Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent het gebruik van dienstvoertuigen Regeling gebruik dienstvoertuigen en elektronische rittenregistratie gemeente Opsterland |
Citeertitel | Regeling gebruik dienstvoertuigen en elektronische rittenregistratie gemeente Opsterland |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt alle voorgaande regelingen op het gebied van Track and Trace.
Wet bescherming persoonsgegevens
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2018 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 09-01-2018 | . |
In deze regeling wordt verstaan onder:
verwerken van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens, zoals genoemd in artikel 1, onder b, van de Wbp.
Artikel 2 Reikwijdte van deze regeling
Deze regeling is van toepassing op het verwerken van persoonsgegevens inzake het gebruik van het dienstvoertuig van de gemeente Opsterland. Deze regeling geeft de wijze aan waarop binnen de organisatie wordt omgegaan met de elektronische rittenregistratie en omvat regels ten aanzien van verantwoord gebruik hiervan en regels over de wijze waarop controle hiervan plaatsvindt.
De verwerking van persoonsgegevens betreffende het gebruik van het dienstvoertuig heeft tot doel:
Artikel 4 Verantwoordelijkheden en beheer
Het college wijst een of meerdere beheerders aan die belast zijn met het beheer van het (de) bestand(en) conform de bevoegdheden in bijlage 1. Deze beheerders zijn, op grond van artikel 125a, derde lid, Ambtenarenwet, verplicht tot geheimhouding van persoonsgegevens en al het andere hetgeen hen in verband met hun functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard van de zaak volgt en behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Indien er een vermoeden is van onrechtmatig gebruik of misbruik van het dienstvoertuig bij een medewerker kan gedurende een vastgestelde (korte) periode gericht controle plaatsvinden. Voor deze controle - hieronder mede verstaan de wijze waarop en de periode waarin de controle plaatsvindt - is toestemming nodig van het college. Er vindt terugkoppeling plaats aan het college.
Artikel 7 Bewaring en verwijdering
Persoonsgegevens, betreffende de rittenregistratie, die worden gebruikt voor de vaststelling van de loonheffing worden conform artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) zeven jaar bewaard. Gegevens die ouder zijn dan in deze fiscale bewaartermijn worden automatisch verwijderd, tenzij er bijzondere redenen zijn, bijvoorbeeld een zwaarwegend vermoeden van onrechtmatig gebruik, dan wel misbruik van het dienstvoertuig, om de gegevens langer te bewaren.
Artikel 8 Rechten van de medewerker
De medewerker kan het college verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
Het college bericht de verzoeker binnen 4 weken na ontvangst van het in het tweede lid genoemde verzoek schriftelijk of, dan wel in hoeverre, hij daaraan voldoet. Een weigering is met redenen omkleed. Een beslissing op een verzoek geldt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
Door of namens het college wordt beslist in gevallen waarin deze regeling niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing ervan.
Artikel 11 Wet bescherming persoonsgegevens
Onverminderd het bepaalde in deze regeling is de Wbp van toepassing op het verwerken van persoonsgegevens.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Opsterland op 9 januari 2018
de secretaris,
Koen van Veen
de burgemeester,
Ellen van Selm