Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Noorderzijlvest

Nota visbeleid bij waterschap Noorderzijlvest 2015-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Noorderzijlvest
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingNota visbeleid bij waterschap Noorderzijlvest 2015-2025
CiteertitelNota visbeleid bij waterschap Noorderzijlvest 2015-2025
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-2015-

15-12-2015

officielebekendmakingen.nl

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota visbeleid bij waterschap Noorderzijlvest 2015-2025

 

 

Beleidssamenvatting

Vis en visserij binnen waterschap Noorderzijlvest

 

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest verhuurt het volledige visrecht via privaatrechtelijke overeenkomsten aan de hengelsportfederatie Groningen Drenthe. De rechten van de bestaande beroepsmatige aalvisserij blijven daarbij in stand.

 

Beleidslijn

Elk erkend visserijbedrijf dient bij waterschap Noorderzijlvest een watervergunning op basis van de Keur aan te vragen voor het plaatsen van beroepsmatige vangtuigen in kernzones van watergangen. Het waterschap verstrekt in principe geen nieuwe watervergunningen voor dit doel meer.

 

Visstandbeheer door waterschap Noorderzijlvest

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest heeft geen toepassing van Actief Biologisch Beheer voorzien in deze planperiode.

 

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest is verantwoordelijk voor de monitoring in het kader van de KRW; In elk KRW-waterlichaam wordt minimaal eens per 6 jaar de ecologische waterkwaliteit gemonitord conform de geldende richtlijnen; Waterschap Noorderzijlvest voert daarnaast projectgebonden onderzoek uit.

 

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest heeft zijn beleid met betrekking tot vismigratie en visveiligheid vastgelegd in de visie ‘Van Wad tot Aa’.

 

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest onderhoudt watersystemen primair vanuit waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit

 

Beleidslijn

Recreatief medegebruik voor bereikbaarheid van visstekken langs de watergangen en schouwpaden van het waterschap wordt toegestaan, zolang dat geen belemmering is voor de dagelijkse werkwijze van het waterschap en zolang dat niet leidt tot conflicten met terreinbeheerders en/of particulieren.

 

Beleidslijn

Invasieve uitheemse vissoorten zullen alleen worden bestreden wanneer de soort problemen veroorzaakt en wanneer bestrijding effectief wordt geacht.

      

Visserijbeheer

Beleidslijn

Er mag alleen worden gevist in die wateren die zijn opgenomen in de Landelijke Lijst van Viswateren en op de huidige viskaart van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe; De beroepsmatig te bevissen wateren zijn benoemd in de toestemmingen aan de beroepsvissers.

 

Beleidsregel

De visrechthebbende heeft, na melding bij het waterschap, de mogelijkheid om zelfstandig visstandonderzoek uit te voeren.

 

Beleidsregel

De uitzet van vis is alleen toegestaan als de visstand, ook na maatregelen, zichzelf niet duurzaam in stand kan houden, indien het een binnen het beheergebied inheemse vissoort betreft en indien de uitzet niet in strijd is met de functies en doelstellingen voor het betreffende watersysteem en aangesloten wateren. Voor een uitzetting is een verklaring van geen bezwaar van het DB van het waterschap nodig.

 

Beleidsregel

Op de onttrekking van vis zijn de landelijke voorwaarden zoals vastgelegd in de Visserijwet van toepassing. Voor de sportvisserij gelden daarnaast de voorwaarden bij de VISpas. Onttrekking van vis mag niet leiden tot aantasting van de functies en doelstellingen voor het betreffende watersysteem en aangesloten wateren.

 

Beleidslijn

De gebruikers van het visrecht op het Lauwersmeer zijn verplicht om het visstandbeheer in overleg met de betrokken partijen (waterschap, sportvisserij, beroepsvisserij en terreinbeheerders) vorm te geven.

 

Beleidsregel

Bij invoering van de nieuwe Visserijwet zal de toetsing van de onttrekking en uitzet naar verwachting onder verantwoordelijkheid van het waterschap vallen

 

Beleidsregel

De huurder van het visrecht is verantwoordelijk voor het houden van toezicht op de naleving van de regels door sportvissers;

 

Communicatie en overleg

Beleidsregel

De afstemming tussen waterschap Noorderzijlvest en de Hengelsportfederatie Groningen-Drenthe vindt plaats in het visoverlegplatform. Hierin worden afspraken gemaakt over de afstemming tussen waterkwaliteits-, visstand- en visserijbeheer. Afstemming over de visserij op het Lauwersmeer vindt plaats in de VBC Lauwersmeer. Waterschap Noorderzijlvest heeft zitting in de VBC.

 

Visie op vis

Waterschap Noorderzijlvest is binnen haar beheergebied verantwoordelijk voor voldoende en gezond water. Gezond water met een goede kwaliteit heeft een goede visstand die past bij het betreffende watertype. Vis vormt voor veel mensen het meest zichtbare onderdeel van de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld voor hengelaars die een visje willen vangen. En voor de beroepsvissers, die voor hun vangsten afhankelijk zijn van een gezonde aalstand. Maar ook voor natuurliefhebbers die komen genieten van de optrekkende windes in het Lieverense Diep. In deze Nota visbeleid 2015-2025 geeft waterschap Noorderzijlvest het visbeleid voor de komende jaren vorm. We doen dat in samenwerking met de belangrijkste partner op het gebied van vis en visserij: de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe.

 

Ruim baan voor vissen

De afgelopen jaren zijn in het beheergebied van Noorderzijlvest maatregelen getroffen ten behoeve van verbetering van de waterkwaliteit. Het water wordt schoner. Ook voor de vissen is er veel gebeurd: langs de kust en in het binnenland zijn kunstwerken zoals sluizen en gemalen vispasseerbaar gemaakt. We beginnen daarvan de effecten te zien. Windes kunnen vrij migreren tussen het Lauwersmeer en het Peizerdiep en glasaal kan weer naar binnen bij de zeegemalen. We werken op een vruchtbare manier met zowel sport- als beroepsvisserij, binnen het onderzoeksproject Ruim Baan voor Vissen, de reguliere monitoringsprojecten en in de Visstandbeheercommissie Lauwersmeer. Vis heeft volop de aandacht bij Noorderzijlvest!

Verantwoordelijkheid voor vis - samen met onze partners

Waterschap Noorderzijlvest streeft volgens het Waterbeheerprogramma 2016-2021 (zie kader) een watersysteem na dat zo veel mogelijk natuurlijk functioneert. Daarbinnen hoort ook een zo natuurlijk mogelijke visstand, die zo weinig mogelijk verandert ten gevolge van menselijke ingrepen en die behoort bij het betreffende watertype. Actief biologisch beheer (het verwijderen van vis om de waterkwaliteit te beïnvloeden) past daar volgens ons niet bij. Ook met het uitzetten van vis in ons beheergebied zijn we terughoudend, vooral in de kwetsbaardere wateren.

 

52.000 geregistreerde hengelsporters en vier beroepsvissers in Groningen en Drenthe zijn afhankelijk van een gezonde visstand. Duurzame benutting moet in het beheergebied van Noorderzijlvest mogelijk zijn voor zowel hengelsporters als beroepsvissers. Sport- of beroepsvisserij mag niet ten koste gaan van de waterkwaliteit of het bestand van een bepaalde vissoort.

We onderkennen dat de visstand verandert in ons beheergebied. Exotische soorten (zoals de zwartbekgrondel) zijn nu nog zeldzaam, maar zullen in de toekomst zeker toenemen. Het is niet zinvol om deze soorten te bestrijden, omdat ze worden aangevoerd via ingelaten boezemwater. Slechts daar waar ze tot problemen leiden, en alleen als bestrijding effectief is, kunnen maatregelen volgen.

 

Het is van belang om de ontwikkeling van de visstand op de voet te volgen. Monitoring geeft inzicht in de kwaliteit van de visstand. Met monitoring kun je de effectiviteit van de gerealiseerde vispassages zichtbaar maken. We willen graag dat iedereen zich betrokken voelt bij vis. We werken bij monitoringsonderzoek daarom samen in monitoringsteams die bestaan uit beroeps- en sportvissers.

 

Deze nota is opgesteld samen met onze belangrijkste partner op het gebied van vis: de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe. Dat deze nota gezamenlijk is opgesteld geeft aan dat we onderkennen dat een goed visbeleid een gedeeld belang is. Daarnaast geeft de samenwerking blijk van het onderlinge vertrouwen en van de goede samenwerking van de afgelopen jaren.

 

Naar verwachting zal binnen de looptijd van deze nota de nieuwe Visserijwet gereed komen. Deze zal de Visserijwet uit 1963 vervangen. In de nieuwe Visserijwet zal een grotere rol in het visstandbeheer zijn weggelegd voor het waterschap. Met deze nota sorteren we voor op de verwachte wetswijzigingen. We nemen onze verantwoordelijkheden op het gebied van vis -samen met onze partners.

Het waterbeheerprogramma is het belangrijkste beleidsinstrument van een waterschap. Hierin staat hoe het waterschap haar taken graag wil vervullen. Eén van de belangrijkste waterschapstaken bestaat uit het realiseren van voldoende en gezond water. Gezond water omvat ook vis. In deze Nota Visbeleid 2015-2025 bij waterschap Noorderzijlvest wordt nadere invulling gegeven aan de zaken die in het waterbeheerprogramma bestuurlijk zijn vastgesteld. In het huidige ontwerp Waterbeheerprogramma 2016-2021 is ‘gezond water’ als volgt omschreven:

‘Wij willen dat ons watersysteem zoveel mogelijk natuurlijk functioneert en dat het klimaatbestendig, veerkrachtig en gezond is. Verder moet het watersysteem in staat zijn om de belangen van gebruikers zo goed mogelijk te dienen, als het gaat om de functies die afhankelijk zijn van voldoende, ecologisch gezond en schoon water. Dit alles binnen natuurlijke en bestuurlijke kaders.’(…) Om dit ambitieuze resultaat te bereiken zullen we verdergaande samenwerkingsvormen aangaan. Met het maatschappelijk veld, met andere overheden, marktpartijen, particulieren, kennisinstituten en het onderwijs. We zullen ook zoveel mogelijk gebruik maken van innovaties en technologische ontwikkelingen, die het gestelde doel dichterbij brengen.’

  Vis en visserij binnen Waterschap Noorderzijlvest

2.1 De rol van waterschap Noorderzijlvest

Waterschap Noorderzijlvest is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Het beheer van de visstand in de waterschapswateren maakt specifiek deel uit van het waterkwaliteitsbeheer (zie kader Kaderrichtlijn Water). Waterschap Noorderzijlvest verhuurt het volledige visrecht binnen haar beheergebied aan de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe. De hengelsportfederatie is daarmee de enige huurder van het visrecht binnen het beheergebied. Het waterschap kiest er nadrukkelijk voor om het visstandbeheer samen met de visserijsector vorm te geven. Dit betekent onder andere dat waterschap en hengelsportfederatie nauw samenwerken bij beleidsontwikkeling, waaronder het visstandbeheer. Het Lauwersmeer neemt een bijzondere positie in binnen het beheergebied van Noorderzijlvest, omdat het visrecht hier (vanaf 2016) door Staatsbosbeheer zal verhuurd (nu nog door het ministerie van EZ). Noorderzijlvest heeft daardoor geen zeggenschap over het visstandbeheer op het Lauwersmeer. Het visstandbeheer in het Lauwersmeer valt daarom niet binnen het bereik van deze beleidsnota (zie verder paragraaf 2.1.4.). Waterschap  Noorderzijlvest is echter wel de waterkwaliteitsbeheerder in het Lauwersmeer.

 

2.2 Relatie van het waterschap met de visserijsector

In afbeelding 2.1 is schematisch de rol van de verschillende betrokken partijen met betrekking tot het visbeleid van waterschap Noorderzijlvest weergegeven. In onderstaande subparagrafen wordt de rol van deze partijen kort toegelicht.

 

Afbeelding 2.1. Schematische weergave van de betrokkenen binnen het visbeleid van waterschap Noorderzijlvest

   

2.3 Positie van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe

De federatie huurt het volledig visrecht binnen het beheergebied van Noorderzijlvest (uitgezonderd het Lauwersmeer), dus zowel het schubvis- als het aalvisrecht. Op basis van het aalvisrecht verstrekt de federatie toestemming aan de beroepsvisserij voor het vissen op aal met aalvistuigen. Als huurder van het visrecht geeft de hengelsportfederatie het visserijbeheer vorm door regels en voorwaarden te stellen aan het beoefenen van de sport- en beroepsvisserij. Hiervoor ontvangt het waterschap een symbolische vergoeding. Als tegenprestatie (wederkerigheid) heeft het waterschap handhavingstaken ten aanzien van het uitoefenen van het visrecht overgedragen aan de HSF. Sinds 2013 heeft het waterschap nieuwe verhuurovereenkomsten voor sportvisserij ingevoerd. Deze zijn in samenspraak met de Hengelsportfederatie opgesteld. De nieuwe overeenkomsten hebben conform de Visserijwet een looptijd van 6 jaar en worden aan het einde van de looptijd geëvalueerd. De vigerende huurovereenkomst is opgenomen in bijlage I.

 

Kader: Samenwerken

Het is nog niet zo lang geleden dat de waterschappen zich alleen bezighielden met waterkwantiteit: aan- en afvoer van water. De waterkwaliteit werd tot 2000 in Drenthe bewaakt door het zuiveringsschap Drenthe, in Groningen door de provincie. Met ecologie, laat staan vis, hielden de waterschappen zich niet of nauwelijks bezig, afgezien van de verhuur van visrechten aan hengelsportfederaties en -verenigingen. Die verhuur ging gepaard met flinke pachtsommen: de vis werd duur betaald.

