raad dit nodig acht bij elkaar. De leden van de raad kunnen een dergelijk verzoek tot afwijking onder opgaaf van redenen bij de voorzitter van de raad indienen.

3.

De oproeping voor de vergadering geschiedt door de betreffende voorzitter, met opgaaf - voor zover mogelijk - van de te behandelen onderwerpen, onder toezending van de relevante stukken en - tenzij in spoedeisende gevallen – ten minste acht dagen van tevoren. De griffier is bevoegd dit alles namens de voorzitter uit te voeren.

Artikel 9 Agenda

De agenda wordt per afzonderlijke carrouselvergadering vastgesteld door de agendacommissie.

Artikel 10 Advisering

De carrouselvergadering kan tegen het einde van zijn vergadering, op voorstel van de voorzitter, een advies over de verdere behandeling van het betreffende onderwerp aan de agendacommissie vaststellen.

Artikel 11 Verslag

1.

Van elke vergadering kan een verslag worden opgemaakt, dat een beknopte, zakelijke weergave inhoudt van het verhandelde tijdens de vergadering. Van een voorbereidende vergadering wordt in ieder geval een verslag opgemaakt.

2.

Het verslag wordt, na vaststelling door de raad, openbaar gemaakt.

3.

Het voorgaande lid is niet van toepassing, voor zover er sprake is van een besloten vergadering of oplegging van geheimhouding op de betreffende stukken. De raad regelt de terbeschikkingstelling van het verslag in deze gevallen.

Artikel 12 Portefeuillehouders

1.

De agendacommissie kan uit eigen beweging één of meer portefeuillehouders uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

2.

Het college is bevoegd een dergelijke aanwezigheid te verzoeken. De voorzitter beslist onverwijld op dit verzoek.

3.

De voorzitter draagt zorg voor de plaatsing van de genodigden.

Artikel 13 Ambtenaren en deskundigen

1.

De agendacommissie kan uit eigen beweging deskundigen of - via de gemeentesecretaris - ambtenaren uitnodigen voor het verstrekken van adviezen en of het geven van een toelichting of inlichtingen.

2.

De portefeuillehouder kan de voorzitter van de betreffende carrouselvergadering verzoeken zich door een deskundige of een ambtenaar te laten bijstaan. De voorzitter beslist onverwijld op dit verzoek.

3.

De voorzitter draagt zorg voor de plaatsing van deze genodigden en hen die bijstand verlenen. Hij bepaalt hierbij de meest voor de hand liggende indeling.

Hoofdstuk V Publiek

Artikel 14 Publiek

De openbare carrouselvergadering geeft plaats aan het publiek. De voorzitter kan, wegens plaatsgebrek, een deel van het publiek de toegang tot de vergadering weigeren.

Artikel 15 De orde der vergadering

1.

De aanwezigen bij een openbare carrouselvergadering zijn verplicht de aanwijzingen van de voorzitter, gegeven ter bevordering of de handhaving van de orde der vergadering, op te volgen.

2.

De voorzitter kan een toehoorder, bij verstoring van de orde, uit de vergadering doen laten verwijderen.

3.

Bij herhaling van de verstoring is artikel 26, lid 2 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Inspraak

1.

Tijdens de openbare carrouselvergadering bestaat voor het publiek geen vaststaand recht mee te discussiëren over het betreffende onderwerp.

2.

Na afloop van de laatste termijn en voor het sluiten van de vergadering, kan de voorzitter het aanwezige publiek in de gelegenheid stellen opmerkingen aan het verhandelde toe te voegen. De voorzitter, de deelnemers en de aanwezige leden van het college zijn niet verplicht om bij deze gelegenheid gestelde nadere vragen van een antwoord te voorzien.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen.

Artikel 17 Onvoorziene gevallen

Op voorvallen tijdens de afzonderlijke vergaderingen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de voorzitter. In overige gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de agendacommissie.

Artikel 18 Naam en inwerkingtreding van verordening

1.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de carrouselvergadering".

2.

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de commissies van 25 april 2002, met besluitnummer BZ 02/058a.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente

Albrandswaard in zijn openbare vergadering van

29 november 2010.

