Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opsterland

Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpsterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006
CiteertitelVerordening op de heffing en invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147, art. 222, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-06-200614-11-2011Nieuwe regeling

06-02-2006

Woudklank, 08-06-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006

Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006

 

De raad van de gemeente Opsterland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 januari 2006;

gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het ‘Bekostigingsbesluit Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006’, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 februari 2006;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    een onroerende zaak:

    • 1.

      een gebouwd eigendom;

    • 2.

      een ongebouwd eigendom;

    • 3.

      een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • 4.

      een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen, of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan, die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen.

       

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘verordening op de heffing en invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006 wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente Opsterland binnen het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart “Aanleg drukriolering Tolheksleane, Boerestreek, ’t Tolhek, Selmien East, overzicht gebaat gebied, projectnummer 93710.A0, tekeningnummer 2323-203” (bijlage 1), die op 01-01-2006 gebaat zijn door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten:

    • de aanleg van gemeentelijke (druk-)riolering met inbegrip van de bijbehorende werken.

       

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3.

    Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven.

     

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak.

 

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per onroerende zaak € 1.500,--.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in zes gelijke termijnen van elk € 250,--, waarbij de eerste termijn vervalt zes maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en de resterende termijnen telkens zes maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

     

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2006.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting Niet op de Riolering Aangesloten Percelen (NRAP) 2006’.

     

     

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 februari 2006.

     

     

    De voorzitter, De griffier,