Hengelsportverenigingen kennen een lange geschiedenis. Aanvankelijk stonden zij er wat zorg en aandacht voor vissen betreft behoorlijk alleen voor, in de periode die tot de jaren 1970 voortduurde waarin de slechte waterkwaliteit als gevolg van ongebreidelde lozingen door strokarton-, aardappelmeel- en andere fabrieken als normaal werden beschouwd. Lokale hengelaarsverenigingen bundelden daarom de krachten om samen een vuist te maken tegen de watervervuiling die zorgde voor regelmatig terugkerende vissterftes. Een groot deel van de contributie van de leden ging naar nieuwe pootvis, als de bestaande visstand weer eens het loodje had gelegd.

Vanaf 2000 kregen we all-in waterschappen. In datzelfde jaar werd de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. Sindsdien zijn de waterschappen niet alleen verantwoordelijk voor zowel de waterkwantiteit als -kwaliteit, ook moeten zij zorgen voor een goede ecologische toestand van de wateren, met inbegrip van de visstand. Ecologen kwamen in dienst en gingen aan de slag.

De Hengelsportfederatie Groningen Drenthe zag die extra taken met betrekking tot vis van het waterschap niet als bedreiging, maar juist als grote kans. Ook vanuit het waterschap werd het belang van samenwerking met de federatie gezien. Daar zit immers veel kennis van de visstand in de noordelijke wateren, veel potentieel draagvlak en, naast professionele medewerkers, ook een legioen enthousiaste vrijwilligers. De samenwerking heeft tot nu toe tot een flinke lijst projecten geleid. Een greep:

vismigratievisie Van Wad tot Aa (2005). gezamenlijke monitoring van de visstand (vanaf 2006). vissenatlas Groningen Drenthe (2008). ruim Baan voor Vissen: Aanbodonderzoek trekvissen Waddenkust, Regionaal Aalbeheer, Vismigratiefolder (vanaf 2010). onderhoud visstekken en vispassages (vanaf 2013). uitzetplan karper in scheepvaartkanalen (vanaf 2014).

Met deze nota Visbeleid krijgt de samenwerking tussen waterschap en federatie een stevige basis in het beleid van beide organisaties. We gaan met vertrouwen de toekomst in!

 2.4 Positie van de beroepsvisserij

De beroepsvisserij in het beheergebied van het waterschap heeft betrekking op de aalvisserij en de visserij op wolhandkrab. De beroepsvissers die in het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest actief zijn, vissen op basis van toestemming van de hengelsportfederatie met aalvistuigen op aal (een blanco toestemming is als voorbeeld opgenomen in bijlage II). De toestemmingen hebben een looptijd van 3 jaar. Uitgifte van toestemmingen vanuit de federatie aan de beroepsvisserij vergt instemming van het waterschap. De hengelsportfederatie hanteert een constructie gericht op passieve afbouw van de aalvisserij in Groningen. De constructie houdt in dat er geen nieuwe bedrijven worden toegelaten, maar dat de rechten van het beroep in stand blijven. De beroepsvisserij wordt door het waterschap en de sportvisserij als voorkeurspartner ingeschakeld voor monitoring, onderzoek en overige activiteiten, zoals het verplaatsen van visstanden voorafgaand aan baggerwerkzaamheden.

   

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest verhuurt het volledige visrecht via privaatrechtelijke overeenkomsten aan de hengelsportfederatie Groningen Drenthe. De rechten van de bestaande beroepsmatige aalvisserij blijven daarbij in stand.

 

Uitwerking

In de huurovereenkomsten van de hengelsportfederatie zijn geen bijzondere voorwaarden opgenomen ten aanzien van de te voeren visserij. Vanuit de verantwoordelijkheden en bevoegdheden (paragraaf 3.1) is het waterschap bij de huidige stand van wetgeving namelijk niet bevoegd om randvoorwaarden aan de visserij te stellen. Bij het in werking treden van de nieuwe Visserijwet zal dit naar verwachting veranderen.

In de huurovereenkomsten heeft het waterschap een actieve deelname aan een overlegstructuur tussen het waterschap en de Hengelsportfederatie (paragraaf 6.1) en het opstellen en uitvoeren van visstandbeheerplannen (paragraaf 5.6) als voorwaarden opgenomen.

 2.5 Visrechtensituatie op het Lauwersmeer

De visrechtensituatie op het Lauwersmeer wijkt af van de situatie elders in het beheergebied. Het grootste deel van het Lauwersmeer is in eigendom van Staatsbosbeheer. De visrechten werden tot en met 2015 uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken. Per 1 januari 2016 zal dit door Staatsbosbeheer worden gedaan. Waterschap Noorderzijlvest heeft alleen het gebied in de directe nabijheid van de R.J. Cleveringsluizen en de grond onder gemaal Nieuwe Robbengat in eigendom, maar geeft hier geen visrechten uit.

Voor het Lauwersmeer zijn vergunningen voor de aalvisserij uitgegeven op basis van een gemene weide visserij. De twee bedrijven die op het Lauwersmeer actief zijn, hebben de posities van het fuiken onderling afgesproken in een onderhands visplan. De hengelsportfederatie Groningen Drenthe en Sportvisserij Fryslân huren gezamenlijk het schubvisrecht op het Lauwersmeer van het Rijk.

Staatsbosbeheer is eerstverantwoordelijke ten aanzien van beroepsvisserij in het Lauwersmeer. Waterschap Noorderzijlvest is bij het Lauwersmeer betrokken via zitting in de VBC Lauwersmeer. De Hengelsportfederatie groningen Drenthe is hiervan de trekker. In paragraaf 5.3 wordt de VBC Lauwersmeer nader toegelicht. Overigens is waterschap Noorderzijlvest via de Kaderrichtlijn Water wel verantwoordelijk voor de kwaliteit van de visstand in het Lauwersmeer.’

 

Uitwerking

De visrechten over het Lauwersmeer worden door de Staat uitgegeven. Waterschap Noorderzijlvest is waterkwaliteitsbeheerder voor het Lauwersmeer en is via de VBC bij de visserij op het Lauwersmeer betrokken.

 2.6 Kaders voor visbeleid en visserij 

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Een van de aspecten die een rol speelt bij de wijze waarop waterschap Noorderzijlvest als waterkwaliteitsbeheerder om wil gaan met de visstand, is de uitgifte van visrechten aan de sportvisserij. Als achtergrond bij de uitgave van visrecht en de voorwaarden, die het waterschap als waterkwaliteitsbeheerder en eigenaar van het visrecht kan stellen, wordt onderstaand kort ingegaan op de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende betrokken partijen. In tabel 2.1 is een overzicht gegeven van de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen het visstand- en visserijbeheer. Het Ministerie van Infrastructuur & Milieu is verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW, zie ook het betreffende kader). Het waterschap is primair verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van maatregelen met betrekking tot de KRW en de algemene waterkwaliteit in het beheergebied. Als eigenaar van het visrecht hoort daarbij ook het gevoerde visstandbeheer. In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe het waterschap invulling geeft aan zijn taken als waterkwaliteitsbeheerder. De regelgeving rond de uitvoering van de visserij is vastgelegd in de Visserijwet 1963, waarvoor het Ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk is. De visrechthebbenden hebben bij de uitvoering van hun visserij zowel te maken met kaders vanuit de Visserijwet als met kaders die vanuit het waterkwaliteitsbeheer gesteld kunnen worden. In het visbeleid wordt beschreven welke ruimte waterschap Noorderzijlvest vanuit het waterkwaliteitsbeheer en visstandbeheer biedt voor de vormgeving van een passend visserijbeheer door de visrechthebbenden.

 

Tabel 2.1. Matrix met de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen het visstand- en visserijbeheer met betrekking tot waterschap Noorderzijlvest

 

Kaderrichtlijn Water

Visstand en waterkwaliteit

Visserij

 

Verantwoordelijk voor beleid

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Waterschap Noorderzijlvest

Ministerie van Economische Zaken

Uitvoering

Waterschap Noorderzijlvest

Waterschap Noorderzijlvest

Hengelsportfederatie

 

Keur Waterschap Noorderzijlvest

De keur van waterschap Noorderzijlvest vormt een belangrijk kader voor visserij in het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. De keur is een eigen verordening van het waterschap waarin regels zijn opgenomen in het belang van de bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken. De keur vormt het belangrijkste kader voor handhaving door het waterschap. In de keur staat wat er wel en niet mag in watergangen, waterkeringen, bergingsgebieden en ondersteunende kunstwerken en met grondwater. Zo mogen bepaalde activiteiten bij wateren en dijken alleen worden uitgevoerd als het waterschap daarvoor een vergunning heeft verleend. Hiermee voorkomen we risico's op wateroverlast of gevaren voor de dijken. In bepaalde gevallen gelden algemene regels in plaats van de vergunningplicht. In deze algemene regels worden minder risicovolle activiteiten, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, toegestaan zonder dat er vooraf toestemming hoeft te worden gevraagd aan het waterschap. Wel dient voor aanvang van de activiteit of het plegen van een ingreep een melding bij het waterschap te worden gedaan. De keur van waterschap Noorderzijlvest is te vinden via de zoekfunctie op de website van het waterschap: www.noorderzijlvest.nl.

 

Watervergunning plaatsen beroepsmatige vistuigen

Nadat de hengelsportfederatie krachtens de Visserijwet dient elk erkend visserijbedrijf (viswater: >250 ha; omzet: >EUR 8.000,--) een watervergunning op basis van de Keur bij het waterschap aan te vragen voor het plaatsen van beroepsmatige vangtuigen in kern- en beschermingszones van watergangen. Voor dit doel zijn in het verleden door het waterschap onder andere watervergunningen verleend voor het plaatsen van vistuigen op het spuisluiscomplex te Lauwersoog en in de onmiddellijke nabijheid van de gemalen De Drie Delfzijlen en Noordpolderzijl aan de zeedijk.

In het belang van het juist functioneren van de watersystemen voert het waterschap thans een zeer terughoudend beleid, waarbij het in principe geen nieuwe watervergunningen meer verleend ten behoeve van het plaatsen van vistuigen ter uitoefening van de beroepsvisserij.

Beleidslijn

Elk erkend visserijbedrijf dient bij waterschap Noorderzijlvest een watervergunning op basis van de Keur aan te vragen voor het plaatsen van beroepsmatige vangtuigen in kernzones van watergangen. Het waterschap verstrekt in principe geen nieuwe watervergunningen voor dit doel meer.

 

Europese en landelijke wet- en regelgeving

Op het visbeleid voor de wateren van het waterschap Noorderzijlvest is verschillende Europese en landelijke wet- en regelgeving van invloed. In onderstaande tabel zijn de verschillende wet- en regelgevingen weergegeven, inclusief een korte omschrijving, het bevoegd gezag en de relevantie voor het visbeleid van waterschap Noorderzijlvest. In bijlage III zijn de uitgebreide beschrijvingen voor onderstaande wet- en regelgevingen gegeven.

      

Tabel 2.2. Overzichtstabel met Europese en landelijke wet- en regelgeving

wet- en regelgeving

omschrijving

bevoegd gezag

relevantie voor visbeleid

Noorderzijlvest

 

Europees

 

 

 

Europese Kaderrichtlijn Water

in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is het beleid voor de normstelling en beoordeling van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in de lidstaten van de Europese Unie vastgelegd. De visstand is één van de biologische kwaliteitselementen waarop getoetst wordt

Ministerie van I&M

Hoog

Benelux beschikking Vismigratie (2009)

in de Benelux beschikking Vismigratie heeft de Benelux Economische Unie een visie, verplichtingen en deadlines opgenomen om vrije vismigratie (regionaal en internationaal) te realiseren in de ecologisch belangrijke waterlopen in de Benelux

Ministerie van I&M

Hoog

Vogel- en Habitatrichtlijn

in de Vogel- en Habitatrichtlijn heeft de Europese Unie vastgelegd op welke manier wilde dieren- en plantensoorten en hun habitat in Europa beschermd moeten worden, vooral in de gebieden die daarvoor zijn aangewezen

provincie,

Ministerie van EZ of Ministerie van I&M

Laag

 

 

 

 

Landelijk

 

 

 

Visserijwet (1963).

De Visserijwet is nader uitgewerkt in diverse regelingen en besluiten, waaronder:

reglement minimummaten en gesloten tijde; beleidsbesluit Binnenvisserij; uitvoeringsregeling Visserij.

in de Visserijwet zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de kust- en binnenvisserij. Deze bepalingen hebben betrekking op visakten, maatregelen in belang van de visstand, vergunningen voor het vissen, de huur en verhuur van het visrecht en de bescherming van visstand en vissoorten tegen de gevolgen van de uitoefening van de visserij (d.m.v. minimummaten, meeneemverboden en gesloten tijden)

Ministerie van EZ

Hoog

Reglement minimummaten en gesloten tijden (1985)

reglement waarin de gesloten tijden voor vissoorten en visaas beschreven staan, alsmede ook de wettelijke minimum maten voor de onttrekking van vissoorten

Ministerie van EZ

Hoog

Beleidsbesluit Binnenvisserij (1999)

het Beleidsbesluit Binnenvisserij is een kadernota waarin de belangrijkste beleidsvoornemens zijn vastgelegd voor een integraal en samenhangend beleid ten aanzien van alle vormen van sport- en beroepsbinnenvisserij

Ministerie van EZ

Hoog

Uitvoeringsregeling Visserij (2008)

in de Uitvoeringsregeling Visserij staat beschreven hoe de visserij in de Nederlandse kust- en binnenwateren vormgegeven mag worden

Ministerie van EZ

Hoog

Adviesnota beleid waterbeheer-visstandbeheer (2006)

in de Adviesnota Beleid Water- en Visstandbeheer van de Unie van Waterschappen, Sportvisserij Nederland en de Combinatie van Beroepsvissers is een voorstel gedaan voor de uitwerking van de verhouding tussen de waterbeheerder en de visrechthebbenden

-

Hoog

 Europese Aalverordening

de Europese Aalverordening is uitgewerkt in het Nederlandse Aalbeheerplan. Dit plan bevat een beschrijving van de maatregelen die Nederland ten behoeve van het aalherstel implementeert

Ministerie van EZ

Hoog

Flora- en Faunawet

in de Flora- en Faunawet is de wettelijke bescherming van in het wild levende plant- en diersoorten (waaronder vissen) geregeld

Ministerie van EZ

Laag

Natuurbeschermingswet (1998)

de Natuurbeschermingswet zorgt voor de bescherming van bijzondere leefgebieden van dieren en planten (Natura 2000-gebieden)

Ministerie van EZ

Laag

  

Kader: De Kaderrichtlijn Water (KRW)

De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn, die sinds 2000 van kracht is. Alle wateren groter dan 50 ha en kanalen en beken waarop een gebied van minimaal 1.000 ha afwatert vallen onder de KRW. De KRW onderscheidt twee doelstellingen:

het behalen van een Goede Chemische Toestand (GCT). het behalen van Goed Ecologisch Potentieel (GEP) voor de sterk veranderde en kunstmatige wateren.

