Organisatie | Alblasserdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels standplaatsen ambulante handel Alblasserdam 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels standplaatsen ambulante handel Alblasserdam 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening, art. 5:18
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-01-2018 | Nieuwe regeling | 26-01-2016 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de buitenlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het te koop aanbieden van diensten, gebruikmakend van de fysieke middelen zoals een kraam, een wagen of een tafel;
Een vaste standplaats is een door de gemeente aangewezen locatie die gedurende het gehele jaar voor maximaal 2 dagen per week mag worden ingenomen.
Een incidentele standplaats is een locatie die overal in de gemeente mag worden ingenomen voor ten hoogste 1 dag per 4 weken met een maximum van 12 dagen per kalenderjaar;
Een standplaats die slechts gedurende een gedeelte van het jaar wordt ingenomen voor de verkoop van seizoensgebonden waren en goederen;
Een standplaats die wordt ingenomen voor de verkoop van o.a. erwtensoep, punch en diverse warme en koude dranken vanaf een standplaats op het ijs;
Seizoensgebonden waren en goedere n:
IJs in de zomer en oliebollen en kerstbomen in de winter.
Een voertuig dat is ingericht ten behoeve van de markthandel van waaruit de handelswaar wordt verkocht.
Deze beleidsregels gelden niet voor:
de verspreiding van gedrukte of geschreven stukken, voor zover daarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet, tenzij daarvoor gebruik wordt gemaakt van op of aan de weg geplaatste fysieke middelen zoals bijvoorbeeld een kraam, een wagen of een tafel.
Hoofdstuk 2 Standplaatsvergunning
Artikel 3 Aanvragen van een vergunning
Een standplaatsvergunning wordt aangevraagd door middel van het door de gemeente beschikbaar gestelde formulier. Dit formulier is beschikbaar op de website van de gemeente Alblasserdam. Bij de aanvraag worden de volgende gegevens aangeleverd:
De termijn waarbinnen een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt ingediend is afhankelijk van het soort standplaatsvergunning dat wordt aangevraagd:
aanvragen voor vaste standplaatsen, incidentele standplaatsen en seizoensstandplaatsen worden op grond van artikel 1:2 APV uiterlijk 8 weken voor de datum waarop de aanvrager voornemens is de standplaats in te nemen ingediend. Deze vergunningen worden verleend volgens het principe publicatie en inschrijving;
aanvragen voor seizoensstandplaatsen voor de verkoop van oliebollen en kerstbomen worden ingediend voor 1 februari van het betreffende winterseizoen. Wanneer voor een locatie meerdere aanvragen binnenkomen vindt in de laatste week van februari een loting plaats. Indien na het verstrijken van de indieningstermijn nog aanvragen binnenkomen dan worden de eventueel overgebleven locaties toegewezen volgens het “wie het eerst komt, het eerst maalt”-principe. Hierbij geldt het stempel van binnenkomst. Voorkeuren kunnen worden gehonoreerd voor zover deze locatie nog beschikbaar is;
aanvragen voor koek- en zopiestandplaatsen worden ingediend tussen 1 september en
1 oktober van het betreffende winterseizoen. Ingeval dat voor een locatie meerdere aanvragen binnenkomen vindt voor 31 oktober een loting plaats. Indien na het verstrijken van de indieningstermijn nog aanvragen binnenkomen dan worden de eventueel overgebleven locaties toegewezen volgens het “wie het eerst komt, het eerst maalt”-principe. Hierbij geldt het stempel van binnenkomst. Voorkeuren kunnen worden gehonoreerd voor zover deze locatie nog beschikbaar is.
Artikel 5 Toewijzing vrijgekomen standplaatsen
Standplaatshouders voor wie een locatie komt te vervallen komen als eerste in aanmerking voor een standplaats op een andere beschikbare vastgestelde locatie. Daarnaast komen standplaatshouders elders die te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen in aanmerking voor een andere vrije locatie.
