Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Afwegingskader Bouwlawaai bij bouw- en sloopwerkzaamheden van langdurige projecten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfwegingskader Bouwlawaai bij bouw- en sloopwerkzaamheden van langdurige projecten
CiteertitelAfwegingskader Bouwlawaai bij bouw- en sloopwerkzaamheden van langdurige projecten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Bouwbesluit 2012, artikel 8.4 lid 2
  2. Bouwbesluit 2012, artikel 8.3 lid 3
  3. Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-11-2018Nieuwe regeling

16-10-2018

gmb-2018-249815

2018-018497

Tekst van de regeling

Intitulé

Afwegingskader Bouwlawaai bij bouw- en sloopwerkzaamheden van langdurige projecten

Het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel;

 

gelet op artikel 8.3 lid 3 en artikel 8.4 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 en artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017;

 

besluit:

vast te stellen het Afwegingskader Bouwlawaai bij bouw- en sloopwerkzaamheden van langdurige projecten.

 

Als gevolg van bouwactiviteiten treedt regelmatig geluidhinder op. Met name voor langdurige activiteiten ontbreekt een richtlijn voor de relatie tussen de duur en de mate van de hinder. Ook ontbreekt bij het verlenen van een ontheffing voor het werken buiten de reguliere werktijden is er behoefte aan een toetsingskader.

 

Hiervoor is het ‘Afwegingskader Bouwlawaai bij bouw- en sloopwerkzaamheden tijdens langdurige projecten’ opgesteld.

 

Opgesteld door:

 

Jacqueline Witteman - gemeente Aalsmeer en gemeente Amstelveen

 

Judy Kars - gemeente Ouder-Amstel en gemeente Uithoorn

 

Gemeente Aalsmeer, gemeente Amstelveen, gemeente Ouder-Amstel en gemeente Uithoorn

1. Inleiding

In de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn vinden op grote schaal bouwactiviteiten plaats. Als gevolg daarvan treedt dan ook regelmatig geluidhinder op. Met name voor ‘langdurige’ activiteiten ontbreekt een richtlijn voor de relatie tussen de duur van de hinder en de mate van de hinder. Ook bij het verlenen van een ontheffing voor het werken buiten de reguliere werktijden is er behoefte aan een toetsingskader.

 

In hoofdstuk 8 van het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften opgenomen om geluid en trillinghinder veroorzaakt door bouwlawaai te beperken. Deze voorschriften hebben echter alleen betrekking op bouw-, sloop- en renovatiewerkzaamheden die worden uitgevoerd op werkdagen en zaterdagen tussen 07.00 en 19.00 uur (dagperiode).

 

Er worden echter steeds vaker bouw- en sloopwerkzaamheden en overige tijdelijke werkzaamheden, zoals renovatiewerkzaamheden, in de avond- en nachtperiode verricht. Deze werkzaamheden kunnen lawaai (in deze notitie verder aangeduid als bouwlawaai) en/of trillingshinder veroorzaken.

 

Bouwlawaai en trillingshinder kunnen in sommige gevallen veel hinder en slaapverstoring veroorzaken bij omwonenden, ook al is de hinder van tijdelijke aard. Om deze specifieke vorm van hinder zoveel mogelijk te beperken zijn afwegingsregels opgesteld. Het betreft hier een nadere uitwerking van artikel 8.3 lid 3 en artikel 8.4 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 en van artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017.

 

Deze afwegingsregels bevorderen een eenduidige afweging bij de beoordeling van ontheffingsverzoeken waardoor er meer helderheid en rechtszekerheid ontstaat voor bewoners en bedrijven.

1.1 Definities

Dagwaarde: de waarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau voor geluid tussen 07.00 en 19.00 uur op de gevel van een geluidgevoelig object als bedoeld in artikel 11.1 van de Wet milieubeheer, vermeerderd met een eventuele toeslag voor geluid met een impulskarakter, bepaald volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, internetuitgave 2004.

 

Geluidgevoelig object als bedoeld in artikel 11.1 van de Wet milieubeheer: bij algemene maatregel van bestuur als zodanig aangewezen gebouw of terrein dat vanwege de bestemming daarvan bijzondere bescherming tegen geluid behoeft, waarbij wat betreft de bestemming wordt uitgegaan van het gebruik dat is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, een inpassingsplan bedoeld in artikel 3.26 of artikel 3.28 van die wet waaronder mede begrepen de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening, of, indien met toepassing van artikel 2.12, 1e lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, 1e lid van de laatst genoemde wet.