Beide doelstellingen dienen uiterlijk in 2027 te zijn behaald. De ecologische kwaliteit van een waterlichaam wordt bepaald aan de hand van biologische kwaliteitsparameters, biologie ondersteunende stoffen en specifiek verontreinigende stoffen. De biologische kwaliteitsparameters bestaan uit vier elementen: fytoplankton (algen), macrofyten (water- en oeverplanten), macrofauna (waterinsecten) en vis. Vis is dus een belangrijk onderdeel van de waterkwaliteit!

Voor iedere kwaliteitsparameter wordt het kwaliteitsoordeel berekend volgens een vaste methodiek (Van der Molen et al. 2012). Voor het kwaliteitselement vis wordt de EKR berekend aan de hand van de aanwezigheid van kenmerkende soorten, de abundantie per soort en de biomassa (kilogrammen per hectare).

De KRW kent een zesjaarlijkse rapportageverplichting, waarbij de status van de waterlichamen aan de Europese Unie dient te worden gerapporteerd. In 2014 is de status voor het laatst gerapporteerd. Om aan deze rapportageplicht te voldoen voert waterschap Noorderzijlvest daarom jaarlijks vismonitoring uit (zie kader Monitoring), in samenwerking met sport- en beroepsvisserij.

De toestand van elk waterlichaam wordt vastgelegd en gerapporteerd in gestandaardiseerde factsheets, welke in geaggregeerde vorm aan de Europese Unie worden overlegd. Daarnaast zijn van elk waterlichaam achtergronddocumenten opgesteld, die als onderbouwing bij de factsheets dienen. Toestandsbeoordelingen, achtergronddocumenten en overige actuele informatie omtrent de KRW bij waterschap Noorderzijlvest is beschikbaar op:

https://www.noorderzijlvest.nl/regel-infobalie/meer-info-pagina/kaderrichtlijn-water/

 Visstandbeheer door waterschap Noorderzijlvest  

3.1 Visie op visstandbeheer

De visstand is binnen de KRW een van de biologische kwaliteitselementen waarop de ecologische kwaliteit van het water wordt beoordeeld. Om een ecologisch gezonde visstand te bereiken en in stand te houden, geldt dat:

  • -

    Vissen onbelemmerd tussen verschillende leefgebieden moeten kunnen migreren, zowel tussen zoet en zout als in het zoete binnenwater.

  • -

    Er goede leef-, verblijf- en voortplantingsmogelijkheden voor vis in het beheergebied aanwezig moeten zijn (structuurdiversiteit).

  • -

    De chemische toestand van het water en de waterbodems in het beheergebied geen onnatuurlijke beperkende factor is voor vis om voort te planten, op te groeien of te verblijven.

  • -

    De visserij geen beperkende factor is voor een kenmerkende duurzame gevarieerde visstand met een evenwichtige populatieopbouw.

3.2 Waterkwaliteitsbeheer

Waterschap Noorderzijlvest is vanuit haar publiekrechterlijke taak verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer in het beheergebied. Om aan de verplichtingen vanuit het waterkwaliteitsbeheer te voldoen, heeft het waterschap de bevoegdheid om maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit uit te voeren. Deze maatregelen zijn onder te verdelen in bronmaatregelen (nutriëntenstromen), systeemmaatregelen (draagkracht watersysteem) en interne maatregelen (maatregelen die ingrijpen op het voedselweb). Deze maatregelen worden via de Kaderrichtlijn Water.

 

Kader: Vis en waterkwaliteit

De Nota Visbeleid van waterschap Noorderzijlvest geeft de kaders voor het visbeleid en visstandbeheer. Een gezonde, gevarieerde en natuurlijke visstand hoort bij een goede waterkwaliteit. Een goede waterkwaliteit is van breder belang dan alleen vanuit de visstand, omdat deze ook bijdraagt aan de volksgezondheid (ecologisch gezond water is ook voor mensen van belang, bijvoorbeeld als zwemwater), recreatie, landschap en natuur (bijvoorbeeld Natura 2000). Waterschap Noorderzijlvest is binnen het beheergebied waterkwaliteitsbeheerder. De Kaderrichtlijn Water (KRW) is het belangrijkste juridische kader op het gebied van de waterkwaliteit. Noorderzijlvest is verantwoordelijk voor het (uiterlijk in 2027) behalen van de waterkwaliteitsdoelen zoals die op basis van de KRW zijn afgesproken. Ook voor de visstand zijn op basis van de KRW doelen gesteld.

Een goede visstand voldoet volgens de eisen uit de KRW aan een aantal voorwaarden die per watertype kunnen verschillen. In ieder geval is een soortenrijke, evenwichtige visstand met een gezonde leeftijdsopbouw (zowel jonge als volwassen vissen) aanwezig. Er zijn niet één of enkele soorten aanwezig die de visstand domineren. De visstand heeft geen aantoonbare negatieve effecten op waterkwaliteitsparameters als doorzicht of waterplantenbegroeiing.

Om de kwaliteit van de visstand te verbeteren heeft waterschap Noorderzijlvest de afgelopen jaren veel maatregelen getroffen. Denk aan de aanleg van vispassages in de zeegemalen, (zie het kader ‘Vismigratie’), het aanleggen van natuurvriendelijke oevers die dienen als paai- en opgroeigebied, een aangepast beheer en onderhoud (buiten de paaiperiode) en het verbeteren van de waterkwaliteit in het algemeen. Ook past het waterschap vooruitstrevende vormen van vismigratievoorzieningen toe. Zo zijn in het Groote Diep bij Lieveren betonnen vispassages vervangen door een reeks grindbanken die stapsgewijs het peilverschil opvangen. Het grind dient tevens als paaisubstraat voor vissoorten als rivierprik.

De kwaliteit van de visstand sturen we daarnaast door een geschikt visstandbeheer. Hierin spelen de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe, de beroepsvisserij en de andere partners op visgebied een belangrijke rol. Gezamenlijk maken we afspraken over de uitzet en het onttrekken van vis aan de watergangen. Daarbij is de zorg voor de waterkwaliteit een uitgangspunt.

 

Actief Biologisch Beheer (ABB)

Actief Biologisch Beheer (ABB) is een van de maatregelen die een waterbeheerder kan toepassen. ABB betreft een ingreep in de visstand die is bedoeld om een omslag van troebel naar helder water te forceren. In de praktijk betekent dit dat het benthivore (vissen die foerageren in en nabij de waterbodem) en het planktivore (vissen die zich voeden met plankton, zoals watervlooien) visbestand wordt uitgedund door middel van visonttrekking. Deze maatregel is alleen effectief in watersystemen waarin de nutriëntenbelasting al ver genoeg terug gebracht is om een omslag naar de heldere toestand mogelijk te maken. Op dit moment zijn er binnen waterschap Noorderzijlvest geen troebele watersystemen waarvoor dit het geval is. ABB wordt om deze reden niet toegepast binnen de planperiode van deze nota.

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest heeft geen toepassing van Actief Biologisch Beheer voorzien in deze planperiode.

 

Uitwerking

Waterschap Noorderzijlvest maakt als waterkwaliteitsbeheerder grondige afwegingen over de inzet van maatregelen voor verbetering van de (ecologische) waterkwaliteit. Het uitvoeren van Actief Biologisch Beheer dient in lijn met de Visserijwet 1963 ter toestemming aan de visrechthebbende te worden voorgelegd en kan alleen na instemming door de visrechthebbende worden toegepast. Ook in het geval de verplichting voor verkrijging van toestemming met invoering van de nieuwe Visserijwet komt te vervallen, zullen ingrijpende maatregelen, zoals ABB, alleen worden toegepast nadat uit haalbaarheidsonderzoek is gebleken dat de voorgestelde maatregel kansrijk is. Daarnaast zal nadrukkelijk afstemming worden gezocht met de visrechthebbende. 

 3.3 Onderzoek en monitoring

Onderzoek en monitoring met betrekking tot de visstand vindt plaats in relatie tot de Kaderrichtlijn Water en op basis van specifieke projecten.

 

Kaderrichtlijn Water

In de Kaderrichtlijn Water is een verplichting opgenomen voor het monitoren van de visstand in KRW-waterlichamen. Om hier invulling aan te geven wordt periodiek visstandonderzoek uitgevoerd. De verantwoordelijkheid voor dit visstandonderzoek ligt bij waterschap Noorderzijlvest. Het visstandonderzoek dient in elk KRW-waterlichaam minimaal eenmaal per 6 jaar te worden uitgevoerd. De frequentie waarmee monitoring wordt uitgevoerd kan zo nodig worden opgevoerd. In het Handboek Hydrobiologie (STOWA, 2010) zijn de standaardprocedures voor visstandbemonsteringen in KRW-waterlichamen opgenomen.

De KRW-monitoring wordt bij voorkeur gezamenlijk uitgevoerd door beroepsvissers, vrijwilligers van het monitoringsteam van de HSF en een medewerker van het waterschap. Op deze manier wordt op effectieve manier gebruik gemaakt van elkaars kennis en materialen. Het waterschap verzorgt de coördinatie van het onderzoek (planningen, ontheffingen, etc.). Daarnaast zorgt het waterschap voor uitwerking van de vangstgegevens.

 

Projectgebonden monitoring

Het waterschap voert projectgebonden en soortgerichte monitoring uit. Het waterschap verplicht zich deze monitoringsactiviteiten aan de huurder van het visrecht te melden. Het betreft hierbij enkel monitoring zonder ingrepen in de visstand. Uitgangspunt is daarom dat de huurder stilzwijgend zijn toestemming verleent. Voor overige monitoringsactiviteiten, waaronder soortverspreidingsonderzoek en onderzoek bij kunstwerken, zoekt het waterschap een geschikte partij. Daarbij bestaat de voorkeur voor samenwerking van deze partij met de beroepsvisserij. Op basis van vereiste expertise kan een andere partij worden aangeschreven. Dit is in de praktijk vaak het geval.

 

Werkwijze bij monitoringsonderzoek:

monitoringsactiviteiten worden conform het vismonitoringsplan uitgevoerd. Hierin staat de monitoringswijze beschreven die is gebaseerd op het Handboek Hydrobiologie:

  • -

    De omgang met vis bij beheer en onderhoud wordt omschreven in het beheer- en onderhoudsplan. Hierin wordt uitwerking gegeven aan de gedragscode Flora & Fauna van de Unie van Waterschappen.

  • -

    De resultaten van vismonitoring worden door het waterschap vastgelegd in PISCARIA en in een rapportage.

  • -

    De beroepsvisserij wordt zoveel mogelijk ingezet voor monitoringsactiviteiten. Er wordt ook gericht geprobeerd om de beroepsvissers werkzaamheden in de gesloten tijd voor de aalvisserij te geven.

 

Kader: monitoring

‘Blankvoorn 12… blankvoorn 14… blankvoorn 10…’ De voorns glijden in rap tempo vanuit de ton over de meetplank. Degene die turft kan het nauwelijks bijhouden. Het monitoringsteam is geconcentreerd aan het werk. KRW-monitoring in de praktijk: Hoe is de visstand? Welke soorten, welke aantallen?

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) verlangt inzicht in de ecologische kwaliteit van de oppervlaktewateren. De visstand is hierbij een van de graadmeters. Hoe gevarieerder het aantal vissoorten, des te beter. Ook het evenwicht tussen roofvissen en prooivissen is belangrijk. In een beek horen beekvissen, in een kanaal vissoorten die minder eisen stellen aan hun leefomgeving en in kustgebieden horen ook vissen die migreren tussen zoet en zout.

De visstandmonitoring gebeurt volgens vastgestelde methodes. Per jaar wordt een planning opgesteld. De wateren worden om de zes jaren afgevist met de zegen (een sleepnet dat door het water wordt getrokken) en elektrovisapparatuur (een schepnet dat is verbonden met een aggregaat en dat vissen tijdelijk verdooft). De vangst wordt op soort gebracht, gemeten, genoteerd en verwerkt in een rapport. Na verloop van jaren ontstaat zo niet alleen een goed beeld van de visstand per water maar ook inzicht in de ontwikkelingen. Komen er meer vissoorten of juist minder? Nemen de aantallen toe of af?

De meeste waterschappen besteden de monitoring uit aan gespecialiseerde bureaus. Zo niet de noordelijke waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest. Hier is het monitoringsteam actief dat bestaat uit de drie beroepsvissers uit de regio die een op monitoring gerichte maatschap hebben gevormd, medewerkers van het waterschap en een groep opgeleide vrijwilligers van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe.

Dit onderzoek in eigen beheer heeft grote voordelen. Het uitvoeren van onderzoek is voor de beroepsvissers een welkome aanvulling op hun werk en zijn zij minder afhankelijk van de palingvisserij. Bovendien hebben zij een grote kennis van de wateren in onze regio. De inzet van de federatie-vrijwilligers vergroot het draagvlak voor het waterbeheer. Hun betrokkenheid bij - en liefde voor - vis en water is enorm groot. In de loop der jaren is een hecht team ontstaan dat in het vroege voorjaar en late najaar in weer en wind lange dagen maakt langs de wateren in Groningen en Noord-Drenthe. Samen werkend aan een betere visstand en vooral genietend als bijzondere vissen de meetplank passeren, of dat nu een snoek van meer dan een meter is of een zeldzaam bittervoorntje van nog geen pink lang.