Artikel 6 Lotingseizoensstandplaatsen oliebollen- en kerstbomenverkoop
De loting voor de seizoensstandplaatsen voor de verkoop van oliebollen en kerstbomen vindt plaats volgens de volgende procedure:
Artikel 7 Loting koek- en zopie standplaatsen
Wanneer meerdere aanvragen voor seizoens- en koek en zopie standplaatsen op dezelfde locatie binnen komen zal door middel van loting worden bepaald wie in aanmerking komt. De loting voor de koek- en zopiestandplaatsen vindt plaats volgens de volgende procedure:
aan de eerste 14 van deze lijst wordt een vergunning verleend en een locatie toegewezen. Indien een gegadigde bij zijn/haar aanvraag een voorkeur aangeeft voor een locatie dan zal rekening worden gehouden met deze voorkeur, met dien verstande dat deze locatie opgenomen moet zijn op de lijst van vaste standplaatslocaties, zoals weergegeven in artikel 17;
Artikel 9 Vergunningsvoorschriften
Aan een standplaatsvergunning worden in ieder geval voorwaarden verbonden ten aanzien van:
Aan een koek- en zopie vergunning worden naast de bovengenoemde standaardvoorschriften de onderstaande bijzondere voorschriften verbonden:
Ten aanzien van het gebruik van het Raadhuisplein worden de volgende extra bepalingen opgenomen:
Een uitzondering kan worden gemaakt in geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder. De vaste standplaatsvergunning kan op verzoek worden overgeschreven op de echtgenoot of de geregistreerde partner. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
Artikel 12 Intrekken vergunning
Een standplaatsvergunning wordt ingetrokken c.q. beëindigd:
Een aanvraag om vergunning voor het innemen van een standplaats wordt getoetst aan de in artikel 1:8 APV en 5:18 APV genoemde weigeringsgronden.
Artikel 15 Wijzigen van de vergunning
Een verzoek om wijziging van de standplaatsvergunning wordt beschouwd als een aanvraag voor een nieuwe vergunning. Op een verzoek om wijziging van de standplaatsvergunning zijn dezelfde regels van toepassing als op een nieuwe aanvraag. Gedurende de tijd dat de aanvraag in behandeling is mogen de aangevraagde wijzigingen niet worden aangebracht dan wel worden uitgevoerd.
Artikel 16 Vaste standplaatsen
De onderstaande locaties zijn aangewezen als locatie waar een vaste standplaats mag worden ingenomen:
Op deze locatie zijn na herstructurering in 2015 opnieuw 2 vaste standplaatsen aangewezen (zie bijlage 2).
De standplaatsen mogen worden ingenomen van dinsdag tot en met zaterdag.
Op maandag is deze locatie niet beschikbaar in verband met de weekmarkt.
Standplaats 1 mag maximaal 10 m2 bedragen en standplaats 2 mag maximaal 40 m2 bedragen.
Herindeling van de standplaatsen vindt plaats in het project Scheldeplein. Om aan de wens van bewoners tegemoet te komen zijn de (on)mogelijkheden onderzocht voor uitbreiding van het aantal standplaatsen. In het ontwerp van het plein wordt rekening gehouden met kleine een uitbreiding naar 9 vaste standplaatsen op zaterdag, één op vrijdag en één op donderdag.
Artikel 17 Seizoensstandplaatsen
De onderstaande locaties zijn aangewezen als locatie waar een seizoensgebonden standplaats mag worden ingenomen:
Op deze locatie is 1 standplaats aangewezen voor de verkoop van ijs, oliebollen en kerstbomen (zie bijlage 5).
De standplaats mag worden ingenomen van maandag tot en met zaterdag.
Het oppervlak van de standplaats mag maximaal 30 m2 bedragen. Voor de verkoop van kerstbomen mag het oppervlak van de standplaats maximaal 75 m2bedragen.