 

 

De griffier a.i., De voorzitter,

 

 

John C.M. Hagenaars mr. Harald M. Bergmann

Toelichting

Inleiding

In de nasleep van de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeenten uit 2003, is de raad van de gemeente Albrandswaard gaan nadenken over de rol van de raad binnen dit nieuwe stelsel. De raad heeft zijn eigen organisatie onder de loep genomen om er voor te zorgen dat hij optimaal gebruik kon maken van de mogelijkheden van dit nieuwe stelsel. De raad heeft in de loop van 2004 het plan gevat om de voorbereiding van zijn besluiten anders te gaan organiseren. Hij heeft daarbij zijn inspiratie opgedaan bij de gemeente Almere, die een meer informele vorm van voorbereiding en besluit heeft ingevoerd.

Algemeen

In 2005 is de gemeenteraad van Albrandswaard over gegaan op een andere wijze van vergaderen. Uitgangspunt hierbij was het in de gemeente Almere gebruikte model van de Politieke Markt. Albrandswaard beoogde dit model, blijkens de toen ter tijd ingediende voorstellen, in zijn volledigheid over te nemen (ondermeer de notitie; “Op de politieke markt is uw ….. een daalder waard”). Het model van de politieke markt, zoals gehanteerd in Almere, houdt in het kort het volgende in:

Het doel van de politieke markt is om besluiten te nemen op een efficiënte, zorgvuldige en herkenbare wijze. Ook biedt de politieke markt de inwoners een goed inzicht in het lokaal politieke bedrijf. Hierbij wordt uitgegaan van drie principes:

  • 1.

    De inhoud bepaalt de vorm;

  • 2.

    Geen enkele politieke partij mag de dupe zijn van dit systeem;

  • 3.

    De inwoners krijgen zo veel mogelijk de gelegenheid om deel te nemen/inbreng te leveren aan de voorbereiding van het uiteindelijke raadsbesluit.

 

De Markt speelt zich, in het oorspronkelijke model van Almere, af in 4 fasen:

  • 1.

    De carrousel. Hierin komen diverse onderwerpen aan de orde, in de vorm van zogeheten ‘activiteiten’. De activiteiten spelen zich gelijktijdig in de verschillende raadkamers af.

  • 2.

    Het debat. Het debat wordt plenair in de raadszaal gevoerd over een onderwerp dat de week daarvoor in de carrousel als ‘debatrijp’ of ‘besluitrijp’ is aangemerkt. Over moties en amendementen wordt ook gedebatteerd. Direct na het debat kan de raad over het betreffende onderwerp een besluit nemen.

  • 3.

    Besluitvorming. Dit vindt plaats over onderwerpen die een week eerder als besluitrijp zijn aangemerkt. Er kan daarbij een stemverklaring worden afgelegd over de redenen om voor of tegen te stemmen.

  • 4.

    Tentoonstelling. Er kan, gedurende de gehele avond waarop de politieke markt wordt georganiseerd, een tentoonstelling worden ingericht. Een dergelijke tentoonstelling handelt dan over een specifiek onderwerp wat verdieping behoeft.

 

De raad van de gemeente Albrandswaard heeft, zoals gezegd, in eerste instantie bedoeld dit model onverkort over te nemen. Hij heeft echter al spoedig, zelfs nog voor de feitelijke invoering, enige aanpassingen aan dit model gebracht, waardoor het “Albrandswaardse” model is ontstaan. Deze aanpassingen werden noodzakelijk geoordeeld, omdat het model van Almere niet één op één door een veel kleinere gemeente kon worden over genomen.

 

Het uiteindelijke voorstel voor de gemeenteraad, wat is aangenomen tijdens de vergadering van 20 december 2004, ging dan ook uit van een gedeeltelijke overname van het model. De Politieke Markt in Albrandswaard betrof in de kern drie onderdelen, te weten:

  • a.

    een carrousel met activiteiten;

  • b.

    het (politieke) debat;

  • c.

    de besluitvorming.

 

Na een gebruik vanaf 2005 heeft het door de raad gehanteerde model een aantal onderscheiden opgeleverd, maar in de kern staat het model nog altijd overeind. Op het moment van schrijven hanteert de raad een viertal vergadervormen, welke hierna uitgebreid worden besproken.