 

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest is verantwoordelijk voor de monitoring van de visstand in het kader van de KRW. In elk KRW-waterlichaam wordt minimaal eens per 6 jaar de ecologische waterkwaliteit gemonitord conform de geldende richtlijnen. Waterschap Noorderzijlvest voert daarnaast projectgebonden onderzoek uit.

 

Uitwerking

Het waterschap betrekt de hengelsportfederatie en de beroepsvisserij nadrukkelijk bij de monitoring van de visstand. Jaarlijks worden de plannen voor monitoringsactiviteiten (type onderzoek, locatie en opzet bij uitvoering) in het visoverlegplatform met sport- en beroepsvisserij besproken. Het waterschap voelt zich verantwoordelijk voor het op peil houden van de kennis bij de beroeps- en sportvisserij over monitoringstechnieken en vissoorten. Het waterschap biedt daarom ondersteuning door lezingen en het faciliteren van deelname aan cursussen. Jaarlijks worden hiervoor voorafgaand aan de start van de monitoring activiteiten georganiseerd.

3.4 Vismigratie

De Kaderrichtlijn Water verplicht waterbeheerders om doelen en maatregelen voor verbetering van de visstand op te stellen en te implementeren. Een belangrijke maatregel om tot een gezonde visstand te komen, is het opheffen van migratiebarrières zoals stuwen, gemalen en sluizen. Het oplossen van knelpunten in het watersysteem die de vismigratie belemmeren is daarnaast een verplichting die voortvloeit uit de Beneluxbeschikking vrije vismigratie. Het waterschap heeft de ambitie om voor een goede connectie tussen de kustwateren en de haarvaten te zorgen. Het herstel van de kansen voor vismigratie maakt prominent deel uit van deze ambitie. De vismigratiekaart van waterschap Noorderzijlvest is te vinden op de website www.noorderzijlvest.nl/ons-werk/vismigratie/

Het beleid van waterschap Noorderzijlvest ten aanzien van de aanleg van vispassages en de visveiligheid van gemalen is vastgelegd in de visie ‘Van Wad tot Aa’, die in 2006 is opgesteld samen met waterschap Hunze en Aa’s en de hengelsportfederatie. In de visie staat beschreven wat het waterschap op het gebied van vismigratie wil bereiken in de planperiode 2005-2015. Daarmee sluit deze visie aan op de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water en invulling gegeven aan de Beneluxbeschikking vrije vismigratie.

 

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest heeft zijn beleid met betrekking tot vismigratie en visveiligheid vastgelegd in de visie ‘Van Wad tot Aa’. 

 

Uitwerking

In de visie ‘Van Wad tot Aa’ is de beoogde aanpak met betrekking tot vismigratie en visveiligheid uitgebreid beschreven. Deze visie geldt als onderlegger bij voorliggende nota visbeleid.

In de visie ‘Van Wad tot Aa’ is een tweesporen beleid beschreven:

het eerste, algemene spoor is gericht op het tegengaan van een verdere achteruitgang van de vismigratiemogelijkheden (stand-still-beginsel) en het zoveel mogelijk benutten van kansen voor herstel bij bijvoorbeeld groot onderhoud, nieuwbouw of renovatie van kunstwerken. Dit spoor is in principe van toepassing op alle binnen het visiegebied liggende oppervlaktewateren en kunstwerken; het tweede spoor betreft de gebiedsgerichte uitwerking van de streefbeelden en is van toepassing op de in de visie ‘Van Wad tot Aa’ aangewezen prioritaire waterlopen en gebieden. Hiervoor zijn per deelstroomgebied de desbetreffende knelpunten in kaart gebracht, een prioritering aangegeven, mogelijke maatregelen (incl. kostenindicatie) en meekoppelingsmogelijkheden benoemd.

Het waterschap streeft bij het opheffen van migratieknelpunten in eerste instantie naar natuurlijke oplossingen en in tweede instantie naar technische oplossingen als vispassages. De aanpak van knelpunten dient zo veel mogelijk mee te liften met andere projecten, om optimaal gebruik te maken van subsidiemogelijkheden en cofinanciering. Hierdoor kan een flinke kostenbesparing worden bereikt. Daarnaast moeten de kansen om tijdens renovatiewerkzaamheden en nieuwbouw gelijktijdig vispassages aan te leggen zo goed mogelijk worden benut.

De hengelsportfederatie speelt een belangrijke rol binnen het thema vismigratie. De federatie creëert draagvlak en verzorgt de communicatie naar haar achterban. Daarnaast vormt de federatie een samenwerkingspartner met het waterschap. Er vindt gezamenlijk monitoring, beheer en onderhoud van vismigratievoorzieningen plaats. De hengelsportfederatie traint en coördineert hiervoor vrijwilligers.

 

 

 

 

 

Kader: Vismigratie bij Waterschap Noorderzijlvest

Voor een gezonde vispopulatie is het noodzakelijk dat vissen zich vrij door het watersysteem kunnen bewegen. Het kan gaan om migratie tussen winter- en zomerleefgebieden binnen hetzelfde watersysteem, migratie tussen watersystemen (bijvoorbeeld migratie tussen een polder of bovenloop waar in het voorjaar wordt gepaaid en een diep boezemwater waar de winter wordt doorgebracht). Of in het geval van soorten zoals Paling en Driedoornige stekelbaars zelfs tussen het zoete water en de zee. In alle gevallen geldt: de verbinding tussen systemen is cruciaal, omdat anders de levenscyclus niet kan worden voltooid. Vrije vismigratie is daarom een belangrijke speerpunt bij waterschap Noorderzijlvest.

Het beleid van Noorderzijlvest (bestuurlijk bekrachtigd door vaststelling van de Visie Vismigratie ‘Van Wad tot Aa’ door het Algemeen Bestuur van Waterschap Noorderzijlvest) is dat we geen nieuwe obstakels voor vismigratie opwerpen. Bestaande obstakels worden zo veel mogelijk weggenomen. Het uitgangspunt is daarbij, dat we kiezen voor een zo natuurlijk mogelijke oplossing. Liever een stuw verwijderen dan een vispassage bouwen, en als dat toch moet liever een natuurlijke bekkenvispassage dan een technisch ingewikkelde Vermeeren-vistrap. In 1992 werd bij Noorderzijlvest de eerste vispassage aangelegd: In gemaal ‘Den Deel’ is door eigen medewerkers van het waterschap een vispassage gebouwd. Al in 1989 zijn bekkenvispassages gemaakt in het Peizerdiep. Inmiddels zijn bij waterschap Noorderzijlvest 54 vismigratieknelpunten opgelost. In 2014 zijn de zeegemalen Drie Delfzijlen, Noordpolderzijl en Spijksterpompen vispasseerbaar gemaakt, mede dankzij een bijdrage van het Waddenfonds (Ruim Baan voor Vissen). Nog eens 42 bestaande knelpunten worden de komende jaren aangepakt.

De werking van een vispassage komt nauw. Het is daarom belangrijk om na de aanleg van een vispassage via monitoring te controleren of deze ook echt werkt. Het is daarom beleid bij Noorderzijlvest om na realisatie de passage te monitoren. Daarbij werken we nauw samen met de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe. De rol van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe is een belangrijke: de leden van de federatie zijn onze ogen en oren in het veld!

Dat het oplossen van migratieknelpunten werkt bewijst de waarneming van een trekkende Winde: op 26 maart 2012 is het 42 cm lange dier in het Peizerdiep nabij Roden (Sterrebos) gevangen en voorzien van een zender. Op 8 juni 2014 is de vis waargenomen in de Hunze, nabij Gasselternijveen. Deze Winde heeft een afstand van minimaal 50 km afgelegd, onder meer door de stad Groningen (zie kaartje ter illustratie, exacte route is onbekend). Zonder goed werkende vispassages was dit niet mogelijk geweest!

Kaart: ter illustratie een migratieroute van een gezenderde Winde. Deze vis legde minimaal 50 km af: vispassages werken!

 

 3.5 Onderhoud

De functies van wateren binnen het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest variëren sterk. Ze kunnen een waterafvoerende of waterbergende functie hebben, maar ook een functie voor recreatie zoals zwemmen, vissen en varen. Het waterschap onderhoudt de watergangen primair vanuit waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit. De Waterwet is hierin het leidende kader.

Beleidslijn

Waterschap Noorderzijlvest onderhoudt watersystemen primair vanuit waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit

 

Uitwerking

Het waterschap is primair verantwoordelijk voor het onderhoud aan watergangen. Bij onderhoud aan watergangen worden de Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen en werkprotocollen gehanteerd. Graskarpers worden niet ingezet om de vegetatie in watergangen te onderhouden. In overleg met de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe kunnen afspraken worden gemaakt over oevertrajecten waar de federatie zelf onderhoud mag plegen. 

 3.6 Recreatief medegebruik

Sportvissers op en rond de wateren in beheer van waterschap Noorderzijlvest zijn afhankelijk van goed bereikbare en onderhouden oevers en visstekken. Er bestaat geen beleid binnen het waterschap ten aanzien van recreatief medegebruik. De toegang voor de visserij tot de maaipaden van het waterschap is via de Keur en de huurovereenkomst geregeld. Een beleidsvoornemen van het waterschap is om de sportvisserij zelf visstekken te laten onderhouden. Dit past binnen het reeds geïmplementeerde beleid zoals beschreven in de notitie ‘Werken met groenblauwe diensten’. Om de visstekken zelf te onderhouden, dient de betreffende hengelsportvereniging een verzoek in te dienen bij de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe. De federatie benadert vervolgens waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap en de federatie stellen samen een ‘kwalitatieve verplichting’ op met randvoorwaarden waaronder het onderhoud plaats mag vinden. Het onderhouden van visstekken door de sportvisserij is geheel vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Dit dient in de kwalitatieve verplichting te worden opgenomen. Meer informatie over Groen-Blauwe Diensten is te verkrijgen op:

https://www.noorderzijlvest.nl/organisatie/waterinnovatie/groenblauwe-diensten/

 

Beleidslijn

Recreatief medegebruik voor bereikbaarheid van visstekken langs de watergangen en schouwpaden van het waterschap wordt toegestaan, zolang dat geen belemmering is voor de dagelijkse werkwijze van het waterschap en zolang dat niet leidt tot conflicten met terreinbeheerders en/of particulieren.

 

Uitwerking

Het waterschap houdt bij het uitoefenen van zijn (onderhouds)taken wel rekening met de belangen van de sportvisserij. Het waterschap legt zelf echter geen voorzieningen aan ten behoeve van de sportvisserij. Het waterschap faciliteert waar dat kan de aanleg van steigers en andere voorzieningen door de hengelsportfederatie indien hiervoor verzoeken worden ontvangen. Honorering van het verzoek is afhankelijk van twee aspecten:

Recreatief medegebruik mag geen belemmering vormen voor het beheer en onderhoud dat noodzakelijk is voor de primaire waterhuishoudkundige functie van het eigendom; Het gebruik mag niet conflicteren met de toegekende functie van de beoogde locatie

Het waterschap is bezig met het opstellen van een beleidsvoorstel om de hengelsportfederatie de mogelijkheid te geven om onderhoud van visstekken uit te voeren. Deze optie past binnen het reeds geïmplementeerde beleid zoals beschreven in de notitie ‘Werken met groenblauwe diensten’. Er worden afspraken met de hengelsportfederatie gemaakt over de trajecten waarvoor het onderhoud zelf wordt uitgevoerd. Per traject zal dit in een kwalitatieve overeenkomst worden vastgelegd.

 3.7 Exoten

De visstand verandert geleidelijk. Een van de invloeden is de opkomst van invasieve uitheemse vissoorten. De afgelopen jaren worden er in Nederland in toenemende mate Pontokaspische grondels waargenomen. Dit zijn uitheemse vissoorten, die onnatuurlijk hoge dichtheden kunnen bereiken en daardoor inheemse vissoorten kunnen verdrukken. De snel oprukkende uitheemse vissoorten worden ook wel aangeduid als invasieve exoten. In het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest zijn deze grondels nu nog zeldzaam, maar ze zullen in de toekomst zeker toenemen. Enkel waar deze soorten tot problemen leiden (zoals in zeer kwetsbare gebieden voor vissen en amfibieën), en alleen als bestrijding effectief is, zullen maatregelen volgen. Deze maatregelen zullen in nauw overleg met de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe worden genomen.

Beleidslijn

Invasieve uitheemse vissoorten zullen alleen worden bestreden wanneer de soort problemen veroorzaakt en wanneer bestrijding effectief wordt geacht. 

 

Uitwerking

De aanwezigheid van invasieve uitheemse vissoorten wordt gevolgd via de periodieke KRW-bemonsteringen en project gebonden monitoring. Indien de waarnemingen daar aanleiding toe geven zal worden bekeken of maatregelen ter bestrijding zinvol worden geacht. In overleg met Hengelsportfederatie Groningen Drenthe zullen passende maatregelen worden geformuleerd.

Visserijbeheer

De kwaliteit van het watersysteem en de visserij kunnen de soortenrijkdom, soortensamenstelling en leeftijdsopbouw van de visstand beïnvloeden. Omgekeerd kan de omvang en samenstelling van de visstand de waterkwaliteit en het ecologisch functioneren van een watersysteem beïnvloeden. Het visserijbeheer dat door de visrechthebbenden gevoerd wordt, heeft daardoor invloed op zowel de visstand als de waterkwaliteit.

Het waterschap biedt ruimte aan een passend visserijbeheer door de sport- en beroepsvisserij als het visserijbeheer verantwoord wordt uitgevoerd. Met andere woorden:

  • -

    Voor zover dit past binnen het visstandbeheer.

  • -

    Als het visserijbeheer duurzaam is.

  • -

    Als het visserijbeheer niet ten nadele komt van het behalen van de waterkwaliteitsdoelstellingen.

