Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting |
Citeertitel | Verordening watertoeristenbelasting 2010’ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | Onbekend | 11-11-2009 Onbekend | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
pleziervaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor vakantie- of andere recreatieve
zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met
behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig
vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van
burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een
etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;
maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;
seizoen: het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober;
kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.
Terzake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de
aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt
betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam “watertoeristenbelasting”
Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel
2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van
wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is
belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld
dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.
De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf:
door degenen die verblijf houden aan boord van:
een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van
gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;
een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied
waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van
van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de
Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke
beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist
en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een
verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als
bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing
van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in
artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, bepaald op:
2,2 personen bij een pleziervaartuig met een lengte van ten hoogste 10 meter;
2,0 personen bij een pleziervaartuig met een lengte van meer dan 10 meter;
tweederde van het aantal slaapplaatsen bij zeilende bedrijfsvaartuigen.
het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden bepaald op:
14 voor pleziervaartuigen met een lengte van ten hoogste 10 meter;
16 voor pleziervaartuigen met een lengte van meer dan 10 meter
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte
gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf
is gehouden indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 6 berekende aantal.
Het in het eerste lid bedoelde verzoek kan desgewenst per ligplaats worden gedaan.
Artikel 12 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de
laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is
Artikel 13 Kwijtschelding van belastingen
Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de
Ieder die gelegenheid tot verblijf biedt in de zin van deze verordening is verplicht aan
verblijfhoudenden op vaartuigen, ten aanzien waarvan de belasting verschuldigd is, een
doorlopend genummerd bewijs uit te reiken dat terzake belasting is verschuldigd.
Daartoe kan de gemeente deze bewijzen beschikbaar stellen. Burgemeester en wethouders geven
nadere voorschriften omtrent de inrichting en het gebruik van de bewijzen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal
na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk
te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen
gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
Onverminderd het bepaalde in artikel 247, eerste lid, van de Gemeentewet wordt op overtreding
van deze belastingverordening een geldboete gesteld van de eerste categorie.
Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening watertoeristenbelasting 2004’ van 18 augustus 2004, laatstelijk gewijzigd
bij raadsbesluit van 21 september 2005 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.