Echter, vanaf de ingebruikname van het model in 2005 is de raad nooit overgegaan tot het formaliseren van zijn vergadervorm, terwijl de ‘oude’ vorm (commissies) al die tijd is blijven bestaan. Ondertussen rezen er bij tijd en wijle vragen, waarbij een formele regeling uitkomst had kunnen bieden.

 

De nu opgestelde regeling probeert dit soort vragen voor de toekomst te voorkomen. De regeling sluit aan bij de doelstellingen die de raad heeft geformuleerd bij de invoering van de politieke markt. Deze doelstellingen waren het meer betrekken van de inwoners bij de besluitvorming door de raad en de lokale politiek. Door middel van het vastleggen van de huidige vergadervorm in deze regeling, wordt beoogd dit stelsel voor de langere termijn vast te leggen. De regeling hanteert op vele plaatsen open normen, om een al te rigide regime te voorkomen.

In tegenstelling tot de oude commissieverordening zwijgt deze regeling over welke onderwerpen een carrousel kan of mag vergaderen. Ook dit zou een al te rigide systeem in de hand werken.

Toelichting artikelsgewijs

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Het eerste artikel, de begripsomschrijving, geeft voor een zevental in de regeling gebruikte termen een korte en bondige uitleg. Kort en bondig, omdat een regeling in het algemeen te weinig ruimte biedt voor een al te uitvoerige bespreking van de termen. Een nadere uitleg is daarom op zijn plaats:

Politieke markt

De politieke markt omvat het gehele stelsel van vergaderingen van de gemeenteraad. De markt bestaat in zijn kern uit de carrouselvergadering en het Debat & Besluit. Hieromheen worden er nog andere vergaderingen georganiseerd en gefaciliteerd. Dit betreft dan de vergaderingen van het Presidium, de Agendacommissie en die van de fracties.

Commissie

Deze bondige omschrijving spreekt voor zich.

Presidium

Het presidium werd, voor de invoering van de politieke markt, voorafgegaan door de vergadering van senioren. Het presidium behoort als instelling van de raad tot de klassiekers en behoeft geen nadere uitleg.

Agendacommissie

De Agendacommissie is een klassieker voor de raad; Deze commissie bepaalt de planning van de vergaderingen en de daarop te bespreken onderwerpen.

Carrouselvergadering

De omschrijving van de term is met opzet zeer ruim. De invoering van het stelsel van de politieke markt beoogde, zoals hiervoor uitvoerig is uiteengezet, de inhoud bepalend te laten zijn voor de vorm. Een al te enge definitie van de betreffende vergadervorm past niet bij een dergelijk streven. Met deze ruime omschrijving van het verschijnsel carrousel blijft dit streven goed mogelijk.

 

Door te bepalen dat de carrousel is “De vergadering, onder leiding van een daartoe aangewezen voorzitter, waarbij binnen een vooraf bepaalde tijd een onderwerp in het bijzonder of in het algemeen wordt behandeld.” wordt het mogelijk hierbij werkelijk iedere denkbare vorm van (voorbereidend) vergaderen toe te passen.

 

Naast deze nodig geachte flexibiliteit blijft het nodig de klassieke voorbereiding op het raadsbesluit, niet uit het oog te verliezen. De tweede zin uit de definiëring maakt dit duidelijk: “De vergadering kan eveneens optreden ter voorbereiding van het Debat en Besluit van de gemeenteraad.” Hierom zoekt deze regeling aansluiting bij hetgeen ten aanzien van de raadscommissies in de Gemeentewet is geregeld. De regeling verklaart deze afdeling van de Gemeentewet, van overeenkomstige toepassing. Dit maakt dat, daar waar aan dit soort commissies door de wet bevoegdheden zijn toegekend, deze bevoegdheden ook aan de door ons gekozen voorbereidingsvorm -de carrouselvergadering, voor zover deze vergadering de besluiten van de gemeenteraad voorbereidt, toekomen.

 

De aansluiting bij de commissies zoals bedoeld in de gemeentewet, is overigens ook noodzakelijk in verband met de binnen de fracties van de raad fungerende duo raadsleden. De gemeentewet geeft voor de benoeming van deze duo raadsleden slechts ruimte, in het geval zij optreden voor commissies (zie in dit verband de artikelen 82, lid 3 en 96, lid 1 van de Gemeentewet). Omdat de mogelijkheid om duoraadsleden zo expliciet in verband staat met de commissies, moet een afwijkende vergadervorm zoals de carrouselvergadering daar nauw bij aansluiten en de regels voor commissies van overeenkomstige toepassing verklaren.

