Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Utrecht

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Utrecht
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingVerordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht
CiteertitelControleverordening VRU
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De bekendmaking van de regeling is niet meer te achterhalen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 213 Gemeentewet
  2. Wet gemeenschappelijke regelingen
  3. Besluit accountantscontrole decentrale overheden
  4. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht
  5. Organisatieregeling Veiligheidsregio Utrecht
  6. Financiële verordening Veiligheidsregio Utrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2014nieuwe regeling

13-12-2013

Onbekend

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht

Controleverordening VRU

 

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht,

 

gelet op:

 

artikel 213 Gemeentewet, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht, de Organisatieregeling Veiligheidsregio Utrecht en de Financiële verordening VRU;

 

overwegende:

 

dat in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden zijn opgenomen nadere regels, op grond van waarvan het algemeen bestuur aantal mogelijkheden wordt gegeven om op maat toegesneden regels voor het openbaar lichaam, zoals bedoeld in artikel 2.1 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht te formuleren;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende:

 

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de uitvoering van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht.

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

openbaar lichaam

het openbaar lichaam zoals bedoeld in artikel 2.1 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht;

b.

accountant:

een door het algemeen bestuur benoemde:

 

 

registeraccountant of;

 

 

accountants-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-administratieconsulenten of;

 

 

organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in art 197 gemeentewet bedoelde jaarrekening;

c.

deelverantwoording:

een in opdracht van het algemeen bestuur opgestelde verantwoording van een onderdeel van de het openbaar lichaam.

Artikel 2 Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1.

    De accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) als bedoeld in artikel 213, tweede lid, Gemeentewet, wordt opgedragen aan een door het algemeen bestuur benoemde accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 4 jaar of zoveel langer als door het algemeen bestuur wordt aangegeven. Bij de benoeming wordt de verantwoording van de Veiligheidsregio Utrecht gecontroleerd.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur bereidt indien van toepassing, in overleg met het algemeen bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole tenminste opgenomen:

    • a.

      omschrijving van het takenpakket;

    • b.

      specificatie van de werkzaamheden;

    • c.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties en eventueel afwijkende rapporteringtoleranties bij de controle van de jaarrekening;

    • d.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • e.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • f.

      de frequentie en inrichtingseisen van eventueel aanvullende tussentijdse rapportering.

Artikel 3 Informatieverstrekking door dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, besluiten van het bestuur, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen en dergelijke voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt het dagelijks bestuur schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4.

    Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het algemeen bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur en de accountant gemeld.

Artikel 4 Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze, waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole zoekt de accountant aansluiting bij het systeem van interne controle van het openbaar lichaam. Ook vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) het algemeen bestuur, de algemeen directeur of diens plaatsvervanger en de concerncontroller, een en ander met inachtneming van het bepaalde in de door het dagelijks bestuur vastgestelde mandaatbesluiten.

  • 4.

    De accountant is bij de uitvoering van zijn opdrachten gehouden aan de voorschriften inzake geheimhouding conform de vigerende verordening gedragscode vastgesteld door de Nederlands Beroepsorganisatie van Accountants.

Artikel 5 Toegang tot informatie

  • 1.

    De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van het openbaar lichaam.

  • 2.

    De accountant is bevoegd om van alle medewerkers mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende medewerkers hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de medewerkers van het openbaar lichaam zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6 Overige controles en opdrachten

Het dagelijks bestuur kan de door het algemeen bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid, voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt.

Artikel 7 Rapportering

  • 1.

    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, dringt hij bij het dagelijks bestuur aan op correctie van de geconstateerde afwijkingen. Het dagelijks bestuur kan alsdan de afwijkingen corrigeren. Indien het dagelijks bestuur de geconstateerde afwijkingen niet wenst dan wel niet meer kan herstellen, meldt de accountant dit terstond schriftelijk aan het algemeen bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.

  • 2.

    In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel-)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de controller en de algemeen directeur dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren van het openbaar lichaam. Hierbij past de accountant zo nodig het beginsel van hoor en wederhoor toe.

  • 3.

    De accountant legt de controleverklaring en het verslag van bevindingen voor aan het dagelijks bestuur om op deze stukken te reageren voordat verzending aan het algemeen bestuur plaatsvindt.

Artikel 8 Mandatering

Het dagelijks bestuur kan de bevoegdheden zoals bedoeld in artikel 6 alsmede de tweede volzin in artikel 7 eerste lid uitsluitend mandateren aan de algemeen directeur.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2.

    Deze verordening is tevens van toepassing op de accountantscontrole van de jaarrekening en de deelverantwoordingen van het verslagjaar 2013.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam ‘Controleverordening VRU’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur, gehouden op 13 december 2013.

voorzitter secretaris