 

Geluidgevoelige ruimte als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder: ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m2.

 

Verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1 onderdeel d, van het Besluit geluidhinder:

  • 1.

    Leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;

  • 2.

    Onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;

  • 3.

    Onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;

  • 4.

    Theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;

  • 5.

    Ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen.

dB(A): eenheid van geluid (decibel) gecorrigeerd naar de gevoeligheid van het menselijk oor (A-correctie).

 

LAr,LT : langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in dB(A): het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatste optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (internetversie 2004)

 

LA,max : maximaal A-gewogen geluidniveau.

 

Impulsgeluid: een geluid dat bestaat uit geluidstoten, die minder dan 1 seconde duren, bijvoorbeeld herhaald hameren in een constructiewerkplaats; heien.

 

Trilling: een variatie van een grootheid (verplaatsing, snelheid, versnelling) als functie van de tijd, die de beweging of de positie van een systeem beschrijft waarbij de grootheid afwisselend groter en kleiner is dan een gemiddelde waarde.

 

Trillingsterkte: in het algemeen de aanduiding van de sterkte of grootte van de trilling in relatie tot het van belang zijnde trillingseffect. In geval van hinder wordt onder de trillingsterkte verstaan de effectieve waarde van de gewogen trillingsgrootheid.

 

A1: streefwaarde voor de trillingsterkte Vmax, (nadere uitleg in de trillingsrichtlijn deel B ‘hinder voor personen in gebouwen’ SBR 2006)

A2: maximale waarde voor de trillingsterkte Vmax, (dimensieloos)

A3: streefwaarde voor de trillingsterkte Vper, (dimensieloos)

Omwonenden: bewoners van woningen die zijn gelegen op een afstand van 250 m of minder van de locatie waar de bouw- of sloopwerkzaamheden zullen plaatsvinden.

 

Langdurig project: project dat langer dan 3 maanden zal duren en waarbij geluid- en/of trillinghinder veroorzakende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd.

 

Projectlocatie: onder projectlocatie wordt verstaan: daar waar sprake is van bouwhekken om de locatie van de werkzaamheden: alles binnen de bouwhekken. Indien er geen sprake is van volledige omsluiting met bouwhekken zal de aanvrager duidelijk op de aanvraag moeten aangeven tot waar de werkzaamheden plaatsvinden, dit zal als de projectlocatie worden aangemerkt.

1.2 Toepassingsgebied

Het toepassingsgebied heeft betrekking op werkzaamheden met een uitvoeringsduur van ten minste 3 maanden.

 

De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn passen deze afwegingsregels ook toe bij:

  • -

    geluidhinder veroorzaakt door niet-bouwwerkzaamheden, zoals weg- en spoorwegwerkzaamheden.

  • -

    geluidhinder veroorzaakt door bouwwerkzaamheden waarvoor geen omgevingsvergunning vereist is.

Buiten het toepassingsgebied van deze afwegingsregels vallen:

 

  • -

    werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd voor het oplossen van een calamiteit. Gezien het spoedeisende karakter kan het aanvragen van een ontheffing in dat geval niet worden verlangd. De situatie waarbij een aannemer door onvoorziene omstandigheden ‘s avonds en/of ‘s nachts wil doorwerken wordt niet gezien als calamiteit.

  • -

    geluidhinder veroorzaakt door bouwwerkzaamheden door particulieren (‘doe-het-zelf-bouwwerkzaamheden’).

1.3 Beoogde effecten

De beoogde effecten van de afwegingsregels zijn:

  • Bouw-, sloop- en overige tijdelijke bedrijfsmatige werkzaamheden die bouwlawaai veroorzaken zoveel mogelijk overdag laten plaatsvinden.

  • Bouwlawaai in de avond- en nachtperiode beter beheersbaar maken en zoveel mogelijk voorkomen dan wel verminderen en daarmee de leefbaarheid verbeteren.

  • Een eenduidiger en meer samenhangende aanpak voor bouwlawaai realiseren.

  • Duidelijkheid creëren voor alle betrokkenen.

2. Juridisch kader

In artikel 8.3 lid 1 en 2 van het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften opgenomen om geluid veroorzaakt door bouwlawaai te beperken. Op grond van artikel 8.3 lid 3 van het Bouwbesluit 2012 kan het bevoegd gezag ontheffing verlenen voor bouw-, sloop- en renovatiewerkzaamheden in de avond- en nachtperiode en werkzaamheden op zondag en/of op feestdagen.