Debat en besluit:

De voltallige vergadering van de gemeenteraad, alwaar hij debatteert en besluiten neemt ten aanzien van die onderwerpen die zijn met dat doel zijn aangedragen.

Vergadercyclus

Periode van een jaar, waarbinnen de vergaderingen worden gepland. De periode is gelijk aan het kalenderjaar.

Duo raadslid

Dit begrip is opgenomen in de definiëring, omdat dit eveneens was opgenomen in de verordening op de raadscommissies. Bij het vervallen van die verordening, zou de grondslag voor het duo raadslid binnen deze gemeente komen te vervallen. Door het duo raadslid in deze verordening van een definiëring te voorzien, blijft de grondslag bestaan en worden de voorwaarden voor benoeming tevens geborgd. Gezien het gegeven dat niet-raadsleden slechts benoemd kunnen worden in commissies (zie hiervóór de toelichting op de carrouselvergadering, laatste alinea), is het logisch de omschrijving van deze leden op te nemen in deze verordening.

 

Overigens, de definiëring laat het maximale aantal te benoemen duo raadsleden in het midden, omdat dit aantal in de loop der jaren heeft gefluctueerd. Het aantal te benoemen duo’s is dus afhankelijk van de behoefte op een bepaald moment. De raad heeft in het verleden in de verordening op de raadscommissies het maximale aantal te benoemen niet-raadslid commissieleden op 6 vastgesteld. Later heeft de raad dit aantal, buiten de verordening om, vastgesteld op 4. Dit maakt dat het vastleggen van een maximum in de verordening in dit kader niet opportuun moet worden geacht.

Artikel 2 De carrouselvergadering

Het eerste lid van dit artikel stelt vast dat er ondermeer een, in verband met het eerste artikel in het 5e lid genoemde, voorbereidende vergadering is die Carrouselvergadering heet. Tegelijk geeft het de mogelijkheid carrouselvergaderingen te organiseren, met een ander doel dan de voorbereiding. Een en ander sluit aan op de gegeven definitie in het eerste artikel.

 

Het tweede lid bepaalt de samenstelling van een dergelijke Carrouselvergadering vast. Hij bestaat uit een voorzitter en deelnemers. In deze zin is er geen afwijking van de klassieke voorbereidende vergadering; de commissie.

 

In het derde lid wordt benadrukt onder welk regime van regelingen de Carrousel valt. Dit zijn in het kort, alle interne regelingen die de raad heeft vastgesteld. Uitzonderingen blijven echter mogelijk.

Artikel 3 De voorzitter

Dit artikel geeft een aantal nadere bepalingen over de voorzitter van de Carrouselvergadering en opent in het eerste lid met een algemene mededeling.

 

Het tweede lid bepaalt dat de raad de voorzitters aanwijst. Deze norm is open gehouden, om de raad de maximale vrijheid in zijn keuze te laten. De raad wijst op dit moment maximaal 4 voorzitters aan.

Gewoonlijk zijn er altijd 2 voorzitters nodig. Op een vergaderavond van de Carrouselvergadering, wordt doorgaans gelijktijdig in twee zalen door een Carrouselvergadering vergaderd. De raad heeft er in het verleden voor gekozen om de mogelijkheid open te houden van meer dan twee gelijktijdige vergaderingen. Gezien de huidige huisvesting van de gemeente, zal dit echter niet vaak voor kunnen komen.

 

Desalniettemin heeft de raad de gewoonte gehouden om vier voorzitters aan te wijzen in plaats van twee, plus twee plaatsvervangers. Hiermee wordt bereikt dat de Carrouselvergadering onder veruit de meeste omstandigheden onder leiding van een bevoegde voorzitter kan doorgaan, terwijl ook een uitbreiding van het aantal gelijktijdig plaatsvindende vergaderingen mogelijk blijft. Overigens staat een dergelijke gewoonte de raad niet in de weg om, waar zij dit opportuun acht, een voorzitter per vergadering aan te wijzen.