Voor de uitvoering van visserij zijn de Visserijwet 1963, de algemene voorwaarden bij de Vispas en/of de kleine Vispas, en de voorwaarden uit de verhuurovereenkomst en eventuele aanvullende voorwaarden van de visrechthebbende van toepassing. In aanvulling op deze voorwaarden gelden de onderstaande bepalingen benoemd in de volgende paragrafen.

 

4.1 Visserijbeheer

Visserijbeheer is het planmatig voorbereiden en uitvoeren van visserij en van maatregelen om de visstand te optimaliseren. Maatregelen zijn onder meer het uitzetten van vis, het opstellen van visplannen en de regulering van de visserij door het opstellen en handhaven van regels en beheerplannen (o.a. Aalbeheerplan). Onder visserijbeheer worden ook de maatregelen verstaan die gericht zijn op het beïnvloeden van de toegankelijkheid en de bevisbaarheid van het water. Het gevoerde visserijbeheer moet voldoen aan de geldende wettelijke voorwaarden en mag niet strijdig zijn met de doelen en de maatregelen die op basis van ecologische waterkwaliteit (zowel KRW als in algemene zin), de visstand en de hydrologische functie voor het water gelden. Het visserijbeheer moet zo goed mogelijk aansluiten bij het visstandbeheer. Om dit te waarborgen neemt de huurder van het visrecht, samen met het waterschap, zitting in een visoverlegplatform (4x per jaar ambtelijk overleg, aangevuld met 2x per jaar bestuurlijk overleg: zie hoofdstuk 5).

 

4.2 Visserij 

De visserij in het beheergebied van het waterschap bestaat uit zowel sport- als beroepsvisserij. In beginsel zijn voor alle wateren van het waterschap de visrechten verhuurd. Er mag echter niet in alle wateren gevist worden. Hiermee wordt onder andere voorkomen dat kleinere watergangen, die ecologisch zeer waardevol kunnen zijn, teveel onder druk komen te staan. Er mag alleen worden gevist in die wateren die zijn opgenomen in de Landelijke Lijst van Viswateren die behoort tot de VISpas en op de huidige viskaart van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe (verkrijgbaar via de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe).

Beleidslijn

Er mag alleen worden gevist in die wateren die zijn opgenomen in de Landelijke Lijst van Viswateren en op de huidige viskaart van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe; De beroepsmatig te bevissen wateren zijn benoemd in de toestemmingen aan de beroepsvissers.

 

Uitwerking

De hengelsportfederatie verleent toestemming aan de beroepsvisserij voor de visserij op aal en behoud van bijvangst aan wolhandkrab onder voorwaarde dat de visserij wordt uitgevoerd met in achtneming van de bepalingen uit de geldende wet- en regelgeving. Het waterschap heeft in de huurovereenkomst met de hengelsportfederatie opgenomen dat het waterschap de vergunningaanvragen van de beroepsvisserij mede beoordeelt. In de Keur en de huurovereenkomst van de hengelsportfederatie is opgenomen dat de beroepsvisserij niet mag vissen binnen een afstand van 50 m bij waterschapskunstwerken, waaronder vismigratievoorzieningen. De afstandseisen in de Visserijwet hebben alleen betrekking op Rijkskunstwerken. Daarnaast mag de beroepsvisserij bij uitoefenen van visserijactiviteiten:

Geen hinder toebrengen aan de waterstroom en/of de scheepvaart. De vrije vismigratie niet belemmeren. Geen schade toebrengen aan vissoorten die geen onderdeel uitmaken van de vergunning.

Het waterschap heeft tot doel om beperkingen met betrekking tot de visserij in de Keur vast te leggen. De bijbehorende bepalingen zullen in het visbeleid (publiekrechtelijk) worden beschreven.

Voor sportvissers gelden de voorwaarden die zijn opgenomen in de Landelijke Lijst van Viswateren die een onderdeel is van de VISpas. Sportvissers zijn onder meer verplicht gevangen aal en karper onmiddellijk terug te zetten en dienen zich te houden aan diverse gedragsregels. Bij niet naleven van de voorwaarden worden sportvissers geacht zonder VISpas te vissen en zijn zij krachtens de Visserijwet in overtreding.

4.3 Visstandonderzoek

De visrechthebbende heeft de mogelijkheid om zelfstandig visstandonderzoek uit te voeren. Omdat de uitvoering van visstandonderzoek ook tot het takenpakket van het waterschap behoort, vanuit haar verantwoordelijkheid voor het visstandbeheer, moet visstandonderzoek door de visrechthebbende bij het waterschap gemeld worden. Daarnaast is het wenselijk dat de resultaten van het onderzoek aan het waterschap beschikbaar worden gesteld.

Beleidsregel

De visrechthebbende heeft, na melding bij het waterschap, de mogelijkheid om zelfstandig visstandonderzoek uit te voeren.

 

Uitwerking

Afstemming van visstandonderzoek met het waterschap kan plaatsvinden tijdens het visoverlegplatform. Het zelfstandig uitvoeren van visstandonderzoek door de visrechthebbende is voor eigen rekening en valt onder de verantwoordelijkheid van de visrechthebbende.

 4.4 Uitzet

Het aanwezige visbestand is een resultante van de waterkwaliteit en de inrichting van het water. Een goede, gezonde en evenwichtige visstand zou zichzelf daarbij in stand moeten kunnen houden. Uitzetting van vis in wateren onder beheer van het waterschap is daarom in principe niet toegestaan. Als blijkt dat de visstand zichzelf niet in stand kan houden, dienen de waterbeheerder en de visrechthebbende de achterliggende oorzaken te achterhalen en deze structureel en op een duurzame wijze op te lossen. Indien dit niet mogelijk blijkt, kan worden overwogen om de visstand door middel van uitzettingen te ondersteunen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn:

  • -

    Na calamiteiten.

  • -

    Bij herpopulatie van herstelde gebieden met inheemse vissoorten.

  • -

    Bij verplaatsing van vis binnen het beheergebied in verband met wijzigingen in de inrichting van het watersysteem.

Uitzettingen zijn alleen toegestaan als deze niet strijdig zijn met doelstellingen voor het betreffende watersysteem (bijvoorbeeld vanuit KRW). Hierbij mogen de uitzettingen niet leiden tot een meetbare achteruitgang van of aan de uitzetting te herleiden negatieve invloed op de ecologische toestand van het systeem. Voordat tot een uitzetting van vis wordt overgegaan, dient dit met het waterschap te worden overlegd. De initiatiefnemer van de uitzetting dient middels objectief onderzoek aannemelijk te maken dat een uitzetting niet leidt tot een waterkwaliteitsverslechtering of tot aantasting van doelen of functies van het betreffende water of aangesloten watersystemen. Voorafgaand aan de uitzetting dient het waterschap een verklaring van geen bezwaar van het dagelijks bestuur (DB) te hebben afgegeven. Het waterschap kan aan deze verklaring van geen bezwaar aanvullende eisen (zoals monitoring) verbinden.

 

Beleidsregel

De uitzet van vis is alleen toegestaan als de visstand, ook na maatregelen, zichzelf niet duurzaam in stand kan houden, indien het een binnen het beheergebied inheemse vissoort betreft en indien de uitzet niet in strijd is met de functies en doelstellingen voor het betreffende watersysteem en aangesloten wateren.

Voor een uitzetting is een verklaring van geen bezwaar van het DB van het waterschap nodig.

 

Uitwerking

Het voornemen tot visuitzettingen dient door visrechthebbenden te worden opgenomen in het visstandbeheerplan. De nadere invulling van dit voornemen moet worden vastgelegd in een uitzetplan. In het plan moet de uitzet (ecologisch) onderbouwd worden. Voor uitzet van karper geldt een meldings- en onderzoeksplicht. De initiatiefnemer heeft de verplichting om te laten onderzoeken of de uitzet nadelige gevolgen kan hebben voor het ecologisch functioneren van het watersysteem. Hierbij moet onder meer gekeken worden naar de effecten op KRW-doelen, effecten op de waterkwaliteit (inclusief andere kwaliteitselementen zoals macrofauna), algemene ecologische parameters, waterkwantiteitsbeheer en waterveiligheid. Het waterschap en de hengelsportfederatie beoordelen het uitzet verzoek, waarbij het oordeel van het waterschap doorslaggevend is. De herintroductie van exoten (inclusief graskarpers) is verboden. Voor uitzet van aal door de beroepsvisserij geldt een meldingsplicht. Uitzet van aal mag alleen plaatsvinden na verkrijging van toestemming van de visrechthebbende en instemming van het waterschap. Voor de verkrijging van toestemming moet, conform het afgesloten aalbeheerplan, worden doorgegeven op welke locatie de uitzet beoogd wordt, hoeveel alen het betreft, in welk levensstadium de alen zich bevinden (glasaal of pootaal) en wat de herkomst van deze alen is. Bij eventuele uitzet ten behoeve van herpopulatie van een bestaand bestand of herintroductie van een verdwenen vissoort worden de IUCN-richtlijnen voor uitzet gehanteerd.

 4.5 Onttrekking

Voor de onttrekking van vis zijn de landelijke kaders, zoals vastgelegd in de Visserijwet 1963 en in de aanvullende bepalingen, van toepassing. Daarnaast kunnen door de huurder van het visrecht aanvullende voorwaarden gesteld worden die van toepassing zijn op de gebruikers van het visrecht. Onttrekking door de visrechthebbende mag niet resulteren in zodanige wijzigingen in de omvang en samenstelling van het visbestand dat ecologische doelen niet meer gehaald worden. Daarnaast mag de inzet van vangtuigen voor onttrekking niet leiden tot belemmeringen voor vismigratie.

 

Sportvisserij

De onttrekking van aal en karper door sportvissers is volgens de voorwaarden bij de Vispas niet toegestaan. Door dit onttrekkingsverbod levert de sportvisserij een vrijwillige bijdrage aan het aalherstel. Gevangen aal/paling dient onmiddellijk in hetzelfde water te worden teruggezet. Voor de onttrekking van overige vissoorten door de sportvisserij gelden minimummaten en gesloten perioden die zijn opgenomen in de voorwaarden van de VISpas en in de Visserijwet 1963 en bijbehorende regelingen en bepalingen. De onttrekking van door de Flora- en Faunawet beschermde vissoorten is niet toegestaan.

 

4.6 Beroepsvisserij

De beroepsvisserij in het beheergebied van het waterschap onttrekt aal en wolhandkrab. Vanwege de slechte staat van instandhouding van de aal, zijn landelijke herstelmaatregelen ingevoerd. Deze zijn vastgelegd in het Nederlandse Aalbeheerplan. Bij de onttrekking van aal moet rekening worden gehouden met deze maatregelen. In het actuele aalbeheerplan is een gesloten tijd voor aalvistuigen opgenomen. Deze gesloten tijd loopt van september tot en met november.

Daarnaast wordt in het Regionale Aalbeheerplan (‘Duurzaam Aalbeheer in de regio Groningen - Noord Drenthe’; Klein Breteler, 2013) mogelijkheden voor een duurzaam regionaal aalbeheer (instandhouding, ontwikkeling, verbetering) onderzocht door de hengelsportfederatie, waterschap Noorderzijlvest, waterschap Hunze en Aa’s en de betrokken beroepsvissers. In het visplan van het Lauwersmeer dient de beroepsvisserij met aalvisrechten onder meer aan te geven op welke wijze en met welke inspanning zij haar visserij op aal wenst uit te voeren.

 

De hengelsportfederatie hanteert een passieve constructie gericht op afbouw van de aalvisserij in Groningen. De constructie houdt in dat er geen nieuwe bedrijven worden toegelaten, maar dat de rechten van het beroep in stand blijven.

  

Beleidsregel

Op de onttrekking van vis zijn de landelijke voorwaarden zoals vastgelegd in de Visserijwet van toepassing. Voor de sportvisserij gelden daarnaast de voorwaarden bij de VISpas.

Onttrekking van vis mag niet leiden tot aantasting van de functies en doelstellingen voor het betreffende watersysteem en aangesloten wateren.

 4.7 Visstandbeheerplan  

Beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Voor de wateren anders dan het Lauwersmeer, heeft het waterschap Noorderzijlvest geen verplichting in de privaatrechtelijke overeenkomsten aan Hengelsportfederatie Groningen Drenthe opgenomen voor het opstellen van een visplan. Alle zaken omtrent het gebruik, beheer en monitoring van de visstand wordt ter sprake gebracht tijdens het visoverlegplatform. In paragraaf 5.1 wordt hier nader op ingegaan.

 

Lauwersmeer

Het waterschap en de visrechthebbenden werken binnen de Visstandbeheercommissie (VBC) Lauwersmeer samen. Vanuit het Ministerie van Economische Zaken is de visrechthebbende verplicht gesteld om een visstandbeheerplan op te stellen voor het betreffende water of gebied. Het visplan beschrijft het huidige en voorgenomen visserijbeheer en de daarop afgestemde visserij door de sport- en beroepsvisserij in het VBC-beheergebied. Het visplan betreft een groeidocument dat zich voornamelijk richt op duidelijke afspraken met betrekking tot de uitvoering van de visserij, het verkrijgen van (betrouwbare) gegevens en controle van de gemaakte afspraken. Indien nodig zal het plan elk jaar worden bijgesteld en aangevuld zodat in de loop der tijd een volwaardig visplan ontstaat. Bijstelling van het visplan gebeurt uitsluitend na schriftelijke instemming van alle betrokkenen.

Het visstandbeheerplan heeft tot doel om tot een gezamenlijk en efficiënt visstandbeheer te komen in relatie tot waterkwaliteitsbeheer en visserij in het Lauwersmeer. Door middel van deze samenwerking wil het waterschap alle kennis over vis, visstand en visecologie binnen de twee organisaties optimaal benutten en tot een breed gedragen visstandbeheerplan komen. Hiermee wordt ook een basis gelegd voor het gezamenlijk werken aan het bereiken van de doelen voor de Kaderrichtlijn Water. Het visstandbeheerplan dient in lijn te liggen met de geldende wettelijke kaders en bepalingen, waaronder de doelstellingen geformuleerd vanuit de Kaderrichtlijn water. De hengelsport en de beroepsvisserij dienen zich aan dit visstandbeheerplan te houden. In 2013 is het eerste visstandbeheerplan in concept gereed gekomen.