 

In artikel 8.4 lid 1 is aangegeven dat in geluidgevoelige ruimten en verblijfsruimten door het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden de veroorzaakte trillingen niet meer mogen bedragen dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B “Hinder voor personen in gebouwen” 2006.

 

Op grond van artikel 8.4 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 kan het bevoegd gezag ontheffing verlenen van de toegestane trillingsterkte veroorzaakt door het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden.

 

Op grond van artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017 is het verboden om buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Activiteitenbesluit milieubeheer toestellen of geluidapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten die voor omwonenden of voor de omgeving geluidhinder veroorzaken. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod (artikel 4:6 lid 2). Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale Milieuverordening. Het Bouwbesluit en de Woningwet worden hier niet genoemd.

 

Het betreft hier een nadere uitwerking van artikel 8.3 lid 3 en artikel 8.4 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 en van artikel 4:6 lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017.

 

Dit afwegingskader is geen beleidsregel conform artikel 8.3, lid 4, van het Bouwbesluit 2012. Dit betekent dat als niet kan worden voldaan aan artikel 8.3, lid 1 en 2, of artikel 8.4 lid 1 van het Bouwbesluit 2012 altijd ontheffing dient te worden aangevraagd.

2.1 Beoordeling geluidniveau

In het Bouwbesluit 2012 wordt in artikel 8.3 aangegeven welke geluidniveaus op werkdagen en op zaterdag in de dagperiode acceptabel worden geacht gedurende een bepaald aantal dagen:

 

Artikel 8.3 lid 1: Bedrijfsmatige bouw- of sloopwerkzaamheden worden op werkdagen en op zaterdag tussen 7.00 en 19.00 uur uitgevoerd.

 

Lid 2: Bij het uitvoeren van de werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid worden de in tabel 8.3 aangegeven dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur niet overschreden.

 

Tabel 8.3:

Tabel 8.3

Dagwaarde

≤60 dB(A)

>60 dB(A)

>65 dB(A)

>70 dB(A)

>75 dB(A)

>80 dB(A)

maximale blootstellingsduur

onbeperkt

50 dagen

30 dagen

15 dagen

5 dagen

0 dagen

Het kan voorkomen dat er bouw- en sloopwerkzaamheden op werkdagen moeten worden verricht die langer duren dan de in tabel 8.3 aangegeven maximale blootstellingsduur. Ook kan het voorkomen dat er bouw- en sloopwerkzaamheden buiten de dagperiode uitgevoerd moeten worden of bouw- en sloopwerkzaamheden in de dagperiode op zon- en/of feestdagen moeten worden uitgevoerd. In dergelijke gevallen kan door het bevoegd gezag ontheffing op grond van artikel 8.3 lid 3 van het Bouwbesluit 2012 worden verleend:

 

Lid 3: Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het eerste en tweede lid. Onverkort het gestelde in de ontheffing, wordt bij het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden gebruik gemaakt van de best beschikbare stille technieken.

 

In artikel 8.4 van het Bouwbesluit 2012 is opgenomen:

 

Lid 1: Trillingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden bedragen in geluidgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en in verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van het Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B “Hinder voor personen in gebouwen” 2006.

 

Lid 2: Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van de trillingsterkte, bedoeld in het eerste lid.

 

In de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017 is in artikel 4:6 Overige geluidhinder is opgenomen:

 

Lid 1: Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Activiteitenbesluit milieubeheer op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

 

Lid 2: Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

Bij de bepaling van de geluidbelasting op de gevels van geluidgevoelige objecten ten gevolge van bouw- en sloopwerkzaamheden worden de volgende aspecten in acht genomen:

 

  • -

    Bij de bepaling van het LAr,Lt wordt, indien er sprake is van impulsgeluid (zoals heiwerkzaamheden), een toeslag van 5 dB toegepast.

  • -

    De grenswaarden gelden op gevels van geluidgevoelige objecten. De geluidniveaus gelden alleen voor geluidgevoelige objecten die ook daadwerkelijk als zodanig in gebruik zijn.

  • -

    De bepaling van de geluidniveaus dient plaats te vinden conform de Handleiding Meten en rekenen industrielawaai (HRMI internetuitgave 2004).