 

Daarnaast geldt dat het door de open norm van dit tweede artikellid, mogelijk blijft om naast de (min of meer) vaste voorzitters een ad-hoc voorzitter voor één of meer carrouselvergaderingen aan te wijzen. Omdat aan de functie van voorzitter geen kwalitatieve eisen worden gesteld, is het mogelijk een (tijdelijke) voorzitter aan te wijzen van buiten de raad.

Het derde en vierde lid zijn bedoeld als instructie aan de voorzitter. Zijn rol wordt met deze leden onmiskenbaar vastgelegd. Het vierde lid is, nu het in Albrandswaard gehanteerde model hierop is gebaseerd, afgeleid van de in de gemeente Almere vastgestelde spelregels voor de voorzitters. Vooral in dit lid komen de voornaamste doelstellingen van de raad bij de invoering van de PM duidelijk naar voren. Het vergroten van de herkenbaarheid van de besluitvorming en het vergroten van het inzicht en betrokkenheid bij het lokale politieke bedrijf.

 

De raad van Albrandswaard heeft het model van Almere na haar invoering een aantal maal aangepast. Dit vierde lid is een weergave van dit uiteindelijke “Albrandswaardse” model en laat tegelijkertijd veel ruimte aan de voorzitters.

 

Het vijfde lid is opgenomen om duidelijk te maken dat de raad, die de voorzitters aanwijst, ook bevoegd is zijn aanwijzing ongedaan te maken; De raad kan een voorzitter om hem moverende redenen ontslaan.

Artikel 4 De deelnemers

Het eerste lid van dit artikel, regelt de aanwijzingsbevoegdheid van de fracties voor de deelnemers van de Carrouselvergadering. Zij worden aangewezen door en vanuit de fracties. Zowel reguliere als duo raadsleden komen hierdoor voor een aanwijzing in aanmerking. De tweede volzin van dit artikel is opgenomen, om te zorgen voor een zo groot mogelijke flexibiliteit. Dit behoeft enige uitleg.

 

Één van de redenen voor de raad om over te stappen naar het stelsel van de PM, was vanwege een onderkend gebrek aan betrokkenheid van veel raadsleden bij de onderwerpen die werden behandeld door commissies waarvan men geen lid was. Het zicht was men soms, ondermeer door de vele vergadermomenten, op onderwerpen kwijt. Daarnaast bestond een veel gehoorde klacht, dat in het stelsel van de commissies, er vaak geen gebruik werd gemaakt van de binnen de raad aanwezige competenties (zie het raadsvoorstel en het besluit van 20 december 2004). Het kon voorkomen dat een lid van een fractie – bij voorbeeld – hoogleraar bestuurskunde was, maar dat hij of zij door omstandigheden niet benoemd kon worden in de voor hem ideale commissie, Groen en Bestuur.

Een dergelijk rigide systeem staat deze regeling duidelijk niet voor. Daarom bepaalt de laatste volzin van dit eerste lid dat de aanwijzing van de deelnemers per vergadering kan geschieden. Het is hierdoor aan de fractie of zij personen voor één of meerdere carrousels aanwijst. Op die wijze kan een fractie optimaal gebruik maken van de bij haar aanwezige competenties.

 

Het tweede lid van dit artikel is een weerspiegeling van de huidige praktijk. Het artikellid geeft zelf aan waarom het aantal leden per fractie op twee wordt gesteld en behoeft daardoor verder geen bespreking.

Artikel 5 Secretariaat

Ook voor dit artikel geldt, dat de regeling beoogt zoveel als mogelijk flexibel te zijn. In het eerste lid wordt hier ook slechts bepaald dat een carrouselvergadering bij zijn werkzaamheden wordt bijgestaan door een secretaris en dat deze wordt aangewezen door het presidium. Er worden hier geen kwalitatieve eisen gesteld aan de aan te wijzen secretaris. Hoewel de carrouselvergadering gewoonlijk wordt bijgestaan door de griffier en of diens plaatsvervanger, kan het voorkomen dat de omstandigheden er toe dwingen een ander dan één van deze functionarissen aan te wijzen. Een kwalitatieve eis zou een dergelijke ‘nood’ aanwijzing te zeer bemoeilijken.

Het tweede lid van dit artikel stelt vast aan wie de secretaris verantwoording schuldig is. Hij of zij wordt aangewezen door de griffier. Met de vaststelling van de verantwoording wordt ook de hiërarchische positie van de secretaris bevestigd.