Aanvragen voor standplaatsen op andere dan de hierboven genoemde locaties zullen per aanvraag worden getoetst aan de in artikel 1:8 APV en 5:18 APV genoemde weigeringsgronden. Het maximum oppervlak van deze standplaatsen is afhankelijk van de locatie en zal per aanvraag worden beoordeeld.
Artikel 18 Koek- en zopiestandplaatsen
De onderstaande locaties zijn aangewezen als locaties waar een koek- en zopiestandplaats mag worden ingenomen (zie kaart bijlage 8).
De oppervlakte van een koek- en zopiestandplaats mag maximaal 15 m2 bedragen. De standplaatsen mogen worden ingenomen van maandag tot en met zaterdag en op zondag na 12.00 uur.
Artikel 19 Incidentele standplaatsen
Bij aanvragen voor locaties die niet zijn aangewezen, en die incidenteel van aard zijn, zal per aanvraag worden beoordeeld of het innemen van de standplaats mogelijk is. Hiervoor zal de aanvraag worden getoetst aan de in artikel 1:8 en 5:18 van de APV genoemde weigeringsgronden. Het oppervlak van deze standplaatsen is afhankelijk van de locatie met een maximum oppervlak van 30 m2.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 21 Molengebied Kinderdijk
Er worden geen standplaatsvergunningen verleend voor het molengebied Kinderdijk.
Het molengebied Kinderdijk is gedeeltelijk in de gemeente Nieuw Lekkerland en gedeeltelijk in de gemeente Alblasserdam gelegen. Het gebied wordt in de gemeente Alblasserdam begrensd door de boezems van het Waterschap Rivierenland die zijn gelegen aan de Molenkade en Blokweerschekade.
Het gebied heeft veel bijzondere kenmerken en een grote cultuurhistorische waarde zodat vanuit diverse wettelijke regelingen bescherming noodzakelijk wordt geacht. Dit heeft in het verleden geleid tot de volgende maatregelen:
In aansluiting op deze beschermingsmaatregelen dient ook op lokaal niveau zorg te worden besteed aan het behoud van het unieke karakter van het gebied. Het plaatsen van verkoopwagens, kramen, tafels en andere bouwsels alsmede het uitvoeren van andere activiteiten die gericht zijn op het op commerciële basis verkopen van producten wordt gezien als zodanig oneigenlijk aan en in strijd met het karakter van het gebied dat deze als ongewenst worden aangemerkt.
Artikel 23 Elektriciteitsvoorziening
Het is vergunninghouders niet toegestaan om bij overbelasting of als de aardlek er uit gaat deze te resetten. Dit moet worden uitgevoerd door een door de gemeente erkend elektrotechnisch bedrijf. Dit bedrijf bepaalt of de oorzaak ligt bij het materiaal van de gemeente of de vergunninghouder. Als de oorzaak ligt aan het materiaal van de vergunninghouder zullen de kosten worden verhaald op de vergunninghouder.
Artikel 24 Opbouw en ontruiming
Buiten de vergunde tijden mogen op de standplaats, of in de directe omgeving daarvan geen goederen, materialen of andere objecten blijven staan of worden geplaatst. Uitgezonderd van deze voorwaarde zijn de oliebollen- en kerstbomenstandplaatsen. Deze mogen tijdens de in de vergunning genoemde periode ook buiten de verkooptijden op de verkoopplaats aanwezig zijn.
Artikel 25 Toezicht, Opsporing en Handhaving
Met de handhaving van en het toezicht op de standplaatsvergunningen zijn belast de gemeentelijke bijzondere opsporingsambtenaren. De gemeentelijke bijzondere opsporingsambtenaren zijn in bezit van een legitimatie die zij tonen bij het aanspreken van vergunninghouders. De vergunning dient op de standplaats aanwezig te zijn en op verzoek van het bevoegd gezag of de gemeentelijke bijzondere opsporingsambtenaren te worden getoond.