3. Algemene Voorwaarden ontheffing

3.1 Uitgangspunten

  • -

    Er wordt uitsluitend ontheffing verleend in geval van technische noodzaak (werkzaamheden die niet onderbroken kunnen worden, bijvoorbeeld het vlinderen van een betonvloer) en/of maatschappelijk zwaarwegend belang (bouwwerkzaamheden aan de infrastructuur die niet overdag kunnen plaatsvinden). Alleen de noodzaak van de bouwer om zijn planning te halen is geen reden om ontheffing te verlenen.

  • -

    Het college handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

  • -

    Bij de werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van de meest geluidarme machines en best beschikbare technieken en werkwijze.

  • -

    Geluidreducerende maatregelen dienen onderzocht te worden, daarbij dient ook gekeken te worden naar de terreinindeling om dit zo gunstig mogelijk in te delen zodat de minste hinder wordt veroorzaakt. Geluidreducerende maatregelen dienen in principe te worden toegepast tenzij dit onevenredig hoge financiële kosten met zich mee brengt of indien deze praktisch niet in redelijkheid uitvoerbaar zijn.

3.2 Verzoek tot ontheffing

Een verzoek tot ontheffing op grond van artikel 8.3, lid 3, of artikel 8.4 , lid 2 van het Bouwbesluit 2012 of op grond van artikel 4:6, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017 dient minimaal 6 weken voor aanvang van de periode waarop de ontheffing betrekking heeft te worden ingediend. Indien een verzoek tot ontheffing niet tijdig is ingediend zal het verzoek niet in behandeling worden genomen.

3.3 In te dienen stukken

Bij het verzoek tot ontheffing dienen de volgende stukken te worden aangeleverd:

 

  • -

    Een duidelijke motivering waarom het onvermijdelijk is dat buiten de reguliere werktijden moet worden gewerkt;

  • -

    Een akoestisch onderzoek waarin de effecten van de werkzaamheden op de geluidgevoelige objecten in de omgeving worden berekend (conform handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999, internetuitgave 2004);

  • -

    Een overzicht van de bouwlawaai en/of trillinghinder veroorzakende werkzaamheden per periode (dag-, avond- of nachtperiode) en de duur van die werkzaamheden tijdens het bouwproject;

  • -

    Indien de verwachting is dat er sprake zal zijn van trillinghinder een rapportage waarin de te verwachten trillinghinder wordt berekend;

  • -

    Een duidelijke situatietekening (inclusief noordpijl en schaalbalk) van de locatie van het te bouwen of te slopen bouwwerk of aan te leggen object;

  • -

    Een tekening van de ligging van het perceel waarop gebouwd of gesloopt wordt met de omliggende wegen en bouwwerken;

  • -

    Een tekening met de aan- en afvoerwegen in de nabijheid van het bouwproject;

  • -

    Een tekening waarop de laad- , los- en hijszones en de plaats van de bouwketen zijn aangegeven;

  • -

    De informatiebrieven die naar de omwonenden van het bouwproject worden gestuurd.

  • -

    Een omschrijving van de wijze van communicatie met omwonenden vóór en tijdens het bouwproject.

3.4 Voorwaarden gemeenten

 

3.4.1 Ontheffingsregime geluidhinder

Bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 8.3 lid 3 van het Bouwbesluit 2012 of op grond van artikel 4:6, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017 worden de grenswaarden en tijdsbeperkingen overeenkomstig onderstaande tabellen gehanteerd.

 

De in de tabel aangegeven norm geldt op de gevel van de dichtstbijzijnde geluidgevoelige objecten. Er wordt ten alle tijden gerekend en gemeten conform de “handleiding meten en rekenen industrielawaai” (HRMI internet uitgave 2004).

 

Mocht een meting niet uitvoerbaar zijn op de gevel van het dichtstbijzijnde geluidgevoelige object, dan zal een geluidmeting dichter bij de geluidbron uitgevoerd moeten worden, om te berekenen wat de gevelbelasting dan zal zijn.

 

Bij uitvoering van bouw- en sloopwerkzaamheden mogen de in de tabellen aangegeven waarden niet worden overschreden. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen de dag- , avond- en nachtperiode en tussen werk- en zaterdagen en zon- en feestdagen.

 

In de tabellen is af te lezen hoeveel geluid maximaal geproduceerd mag worden bij een maximale blootstellingsduur. Hoe langer de blootstelling aan geluid, hoe lager het geluidsniveau moet zijn.

 

Een ontheffing wordt verleend per projectlocatie, waarbij alle werkzaamheden ten behoeve van het project die binnen een straal van 300 m van de projectlocatie worden uitgevoerd, tot dezelfde projectlocatie worden gerekend.