Hoofdstuk II Taken en bevoegdheden Carrouselvergadering

Artikel 6 Doelstelling carrouselvergadering

De hier opgesomde doelstelling is zeer algemeen. Hiermee wordt beoogd dit instrument zo flexibel mogelijk in te zetten. Hiermee wordt voorkomen dat op enig moment een discussie ontstaat over de bewegingsruimte van de carrouselvergadering binnen zijn taakveld terwijl dit tegelijk zo ruim mogelijk moet worden getrokken. Dit artikel dient hierom te worden gelezen in samenhang met de definitie, de omschrijving van de taken van de voorzitter en de overige bevoegdheden die aan de carrouselvergadering zijn toebedeeld.

Artikel 7 Bevoegdheden carrouselvergadering

In dit artikel wordt in de eerste twee leden nog eens ondubbelzinnig vastgesteld, dat de carrouselvergadering valt onder het regime van de gemeentewet, en dan met name ten aanzien van het onderwerp van beslotenheid en geheimhouding. In zekere zin kan van dit artikel gezegd worden dat het een ´overbodige luxe´ betreft. Immers, al in eerdere artikelen is vastgesteld dat de carrouselvergadering gelijk is aan de commissievergadering zoals bedoeld in de gemeentewet (art. 1, lid 5). Daarnaast geldt nog dat de regels van het Reglement van Orde van toepassing zijn verklaard op deze regeling (art. 2, lid 3). Desalniettemin kan het verhelderend werken om vast te leggen dat de wettelijke regeling van een precair onderwerp, de beslotenheid van de vergadering en de geheimhouding van stukken, van toepassing is op de betreffende vergadervorm.

 

In het derde lid van dit artikel wordt vastgesteld, dat de carrouselvergadering geen besluiten mag nemen namens de gemeenteraad. Met dit lid wordt de bevoegdheid van de carrouselvergadering beperkt. In het eerste artikel wordt gesteld dat de carrouselvergadering gelijk is aan een commissie in de zin van hoofdstuk V van de Gemeentewet. Een onverkorte toepassing van dit uitgangspunt zou beteken dat een carrouselvergadering ook besluiten zou kunnen nemen namens de raad, op grond van artikel 83 van de Gemeentewet (als zgn. bestuurscommissie). Bij de instelling van de politieke markt is een dergelijke vergaande bevoegdheid voor de carrouselvergadering niet beoogd. Dit uitgangspunt wordt dan ook met dit artikel nog eens duidelijk gemaakt.

 

Hoofdstuk IV Werkwijze van de carrouselvergadering

Artikel 8 Vergaderingen

Het eerste lid van dit artikel sluit aan bij de systematiek van het RvO. Hierin is voor vele zaken een sleutelrol weggelegd voor het presidium van de raad. Ook in dit geval vervult dit gremium een belangrijke rol voor de planning van de vergaderdagen van de carrouselvergadering.

Het tweede lid regelt de noodzakelijke uitzondering op het in het eerste lid geformuleerde uitgangspunt. Het kan niet uitgesloten worden dat de raad ten aanzien van een aan hem voorliggend onderwerp van oordeel is dat het nog niet rijp is voor een besluit. In dat geval zal het nogmaals behandeld moeten worden in de carrousel. Het is dan niet ondenkbaar dat het een onderwerp betreft waarbij spoed is geboden, terwijl de al geplande carrouselvergaderingen reeds vol zitten met te behandelen onderwerpen. De raad kan in dat geval een vergaderdatum bepalen, op de wijze zoals in dit artikel omschreven.

 

Het laatste lid regelt de oproeping voor de vergadering. Deze wordt aan de leden toegezonden door de betreffende voorzitter. In dit geval is nu geen sprake van een weergave van de huidige gang van zaken. Op het moment van schrijven is het de griffier die de oproeping voor de vergadering verzorgt.

 

De griffier heeft echter formeel geen rol in de carrouselvergadering. Dit maakt dat hier is gekozen voor de constructie de uitnodiging te laten verzorgen door de voorzitter en vervolgens de griffier te machtigen dit voor zijn rekening te nemen. Misverstanden worden op deze wijze voorkomen.