In het huidige visstandbeheerplan zijn de volgende onderdelen beschreven:

  • 1.

    De huidige situatie gebied en beleid;

  • 2.

    De huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand;

  • 3.

    De gewenste situatie en streefbeelden;

  • 4.

    De voorgenomen maatregelen;

  • 5.

    De toetsing van voorgenomen maatregelen;

  • 6.

    Eventuele uitvoeringsprogramma’s.

 

Beleidslijn

De gebruikers van het visrecht op het Lauwersmeer zijn verplicht om het visstandbeheer in overleg met de betrokken partijen (waterschap, sportvisserij, beroepsvisserij en terreinbeheerders) vorm te geven.

 

Uitwerking

De gebruikers van het visrecht op het Lauwersmeer nemen samen met de overige betrokken partijen (waterschap, sportvisserij, beroepsvisserij en terreinbeheerders) zitting in de VBC Lauwersmeer. Binnen de VBC worden afspraken vastgelegd in het visplan. Aangezien het Lauwersmeer een Rijkswater is, geldt voor het Lauwersmeer de verplichting vanuit de Rijksoverheid om het visstandbeheer vast te leggen in een visplan. Voor de overige waterschapswateren worden afspraken gemaakt binnen het visoverlegplatform.

Op dit moment wordt een aanpassing van de Visserijwet voorbereid. De Staatssecretaris van EZ heeft aangegeven dat zij voornemens is om de verplichting tot het opstellen van een visplan voor de Rijkswateren te laten vervallen. In plaats daarvan zou verplicht gesteld worden om periodiek informatie over uitzettingen en onttrekkingen te verstrekken. Dit hoeft echter niet langer in de vorm van een visplan.

 4.8 Nieuwe visserijwet

Naar verwachting zal in 2016 de aangepaste Visserijwet in werking treden. In het kader van deze aanpassing wordt een toetsingskader voor beoordeling van de onttrekking en uitzet van vis opgesteld. De vorm en inhoud van het toetsingskader zijn nog niet bekend. Het is wel bekend dat de nieuwe Visserijwet de toetsing van de onttrekking en uitzet bij het waterschap neerlegt.

Het waterschap wil de benutting van de visstand en het aalbeheer verduurzamen. Bij deze verduurzamingsslag zal worden voorgesorteerd op de aanpassing van de Visserijwet.

 

Beleidslijn

Bij invoering van de nieuwe Visserijwet zal de toetsing van de onttrekking en uitzet naar verwachting onder verantwoordelijkheid van het waterschap vallen

 

Uitwerking

Om toezicht te kunnen houden op uitzet en onttrekking van vis zal het waterschap een verplichting tot registratie van onttrekkingen invoeren in haar beheergebied. Bij het van kracht worden van de nieuwe Visserijwet moet mogelijk een systeem voor vangstregistratie in werking zijn. Voor zowel de sport- en beroepsvisserij zal in dat geval de verplichting gaan gelden om een functioneel registratiesysteem te gaan gebruiken.

In het beheergebied van het waterschap geldt, m.u.v. de beroepsvisserij in het Lauwersmeer, nog geen vangstregistratieverplichting voor de beroeps- en sportvisserij. In de toestemmingen aan de beroepsvissers is al wel als voorwaarde opgenomen dat op verzoek inzage in de onttrekking van aal dient te worden geven. De onttrekkingen door de beroepsvisserij uit het Lauwersmeer worden momenteel al verplicht geregistreerd en getoetst. Dit in verband met de verplichtingen binnen VBC Lauwersmeer en het bijbehorende visplan (zie paragraaf 4.6.2). De onttrekking uit het Lauwersmeer wordt getoetst aan de hand van het landelijke toetsingskader voor visplannen.

Indien de nieuwe visserijwet een registratiesysteem voor sportvissers verplicht stelt, zullen waterschap Noorderzijlvest en de hengelsportfederatie gezamenlijk bepalen op welke wijze hier invulling aan wordt gegeven.

 4.9 Controle en handhaving

Als huurder van het visrecht is het de taak van de Hengelsportfederatie om, samen met de politie, toezicht te houden op de naleving van de regels door sportvissers. Deze regels zijn vastgelegd in de Visserijwet, in de voorwaarden van de Vispas en eventueel in de voorwaarden van lokale vergunningen van hengelsportverenigingen. Controle en handhaving van deze regels wordt uitgevoerd door ‘groene’ Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA’s) en BOA’s in dienst van de hengelsportfederatie. Ook houden circa 50 federatiecontroleurs toezicht op de sportvisserij. Het waterschap ziet toe op naleving van de huurovereenkomst. Daarnaast vindt afstemming met betrekking tot handhaving plaats via het overleg met ‘groene’ BOA’s. Het waterschap handhaaft de bepalingen die zijn opgenomen in de Keur.

Waterschap Noorderzijlvest en Hengelsportfederatie Groningen Drenthe streven naar een betere aansluiting op het gebied van handhaving tussen beide partijen. Het waterschap en de hengelsportfederatie stemmen middels periodieke overleggen tussen de handhavers en vergunningverleners van beide organisaties nader af hoe om wordt gegaan met controle en handhaving van overtreding van de wet- en regelgeving met betrekking tot visserij. Hierbij kunnen afspraken gemaakt worden over onder andere gecoördineerde handhavingsacties met betrekking tot de sportvisserij en de aanpak van stroperij. Hiermee wordt voorgesorteerd op de verschuiving van handhavingstaken in de richting van de waterschappen die in het kader van de aanpassing van de Visserijwet verwacht wordt.

Beleidslijn

De huurder van het visrecht is verantwoordelijk voor het houden van toezicht op de naleving van de regels door sportvissers.

 

Uitwerking

De handhavers van de hengelsportfederatie en het waterschap stemmen hun werkzaamheden middels periodiek overleg af. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden tijdens het visoverlegplatform. Hier worden afspraken gemaakt over controle en handhaving om overtreding van de regels door individuele sportvissers en stropers zoveel mogelijk te voorkomen.

Naar verwachting zal er bij de invoering van de nieuwe Visserijwet hogere druk op de handhaving komen. Op dit moment is het echter nog niet duidelijk of bij invoering van de nieuwe Visserijwet ook de handhavingstaken zullen wijzigen. Het is tot op heden niet duidelijk wie bevoegd gezag zal zijn en wie daarmee handhavend op kan treden. De Unie van Waterschappen wil het waterschap als bevoegd gezag laten aanwijzen. Indien er door de nieuwe Visserijwet bepaalde handhavingstaken onder verantwoording van het waterschap komen te staan, zullen er met de hengelsportfederatie nieuwe afspraken gemaakt moeten worden waarna deze ook in de huurovereenkomst moeten worden vastgelegd.

 Communicatie en overleg

Het waterschap Noorderzijlvest vindt het belangrijk om goed samen te werken en nauwe banden te onderhouden met de huurder van het visrecht (Hengelsportfederatie Groningen Drenthe) en met de beroepsvisserij. Omdat de partijen veel met elkaar samenwerken, is het belangrijk om afspraken te maken over de communicatie tussen de partijen. Voor het overleg op hoofdlijnen vormt het visoverlegplatform de basis. Het overleg tussen waterschap en andere belanghebbenden bij vis omtrent het Lauwersmeer is ondergebracht in een visstandbeheercommissie (VBC).

5.1 Visoverlegplatform

Waterschap Noorderzijlvest en de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe vormen samen het visoverlegplatform. Het doel van dit platform is om het visstand- en visserijbeheer en waterkwaliteitsbeheer zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten en hier op ambtelijk en op bestuurlijk niveau duidelijke afspraken over te maken. Buiten de overleggen van het platform organiseert de federatie minimaal een maal per jaar een overleg met de beroepsvissers, waarvoor ook het waterschap wordt uitgenodigd.

 

Uitwerking

De initiator van het visoverlegplatform is de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe. Waterschap Noorderzijlvest sluit aan. De basis voor onderling overleg tussen het waterschap en de Hengelsportfederatie bestaat uit gestandaardiseerd overleg: 4 maal per jaar vindt ambtelijk overleg plaats, 2 maal per jaar bestuurlijk overleg. Deze overleggen richten zich op lopende zaken en communicatie hierover naar de buitenwereld.

Tijdens het overleg worden zaken omtrent het gebruik, beheer en monitoring van de visstand besproken en worden afspraken gemaakt over controle en handhaving. Zo worden jaarlijks de plannen voor monitoringsactiviteiten (type onderzoek, locatie en opzet bij uitvoering) in het visoverlegplatform met sport- en beroepsvisserij besproken. Daarnaast richt de onderlinge communicatie zich onder andere op de volgende onderwerpen:

Visstandbeheerplatform. Beheer en onderhoud watergangen. VBC Lauwersmeer. Projecten.

vormgeving van regionaal aalbeheer. Hiervoor wordt in samenwerking met waterschap Hunze en Aa’s een verkenning uitgevoerd binnen het programma Ruim Baan voor Vissen. Doel hiervan is om uiteindelijk maatregelen voor duurzame benutting van aal te nemen.

 

Afstemming met de provincie

In de huidige situatie is de provincie geen bevoegd gezag met betrekking tot de visstand. Met de invoering van de nieuwe Natuurwet en de aanpassing van de Visserijwet kan dit veranderen. De provincie stelt hierover een soortenbeleidsnota op. In het visbeleid zal worden opgenomen dat ook overige relevante overheden gekend zullen worden in de voorgenomen uitzet van vis. Daarbij zal een voetnoot worden opgenomen dat de nieuwe Natuur- en Visserijwetten reden tot herziening kunnen zijn.

5.2 Communicatie extern

Waterschap Noorderzijlvest en Hengelsportfederatie Groningen Drenthe stellen zich ten doel de activiteiten uit te dragen via bestaande media (Visionair, Visblad, websites, sociale media, dagbladen, promotiedagen, manifestaties) met het doel waterbeheer, visstand, vismigratie, sportvisserij bij een breed publiek onder de aandacht te brengen.

5.3 VBC Lauwersmeer

In de VBC Lauwersmeer werken beroepsvisserij, sportvisserij (Hengelsportfederatie Groningen Drenthe en Sportvisserij Fryslân), Staatsbosbeheer en waterschap Noorderzijlvest samen aan duurzaam visstandbeheer. De Hengelsportfederatie Groningen Drenthe is voorzitter van de VBC.

In het visplan van de VBC Lauwersmeer staat beschreven dat de VBC jaarlijks het visserijbeheer op basis van de vangstgegevens, de monitoring en de terugkoppeling van de controleactiviteiten evalueert. Eventuele veranderingen in de visstand kunnen aanleiding geven om het visplan (deels) aan te passen. Veranderingen in het gebied alsmede aanvullende informatie die de visserij raken zijn eveneens reden om het visplan bij te stellen.

 

Beleidslijn

De afstemming tussen waterschap Noorderzijlvest en de Hengelsportfederatie Groningen-Drenthe vindt plaats in het visoverlegplatform. Hierin worden afspraken gemaakt over de afstemming tussen waterkwaliteits-, visstand- en visserijbeheer.

Afstemming over de visserij op het Lauwersmeer vindt plaats in de VBC Lauwersmeer. Waterschap Noorderzijlvest heeft zitting in de VBC.

   Referenties

Klein Breteler, J.G.P., 2013. Duurzaam Aalbeheer in de regio Groningen - Noord Drenthe. Rapport Vivion in opdracht van Hengelsportfederatie Groningen Drenthe.

Molen, D.T. van der, R. Pot, C.H.M. Evers, L.L. van Nieuwerburg (red.), 2012. Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water 2015-2021. Rapportnummer 2012-31. Stowa, Amersfoort.

Riemersma, P., Kroes, M.J., 2004. Van Wad tot Aa: Visie vismigratie Groningen noord-Drenthe 2005-2015. Rapport Grontmij en OVB in opdracht van Federatie Groningen-Drenthe, waterschap Noorderzijlvest en waterschap Hunze en Aa’s.

 

BIJLAGEN

Bijlage I. Tekst huurovereenkomst volledig visrecht

 

Ondergetekenden:

 

de publiekrechtelijke rechtspersoon waterschap Noorderzijlvest, gevestigd 9735 AC te Groningen aan de Stedumermaar 1 (Postbus 18, 9700 AA Groningen), te dezen ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer L.P. Middel, dijkgraaf;

 

verder te noemen: het waterschap, en

 

Het bestuur van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe, gevestigd 9482 WN Tynaarlo, aldaar kantoorhoudende aan de Transportweg 13, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40045078, te dezen vertegenwoordigd door de heer H.J. Mensinga in zijn hoedanigheid van directeur;

verder te noemen: huurder,

 

verklaren te zijn overeengekomen dat het waterschap verhuurt aan huurder, die verklaart in huur te hebben aanvaard, het volledige visrecht in de wateren gelegen in het beheergebied van het waterschap, zoals aangegeven op de kaart behorende bij de overeenkomst zie appendix 1[1], onder het bepaalde in de navolgende artikelen.

 

Artikel 1 Te verhuren viswater

Het te verhuren visrecht omvat alle wateren, voor zover in eigendom bij het waterschap en niet verhuurd c.q. in gebruik gegeven aan derden, gelegen in het beheergebied van het waterschap, zoals bij huurder genoegzaam bekend.

 

Artikel 2 Huurtermijn

De huurtermijn bedraagt 6 jaar, ingaande 1 september 2013 en eindigende 31 augustus 2019.

 

Artikel 3 Huurprijs

De huurder is aan het waterschap een huurprijs verschuldigd van EUR 1,-- per jaar, te voldoen vóór 1 juli van elk kalenderjaar door storting op bankrekeningnummer 6367.55.592 van het waterschap.

 

Artikel 4 Uitoefening huur

  • 1.