 

Ontheffingsregime dagperiode tijdens werkdagen en op zaterdagen (07.00-19.00 uur)

 

Dit regime geldt bij werkzaamheden in de dagperiode die langer duren dan toegestaan volgens Bouwbesluit artikel 8.3 lid 2. Aangegeven waarden zijn geluidbelastingen op de gevels van geluidgevoelige objecten en het maximaal aantal dagen waarvoor ontheffing verleend kan worden.

ontheffingsregime

I

II

III

IV

V

LAr,LT in dB(A)

≤ 65 dB(A)

>65 en ≤ 70 dB(A)

>70 en ≤ 75 dB(A)

>75 en ≤80 dB(A)

>80 dB(A)

Maximale blootstellingsduur

Maximaal 150 dagen

Maximaal 50 dagen

Maximaal 30 dagen

10 dagen

0 dagen

Er wordt geen ontheffing verleend in de dagperiode indien de werkzaamheden plaatsvinden binnen een straal van 300 m van een onderwijsinstelling voor voortgezet onderwijs en de werkzaamheden plaatsvinden in de tijdvakken waarop examens plaatsvinden. Deze tijdvakken worden door het College voor Toetsen en Examens bekend gemaakt (www.examenblad.nl).

 

Bij evaluatie van dit afwegingskader kan bezien worden of tevens in dit afwegingskader moet worden opgenomen dat geen ontheffing verleend wordt in de dagperiode indien de werkzaamheden plaatsvinden binnen een straal van 300 m van een onderwijsinstelling voor basisonderwijs en de werkzaamheden plaatsvinden in de tijdvakken waarop CITO-toetsen plaatsvinden.

 

Ontheffingsregime dagperiode tijdens zon- en feestdagen (07.00-19.00 uur)

 

Dit regime geldt indien het onvermijdelijk is dat er op zon- en feestdagen werkzaamheden verricht moeten worden. Aangegeven waarden zijn geluidbelastingen op de gevels van geluidgevoelige objecten en het maximaal aantal dagen waarvoor ontheffing verleend kan worden.

ontheffingsregime

VI

VII

VIII

IX

X

LAr,LT in dB(A)

≤ 55 dB(A)

>55 en ≤ 60 dB(A)

>60 en ≤ 65 dB(A)

>65 en ≤ 70 dB(A)

>70dB(A)

L A,max in dB(A)

85 dB(A)

85 dB(A)

85 dB(A)

85 dB(A)

85 dB(A)

Maximale blootstellingsduur

Maximaal 45 dagen

Maximaal 30 dagen

Maximaal 20 dagen

Maximaal 10 dagen

0 dagen

Ontheffingsregime avondperiode (19.00-23.00 uur)

 

Dit regime geldt indien het onvermijdelijk is dat er in de avondperiode werkzaamheden verricht moeten worden. Aangegeven waarden zijn geluidbelastingen op de gevels van geluidgevoelige objecten en het maximaal aantal dagen waarvoor ontheffing verleend kan worden.

ontheffingsregime

XI

XII

XIII

XIV

XV

LAr,LT in dB(A)

≤ 50 dB(A)

>50 en ≤ 55 dB(A)

>55 en ≤ 60 dB(A)

>60 en ≤ 65 dB(A)

>65 dB(A)

L A,max in dB(A)

80 dB(A)

80 dB(A)

80 dB(A)

80 dB(A)

80 dB(A)

Maximale blootstellingsduur

Maximaal 150 avonden

Maximaal 40 avonden

Maximaal 10 avonden

Maximaal 5 avonden

0 avonden

Ontheffingsregime nachtperiode (23.00-07.00 uur)

 

Dit regime geldt indien het onvermijdelijk is dat er in de nachtperiode werkzaamheden verricht moeten worden. Aangegeven waarden zijn geluidbelastingen op de gevels van geluidgevoelige objecten en het maximaal aantal dagen waarvoor ontheffing verleend kan worden.

ontheffingsregime

XVI

XVII

XVIII

XIX

XX

LAr,LT in dB(A)

≤ 45 dB(A)

>45 en ≤ 50 dB(A)

>50 en ≤ 55 dB(A)

>55 en ≤ 60 dB(A)

>60dB(A)

L A,max in dB(A)

75 dB(A)

75 dB(A)

75 dB(A)

75 dB(A)

75 dB(A)

Maximale blootstellingsduur

Maximaal 75 nachten

Maximaal 20 nachten

Maximaal 5 nachten

Maximaal 2 nachten

0 nachten

In uitzonderingsgevallen kan, na goedkeuring door de Portefeuillehouder, worden afgeweken van het gestelde in de bovengenoemde ontheffingsregimes. Om hiervoor in aanmerking te komen zal er door de bouwer een duidelijke motivering gegeven moeten worden waarom bovengenoemde ontheffingsregimes niet toereikend zijn.

