Organisatie | Vlieland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening gemeente Vlieland 2010 |
Citeertitel | Wegsleepregeling gemeente Vlieland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-10-2010 | 01-01-2011 | Onbekend | 18-10-2010 | pjt-2010/01 |
Artikel 1 begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. RVV 1990 : het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990
b. wet : de Wegenverkeerswet 1994
c. besluit : het besluit wegslepen van voertuigen
d. voertuig : wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 onder al, RVV 1990
e. motorrijtuig : wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;
f. het college : het college van Burgemeester en wethouders van Vlieland
Artikel 3 plaats bewaring voertuigen en openingstijden
Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:
De gemeentewerf gevestigd aan de Fortweg 1A, 8899 CC te Vlieland.Voor het afhalen van motorvoertuigen zijn de reguliere openingstijden van toepassing.
Artikel 5 overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijke zichtbare kentekenplaat
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
Aldus vastgesteld door de raad
der gemeente Vlieland in zijn openbare
vergadering van 18 oktober 2010.
, voorzitter
, griffier
Nota-toelichting toelichting wegsleepverordening gemeente Vlieland 2010
Met ingang van 1 januari 2002 is de Wet van 21 februari 1997, houdende de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), ook wel de wijziging van de wegsleepregeling genoemd, en het bijbehorende Besluit wegslepen van voertuigen in werking getreden. Artikel 170 tot en met 173 WVW 1994 zijn geheel vervangen door nieuwe bepalingen. De wijzigingswet is bij de Invoeringswet van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), deel II, nog aangepast in verband met de overgang van de bepalingen over de uitvoering van bestuursdwang uit de Gemeentewet naar de Awb.
Kort samengevat houden de wijzigingen in de wegsleepregeling voor gemeenten het volgende in.
Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen
Een belangrijk element in de landelijke wegsleepregeling is dat het wegslepen als bestuursdwang kan worden toegepast en tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders gaat behoren, conform artikel 125 van de Gemeentewet. Voorheen was het wegslepen uitsluitend een bevoegdheid van de burgemeester. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open. Dit is een zeer belangrijke wijziging. Voorheen was er geen bezwaar en beroep mogelijk, alleen een klachtrecht.
Op grond van de oude WVW 1994 mochten op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van invalidenparkeerplaatsen. Met de herziene regeling in de WVW 1994 en het daarop gebaseerde Besluit wegslepen van voertuigen is het laatstgenoemde criterium uitgebreid.
Er zijn immers meer locaties denkbaar waar fout parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer direct in het geding is. Direct optreden tegen fout geparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen zeer wenselijk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan het onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, marktterreinen, voetgangersgebieden en dergelijke. Deze wegen en weggedeelten moeten eerst nader worden aangewezen in een gemeentelijk verordening voordat gemeenten gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid.
Binnen de gemeente Vlieland gaat het om de veiligheid op de weg en het voorkomen van onnodige schade aan motorvoertuigen veroorzaakt door extreem hoog water alsmede daardoor mogelijke milieuschade. Door het getij waar we als waddeneiland mee te maken hebben komt het voor dat de veerdam onder water komt te staan. Bij storm / harde wind in combinatie met een hoge waterstand kan het voorkomen dat geparkeerde auto’s in het water komen te staan om in het ergste geval zelfs wegdrijven en ergens anders op de weg tot stilstand komen. Bij eventuele calamiteiten is het noodzaak dat er geen blokkades op de weg staan. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weghoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Toch zal in beginsel de wegsleepregeling alleen voor de parkeerplaatsen nabij de aanlegsteiger sneldienst worden toegepast.
In artikel 170 e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:
1 de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;
2 de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en
3 de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.
Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van burgemeester en wethouders geschieden (bijvoorbeeld door middel van beleidsregels).
In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.
Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens.
Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.
Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen
betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting is gememoreerd, is de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.
Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. Middels deze bepaling worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen.
De inhoud van de bepaling spreekt voor zich.
In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.
De kosten die namens de gemeente Vlieland in rekening worden gebracht mogen gemiddeld
genomen niet hoger zijn dan de directe en indirecte kosten die de gemeente moet maken ter
uitvoering van deze taak. In de artikelen 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten verbonden aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen in rekening kunnen worden gebracht.
Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaren te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:
- het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn
motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of
alcohol en dergelijke (artikel 130 en 164 WVW 1994);
- de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het “knoeien” met kentekens in geval van autodiefstal.
Deze bepaling spreekt voor zich.
Er is om praktische redenen voor gekozen als citeertitel “wegsleepregeling gemeente Vlieland”te gebruiken.