    Huurder dient al zijn leden in kennis te stellen van de verbodsbepalingen van deze huur-overeenkomst en de Keur van het waterschap en verplicht zich dusdanige maatregelen te treffen dat een goede naleving gewaarborgd is. Nadere aanwijzing en afspraken daarover worden desgewenst door verhuurder schriftelijk aan de huurder kenbaar gemaakt.

  • 2.

    Ter voorkoming van vandalisme c.q. schade ten aanzien van het watermilieu en de oevers zal de huurder over de uitgangspunten van deze huurovereenkomst regelmatig een effectieve wijze communiceren met de sportvissers.

  • 3.

    Huurder zal het gehuurde of een gedeelte van het gehuurde niet mogen onderverhuren anders dan het bepaalde in artikel 7 van deze overeenkomst.

  • 4.

    Het waterschap verleent toestemming aan huurder, waaronder begrepen de leden van de bij de huurder aangesloten visverenigingen en organisaties, tot het op eigen risico betreden van de aan het waterschap in eigendom toebehorende dijken, onderhoudspaden en oeverstroken, gelegen langs de in artikel 1 vermelde wateren. De rechten van particuliere oevereigenaren en huurders blijven ten volle gehandhaafd.

  • 5.

    Het waterschap is gerechtigd de toegang tot oevergronden, onderhoudspaden en dijken in verband met de uitvoering van werken tijdelijk te verbieden.

  • 6.

    Het waterschap is gerechtigd om de bevissing van de gehuurde wateren, waarin of waarlangs namens het waterschap werken zullen worden uitgevoerd, gedurende een gedeelte van de huurtermijn te verbieden, zonder dat de huurder in verband hiermee enig recht op schadevergoeding kan doen gelden wegens daardoor eventueel verminderd huurgenot. Het waterschap zal huurder vroegtijdig op de hoogte stellen van het voornemen tot uitvoering van werkzaamheden, waarbij kans bestaat op vissterfte.

  • 7.

    Na het nemen van inrichtingsmaatregelen heeft het waterschap de bevoegdheid om voor een bepaalde tijd wateren te ontheffen van het visrecht zodat het ecosysteem van het water haar evenwicht kan herstellen/instellen.

  • 8.

    Huurder en de bij hem aangesloten verenigingen en organisaties zijn bij het organiseren van evenementen aansprakelijk voor de schade die eventueel wordt toegebracht aan landerijen, gewassen en objecten die aan waterschap en/of derden toebehoren of in beheer zijn.

  • 9.

    Huurder vrijwaart het waterschap voor elke vorm van aansprakelijkheid voor schade aan de visstand ten gevolge van calamiteiten.

 

Artikel 5 Uitoefening Visrecht

  • 1.

    De visserij wordt - met inachtneming van de bepalingen van de Flora- en Faunawet, Visserijwet, van het Visserijreglement en van de op de visserij betrekking hebbende politieverordeningen- uitgeoefend met zodanig vistuig als toegestaan is, zulks onder de beperking dat het vissen alleen toegelaten zal zijn voor zover hierdoor, naar het oordeel van het waterschap geen hinder aan de scheepvaart en/of de waterstroom wordt toegebracht.

  • 2.

    Het is verboden beschermde vissoorten, uit de Flora en Fauna wet en Habitat Richtlijn, in bezit te hebben. Indien een beschermde soort wordt gevangen dient deze direct teruggezet te worden in hetzelfde water.

  • 3.

    De huurder draagt zorg om leden te informeren over de beschermde soorten en herkenning van deze soorten.

  • 4.

    De hengelsportfederatie zet zich in om overtredingen op de huurvoorwaarden en de Visserijwet en aanverwante regelingen op te sporen en te veroordelen. Dit om onder andere zwartvisserij en stroperij tegen te gaan.

 

Artikel 6 Visstandbeheer

  • 1.

    De door het waterschap opgestelde ecologische doelstellingen en de daaruit voort-vloeiende maatregelen voor de oppervlaktewateren zijn leidend ten aanzien van het bereiken en behouden van gezonde en duurzame vispopulaties en een gezond ecosysteem.

  • 2.

    Huurder voert het visstandbeheer volgens de principes van integraal waterbeheer uit, dat wil zeggen afgestemd op de functie en ecologische doelstellingen van de watergangen. Dit dient in lijn te zijn met geldende wettelijke kaders en bepalingen, waaronder de doelstellingen geformuleerd vanuit de Kaderrichtlijn Water.

  • 3.

    Het waterschap stelt in samenwerking met huurder visbeleid (visstandbeheerplan) vast dat het behalen van de (ecologische) doelstelling vanuit het wettelijk kader en bepalingen waarborgt. Het visbeleid stelt tevens de voorwaarden vast van het gebruik van de wateren door de sportvisserij. Dit visbeleid geactualiseerd in de periode september-november 2013 en wordt in december 2013 door beide besturen vastgesteld. Het visbeleid heeft dezelfde looptijd als deze huurovereenkomst. Het visbeleid dient als toetsingskader voor visplannen die betrekking hebben op het beheergebied van het waterschap.

  • 4.

    Het waterschap behoudt het recht om de voorwaarden in de huurovereenkomst aan te passen bij veranderingen in doelstellingen voortvloeiend uit veranderingen in het wettelijke kaders en bepalingen.

  • 5.

    Ingrepen in de visstand, zoals actief biologisch beheer, verplaatsing of uitzet van vis kan alleen plaatsvinden als dit in lijn is met de voorwaarden zoals vastgelegd in het visbeleid(visstandbeheerplan) van het waterschap.

 

Artikel 7 Beroepsvisserij

Huurder is gerechtigd aan de belanghebbende beroepsvissers vergunning verlenen voor het vissen met aalvistuigen, voor zover beroepsvisserij niet leidt tot schade aan aangewezen natuurwaarden binnen (via de Natuurbeschermingswet 1998, het bestemmingsplan of anderszins aangewezen) natuurgebieden, zulks in overeenstemming met de terreineigenaar/beheerder. De voor een dergelijke vergunning verschuldigde vergoeding, alsmede de aan de vergunning te verbinden voorwaarden, behoeven de goedkeuring van de Kamer van de Binnenvisserij.

 

Vergunning zal worden verleend onder voorwaarde dat de beroepsvistuigen zodanig worden geplaatst dat zij:

  • 1.

    geen hinder toebrengen aan de waterstroom en/of de scheepvaart;

  • 2.

    de vrije vismigratie niet belemmeren;

  • 3.

    dat zij geen schade toebrengen aan vissoorten die geen onderdeel uitmaken van de vergunning;

  • 4.

    niet vissen binnen een afstand van 50 m bij kunstwerken.

 

Het waterschap beoordeelt mede de vergunningaanvragen van de beroepsvisserij.

 

Een vergunning is niet (geheel en/of gedeeltelijk) overdraagbaar aan anderen dan bij de vergunning genoemde eigenaren of eigenaren van maatschappijen, besloten vennoot-schappen, etc.

 

Artikel 8 Visstandbeheer Commissie Noorderzijlvest

Het waterschap en huurder richt een Visstandbeheer Commissie Noorderzijlvest (VBC) op waaraan beide organisaties deelnemen. Ambtelijk overleg zal tenminste twee maal per jaar plaatsvinden en bestuurlijk overleg minmaal een maal per jaar.

 

Artikel 9 Calamiteitenplan vissterfte

Het waterschap en de huurder stellen samen een protocol op voor het handelen en taak-verdeling ingeval van calamiteiten waarbij vissterfte optreedt. Alle bij de federatie aangesloten hengelsportverenigingen en hun leden zijn verplicht om vissterfte en ongeregeldheden te melden bij het meldpunt calamiteiten van het waterschap en elkaar wederzijds te informeren.

 

Artikel 10 Visinformatie en monitoring.

Het waterschap is gerechtigd om te allen tijde vismonitoring te doen of te laten plaatsvinden ten behoeve van onderzoek. Het waterschap spant zich in om in overleg met huurder de onderzoeksvraag en opzet van het visstandonderzoek te bespreken en bij uitvoering gebruik te maken van de kennis en kunde van de huurder. Verzamelde vis waarnemingen vanuit de hengelsport en visserijkundige onderzoeken worden jaarlijks door huurder verwerkt in de database ‘vissenatlas Groningen-Drenthe.

 

Artikel 11 Verbodsbepalingen

Onverlet het bepaalde in de Keur van het waterschap is het verboden:

  • 1.

    rietgewas of rietaanplant te vernielen of te beschadigen, zelfs wanneer de rietgroei de visserij onmogelijk zou maken;

  • 2.

    zich met auto’s, motoren, bromfietsen of andere vervoermiddelen, op oevergronden, onderhoudspaden en dijken te begeven;

  • 3.

    ijzeren hengelsteunen en –pennen te gebruiken;

  • 4.

    in de taluds van de kanalen en watergangen gaten, kuilen, zogenaamde zitjes en dergelijke te maken;

  • 5.

    schade toe te brengen aan hekken en draadafrasteringen; ingravingen te doen; vuren te stoken en afval achter te laten;

  • 6.

    te vissen en het aas te presenteren binnen een afstand van 50 m van kunstwerken waar het water kan stromen, dit betreft: sluiskolken, sluizen, gemalen, inlaatwerken, duikers, stuwen en vispassage voorzieningen.

 

Deze verbodsbepalingen worden jaarlijks geëvalueerd door het voorgenoemde VBC Noorderzijlvest en eventueel gewijzigd of aangevuld.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Gelijktijdig met het van kracht worden van deze overeenkomst vervallen de huurovereen-komsten met de huurder of diens rechtsvoorgangers, die met betrekking tot het visrecht door de besturen van de rechtsvoorganger(s) van het waterschap of andere lichamen zijn aangegaan, dan wel voortgezet.

 

Artikel 13 Kosten

De kosten voor het goedkeuren van deze overeenkomst door de Kamer voor de Binnenvisserij komen voor rekening van de huurder.

  

Bijlage II Voorbeeld toestemming aalrecht aan beroepsvisserij

 

 

  

Bijlage III Europese en landelijke wet- en regelgeving met betrekking tot vis

 

Europese wet- en regelgeving

Europese Kaderrichtlijn Water

In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is het beleid voor de beoordeling van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in de lidstaten van de Europese Unie vastgelegd. De KRW richt zich op de verbetering van de algehele waterkwaliteit. De richtlijn heeft zowel betrekking op oppervlaktewateren waaronder rivieren, meren en kustwateren als op grondwater. De KRW verplicht waterbeheerders om zich in te spannen om de waterkwaliteit, waar nodig, te verbeteren. Hierbij zijn is als doel gesteld dat alle Europese wateren zich in het jaar 2015 in een 'goede toestand' moeten bevinden en dat wateren binnen heel Europa duurzaam worden beheerd. De termijn waarbinnen het doel gerealiseerd moet zijn kan met maximaal twee periodes van zes jaar worden verlengd. De uiterste datum komt daarmee op 2027.

Sinds de invoering van de KRW in 2000, zijn waterbeheerders onder andere verantwoordelijk voor het behalen van een ‘goede ecologische toestand’ (GET: natuurlijke wateren) of een goed ecologische potentieel (GEP: kunstmatige of sterk veranderde wateren) van hun aangewezen KRW-waterlichamen. De ecologische toestand van waterlichamen wordt beoordeeld op basis van een aantal fysisch-chemische en biologische kwaliteitselementen.

Een van de biologische kwaliteitselementen waar de waterkwaliteit op wordt beoordeeld is de visstand. Om te kunnen beoordelen of de visstand aan de gestelde doelen voldoet, zijn waterbeheerders verplicht de visstand periodiek te monitoren op soortensamenstelling, leeftijdsopbouw en biomassa/aantallen. Indien blijkt dat niet aan de doelen voor de visstand wordt voldaan, dienen waterbeheerders maatregelen te treffen (bijvoorbeeld het reduceren nutriëntenbelasting of de aanleg van vismigratievoorzieningen en natuurvriendelijk oevers) om deze doelen alsnog te halen.

Waterbeheerders zijn vanuit de KRW verplicht om de toestand van de wateren binnen het beheergebied periodiek aan de EU door middel van factsheets. De factsheets van de KRW-waterlichamen van Waterschap Noorderzijlvest zijn te downloaden via het waterkwaliteitsporaal (www.waterkwaliteitsportaal.nl).

 

Vogel- en Habitatrichtlijn

De Europese Unie heeft in de Vogel- en Habitatrichtlijn vastgelegd welke wilde dieren- en plantensoorten en hun habitats in Europa beschermd moeten worden. De Europese richtlijn betreft een kaderrichtlijn die de contouren van de soort- en habitatbescherming weergeeft. De richtlijn is door de diverse lidstaten geïmplementeerd door middel van landelijke wetgeving. Nederland heeft de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn uitgewerkt in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Samen zorgen deze wetten voor bescherming van de soorten en bescherming van de leefgebieden.

Natura 2000

Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden die binnen de lidstaten van de Europese Unie zijn aangewezen op grond van de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). In Natura 2000-gebieden worden bepaalde diersoorten evenals hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit te behouden. In Nederland zijn ongeveer 160 Natura 2000-gebieden aangewezen, met een gezamenlijk oppervlak van ruim 1,1 miljoen hectare. Het beschermd Natura 2000-gebied in Nederland bestaat voor het grootste gedeelte (69 %) uit water. In tabel III.1 is weergegeven welke gebieden binnen het beheergebied van Waterschap Noorderzijlvest tot het N2000-netwerk behoren.

