Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Onbekend | 10-11-2010 Onbekend | Onbekend |
Deze verordening verstaat onder:
a. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;
d. kwartaal: een kalenderkwartaal;
f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke
registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het
hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen
onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van
degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
a. voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich
bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de
Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
b. voorwerpen welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;
c. houtvlotten, losse bomen, balken, masten of palen afkomstig van en gelost uit een
zee- of binnenvaartuig waarvoor havengeld is betaald, zolang deze objecten in
afwachting van verdere vervoer gedurende ten hoogste tweemaal 24 uren in de
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de
bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in
Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de
tarieventabel genoemde tijds- of andere eenheden een gedeelte daarvan als een
volle eenheid aangemerkt, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk
is een het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het
tijdvak, de belasting zoveel twaalfde van het over een jaar te betalen bedrag
beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het
kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het
belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen
aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde
precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel
gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking
van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar
jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde
gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na
de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en het
belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar, wordt op aanvraag van de
belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend voor zoveel twaalfde
gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat
tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
Indien de belasting bij wijze van abonnement is geheven en van het abonnement
voor de helft of meer van de betreffende periode geen gebruik wordt gemaakt zal,
indien dit vòòr het verstrijken van de helft van de betreffende periode schriftelijk
aan burgemeester en wethouders wordt meegedeeld, onder intrekking van het
abonnement, ontheffing worden verleend tot de helft van het geheven
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de
precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8,
a. wordt uitgereikt: op het moment van het doen van de uitreiking;
I. algemeen: binnen één maand na de dagtekening;
II. bij toepassing van onderdelen 1 en 2 van de tarieventabel: in twee
termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op 1 maart en de
In afwijking van het tweede lid geldt dat ingeval de gemeente is gemachtigd tot
automatische incasso de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke
termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand
volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk
In afwijking van het tweede en derde lid geldt dat ingeval het totaalbedrag van de
op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting en andere heffingen en
belastingen gelijk of minder is dan € 80,-- of gelijk of meer is dan € 4.540,-- de
aanslagen moeten worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na
De “Verordening precariobelasting 2010” van 11 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2011”