3.4.2 Ontheffingsregime trillinghinder

Trillingen kunnen hinder veroorzaken aan personen en schade aan gebouwen. In dat geval worden de richtlijnen van de Stichting Bouwresearch toegepast. Dit is ook opgenomen in artikel 8.4 van het Bouwbesluit.

 

Vanwege hei-, bouw- en sloopwerkzaamheden kunnen trillingen optreden. Trillingen kunnen hinder veroorzaken aan personen en schade toebrengen aan gebouwen. Daarom is door het Bouwbesluit 2012 aansluiting gezocht bij de SBR richtlijn "Meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingen". Deze richtlijn bestaat uit drie delen:

 

  • Deel A, Schade aan gebouwen

  • Deel B, Hinder voor personen in gebouwen

  • Deel C, Storing aan apparatuur.

Er wordt in deze richtlijn aandacht besteed aan het meten van trillingen. Daarnaast bevat de richtlijn ook een beoordelingssystematiek. De richtlijn heeft uitsluitend betrekking op trillingen van buiten het gebouw. Voor een aantal typen trillingen en verschillende gebouwfuncties (zoals wonen en onderwijs) staan in de richtlijn grens- en streefwaarden voor maximaal optredende trillingsniveaus en gemiddelde trillingsniveaus. Voor schade aan gebouwen zijn grenswaarden opgenomen. Overschrijding van deze waarden wordt beoordeeld als een onacceptabele kans op schade. Voor hinder voor personen in gebouwen gelden streefwaarden. Overschrijding leidt tot een reële kans op hinder.

 

Tabel 4 van de Meet- en Beoordelingsrichtlijn deel B “Hinder voor personen in gebouwen”2006:

 

Streefwaarden in de dagperiode voor continu of herhaald voorkomende trillingen gedurende een korte periode voor alle gebouwfuncties.

Duur D van de activiteiten gedurende korte periode

D ≤ 1 dag

6 dagen < D ≤ 26 dagen

26 dagen < D ≤ 78 dagen

A1 A2 A3

A1 A2 A3

A1 A2 A3

0,8 6 0,4

0,4 6 0,3

0,3 6 0,2

Op grond van het Bouwbesluit 2012 artikel 8.4, 2e lid, kan ontheffing verleend worden van de trillingsterkte aangegeven in het 1e lid.

 

Indien het niet mogelijk is om trillinghinder te voorkomen en de in tabel 4 van de Meet- en Beoordelingsrichtlijn deel B “Hinder voor personen in gebouwen”2006 aangegeven aantal dagen overschreden zullen worden, kan een ontheffing voor het aantal dagen worden gegeven conform onderstaande tabel:

Duur D van de activiteiten gedurende korte periode

D ≤ 3 dag

8 dagen < D ≤ 28 dagen

28 dagen < D ≤ 80 dagen

A1 A2 A3

A1 A2 A3

A1 A2 A3

0,8 6 0,4

0,4 6 0,3

0,3 6 0,2

Er wordt geen ontheffing verleend voor hogere trillingsterkten omdat hierbij de kans op schade aan gebouwen aanwezig is.

 

De aanvrager van de ontheffing moet door middel van een rapport aantonen dat aan deze voorwaarden kan worden voldaan.

3.4.3 Periode tussen ontheffingen

Voor elke ontheffing moet een separate aanvraag worden ingediend. De minimale periode tussen twee ontheffingen is gelijk aan het aantal avonden of nachten waarvoor de eerste ontheffing is verleend, met een minimum van 5 avonden en 5 nachten.

 

Als voorbeeld:

Ontheffing verleend voor

Geen ontheffing mogelijk voor de daarop volgende

10 avonden

10 avonden

2 avonden

5 avonden

3 nachten

5 nachten

6 nachten

6 nachten

In uitzonderingsgevallen kan, na goedkeuring van de portefeuillehouder, worden afgeweken van het gestelde in paragraaf 3.4.3. Om hiervoor in aanmerking te komen zal er door de bouwer een duidelijke motivering gegeven moeten worden waarom het gestelde in paragraaf 3.4.3 niet toereikend is.