 

Tabel III1. Overzicht van de N2000-gebieden* in het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest, inclusief de relevantie voor het visbeleid

gebied

status

relevantie voor visbeleid

 

Drentsche Aa-gebied

Habitatrichtlijn

Ja:

- Kleine modderkruiper

- Rivierprik

- Rivierdonderpad

Lauwersmeer

Vogelrichtlijn

Nee

Leekstermeergebied

Vogelrichtlijn

Nee

Lieftinghsbroek

Habitatrichtlijn

Nee

Zuidlaardermeergebied

Vogelrichtlijn

Nee

* buiten het beheergebied van het waterschap vallen ook de N2000 gebieden Noordzeekustzone en Waddenzee

 

Vogelrichtlijn

Het doel van de Vogelrichtlijn is de bescherming, het beheer en de regulering van de in de lidstaten voorkomende vogelsoorten. Daarom moeten volgens de Vogelrichtlijn alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten (en hun eieren, hun nesten en hun leefgebieden) door de Europese landen worden beschermd. Daarnaast moeten de landen maatregelen nemen om voor deze vogels een 'voldoende gevarieerdheid van leefgebieden en een voldoende omvang ervan te beschermen, in stand te houden of te herstellen'. In Bijlage I van de richtlijn zijn de vogelsoorten benoemd waarvoor speciale beschermingszones moeten worden aangewezen. Dit kunnen zowel stand-, broed- als trekvogelsoorten zijn. Voor Nederland zijn er voor 44 vogelsoorten gebieden aangewezen die onder de Vogelrichtlijn vallen.

 

Habitatrichtlijn

Het doel van de Habitatrichtlijn is om bij te dragen tot het waarborgen van de biologische diversiteit in de lidstaten door bescherming van habitats en soorten (m.u.v. vogels) die van Europees belang zijn. De Habitatrichtlijn heeft twee beschermingsstrategieën:

  • 1.

    de bescherming van natuurlijke habitats en habitats van een aantal specifieke soorten (gebiedsbescherming):

  • 2.

    in bijlage II bij de richtlijn zijn alle dier- en plantensoorten benoemd waarvoor speciale beschermingszones moeten worden aangewezen. De aanwijzing van beschermde gebieden voor soorten uit bijlage II is verwerkt in de Natuurbeschermingswet;

  • 3.

    de strikte bescherming van soorten die belang zijn voor de Europese Unie (soortenbescherming):

in bijlage IV en V bij de richtlijn zijn alle dier- en plantensoorten opgenomen die strikte bescherming genieten en waarvoor exploitatie en onttrekken aan de natuur moet worden gereguleerd. De bescherming van soorten uit bijlage IV en V is verwerkt in de Flora- en faunawet. Enkele voorbeelden zijn vissoorten als elft, fint en rivierprik.

 

Beneluxbeschikking Vrije Vismigratie

In 2009 hebben de Ministers van de Benelux Economische Unie een nieuwe Benelux-beschikking vismigratie goedgekeurd. De nieuwe Beneluxbeschikking vrije vismigratie volgt de beschikking uit 1996 op, die stelde dat de verdragspartijen een programma moesten opstellen en uitvoeren om vóór 1 januari 2010 vrije vismigratie in de Benelux-stroom-gebieden mogelijk te maken. Ondanks de vele inspanningen die geleverd werden bleek deze vooropgestelde timing echter te ambitieus. Het doel van de nieuwe beschikking is nog steeds het herstellen van de vrije vismigratie in de ecologisch belangrijke waterlopen in de Benelux, onder andere op onderstaande wijze:

  • 1.

    Het voortzetten van met succes geleverde inspanningen om de vrije migratie in de ecologisch belangrijke waterlopen, inclusief de verbindingswaterlopen, mogelijk te maken.

  • 2.

    Het binnen 12 maanden na in werking treden van de nieuwe beschikking opstellen van een prioriteitenkaart, waarop belangrijke waterlopen voor Europees beschermde vissoorten worden aangeduid.

  • 3.

    Voorrang te geven aan de vismigratieknelpunten op de prioriteitenkaart en daar de nodige maatregelen te nemen in de periode tot 2027.

  • 4.

    Binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van de beschikking speciale aandacht te besteden aan de grensoverschrijdende trajecten.

  • 5.

    Bij werkzaamheden aan kunstwerken deze meteen vispasseerbaar maken (werk met werk).

  • 6.

    Het niet meer toestaan van de bouw van nieuwe kunstwerken zonder deugdelijke passeerbaarheid.

Daarnaast staat in de beschikking beschreven dat regeringen regelmatig technische en wetenschappelijke informatie over onderzoek, monitoring en maatregelen dienen uitte wisselen. Driejaarlijks vindt een gemeenschappelijke voortgangsrapportage plaats over de toepassing van deze beschikking.

 

Landelijke regelgeving en beleid

Visserijwet (1963)

De Visserijwet 1963 vormt de basis van de Nederlandse visserijwetgeving. De Visserijwet heeft tot doel om doelmatige bevissing te bevorderen, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de belangen van de natuurbescherming. De Wet beschrijft op welke manier de visserij in de Nederlandse wateren is georganiseerd en beschrijft de voorwaarden die van toepassing zijn op de uitvoering van de visserij. De Wet bevat zowel rechtstreeks toepasselijke bepalingen als bevoegdheden voor het opstellen van nadere regelgeving. De Minister van Economische Zaken is als bevoegd gezag verantwoordelijk voor uitvoering en handhaving van de Visserijwet. De Wet dient mede als wettelijke basis voor de uitvoering van de verplichtingen voor Nederland die voortvloeien uit het gemeenschappelijk visserijbeleid van de Europese Gemeenschap en internationale visserijverdragen.

 

De Visserijwet bestaat uit een reeks van bepalingen die onder meer betrekking op visakten, maatregelen in belang van de visstand, vergunningen voor het vissen en de huur en verhuur van het visrecht. De Visserijwet bevat ook enkele bepalingen die tot doel hebben de visstand en vissoorten te beschermen tegen de gevolgen van de uitoefening van de visserij, bijvoorbeeld door het instellen van minimummaten, meeneemverboden en gesloten tijden. De vissoorten die in de Visserijwet zijn opgenomen, betreffen voornamelijk inheemse vissoorten die van belang zijn voor de visserij en niet onder de Flora- en Faunawet vallen. Voor de nadere uitwerking van de Visserijwet zijn onder andere de volgende reglementen opgesteld:

 

Nieuwe Visserijwet

Er is momenteel een wetsvoorstel tot wijziging van de Visserijwet 1963 in voorbereiding. Doel daarvan is onder meer om de Visserijwet af te stemmen op de verplichtingen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en het door de waterschappen behartigde waterkwaliteitsbeheer.

Op basis van de gewijzigde wet zijn waterschappen in de toekomst verantwoordelijk voor de handhaving van meldingen aangaande visuitzet en vangst alsmede afspraken over monitoring en de naleving van gebiedsgerichte algemene regels.

Naar verwachting zal de gewijzigde Visserijwet niet eerder in werking treden dan 1 januari 2016.

 

Reglement Minimummaten en Gesloten Tijden (1985)

Op grond van de Visserijwet 1963 in combinatie met het ‘Reglement voor de binnenvisserij 1985’ heeft de Minister de bevoegdheid om minimum maten vast te stellen voor de onttrekking van bepaalde vissoorten. De vissoorten waarvoor een dergelijke minimum maat is vastgesteld zijn opgenomen de ‘Uitvoeringsregeling visserij’. Voor vissen van de benoemde soorten die niet aan de minimummaat voldoen geldt de verplichting om de vis direct in hetzelfde water moet worden teruggezet als waar deze gevangen is. Vissers mogen ondermaatse vis niet in bezit hebben.

Op grond van de Visserijwet 1963 kan de Minister van Economische Zaken ook een gesloten tijd voor vissoorten instellen. Een gesloten tijd betekent dat de vissoort waarvoor de gesloten tijd geldt niet onttrokken mag worden. Bij vangst van de soort binnen de gesloten tijd moet de gevangen vis direct in hetzelfde water worden teruggezet. Een gesloten tijd is er om de betreffende vissoort te beschermen en geldt daarom voor iedereen dus zowel voor sportvissers als beroepsvissers.

Daarnaast is in het reglement een wettelijk verbod beschreven om in het Nederlandse binnenwater met een hengel in een bepaalde periode met een aantal aangewezen aassoorten te vissen.

 

Beleidsbesluit Binnenvisserij (1999)

Het Beleidsbesluit Binnenvisserij (Ministerie LNV, 1999) is een kadernota waarin de belangrijkste beleidsvoornemens zijn vastgelegd voor één samenhangend beleid ten aanzien van alle vormen van sport- en beroepsbinnenvisserij. Dit Beleidsbesluit is direct van toepassing voor de staatsbinnenwateren. De toepassing door andere eigenaren (vooral waterschappen, provincies en gemeenten) wordt nadrukkelijk gestimuleerd. Het binnenvisserijbeleid is geheel gebaseerd op: ‘Het behouden en bereiken van een gevarieerde visstand die, naar omvang en (soorten)samenstelling, past bij de kwaliteit en inrichting van de aanwezige aquatische ecosystemen. Deze visstand dient zichzelf duurzaam in stand te kunnen houden. Onder deze voorwaarden is er ruimte voor beheer en benutting van de visstand en is er ook sprake van een duurzame visserij.’

In het Beleidsbesluit Binnenvisserij wordt nadruk gelegd op een duurzame en gevarieerde visstand als voorwaarde voor een duurzame visserij. Dit betekent tevens dat extra aandacht gegeven dient te worden aan de wijze waarop die visstand door de visserij wordt beïnvloed en benut (hoeveel vis wordt onttrokken en uitgezet). Het rijk stelt verbetering van het visstandbeheer vooral wenselijk ten aanzien van:

  • -

    het vergroten van de samenhang in en eenduidigheid van het visstandbeheer in (complexen van) wateren die als visserijkundige eenheid zijn te definiëren en waar verschillende visrechthebbenden actief zijn;

  • -

    het vergroten van de afstemming met andere (gebruiks)functies van de betreffende (complexen van) wateren, met name het waterbeheer en natuurbeheer;

  • -

    afstemming ten aanzien van de benutting van de visstand door sport- en beroepsbinnenvisserij in relatie tot de omvang en samenstelling van de visstand.

 

Uitvoeringsregeling Visserij (2008)

Op grond van de Visserijwet 1963 in combinatie met de Uitvoeringsregeling Visserij is bepaald hoe de visserij in de Nederlandse kust- en binnenwateren vormgegeven mag worden. In de Uitvoeringsregeling Visserij staat dit beschreven. In de regeling worden onder de volgende onderdelen beschreven:

  • -

    bepalingen voor de uitzet en onttrekking van vis, schelp- en schaaldieren;

  • -

    administratieverplichtingen voor vangsten van de beroepsvisserij;

  • -

    verbodsbepalingen voor vangtuigen, gebieden, tijdstippen en seizoenen en soorten;

  • -

    vrijstellingen, ontheffingen en vergunningen voor uitzet en onttrekking van soorten en soortgroepen, vangtuigen en gebieden.

 

Adviesnota beleid waterbeheer-visstandbeheer (2006)

In de Adviesnota Beleid Water- en Visstandbeheer hebben de Unie van Waterschappen, Sportvisserij Nederland en de Combinatie van Beroepsvissers een advies gegeven over de uitwerking van de relatie tussen de waterbeheerder en de visrechthebbenden. Conform de Visserijwet is de huurder van het visrecht verantwoordelijk voor de uitvoering van een duurzaam visstand- en visserijbeheer. Sinds het van kracht worden van de KRW in 2000 stelt de KRW echter verplichtingen aan de waterbeheerder ten aanzien van het visstandbeheer. Om uitvoering te kunnen geven aan de taken van de waterbeheerder zou de verantwoordelijkheid voor het visstandbeheer naar de waterbeheerder moeten worden overgeheveld. De adviesnota schetst de manier waarop invulling gegeven kan worden aan de herverdeling van verantwoordelijkheden tussen visrechthebbenden en waterbeheerder. De adviesnota loopt hiermee vooruit op de aanpassing van de Visserijwet op dit punt.

 

Nederlandse Aalbeheerplan

Het Nederlandse Aalbeheerplan bevat een beschrijving van het pakket aan maatregelen dat Nederland implementeert ten behoeve van het herstel van de natuurlijke aalstand. Het maatregelenpakket omvat onder meer:

  • -

    maatregelen om vismigratieknelpunten te verwijderen en nieuwe knelpunten te voorkomen.

  • -

    de invoering van een gesloten tijd voor de aalvisserij van 1 september tot 1 december.

  • -

    de invoering van een onttrekkingsverbod voor aal voor de sportvisserij.

 

Flora- en Faunawet

De Flora- en Faunawet regelt de wettelijke bescherming van diverse plant- en diersoorten, waaronder een aantal vissoorten. Deze soorten zijn aangewezen als specifieke doelsoorten voor het natuurbeleid. Dit betekent dat gerichte maatregelen zullen worden genomen om de stand van deze soorten te beschermen en/of te herstellen. Het is verboden beschermde soorten te doden of te vangen. Indien sport- of beroepsvissers een beschermde vissoort vangen dienen ze deze direct terug te zetten in hetzelfde water. Het waterschap werkt volgens de gedragscode flora- en faunawet. In deze gedragscode wordt ook rekening gehouden met vissoorten die daarin zijn opgenomen.

 

Natuurbeschermingswet (1998)

De Natuurbeschermingswet 1998 zorgt voor de bescherming van bijzondere leefgebieden van dieren en planten (habitats). Door het beschermen van hun leefgebied hebben plant- en diersoorten een betere kans te blijven bestaan. De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van natuurgebieden in Nederland. Daarnaast regelt deze wet het aanwijzen van natuurgebieden die van nationaal of internationaal belang zijn: Beschermde Natuurmonumenten en Natura 2000-gebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 bepaalt vervolgens wat er wél en niet mag in deze beschermde natuurgebieden. Sinds 1 oktober 2005 zijn de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt.

Activiteiten die negatieve gevolgen voor de natuurwaarden kunnen hebben, mogen bijvoorbeeld niet plaatsvinden zonder vergunning. Verder is iedereen verplicht om zorgvuldig om te gaan met natuurgebieden (‘zorgplicht’). Handelingen die een natuurgebied kunnen beschadigen moeten achterwege worden gelaten.

 

Bijlage IV. Viskaart hengelsportfederatie Groningen Drenthe

     

[1] Appendix 1 Overzichtkaart met te verhuren wateren is te vinden op de sportviskaart Groningen/Drenthe van de NVVS en de Hengelsportfederatie Groningen/Drenthe van 2005.