Artikel 9 Agenda

Het eerste lid van dit artikel sluit aan op hetgeen over de agendavorming in het Reglement van Orde is opgenomen (artikel 6 RvO). Het tweede lid geeft een kleine afwijking op het bepaalde in het RvO. In artikel 11, lid 1 RvO, bepaalt dat de voorzitter tot 48 uur voor aanvang van de vergadering een aanvullende agenda mag opstellen. In het tweede lid van dít artikel 10, is gekozen voor een kortere termijn. De carrouselvergadering is, gezien zijn vorm en bedoeling, bij uitstek geschikt om meer actuele zaken te kunnen bespreken. De leden van de raad hebben hier uiteraard meer middelen voor tot hun beschikking (zoals de schriftelijke vragen en het vragen half uur voor aanvang van de raadsvergadering), maar de gekozen vorm van de voorbereidende vergadering dient hiervoor ook als platvorm te fungeren.

Artikel 10 Advisering

Dit artikel legt vast, dat een carrouselvergadering kan worden gesloten met een besluit over de verdere behandeling van het onderwerp. De carrousel kan hier de gebruikelijk procedurele adviezen geven, zoals agenderen voor de raadsvergadering als debatstuk of als hamerstuk. Zij kan natuurlijk ook besluiten het onderwerp nog eens terug te laten komen in zijn vergadering en hiervoor een datum vaststellen. Het artikellid bepaalt overigens wie aangewezen is de beslissing voor te stellen (de voorzitter: “ik stel voor …. Als hamerstuk te agenderen voor de vergadering van de raad van …..”).

In het artikel is niet geregeld wat te doen in het geval het advies niet eenduidig tot stand komt. De huidige praktijk laat zien dat de carrousel unaniem opereert. In het geval één deelnemer afwijkt in zijn oordeel van de overigen, wordt het oordeel van die ene deelnemer tot het advies van de carrousel verheven. In een dergelijke praktijk past het niet om een regel op te nemen, wat te doen bij het staken van de stemming.

Artikel 11 Verslag

Twee onderdelen van dit artikel behoeven een nadere toelichting. Het artikel geeft geen aanwijzing over de vorm van het op te maken verslag. Hiermee wordt beoogd de vorm van de verslaglegging technisch onafhankelijk te maken. Door geen wijze van vastlegging te noemen, kan op een betrekkelijk eenvoudige wijze worden aangehaakt bij de op dat moment beste wijze. Gebruikelijk is nu dat de vergadering auditief wordt vastgelegd, maar het is geenszins ondenkbaar dat dit over een betrekkelijk korte tijd weer achterhaald is. Door het openlaten van de vorm ontstaat geen achterstand bij technische ontwikkelingen.

 

Ten tweede laat het artikel ruimte om van een vergadering geen verslag op te maken. Dit houdt verband met de brede omschrijving van het verschijnsel carrouselvergadering. Het is door de ruime definitie mogelijk dat een bijeenkomst wordt belegd waar het opmaken van een verslag niet op zijn plaats is, omdat de bijeenkomst bijvoorbeeld een zeer informele aard heeft.

Artikel 12 Portefeuillehouders

Dit artikel verleent aan de voorzitter en aan de leden van de carrouselvergadering, de bevoegdheid een of meer portefeuillehouders uit te nodigen. Het kan hier dan gaan om de aanwezigheid tijdens de vergadering, maar ook tijdens de beraadslaging. Het tweede lid geeft de bevoegdheid aan de leden van het college om zich met een dergelijk verzoek, tot de voorzitter van de betreffende carrouselvergadering te wenden.

Artikel 13 Ambtenaren en deskundigen

Dit artikel regelt de aanwezigheid van anderen bij de carrouselvergadering en behoeft op dit gebied verder geen nadere uitleg. Het artikel stelt overigens vast, dat de voorzitter de plaats aanwijst van deze genodigden en zij die advies verlenen.

In het geval een ambtenaar ter ondersteuning van de portefeuillehouder verschijnt, is het natuurlijk logisch dat deze naast hem plaats neemt. De voorzitter wordt met het derde artikellid bevoegd om deze een plaats te wijzen, in het kader van de door de hem te handhaven orde der vergadering.