3.4.4 Toestellen en installaties die continu in bedrijf zijn

Voor toestellen en installaties die continu in bedrijf zijn, zoals aggregaten, grondwaterpompen en dergelijke wordt geen ontheffing verleend. Dergelijke installaties zijn doorgaans op een effectieve manier te voorzien van afscherming om de geluiduitstraling te verminderen. Ook hier geldt dat gebruik gemaakt dient te worden van de meest geluidarme apparatuur en best beschikbare technieken en werkwijze.

 

Voor toestellen en installaties die continu in bedrijf zijn wordt aansluiting gezocht bij het Activiteitenbesluit milieubeheer en gelden de normen overeenkomstig onderstaande tabel:

 

07:00-19:00 uur

19:00-23:00 uur

23:00-07:00 uur

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen

50 dB(A)

45 dB(A)

40 dB(A)

LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

35 dB(A)

30 dB(A)

25 dB(A)

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen

70 dB(A)

65 dB(A)

60 dB(A)

LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

55 dB(A)

50 dB(A)

45 dB(A)

3.4.5 Geluidhinder van verkeersbewegingen ten behoeve van bouw- en sloopwerkzaamheden

Bouw- en sloopwerkzaamheden hebben meestal ook verkeersbewegingen tot gevolg. Voorbeelden hiervan zijn afvoer/toevoer van sloop- en bouwmateriaal met vrachtwagens en in mindere mate het komen en gaan van personenauto’s van werknemers die de bouw- en sloopwerkzaamheden uitvoeren. Ook deze verkeersbewegingen op de bouwplaats en net daarbuiten, de achteruitrijsignalering van vrachtwagens en het dichtslaan van portieren en stemgeluid van werknemers kunnen hinder bij omwonenden veroorzaken.

 

Van belang is dat de aanvrager van een ontheffing de werknemers instructies geeft om verkeersbewegingen, het in werking hebben van de achteruitrijsignalering, het dichtslaan van portieren en stemgeluid, zodanig te beperken dat hinder zoveel mogelijk voorkomen wordt.

 

Indien aannemelijk is dat er meer dan 6 vrachtwagens per uur ten behoeve van het project van en naar de bouwplaats zullen rijden, dienen de vrachtwagenbewegingen in het akoestische onderzoek te worden meegenomen.

3.4.6 Monitoring

Als een bouwproject plaats vindt op een locatie waar overlast verwacht kan worden, zoals in dichtbebouwd gebied of bij een langdurige en groot bouwproject, kan als extra voorwaarde het monitoren van de geluidbelasting bij de gevels van geluidgevoelige bestemmingen worden gesteld. De monitoringsgegevens dienen voor de gemeente beschikbaar te zijn en eventueel via een platform of een website inzichtelijk te zijn voor omwonenden. Op deze manier kan de geluidbelasting snel inzichtelijk gemaakt worden en kan beoordeeld worden of de geluidnormen worden overschreden.

3.4.7 Compensatie

Indien bouw- of sloopwerkzaamheden plaatsvinden in de avondperiode na 21.00 uur met een geluidniveau (LAr,LT ) hoger dan 50 dB(A) of in de nachtperiode met een geluidniveau (LAr,LT ) hoger dan 45 dB(A) en deze werkzaamheden worden uitgevoerd op een avond of nacht gevolgd door een doordeweekse dag (dus op een zondag- t/m donderdagavond/nacht) en deze werkzaamheden zullen meer dan 1 nacht achter elkaar plaatsvinden, dan dient door de aanvrager compensatie aan bewoners van de woningen waar deze geluidniveaus optreden compensatie te worden aangeboden. Hierbij valt te denken aan een rustige slaapplaats op een andere locatie (hotel) of een andere wijze van compensatie zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van extra gevelisolatie aan de betreffende woning. Laatstgenoemde compensatiemaatregel is een optie bij langdurige werkzaamheden waarbij de genoemde waarden 50 dB(A) in de avond, 45 dB(A) in de nacht langere tijd (meer dan 40 avonden of nachten) worden overschreden.

 

Compensatie wordt aangeboden als alle overige mitigerende maatregelen om te komen tot een lagere geluidsbelasting niet afdoende effectief blijken.

3.4.8 Informeren omwonenden

Omwonenden rond de locatie waar de bouw- of sloopwerkzaamheden gaan plaatsvinden moeten minimaal 2 weken voor aanvang van de werkzaamheden door middel van een brief worden geïnformeerd.

 

In de brief moet worden aangegeven welke vorm van hinder op kan treden, in welke periode (overdag, in de avond of nacht) deze hinder kan optreden en hoe lang dit zal plaatsvinden. Ook dient er een telefoonnummer of e-mailadres van de bouwer waar omwonenden met vragen of klachten terecht kunnen in de brief te worden vermeld.

 

Tevens dient er berichtgeving in huis-aan-huisbladen te worden geplaatst over de te verwachten vorm van hinder, de periode en de tijdsduur dat dit kan optreden.

3.4.9 Aanbevelingen Informeren omwonenden bij langdurige projecten

Bij langdurige projecten is het huis aan huis verspreiden van een “bouwkrant” met het laatste nieuws en de nieuwste planning aan te bevelen.

 

Ook het openstellen van een website met informatie over de bouwactiviteiten, eventueel voorzien van meetresultaten van geluidmetingen, is aan te bevelen.

 

Het instellen van een klankbordgroep (bouwer, omwonenden, winkeliers) die regelmatig bijeenkomt kan bijdragen aan begrip voor de hinder door bouwlawaai en/of trillingshinder.

3.4.10 Afhandeling klachten

Aan omwonenden in de omgeving van het bouwproject moet een telefoonnummer en e-mailadres van de bouwer en van de opdrachtgever van de werkzaamheden beschikbaar worden gesteld waar ze met klachten over het bouwproject terecht kunnen.

 

Dit telefoonnummer en e-mailadres dient bij tussentijdse informatie aan omwonenden steeds vermeld te worden.

3.5 Handhaving

Indien uit de monitoringsgegevens of uit separate geluidmetingen blijkt dat de gestelde geluidnormen worden overschreden, kan handhavend worden opgetreden conform het VTH beleidsplan 2016-2019 afdeling VVH van 1 maart 2016 gemeente Amstelveen, VTH beleidsplan Aalsmeer 2016-2019 van 1 maart 2016, Handhavingsplan 2017-2020 van 12 oktober 2017 van de gemeente Ouder-Amstel of het VTH beleidsplan 2017-2020 van 12 juni 2017 van de gemeente Uithoorn.

3.6 Evaluatie

Dit Afwegingskader Bouwlawaai bij bouw- en sloopwerkzaamheden en overige tijdelijke werkzaamheden zal 2 jaar na vaststelling geëvalueerd worden en zo nodig aangepast worden.

4.Overige aspecten

4.1 Vragenlijst

Onderstaande vragenlijst is een hulpmiddel bij een eerste verkenning of sprake kan zijn van knelpunten.

 

Vraag 1. Vinden er heiwerkzaamheden plaats?

 

Vraag 2. Vinden er trilwerkzaamheden plaats?

 

Vraag 3. Vinden er (sloop)werkzaamheden met (pneumatische) beitels of hamers plaats?

 

Vraag 4. Vinden er werkzaamheden met graafmachines, bulldozers of kranen plaats?

 

Vraag 5. Is de afstand tussen de omliggende woningen en de bouwplaats minder dan 50 m?

 

Vraag 6. Vindt er veel transport plaats van en naar de bouwplaats (meer dan 6 vrachtwagens per uur)?

 

Vraag 7. Liggen er woningen aan de directe toegangsweg naar de bouwplaats?

 

Vraag 8. Vinden er op de bouwplaats werkzaamheden plaats met een mobiele puinbreker?

 

Vraag 9. Vinden er werkzaamheden/activiteiten* plaats op het bouwterrein na 19.00 uur en voor 07.00 uur? *denk ook aan aggregaten, pompen en dergelijke.

 

Vraag 10. Vinden er werkzaamheden plaats op zon- en/of feestdagen?

 

Indien op een van de vragen met ‘ja’ geantwoord wordt, is nader onderzoek naar de te verwachten geluidbelasting op geluidgevoelige bestemmingen in de omgeving nodig.

4.2 Publicaties

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende publicaties in ogenschouw genomen:

 

  • -

    Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening 1998, ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

  • -

    Circulaire Bouwlawaai 2010, ministerie van Infrastructuur en Milieu

  • -

    Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999, internet uitgave 2004

  • -

    Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval, 2004, ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

  • -

    Bouwbesluit 2012, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • -

    Richtlijn Bouwlawaai 2016, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel van 16 oktober 2018.

Burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel,

de secretaris,

(L.J.Heijlman)

de burgemeester,

(J.Langenacker)