Voorkomen moet worden dat er omstandigheden ontstaan, waarin de ambtenaar op een te grote afstand van zijn portefeuillehouder moet plaatsnemen. De orde der vergadering is hier duidelijk niet bij gebaat.

Hoofdstuk V Publiek

Artikel 14 Publiek

Dat de openbare carrouselvergadering toegankelijk is voor het publiek, blijkt al uit haar titel. Toch is het, ter voorkoming van nodeloze discussie, in dit artikel nog maar eens bevestigd.

De carrouselvergadering is net als de openbare vergadering van de raad, toegankelijk voor het publiek. Toch vervult deze bepaling nog een nevenfunctie: Hiermee wordt het onderscheid tussen de openbare en besloten vergadering nog eens benadrukt.

Artikel 15 De orde der vergadering

Het openbare karakter van de carrouselvergadering maakt, dat de voorzitter bevoegdheden moet bezitten om de orde van de vergadering – hoe weinig formeel deze ook bedoeld is – effectief te handhaven. Het eerste lid stelt vast dat de voorzitter dit soort bevoegdheden bezit. Het publiek is verplicht zijn aanwijzingen op te volgen, wanneer deze zijn gegeven in het kader van de handhaving van de orde van de vergadering. De leden twee en drie geven de voorzitter de bevoegdheid om, wanneer die aanwijzingen niet worden opgevolgd of zelfs bij herhaling niet worden opgevolgd, een verstoorder voor één of meer vergaderingen te verwijderen.

Op de voorzitter rust de taak om met deze twee laatste bevoegdheden, niet al te lichtvaardig om te gaan.

Artikel 16 Inspraak

Zoals eerder opgemerkt heeft de raad voor en na het invoeren van het model van de politieke markt, aanpassingen aangebracht in het model Almere. Één van die aanpassingen was, dat de carrousel in Albrandswaard niet primair bedoeld zou zijn het publiek een podium voor inspraak te geven. In de loop der tijd is het idee gegroeid, dat in beginsel het Debat en Besluit hiervoor het aangewezen podium is. De regeling legt dit idee dan ook vast.

Dit neemt echter niet weg dat, eveneens in de loop der tijd, onder de voorzitters de gewoonte gegroeid is om aanwezigen op de publieke tribune de gelegenheid te geven nog opmerkingen mee te geven. De regeling legt nu vast dat de voorzitter hiertoe bevoegd is en legt ook vast op welk moment hij hiertoe bevoegd is.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 17 Onvoorziene gevallen

Het doel van de invoering van de Politieke markt in 2005, was ondermeer het flexibiliseren van de (voorbereidende) besluitvorming. Deze regeling beoogt natuurlijk hetzelfde. Deze regeling is echter een weerspiegeling van de werkelijkheid ten tijde van het opstellen. De werkelijkheid is echter – als altijd - aan verandering onderhevig.

 

Om nu te voorkomen dat de raadspraktijk wordt gevangen in een statisch –archaïsche- regeling, terwijl flexibiliteit wordt beoogd, is deze bepaling opgenomen. Dit zorgt dat het formeel mogelijk blijft af te wijken van de regeling, zonder daarmee in strijd te handelen omdat de regeling zelf een grondslag geeft voor die afwijking.

 

Het artikel maakt een onderscheid tussen de onvoorziene gevallen tijdens een afzonderlijke vergadering en de overige onvoorziene gevallen. In het eerste geval beslist de voorzitter en in het tweede geval de agendacommissie. Dit is geregeld, omdat het niet waarschijnlijk is dat een gremium met een bredere vertegenwoordiging te allen tijde bij de afzonderlijke vergaderingen aanwezig zal zijn, terwijl het ook niet wenselijk is de voorzitters over alle, en dus ook de afzonderlijke vergadering overstijgende, gevallen beslissen. De in dit artikel geformuleerde constructie zorgt voor een duidelijke verdeling van dit soort bevoegdheden.

Het spreekt overigens voor zich dat een te veelvuldig gebruik van de mogelijkheden van dit artikel, moet nopen tot een aanpassing van de regeling.

Artikel 18 Naam en inwerkingtreding

De citeertitel spreekt voor zich. Omdat deze regeling een algemeen verbindende strekking heeft, moet deze bekend gemaakt worden volgens het regime van de gemeentewet. Het tweede lid van dit artikel voorziet hierin.